N°. 250.
137e Jaargang.
1894
Dinsdag
23 October.
FEUILLETON.
Geheimzinnige luren.
Middelburg 22 October.
LOMBOK.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Reclames 40 cent per regel.
IIIIIIIIIIII li(.Silli: (II MUM.
Vhenaometei.
Middelburg 22 Oct. 8 u. va». 49 gr,
m. 12 u, 52 gr-, av. 4 n. 50 gr. F. i aan, eveaals de advertentie-bureau'
Verwacht verand. wind. j Hoofdagenten voor het Buitenland
j Agenten te gingenP. G. de Vet Mestdaoh 4 Zoo*, te GoesA. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Vmbl, te ZierikzeeA. C. de Moocr,
te Tholen. W. A, van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en hoekhandelara-n »bnrmftmOT»*AT> «n advArt,A«t,;«w i
Advertentien
Aan het slot van bare beschouwing over de
aangevraagde credieten voor nieuwe geweren
en bewapening van de zeemacht zegt de
Arnh. Crt.
De voorstellen van de militaire ministers
zgn reeds bestreden door een argument, waar
mede wg geheel instemmen, namelgk dat de
Kamer tot geene verbetering of verandering
op militair gebied mag medewerken zoolang
de afschaffing van de dienstvervanging niet is
tot stand gebracht. Het klinkt wel snedig,
daartegen aan te voeren, dat het toch geen
onderscheid maakt, wie de man is die het
wapen moet afschieten, zoodra de behoefte aan
betere vuurwapenen eenmaal is gevoeld, maar
zóo praat men de eigelgke kwestie voorbg.
Het is zeer wel mogelgk dat het voor den
deskundige, begeerig naar de verbetering van
het Nederlandsch krijgswezen, welke door
iedereen wordt erkend, betrekkelijk onver,
schillig is waar met de verbetering wordt
aangevangen, met materieel of met personeel.
Het is verder volkomen waar, dat verbetering
van het vuurwapen in geenerlei verband staat
met de regeling der levende strijdkrachten,
tenzij men "weder tot de dwaze sentimentaliteit
van de Memorie van Toelichting over de
«landskinderen" wil terugkeerenmaar het
geldt hier minder eene specifiek militaire dan
wel eene moreele vraag.
Regeering en vertegenwoordiging hebben,
reeds een paar jaren geleden, tegenover de
natie, de formeele taak aanvaard van afschaf
fing van de plaatsvervanging en invoering van
den persoonlijken dienstplicht. Bp de, ten
slotte half afgedaan gelaten, legerwet van den
minister Bergansius is zelfs uitdrukkelijk een
zoogenoemd beginselbesluit door de Tweede
kamer genomen, dat haar tegenover de natie
bindt.
De Minister van Oorlog in het voorgaande
Kabinet heeft zich wel gewacht den door zjjn
voorganger op den opvolger en door de Tweede
kamer op hare opvolgster getrokken wissel te
accepteeren. Hjj deed dit op eene eigenaardige,
doch moeitevolle wjjze, door het indienen van
eene lange reeks van wetsontwerpen betrekke
lijk de regeling der levende strijdkrachten,
waarvan eerst het allerlaatste de huldiging
van het beginsel van den persoonlijken dienst
plicht inhield. Door deze overstelping met voor
stellen van allerlei aard was er dus weinig
uitzicht, dat de kamer ten dezen haren plicht
tegenover de natie zou kunnen vervullen.
Daarenboven namen de belastinghervorming
en later de kieswet de aandacht der Vertegen
woordiging te zeer in beslag om op de regeling
der levende strijdkrachten op den grondslag
van den persoonlijken dienst aan te dringen.
Thans is het anders. De kieswetregeling is
nog in het verschietvoor de voortzetting van
de belastinghervorming zjjn, geljjk uitderesi-
dentieberichten bljjkt, eerst pas de allereerste
beginselen van voorbereiding ter hand genomen.
Daarentegen stelt de regeering deze verbete
ring der bewapening vlak op den voorgrond.
6.
Uit het Engelsch,
van
LTJOY F AH, MIER.
(Schrijfster van de Kronieken van den Huize
Car den.)
VIERDE HOOPDSTUK.
Een tragische ontknooping;.
Er was iets in de houding van den klerk, dat
mjj achterdochtig maakte en ofschoon ik over
tuigd was dat hjj den diefstal niet gepleegd
had, verbeeldde ik mjj dat ik hem met mjjne
verschijning en mjjne vragen verontrust had.
Waarom was mevr. Ellis eensklaps vertrok
ken Ongetwjjfeld om de juweelen te halen,
voor die gala-voorstelling den volgenden avond
te Reigate. Dit vond ik al zonderling; maar
bjj nader inzien gaf mij dat herhaaldeljjk
vragen van den klerk ten opzichte van Jemima
een nieuwen leiddraad. Jemima had de
juweelen gehad! De klerk had mg herkend,
was geschrikt, had mg verkeerd ingelicht en
ging nu zgn verloofde waarschuwen. Zoo
redeneerde ik met mgzelven.
Nu was de heele zaak mg duidelgk. Ik was
nog al voldaan over mgzelvenmaar nog even
ver als altgd van het vaststellen der middelen,
Maar nu behoort de Tweede kamer, indien zg
althans in de voetstappen van hare voorgang
ster volgen wil, te zeggen«neen, nu ge aan de
regeling en verbetering van het krggswezen
de hand wilt slaan, staan wg er op, dat aller
eerst de oude schuld wordt afgelost. Eerst de
persoonlgke dienstplicht anders geen ge,
weren, al kwam de minister van financiën met
een splinternieuw bedenksel tot de dekking
der kosten aandragen, dat elir financier in
verrukking bracht."
ii l'
Volgens een aan de N. B. Ct gedane mede-
deeling, zoude een wetsontwerp worden inge
diend, tot strekking hebbende, voor machinis
ten en stuurlieden het bezit van het diploma
wegens met goed gevolg afgelegd staatsexamen
verplichtend te stellen.
Voor de verkiezing van een lid der Tweede
kamer vacature-Land stelde de liberale
kiesvereeniging Burgerplicht te Den Helder
candidaat den heer J. J. Stooker, gepens.
kapitein-luitenant ter zee, voorzitter der com
missie tot het examineeren van machinisten
ter koopvaardg, te Hilversum.
De heer P. C. F. Frowein werd gecandi-
dateerd door de vrgzinnige kiesvereeniging
Vooruitgang.
Beide candidaten zgn voorstanders van zeer
groote uitbreiding van het kiesrecht.
Volgens een particulier telegram uit Batavia
in eenige Hollandsche bladen heeft een uitbar
sting plaats gehad van den vu urspuwenden
berg Galoenggoeng, nabg Garoet, in het oosten
der Preanger-regentschappen. Een dichte asch-
regen viel daarbg, zoodat de lucht werd ver
duisterd. Men zegt, dat eenige dessa's nabg
Singaparna (ten O. van Garoet) verwoest zgn.
De Galoenggoeng, die volgens bovenstaand
telegram thans weder in werking is, is een
vuurspuwende berg in de Preangerregent-
schappen op Java, ten Oosten van Garoet en
ten zuid-oosten van den TelagaBodas gelegen.
Bekend zgn de vreeselgke uitbarstingen op 8
en 12 October 1822, waardoor groote verwoes
tingen werden aangericht. Het aantal der toen
vernielde kampongs werd op 114, dat der om
gekomen menschen op 4011 geschat.
Singaparna is de hoofdplaats van het tot de
residentie Preangerregentschappen behoorende
district Singaparna, en ligt ten zuiden van den
Galoenggoeng.
De Indische mail, Zaterdag hier ontvangen,
bracht weder een massa nieuws uit Lombok,
waarvan echter het meest belangrgke onzen
lezers reeds is 't kort werd medegedeeld.
Wg laten hier echter nog eenige bgzonder-
heden volgen.
Eerstens wat betreft de capitulatie van het
detachement Lindgreen en de ervaringen van
hen die er toe behoorden.
Toen den 6en dag alle hoop op ontzet was
opgegeven en men ellendig zou hebben moeten
verhongeren, capituleerde kapitein Lindgreen
door middel van een Maleisch briefje op de
bekende voorwaarden. Al de manschappen
die aangewend waren om de voorwerpen te
stelen. Ik besloot de voorstelling bg te wo
nen en vond, zooals ik vermoedde, mevrouw
Ellis aan het bureau.
Zg was ten hoogste verbaasd van mij te
zien, dankte mg dat ik gekomen was en gaf
mg een vrgbiljet voor de beste plaats. Ik
trachtte haar mgn komst te verklaren; maar
zg zei dat zg geen tgd had om te praten.
Wilde ik na de voorstelling bg haar komen,
Baenstreet no 4, om haar de kostbaarheden
te geven
Zg verbeeldde zich dus dat ik alleen geko
men was om haar die persoonlgk te overhan
digen. Ik kon haar niet uit den droom
helpen, daar de menschen naar binnen Btroom-
den. Met mgn biljet gewapend ging ik dus
de tent binnen. Tien minuten later kwam
de klerk en nam, toen hg mg herkende, vóór
mg plaats, vlak bg de balustrade.
Hg kwam blgkbaar em Jemima te zien
optreden.
De eerste nommers van het programma
waren eenige gewone toeren, waaraan ik
weinig aandacht schonk. Ik verlangde naar
een onderhoud met den klerk, om hem bang
te maken «n de voorwerpen terug te krggen,
zonder zoo mogelgk den dief te vervolgen,
uit medelgden met den armen clown en zgn
vrouw. Ik vreesde dat juffrouw Jemima moeie-
lgk met zich zou laten onderhandelen.
Ik zat nog niet lang, toen er iemand de
zjj i
avonds nog worden opgenomen;
hebben zich gedurende de opsluiting goed
gedragen behalve een i .iandsch fuselier.
Na de capitulatie" werden de officieren ea
soldaten door tal van voorname Balineezen
weggevoerd. De wapens zgn niet, zooals een
blad dezer dagen meldde, eerst later in de
poeri uitgeleverd, maar moesten terstond wor
den neergelegd en de Balinezen vielen er om
het hardst op aan, zoodat in een oogenblik
alles was weggehaald.
De hooge Balinezen zeiden tot de officieren,
die volgens de voorwaarden terstond naar
Ampanam wilden aftrekken, dat zg even mee
moesten naar den vorst, om een brief van
dezen te halen. Op hun twgfel of de vorst
hen dan wel zou laten gaan, putten zg zich
uit in vriendelgke betuigingen, soengoe mati
toean, boleh pertjaja, kortom echtorang
Bali ada moeka manis, tapi ati boesoek. In
de poeri gebracht, werden zg opgesloten op
een plein, een dag en nacht, zonder eten of
eenige zorg voor de gewonden. Slechts kapt.
Lindgreen en dr Ujlaki verkregen toegang
tot den vorst, en hebben dagelijks met hem
onderhandeld. Dat de oude vorst kindsch
zou zgn, is van het eerste oogenblik niet
anders geweest dan veinzerghg doet en
regelt alles zelf, heeft wel dikwgls hoofdpgn
en laat, vooral als hg niet wil ant
woorden op een vraag, telkens zeggen dat
hg slaapt, maar is om den drommel geen
slaapkop. Als kapitein Lindgreen tot hem werd
toegelaten, zat er een soort barrière van poen-
gawa's vóór hem, die één voor één (nooit de
zelfde twee keer achter elkaar) werden afge
zonden om vragen of antwoorden aan Lind
green over te brengen. Het voortreffelgk ma
leisch, door Lindgreen als inlandsch kind ge
sproken, heeft veel bggedragen tot den goe
den afloop. Hg heeft dien poengawa's zoo pre
cies in die taal' weteti te bedienen, naar hunne
gewoonten te spreken, en dan weer zoo kras
gezegd wat er op zou staan, indien men hem
en de zgnen niet ongedeerd liet vertrekken,
dat hg hen ten slotte aan 't lgntje heeft ge
kregen. Na den eersten nacht op het plein voer
hg hevig uit, wgl zg behandeld werden als
lage Balineezen, terwgl zg gelgk stonden met
poengawa's en daarop is hun een soort buiten-
verblgfje van den radjah gegeven, met een
vgver in 't midden, waar allen voor 't eerst
na vele dagen met wellust baadden. Intusschen
bleef de vorst allerlei uitvluchten maken.
Nu eens wilde hg alleen de officieren, dan
weer alleen de twee jongste officieren, zenden,
maar Lindgreen hield zich aan allen of nie
mand. Zoo hebben zg vgf dagen gezweefd in
onzekerheid, en allen dachten eigenlgk dat
het er op zou uitloopen gezamenlgk te worden
van kant gemaakt. Hoe zulk een toestand de
sterkste gestellen moet hebben aangegrepen,
laat zich gevoelen. Niettemin was kapitein
Lindgroen nog zoo koelbloedig om, toen zg
eens naar Mataram waren gebracht en een
dicht in hun buurt springende granaat der
marine de Baliè'rs gillend deed uiteen stuiven,
kalm te big ven staan, zeggende dat de vrien
den der compenie door hare kogels en grana
ten niet kunnen worden getroffen. Zulk eene
houding en zgne welbespraaktheid maakten
plaats naast mg innam en toen ik opkeek
merkte ik dat het een politieagent in uniform
was. Ik hechtte geen waarde aan dit toeval,
de man was eenvoudig een toeschouwer, maar
de uitslag zgn er tegenwoordigheid bleek nood
lottig te zgn.
Een onverklaarbare ontroering maakte zich
van mg meester, toen de bedienden bezig waren
een gzerdraad door het circus te spanneu.
Over deze brooze brug moest iemand voor-
en achterwaarts loopen en balanceeren in de
hoogte, zonder stok of steun. Er werd een
klein net gespannen, boven de manége, en de
toeschouwers nu vrg talrgk zaten met
gespannen aandacht te kgken.
De zonderlinge ontroering nam toe en ik
zag bepaald op tegen de verschgning van den
kunstenaar, die eensklaps in de arena sprong,
in de gedaante eener slanke, doch sterk ge
spierde jonge dame.
Men had bgna een speld kunnen hooren vallen
toenzg langs het gzerdraad liep, dat in mgne
richting daalde. Vlak vooraan zat de klerk, in
zgne nieuwe kleeren, en moedigde haar blgkbaar
aan. Het gzerdraad was dun, maar het meisje
moedig. Ik durfde te nauwernood adem halen
en zat in stomme verbazing op de koorddanse
res te staren; het was Jemima Ellis Ja, zg
was het dat leed geen twgfelen terwgl
ik haar aanzag, veranderde haar strakke blik
in ontzetting. Zg had mg in het oog gekre
gen en ook den politie-agentvlak achter
indruk. Ten slotte stelde de vorst de voor
waarde, dat Lindgreen generaal Vetter zou
verzekeren dat de sultan een zeer goed mensch
is en slechts de bevolking, buiten zgn weten,
den verraderlgken overval had gepleegd. Dit
was trouwens steeds het hoofdthema der ge
sprekken van den sultan, dat hg van den
overval niets had geweten, zelfs rustig sliep
toen die begon en van de eerste schoten wak
ker schrikte. Lindgreen beloofde die boodschap
over te brengen, doch weigerde haar op schrift
te geven, wat weder vertraging ten gevolge
had. De slotsom was, dat geen letter is op
schrift gegeven. De boodschap zelf zal Lind
green wel hebben overgebracht; maar wat
daarvan te denken kon voor generaal Vette
niet twgfelachtig zgn.
De capitulatie van kapt. Lindgreen is, zooals
wg vroeger melden, door de officieren eervol
verklaard. Omtrent den dood van luit. De Graaff,
die tot den troep van kapitein Lindgreen be
hoorde, wordt het volgende medegedeeld
's Nachts gingen sergeant Sadiman en de
infanterist le kl. Strowikromo op sluippatrouille
uit om een pad te vinden, dat naar buiten in
de sawa voerde, maar dit gelukte niet. Wel
kwam men buiten de ommuurde erven, maar
dan zat men in de kebons's, vol bamboe en
boomen, waar men op geen 10 pas afstands
voor zich uit zien kon.
Ongelukkig werden zg door het geblaf van
een hond verraden en toen keerden ze hals
over kop terug. Nu probeerde Sadiman het
opnieuw, de Eur. sergeant v. Lith zou met
hem meê gaan. Maar ook zg kwamen niet
verder. Daarna omstreeks middernacht probeer
de het de kapitein zelf met Sadiman en van
Lith. Ook zg vonden geen uitweg, maar wel
vonden ze een erf met een goede put. Daar
heen werd in alle stilte het bivak overgebracht..
Sadiman met Djosentone aan. da spits, met nog
enkelen, daarna mannetje voor mannetje de
valieden met de gekwetsten en ten slotte een
achterhoede. Een uur later was alles behouden
in het nieuwe bivouac. Nu hadden ze ten
minste water.
Maar nu moest men weer naar een uitweg
gaan zoeken. Daarop ging nu de arme luite
nant De Graaff met sergeant Sadiman uit. De
sluiptocht kostte hem het leven. Het was
op een kleine 500 m. van het bivouaczg
hadden al lang rond gezworven maar zg kon
den maar niet de sawa te zien krggen. Daar
naderden ze een hellend pad, aan welks einde
ze een paar hutten meenen te zien. Alweer
slaat een hond aan en de luitenant wordt
door een Balinees besprongen, die met zgn
klewang op hem aankomtmet den sabel pa
reert De Graaff dezen en meteen attakeert hg
hem daarmêe.
Ongelukkig durfden ze niet schieten dat
was natuurlgk verboden. Er ontstaat een wor
steling en de Balinees ligt onder, getroffen
door Sadiman 's bajonet. Maar hg schreeuwt
en juist krggt hg van uit De Graaff's revol
ver de afdoende laag, toen vier Balineesche
lansen, ongemerkt ten tooneele verschgnen,
De Graaff levenloos ter aarde doen storten,
eer noch Sadiman zgn geweer van onder het
lichaam des Baliërs terugtrekken kan.
haren minnaar. Zg wankelde. Een kreet ont
snapte aan eenige zenuwachtige dames. Het
meisje schriktebegon te heven, te aarzelen,
kon niet verder en viel met een rauwen gil
op zgde in het kleine net dat terstond
scheurde, zoodat zg neerplofte met een doffen
slag, die alle toeschouwers met ontzetting
vervulde.
De klerk vloog op en sprong in de arena.,
De clown, haar vader, die de verrichtingen
zgner dochter met angst had gadegeslagen
was reeds bg haar. De politie-agent en ver
scheiden andere toeschouwers sprongen over
de balustrade. De vrouwen gilden, enkelen
zielen flauw en in de grootste verwarring liep
het circus leeg. Denkende aan de arme me.
yrouw Ellis, drong ik naar het bureau, terwgl
het gewonde meisje als een levenlooze klomp
achter de schermen werd gedragen. Er waren
nog een paar bloeddroppels op het zaagsel
te zien, maar dat wischte toch terstond alle
sporen van het ongeval uit.
»lk wist het", jammerde mevrouw Ellis.
»Ik wist het. Dus is het gekomen. Ga mee,
juffrouw, gjj kunt misschien van dienst zgn."
Ik volgde de arme moeder naar de koude,
tochtige kleedtent, waar het arme kind in
haar schitterenden kalen opschik was neer
gelegd. Haar gelaat was doodsbleek en met
bloed bedekt. Zg was half bewusteloos en
voelde niet veel van de pgn harer gebroken
ledematen en der yerschillende kneuzingen
Tot overmaat van ramp weigert eerst nog
het geweer. Een tweede patroon, er in ge
bracht, gelukt en jaagt de helden op da
vlucht. Sadiman maakt zich een verschansing
van de twee lgken de arme De Graaf was
morsdood en wacht met den vinger aan
den trekker op hulp uit het bivouac dat de
schoten moet hebben gehoord. Maar er komt
geen hulp opdagen, zoodat Sadiman eindelgk
wel besluiten moet om alléén den gevaarlgken
terugtocht te aanvaarden. Hg komt in het
kamp terug en wil met een man of wat het
lgk van den gesneuvelden luitenant gaan halen.
Maar de kapitein kan de mannen nu zeker
niet missen nu iedere seconde een overval
brengen kan en besluit te wachten tot den
schemer. In den schemer gaat men er op uit
en het lgk van den armen luitenant wordt
binnen gebaald en begraven. Dat van den
Balinees, en ook de revolver en de klewang,
waren al verdwenen.
Uit Boeleleng werd den 15en September
aan de Loc. getelegrafeerd
Gistermorgen begaf de directeur Scherer, die
de troepen naar Pagasangan vergezelde, vóór
den aanval op bedoelde kampong zich met
een geleide van slechts een paar cavaleristen
zuidwaarts, teneinde de Sasaks aan te sporen
oub te steunen. Het moet hem gelukt zgn
drie duizend gewapende Sasaks te verzamelen,
die tegen de Baliers oprukten. Volgens gisteren
te Ampanam door Sasaks aangebrachtb ericht
is Radja Anak K'toet in een kampong ten
Noorden van Mataram met 500 volgelingen
door de Sasaks ingesloten; ze zgn echter niet
sterk genoeg om hem opgesloten te houden
vroegen daarom assistentie van onze
troepen, die echter door eigen actie niet kon
worden verleend.
Bg de overvalling van onze troepen zgn wel
de uitgewerkte kaart van Lombok en de in
strumenten topografischen dienst verloren ge
gaan, maar alle meethoeken op éen na gered,
zoodat de kaart van Lombok geheel opnieuw
uitgewerkt kan worden. De luitenant Van der
Zwaan heeft na de overvalling geheel alleen nog
80 K. M. weg in Oostelgke richting opgenomen.
Het Boer. Hbl. verzekert pertinent dat kapi
tein Christan niet voor een onbehoorlgk ge
zegde tegen den generaal Vetter zal terecht
staan en dat er tusschen die beide mannen
niets heeft plaats gehad, dat hiertoe aanleiding
zou hebben kunnen geven.
En de redacteur van de Loc. weet zeker,
dat de soldaten te Ampanam generaal Vetter
niet hebben nageschreeuwd van naar zgn vriend
Djilantik te gaan.
Wg deelden teekent de Javabode, die
deze berichten het eerst vernam, daarbg aan
alleen meê, wat ons verhaald was en wat
wg in de gegeven omstandigheden meenden
niet te mogen verzwggen.
De Cel. Ct. schrgft uit Macassar, van 10
Sep.Hedenmorgen was reeds vóór 6 uur een
eigenaardige drukte hg het gouvernements
havenhoofd waar te nemen. Een commissie van
vier leden, onder leiding van den ontvanger,
Arm meisje, al hare driestheid was gebroken,
Zg was niets meer dan een zeer alledaagsch
schepseltje, wier uren geteld waren.
«Frank Water mompelde zg, Frank?..."
Maar bg kwam niet. Mgn hart stond stil
»Zou bg baar verlaten hebben
«Hg komtprevelde ik. «Ik zal hem
zoeken. Wees bedaard. De dokter komt
dadelgk."
«Gaat allemaal heen, behalve de vrou
wen", riep d« arme Ellens, wiens beschilderd
gelaat en potsierlgke kleeding hier zoo akelig
afstaken. «Gaat heen Hier is de dokter 1"
«Frank 1" stamelde het meisje. «Beste
Frank, zeg haar dat ik het voor u deed. Ik
zag hem achter u zitten. Loop weg, red u."
Zg stak hare hand uit, die ik vatte. Ach
dat waren die slanke vingers, die hunne af
drukken op de verf achtergelaten hadden.
Deze voetjes met wit satgnen schoentjes hadden
den korten afstand over den zingenden tele
graafdraad afgelegd en met behulp van den
aan haar moeder ontstolen sleutel, had het
meisje de juweelen voor haren laffen minnaar
gestolen.
Ik las deze geheele waarheid in de onsamen
hangende volzinnen, die de stervende uitte.
Eer de dokter kwam ging ik Prank zoeken;
ik zocht hem in het hotel en aan het station,
waar ik hem in een hoek van de wachtkamer
vond. Hg herkende mg terstond.
«Jemima sterft", fluisterde ik «en laat Ji