RECHTSZAKEN De vergadering besloot bjj de regeering aan te dringen geen werklieden aan te nemen, die of hunne echtgenooten in 't bezit eener ver gunning zjjn. Verder besloot men o. a. het hoofdbestuur op te dragen zooveel mogelijk te zorgen voor 1 in sprekers en spreeksters als de afdeelingen die verlangen Onder tal van bljjken van deelneming en van bewjjzen van belangstelling is Woens dag te 's Hage de kapt.-luit.-ter-zee, lid der Tweede kamer, Land begraven. Tegenwoordig in de verschillende wjjken der hoofdstad en n de voorsteden met vlugheid aan het bureau der Association mede te deelen. Toen de heer Woeste zich Woensdag avond naar een kiesvergadering te Ophasselt het Zuiden van Oost-Vlaanderen begaf, is hij door clericale boeren aangevallen. Een troep dorpelingen kwam naar het rjjtuig van den ex-premier af onder het geroep«Leve onze pastoor Üaensen wierpen de ramen van het rjjtuig met steenen in. De heer Woeste zocht een toevlucht in een waren ongeveer vjjftig leden der Tweede kamer, I naburig huis om zich voor klappen te vrjjwaren, voorts velen die den overledene in andere Tot nog toe bestond te Lsipzig voor den verhoudingen op de vloot en in het dageljjksche I gemeenteraad het algemeene geljjke stemrecht leven hadden leeren kennen en waardeeren. I maar sinds de njjvere voorsteden met hunne O. a. werden opgemerkt de ministers van ma-1 talrjjke arbeiders-bevolking met de stad ver- rine, justitie en buitenlandsche zaken, de oud-1 eenigd zjjn, bestaat er kans, dat de meeste ministers Jansen, Van Tienhoven, Tak van zetels in het stedelijk bestuur in handen der sociaal-democraten zullen komen. Teneinde dit te voorkomen, dringt de gemeenteraad aan op wijziging van het kiesstelsel naar Pruisisch model en drie klasBen te vormen, die ieder een derde gedeelte van den ge meenteiaad zullen verkiezen. De verdeeling specteur der infanterie, met zjjn adjudanten, I in klassen zal gegrond zjjn op den aanslag in den luit.-generaal V. d. Schrieck en den schout- J de gemeentelijke directe belastingen. De ver bjj-nacht Guyot. Een deputatie van de kon. I andering heeft alle kans ingevoerd te worden vereeniging Het eereteeken voor belangrijke I Bjj den bouw van een nieuw station te krijgsverrichtingen was aanwezig op het kerk-1 Stuttgart worden eenige kamertjes eenvoudig hof, daar de heer Land eerelid dier corporatie - J Poortvliet, Lely en Seyffardt, de voormalige kamerleden Levy, kolonel Rooseboom en kapt. Van Löben Seis, de gepen sionneerde vice-ad miraal Van Rees, schout-bjj -nacht Van de Velde en kapitein ter zee Snoek. De landmacht was vertegenwoordigd door generaal Hennus, in- was geweest. De kist was overdekt met de prachtigste bloemen en palmen, waarbjj een lauwerkrans, waaraan verbonden was door een lint de Mili taire Willemsorde, daaraan toegevoegd door den nestor der ridders, den heer S. Gerdthagen uit Haarlem Achtereenvolgens werd gesproken door een bestuurslid van de kiesvereeniging Voorwaarts en den voorzitter der kiesvereeniging Burger plicht, beiden te Den Helderdoor een vriend van den heer Land, den kapitein ter zee P. J. Stokhuyzen en den hierbovengenoemden ridder j een Gerdthagen De oudste broeder van den overledene bracht allen dank voor de betoonde deelneming. -• Te Weezp en te Enkhuizen kwam een geval van cholera asiatica voor met gunstig verloop. maar doelmatig ingericht voor machinisten stokers en condue+eurs, die wenschen te slapen na een laBgen rit, voor dat zjj den terugtocht aanvaarden. Voor hen, die niet willen slapen wordt een gezellig lokaal bestemd, waar zjj aangenaam kunnen uitrusten. Eene wasch- en badinrichting is aan die lokaliteit verbon den, zoodat genoemd personeel zich dan ook van stof, enz. kan reinigen. Een verlaten dorp. Eenige dagen ge- leden hebben alle inwoners van het Italiaansche dorp Campignano zich ingescheept naar Bra zilië. De grond van het dorp behoorde aan enkel eigenaar, die door ongelukkige speculaties gedwongen werd er zich van te ontdoen. De inwoners hebben niet eenmaal hun nieuwen landheer afgewacht. Te St. Petersburg is door een hevigen brand de yachtclub geheel vernield. Een der leden, de sportman Aitken, een Engelschman Bjj Duisburg zjjn op een schip, dat uit Njj- I die zich niet meer kon redden, is in de vlam megen kwam, de schipper en de vrouw aan I men omgekomen. De bedienden konden allen cholera overleden. Ook hun dochter en de schippersknecht zjjn aangetast. Te Rukfen is in arrest genomen en zwaar geboeid naar de gevangenis te Breda overge- gebracht zekere J. Simons, een oud bekende van de justitie, die in den laatsten tjjd de omstreken van Roosendaal en Nispen zeer onveilig maakte. Hjj wordt verdacht bjj zes landbouwers in braak en diefstal te hebben gepleegd, waarvan nog het gebouw verlaten, hoewel zjj niet in staat waren nog iets te redden. De bibliotheek en de andere voorwerpen van waarde, welke zich in het gebouw bevonden, werden geheel vernield. Het gebouw was verzekerd bij een Russische maatschappij voor 36.000 en de inventaris voor f 15.000. De geheele schade, door den brand veroorzaakt, wordt geraamd op f 70.000. De yachtclub was gevestigd op het Ores. de bewjjzen in zjjne woning werden gevonden. I towsky-eiland. De oorzaak van den brand is Men gelooft evenwel, dat hjj medeplichtigen I niet bekend. De brandweer was spoedig ter heeft, daar al deze diefstallen niet door éen persoon kunnen bedreven zjjn. De instructie inzake den moord te Schagen is gesloten; het is evenwel nog niet bekend, wan neer de openbare behandeling zal plaats vinden. Het onderzoek werd nogal gerekt door deop-| plaatse, maar kon niet veel doen om den brand te blusschen. Op New-Foundland heeft een hevige storm gewoed. Groote schade is aan de visschers. vloot toegebracht, verscheidene booten werden in splinters geslagen. Tien zeelieden verdrom sporing van de herkomst van een in de woning ken. Men vreest dat zes booten, met 200 man der vermoorden gevonden lamp, die door geen I aan boord, zjjn vergaan. der getuigen als het .eigendom der weduwe I Door het instorten van een huis van herkend werd. Het was echter wel zoo, wantl zeven verdiepingen, gedurende een storm, te nu zjjn in den boedel glazen gevonden, die New-York werden negen personen gedood en alleen op den bjjzonderen brander van de lamp I vjjftien gekwetst, passen. Daar die glazen niet te Schagen te I Twee jonge Engelsche journalisten zjjn krjjgen zjjn, had de weduwe er eenige in I Woensdag uit Londen vertrokken om een reis voorraad. I rond de wereld te maken. De geheele reis Dinsdagmorgen is het monument op het graf der vermoorden geplaatst. Op een hard- steenen voetstuk staat een rechthoekige zuil [zal te voet gedaan worden, behalve waar de (zee hen dwingt over te varen. Zjj nemen geen geld mede, zullen gedurende de vier of van zandsteen, gekroond met het beeld eener vjjf jaren, dat zjj onderweg zjjn, geen journa. treurende vrouw. Twee zwart marmeren platen vermelden de namen der overledenen, terwjjl aan den voet de inscriptie Btaat»De beide vrouwen vielen alB slachtoffers eener misdaad." Binnen het keurige jjzeren hek hangen in jjzeren doozen vjjf kransen. De volgende week worden huis en inboe del publiek verkocht. Zooals men weet, ver valt de geheele nalatenschap aan den Staat. {Opr. Haarl. Crt.) Te Amsterdam, aan de De Ruyterskade, viel Donderdagmiddag de knecht van een tjalkschipper bjj het mastschrobben van zjjn in de lucht zwevende zitplank op het dek. Hjj werd listischen arbeid doen en vertrouwende op hun goed geluk zullen zjj trachten door eerljjk werk, van welken aard ook, hun reiskosten te Ibestrjjden. De eene is 19 jaar oud en heeft nog nooit een voet buiten Engeland gezet, de [andere is 25 jaar en maakte kleine uitstapjes op het vaste land. Arrondissements-recntbanlc te Middelburg. MEI HEEM. Wjj herinneren ons niet dat deze rechtbank voor dood in het ruim gedragen en overleed zooveel vervolgingen wegens meineed te be- eenige oogenblikken later, Te Zalt-Bommel zjjn op den laatsten kermisnacht twee personen uit Tuil op lage gemeene wjjze door eenige personen uit Neerjjnen aangevallen en verschrikkelijk ge wond. Werd den een het aangezicht door een drietal diepe sneden op gruweljjke wjjze gekorven, de ander werd nog erger mishan deld. Een groot scherp mes werd hem in den rug gestoken, waarna de dader dit mes eenige malen in het lichaam ronddraaide. De toestand van dezen gewonde is dan ook hopeloos. De daders zjjn bekend en reeds met de gewonden geconfronteerd. Het huweljjk, tusschen den voormaligen predikant Johan Barger, thans als veroordeeld wegens moord opgesloten in de strafgevan genis te Leeuwarden, en zjjne echtgenoote, is door de Leeuwarder rechtbank ontbonden verklaard, Te half Wilhelmina Antwerpen massa menschen Congo-held met één is Donderdag de Koningin met baron Dhanis aan boord te aangekomen. Een ontzagljjke been, die den Hoera's be waren op de luide Hip's en groetten, terwjjl de muziek de Brabanconne speelde. Onmiddeljjk begaf baron Dhanis zich naar de woning van zjjn zwager, die te Antwerpen als in den laatsten tjjd. 't Is inslag, want weinig straf- en handelen had bjjna schering zittingen gaan voorbjj of er staan voor dat feit personen terecht of wel er wordt uitzicht geopend, dat tegen een of meer getuigen ver- volgingen zullen worden ingesteld. En welke kleinigheden zjjn het meestal die aanleiding geven, dat men zich aan het ge vaar blootstelt van eene veroordeeling tot korter of langer gevangenisstraf! Ook heden had de genoemde rechtbank weder een aanklacht wegens meineed te onderzoeken tegen twee personen uit den gegoeden land bouwersstand in Zuid-Beveland. Op de bank der beklaagden toch namen plaats de 40jarige landbouwer J. E. W., wo nende te Ylake, en zjjn 34jarige vrouw P. L., beiden sedert eenigen tjjd gedetineerd alhier. Hun werd ten laste gelegd dat zjj, ieder voor zich, op 5 Maart 1894 ter openbare te rechtzitting van het kantongerecht te Goes, als getuigen onder eede gehoord in de straf zaak ca. Antoon Quakkelaar, oud 16 jaren, en Gornelis Quakkelaar, oud 14 jaren, beiden arbeiders wonende te Vlake, beklaagd van op 19 Januari 1894 des namiddags 5 uur te zamen en in vereeniging op den openbaren weg te Vlake, baldadig door schreeuwen twee paarden, waarop de zoontjes van J. E. Wabeke waren gezeten, aan het schrikken te hebben gemaakt, door welke handeling gevaar of woont. Onder de benoodigdheden, in België voor i nadeel kon worden teweeg gebrachtalsmede, de verkiezingen op Zondag a. gevraagd, be- vat den eersten beklaagde betreft, dat hjj on- hooren o. a. voor de Association libérale te middeljjk na het bovenbedoelde feit op den Brussel 30 wielrjjders, die dienst moeten doen genoemden weg aan J. E, Wabeke en diens cm d§ berichten over den stand der stemming huisvrouw eenige voor de eerbaarheid aau- stooteljjke woorden heeft toegeroepen opzetteljjk in strjjd met de waarheid eene valsche verklaring onder eede hebben afgelegd ten nadeele dier beklaagden door te verklaren wat den eersten beklaagde betreft, dat bjj gezien heeft hoe C. Quakkelaar de paarden deed schrikken en gehoord heeft dat A. Quak kelaar de woorden heeft gebezigd, zooals hem bjj akte van dagvaarding is ten laste gelegd en wat de vrouw aangaat, dat zjj hetzelfde heeft gezien en gehoord van beide jongens. Beide zaken werden bjj elkaar gevoegd en dus gezamcnljjk behandeld. Vanwege het openbaar ministerie waren lo getuigen gedagvaard, terwjjl van de zjjde der verdediging, die de heer mr. M. Jacq. de Wit- Hamer, advocaat te Middelburg, op zich genot men had, acht getuigen d décharge waren opgeroepen. Nadat lecture was gegeven van de akte van verwjjzing en de ambtenaar van het openbaar ministerie de zaak had voorgedragen, deed de ambtenaar nog mededeeling dat aan den eersten beklaagde nog is ten laste gelegd dat hjj op 11 Mei 1894 bjj den rjjksveldwachter Van Schalk wek te Hansweert aangifte heeft gedaan dat C. Quakkelaar, oud 28 jaar, wonende te Vlake, in den namiddag van 8 Mei tusschen 4 en 5 uren terwjjl zjj zich voor hare woning aan den openbaren weg bevond en hjj, beklaagde, die woning passeerde, tot eenige schoolkinderen heeft geroepen »gooit dierooie man", daarmede hem, beklaagde, bedoelende, »maar dood" enz en zulks, terwjjl hjj wist dat Ch. Quakkelaar die woorden niet had gesproken. Hierna werd voorlezing gedaan van het pro ces-verbaal van het kantongerecht te Goes, wat betreft het verhandelde op de zitting van Maart jl. en van eenige andere op de zaak betrekking hebbende stukken. De eerste beklaagde W. kwam in zoover op zjjne voor het kantongerecht te Goes afgelegde getuigenis terug, dat hjj nu verklaarde dat niet alleen de jongste de paarden deed schrik ken; maar dat, zoover hjj zich herinnerde; beide jongens de paarden verontrust hebben en dat de oudste hem gescholden heeft. Dit geschiedde in de nabjjheid van de woning der Quakkelaars, waar zich verschillende personen bevonden. Beklaagde had van het gebeurde aangifte ge daan aan den rjjksveldwachter Van Schalkwjjk, Aan denzelfden ambtenaar had hjj ook aan gifte gedaan van het schelden van Catharina Quakkelaar, hierboven omschreven. De ambtenaar van het O. M. wees er den bekl. op dat hjj voor den rechter-commissaris had verklaard, dat slechts éen jongen de paarden had doen schrikken, waarop deze ant woordde dat de rechter zoo driftig was dat hjj daardoor in de war was geraakt. Hjj wist niet dat hjj, toen hjj later over de zaak na dacht en begreep dat hjj iets verkeerd had gezegd, den rechter-commissaris had kunnen verzoeken nog eens bjj hem te komen. De tweede beklaagde, vrouw W., kwam ook eenigszins op bare verklaring voor het kanton gerecht to Goes terugzjj verzekerde thans dat de beide jongens de paarden hadden doen schrikken, doch slechts een der Quakkelaars. Antoon, en zekeren M. Polejj de beleedigende woorden hadden gebezigd. Cornelia Quakke- laar had bekl. niet beleedigd. Hierna werd overgegaan tot het hooren der gedagvaarde getuigen. De eerste, mr P. L. van Eeten, griffier bjj het kantongerecht te Goes, deelde mede dat getuige Wabeke herhaaldeljjk processenverbaal deed opmaken van beleedigingen van de zjjde der Quakkelaars. Voor de zitting van het kantongerecht te Goes heeft getuige hem daarop gewezen en hem den raad gegeven daarmede niet te veel voort te gaan, wjjlmen zich zoodoende het leven moeiljjk maakte, Mogeljjk is het dat dit W. eenigszins van streek gemaakt heeft, wat misschien op zjjne verklaring invloed hadhjj sprak toen alleen van den eenen Quakkelaar. De verklaring der vrouw was voor het kantongerecht ook ver ward en opgewonden. Wat in het procesver baal staat is echter de waarheid. Voor zoover getiiige bekend, stonden de Quakkelaars nooit anders voor 't kantongerecht terecht dan in verband met beleedigingen der Wabekes. Op eene vraag van den verdediger gaf de getuige te kennen dat de kantonrechter aan den getuige Van Schalkwjjk had gezegd dat hjj in dergeljjke zaken veel processenverbaal moest opmaken, omdat er een eind moest ko men aan de kwesties tusschen deze personen De tweede getuige, de vroegere dienstbode van de beklaagden, C. Zuidweg, werd gehoord buiten dezer tegenwoordigheid. Zjj, als getuige voor het kantongerecht ge hoord, had daar verklaard dat beide jongens de paarden hadden doen schrikken en W. en diens vrouw beleedigd. Zjj wist dat wel niet goed maar had die verklaring onder eede afgelegd op aansporing van de beide be klaagden. Vrouw W. had haar ook voorgesteld eene klacht in te dienen wegens beleediging door de Quakkelaars; dit heeft getuige gedaan maar de zaak heeft geen voortgang gehad, omdat al spoedig bleek dat het feit niet gebeurd was. Op den bewusten middag dat de jongens de paarden deden schrikken, stond getuige met de vrouw van W. voor de deur. Zjj kon de jongens, die baldadigheid pleegden, niet her kennen, wel heeft zjj hooren schelden en ook de beleedigende woorden vernomen. Zjj wist niet wie die woorden spraken maar heeft getuigd dat het de jongens van Quakkelaar waren, omdat vrouw W, haar gezegd had dat dezen het gedaan hadden en zjj dit dus gerust kon verklaren. Getuige verklaarde verder van het gebeurde Mei, waarover W. een klacht heeft inge- Ui diend, weinig te weten, alleen heeft zjj woor den als de geïncrimineerde hooren uiten. Op een vraag van den ambtenaar van het O. M. deelde getuige nog mede dat zjj op aanhouden van vrouw W. ook eens eene ver klaring had gedaan dat door Quakkelaar droge visch uit de woning van W. was gestolen. Getuige had echter niets daarvan gezien. Hierna werden de beklaagden weder bin nengeleid. Vrouw W. verklaarde dat de getuige on waarheid sprak, waar zij verzekerde dat de vrouw haar had aangespoord om voor het kan tongerecht te Goes iets te verklaren, wat zjj niet wist-. Ook beweerde zjj dat van al het geen getuige Zuidweg mededeelde niets waar was. De derde getuige, de 16-jarige arbeider Antoon Quakkelaar, die, alvorens hjj den eed aflegde, door den voorzitter dringend op het gewicht daarvan werd gewezen, verklaarde op 19 Jan. met eenige andere jongens voor zjjne woning gestaan en gezien te hebben dat de paar den van W. voorbjj kwamen en opgejaagd zjjn. Getuige verklaarde verder dat hjj noch zjjn broeder daaraan medegedaan heeft en ook W. niet heeft uitgescholden. Hjj kon zich ook niet herinneren dit laatste ooit gedaan te hebben. Andere jongens deden de paarden schrikken en scholden W. en vrouw uit. De beklaagden hielden stjjf en sterk vol dat de getuige wel degelijk de paarden deed schrik ken en scheldwoorden uitte. Op eene vraag van den verdediger verklaarde getuige dat een broer van hem tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld is wegens meineed tengevolge van eene verklaring van beide tegenwoordige beklaagden. De volgende getuige, de veertienjarige Cornelis Quakkelaar, die buiten eede gehoord werd, verklaarde ook, evenals zjjn broeder, op den bewusten dag de paarden niet te hebben doen schrikken en ook niet gescholden te hebben Hjj is echter toch veroordeeld en heeft in de gevangenis gezetenhjj heeft wel meer dan een keer of vjjf zes gezeten, steeds op verkla ring van de Wabekes. Nooit heeft hjj echter die straf verdiend. De vorige getuige, nogmaals gehoord, ver klaarde ook reeds meermalen in de gevangenis gezeten te hebben, altjjd niet rechtvaardig, naar bjj beweerde. De schippersknecht H. Kramer, de volgende getuige, verzekerde, na alvorens op het gewicht van den eed te zjjn gewezen, nooit iets met de Wabekes gehad te hebben. W. werd dik- wjjls door andere jongens uitgejouwd getuige was daar echter nooit bjj en weet ook niet waarom dat gebeurde. In den middag van 19 Januari was hjj er bjj dat de paarden van W. voorbjj zjjn woning kwamen, doch hjj heeft niet gezien dat de jongens van Quakkelaar de paarden opjoegen. Wel heeft getuige gezien dat een andere jongen de paarden met slijk wierp. Het was zoo donker dat getuige Wabeke niet kon herkennen deze kan ook niet gezien hebben wie de paarden deed schrikken. Deze getuige verklaarde dat de geïncrimineerde beleedigende woorden niet zjjn geroepen. De tweede getuige, C. Zuidweg, weder ge hoord, verklaarde pertinent dat de woorden geroepen zjjn. Getuige Kramer sprak dit tegenyj stond midden tusschen de jongens en had dus de woorden moeten hooren. Getuige verklaarde nog op eene vraag van den ambtenaar dat A. Quakkelaar gezegd heeft »Ik gooi niet, want ik heb er reeds voor ge zeten". De zesde getuige, de 24-jarige arbeider M. Polejj, die ook het op den 19 Januari gebeurde heeft bjj gewoond, verklaarde dat het dien middag 't was omstreeks 5 uur duister was. De paarden liepen hard en werden ge gooid door zekeren Van GesBel; daardoor zjjn zjj niet opgeschrikt; er is, zoover getuige weet, geen beweging gemaakt om de paarden te doen schrikken. Getuige heeft verder ook niet hooren roepen; hjj had dit zeer waarschjjnljjk moeten hooren, omdat hjj bjj de jongens stond. In elk geval hebben Antoon en Cornelis Quakkelaar niet gescholdenhjj had hen daar ook nog voor gewaarschuwd, wjjl bjj vermoedde, dat, als hjj riep, ze allicht in de gevangenis zouden komen, omdat hjj meer last met de Wabekes gehad heeft. Getuige zelf had wel geroepen en wel omdat W. hem daartoe had uitgelokt. Getuige wist niet de oorzaak van de moei- ljjkheden tusschen de Wabekes en de Ouak- keiaars. De beklaagden hielden hunne verklarin gen vol. Vrouw W. beweerde, dat deze getuige ook vjjandig tegen haar en haar man was gestemd en haar eens gezegd had hen wel te zullen vinden. M. H. Brujjnzeel, 22 jaar oud en boeren knecht, verklaarde op eene vraag des voor zitters, dat hjj niets tegen de beklaagden had en verzekerde ook de waarheid te zullen spreken. In den bewusten middag was hjj bjj de andere jongens, doch hjj heeft niet gezien of gehoord dat de paarden van W. werden opge jaagd. Hjj heeft evenmin gezien of gehoord dat Antoon Quakkelaar iets gedaan of gezegd heeft. Nog minder heeft hjj andere jongens hooren roepen, alleen heeft hjj de woorden wisseling tusschen Kramer, Polejj en Wabeke gehoord. Getuige heeft Polejj Quakkelaar hooren waarschuwen niets uit te halen, omdat hjj anders ervan verzekerd kon wezen »er aan" te zjjn. Op eene vraag van den verdediger of de broeder van getuige niet tot drie jaren ge vangenisstraf is veroordeeld wegens meineed, antwoordde hjj toestemmend. Op eene vraag of hjj eene C. Frederikse kende luidde zjjn antwoord ontkennend. De achtste getuige, de I6jarige L, Saman, heeft een deel der geïncrimineerde woorden hooren uitendit deden echter niet de Quak kelaars. De voorzitter wees er de beklaagden thans op dat reeds door 6 getuigen verklaard is dat de beide Quakkelaars zich niet hebben schuldig gemaakt aan het hun ten laste gelegde, dat het tameljjk duister was, zoodat men niet kon onderscheiden welke jongens iets deden. Beklaagde W. hield vol goed gezien te heb ben wat er gebeurd is, evenzeer zjjne vrouw. De president gaf beklaagden in overweging niet vol te houden als het niet waar is, wat zjj verklaard hebben, en liever te zeggenwjj meenen dat die of die dat gedaan hebben. Dit maakte echter op de beklaagden geener lei indruk. Zjj bleven aan hunne oorspronke- ljjke verklaring vasthouden. De negende getuige M. J. Verhoek, brigade commandant der rjjksveldwacht te Goes, deelde mede dat vroeger de Quakkelaars het den Wabekes voortdurend lastig maakten, doch dat in den lateren tjjd de kwestie juist is om gekeerd en de Wabekes de aanleiding schpnen te zjjn. Dit is veranderd, nadat de rjjksveldwachter Van Schalkwjjk in de buurt is geplaatst; sedert heeft het processen-verbaal geregend waarbjj steeds de Wabekes als klagers optreden. Deze getuige deelde mede dat de Wabekes er prikkelbaar zjjn en zich over elke klei nigheid beklagen en, wat getuige uit persoon- ljjke ervaring weet, tevens het niet ontzien om de grofste leugens te debiteeren. Dien naam hebben zjj in Vlake algemeen. Nog verklaarde getuige dat de Wabekes overigens niet ongunstig bekend staan. Dat is ook het geval met de Quakkelaars. Nadat de Wabekes zjjn gearresteerd is de rust, die vroeger geregeld verstoord werd, ge heel hersteld. Op een vraag van den verdediger of onder de schooljeugd sedert lang niet een zeer onlede]jjk liedje tegen de Wabekes gezongen wordt, antwoordde getuige toestemmend. Hjj wist echter niet te antwoorden op een andere vraag van mr De Witt Hamer of niet sedert de arrestatie van de Wabekes de kolen op hun land met een sjjs zjjn afgesneden. De tiende getuige, de rijksveldwachter W. N. K. van Schalkwjjk, gaf in de eerste plaats inlichting omtrent de aanklacht, op 11 Mei door Wabeke ingediend tegen Catharina Quak kelaar. Hjj deelde mede dat W. bjj hem was gekomen en hem verzocht had van het ge beurde een relaas op te maken. W. huilde toen hjj bjj hem kwam, omdat hjj zooveel last had van de straatjeugd. De oorzaak dat de Wabekes daarvan zoo veel last hadden is dat W., nadat hjj zich te Vlake gevestigd had, weldra kwestie had met de jeugd en plagerijen liet vervolgen, zooals ook het geval was met de drie jongens, die wegens meineed veroordeeld zjjn. Verder is de vrouw van W. zeer driftig van aard en is zjj, wanneer de jongens iets doen wat minder goed is, steeds met verbaal opmaken in de weer. Zekeren avond heeft getuige zich eenmaal verdekt opgesteld en heeft toen persoonljjk de ervaring opgedaan dat de W's veel over last van de jeugd hebben, waarbjj in den regel de Quakkelaars present waren. De eerste beklaagde gaf toe, dat hjj de be wuste aangifte tegen Cath. Quakkelaar bjj den rjjksveldwachter gedaan had. Hierna werd de heer mr Van Eeten nog maals gehoord, die verklaarde dat de aanlei ding tot de standjes tusschen de Wabekes en de Quakkelaars niet dateeren van het geval van meineed maar reeds van vroeger datum waren en hun oorzaak vonden in een minder nette handeling van Wabeke. De elfde getuige Catharina Quakkelaar, 28 jaar, wonende te Schore, werd gehoord over het gebeurde op den 8 Mei. Zjj verklaarde van niets te weten; zjj had dien dag zelfs Wabeke niet gezien en evenmin schoolkinderen. Wabeke hield vol dat zjjn klacht tegen deze getuige op waarheid gegrond was. Getuige bleef bjj hare verklaring. De volgende getuige, C. van der Bliek, huis vrouw van P. Saaman, verklaarde dat de klacht, door Wabeke ingediend tegen Cath. Quakkelaar, waarschjjnljjk ongegrond is. Toen de schooljeugd haar huis passeerde zong die een schimpliedje op Wabeke en diens vrouw; ge tuige ging toen direct naar buiten om te zien of haar klein kind daar niet aan mede deed. Getuige heeft toen Cath. Quakkelaar niet ge zien, wel Wabeke, die door de kinderen ge volgd werd. Zjj heeft Cath. Quakkelaar ook niets hooren zeggen of roepen, evenmin iemand anders. De beklaagde antwoordde op die verklaring dat de getuige gedurende den bewusten tjjd niet te zien was en deed dat op eenjtoon, die den voorzitter aanleiding gaf hem tot de orde te roepen. De laatste getuige a charge P. van der Linde, vrouw van Polejj, heeft in den bewusten mid dag, toen de kinderen uit school kwamen en het bekende liedje zongen, staan praten met Cath. Quakkelaar, die binnenshuis was. Voor zoover zjj kan nagaan is het onmoge lijk dat Cath. buiten kan gekomen zjjn om de woorden, waarover Wabeke klaagde, te zeggen. Deze getuige verklaarde dat de reden tot de plagerjj der schooljeugd Van Wabeke moet gezocht worden in diens lichtgeraaktheid. Hierna werd de zitting gedurende eenigen tjjd geschorst. De terechtzitting heropend zjjnde, werd voortgegaan met het hooren der getuigen, thans die cl décharge. De eerste, de baker M. Schier wed. Verjjzer te Wemeldinge, verklaarde bjj de familie Wabeke als baker in dienst te zjjn geweest zjj was er bjj tegenwoordig toen een kind van Wabeke gedoopt was en, toen W. met zjjn gezin van de kerk huiswaarts reed, Cath. Quakkelaar zich met een vlag op den weg plaatste. Waarom deze dat deed wist zjj niet. Cath. Quakkelaar, hieromtrent gehoord, ver klaarde niet met een vlag maar met een zak doek gezwaaid te hebben, toen W haar woning voorbijreed. Denjtweeden getuige ter ontlasting, den koop man F. Vonk van Hansweert, weid gevraagd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 2