N°. 215
187° Jaargang,
1894
W oensdag
12 September.
FEUILLETON.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.'
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Middelburg 11 September.
Boor storm en sneeuw.
IDDELBtlGn («HUM.
Vkerraometer.
Middelburg 11 Sept. 8 u. vin. 57 gr.
m. 12 u. 62 gr., av. 4 u. 61 gr. F,
Verwacht W. wind.
A dveitentlëa
Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Boluït, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenP. v. d. Peijd, te ZiorikzeeA. C. de Mocxj,
te TholenW. A. van Nieuwenhubzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën moeten des namiddags te ééa nul
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebb. Belinïante, te 's Gravenbage, er A. de La Mae Aan., te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de PubHcité étrangère G. L.Daubï& Cee., John P. Jones, opvolger. i zrj des avonds nog worden opgenomen;
»Met opzicht tot de tp din gen uit Lombok
heerscht," zegt de Haagsche correspondent
der N. Gr. Crt«eenige ontevredenheid, om
dat de officieele berichten zoo scbaarsch, on
beduidend en veelal zooveel later dan die dei-
dagbladen zijn. Nochtans weet ik, dat er
dag aan dag lange depêches uit Indië komen,
waarvan de gebeele inhoud nu wel niet voor
publiciteit vatbaar is, doch waarin altjjd meer
staat, dat de menigte interesseert, dan de
Staatscourant er van vermeldt. Er is voort
durend overleg met Batavia over de middelen
tot versterking van het Indische leger. Van
daar ook de plakkaten voor de werving, met
een gratificatie van f 300 voor 2 jaren dienst
in Indië. De toevloed is vrjj groot; men kan
dageljjks aan de hoofdwacht groepen van
jonge mannen zien, soms 20 tegeljjk, die zich
komen aanmelden. Vandaar dan ook dat van
de vrijwillige aanbiedingen, door studenten en
geheele legerkorpsen hier te lande gedaan,
om uit te rukken, wel geen gebruik zal wor
den gemaakt."
Dit bericht als het ten minste juist is,
want de schrjjver staat bekend als een zeer
pbantaisie-rjjk man bevestigt onze vroegere
opmerking, dat er allicht gewichtige redenen
kunnen zjjn, die de regeering beletten mede-
deelingen te doen, terwjjl een particulier
correspondent van een dagblad aan niets ge
bonden is.
Nog eensin de Tweede of Eerste kamer
zal de minister van koloniën zeker niet aar
zelen rekenschap te geven van zjjne houding
in deze.
In bet N. v. d. D. van Maandag- kwam een
opstel voor van Adelphos over het »0 n t-
groenen," een onderwerp, dat niet voor
het eerst in dat blad aan de orde kwam, maar
dat zooals de schrjjver terecht opmerkte
aan de orde moet «bljjven, totdat het ont
groenen in dien zin is gewjjzigd, dat de ruw
heden en barbaarschheden, nu helaas nog altjjd
in zwang, hebben plaats gemaakt voor be
schaafde manieren van kennismaking van
oudere met jongere studenten.
«Zeker, zjj moeten studenten bljjven, met
al de frissche dwaasheden en dolle vermetel
heden aan dien leeftjjd eigen, maar de wjjze,
waarop vele oudere akademieburgers de novitii
welkom heeten, vind ik noch beschaafd, noch
humaan, noch ridderljjk, niet getuigende van
eerbied voor ontwikkeling, zelfs niet van geest
en vrooljjken humor."
Adelphos heeft geljjk, maar toch, jaren ge
leden wezen wjj reeds meer dan eens op al
die onhebbelijkhedenen wij herinneren ons
nog als de dag van gisteren hoe menigen
aanval wjj daarover te verduren hadden
naast, gelukkig, meerdere bewjjzen van sym
pathie en waardeering die ons weiden ge
schonken. Meer en meer is sinds dien tjjd
op de misbruiken bjj dat ontgroenen gewezen;
en zelfs onder de jongelui zjjn er betere
ideeën op dit punt ontstaan.
Naar het Zweedseh.
VAN
R. HEDENTJERNA.
Toch is in deze nog niet alles zooals het
wezen moet en zjjn kan. Telken jare nog,
zegt Adelphos, herhalen zich in de maanden
September en October aan onze akadernieste-
den tooneelen, die ergernis verwekken bp vele
weidenkenden. En dat is des te minder te
handhaven, als we weten, dat het juist de
minst degelijken zijn, die het meest misbruik
maken van de hun, dan te kwader ure, ver
leende vrjjheid en machtals we weten, dat
het veelil physiek de sterksten en moreel de
zwaksten zjjn, die zich soms en eenmaal
reeds eenmaal te veel beneden-mensche-
ljjk jegens hun commilitones gedragen, met
wie ze zich aan de borst derzelfde Alma
Mater willen voeden.
Moeten dan de betergezinden onder hen,
die toch zeker verreweg de meerderheid vor
men en ook een afkeer van zulke tooneelen
hebben, niet de zege behalen en voorstellen
doen, om de tegenwoordige wjjze van ont
groenen onmogeljjk te maken
De ideale overwegingen van ontbolstering
en karakterkennis zullen, helaas, wel tot de
gunstige uitzonderingen behooren. Bij de
meesten is er een zekere ongemotiveerde
zucht om te heerschen, om hun overmacht
te doen gevoelen; een zucht ook tot plagerjj,
die echter zooals de practijk leert lang
niet altijd onschuldig bljjft en tot misbruik
van macht aanleiding geeft. Voeg daarbjj de
baldadigheid, de vermetelheid, de brooddron
kenheid was het die alleen maar
aan de positie eigen en gjj zijt op weg naar
een juiste verklaring van het verschjjnsel.
De schrjjver wil niet eens spreken van het
leedvermaak er is niet veel plagerjj in de
wereld zonder dat afschuwelijk leedvermaak
van minder edel gestemde jongelieden.
Bjj sommigen is er echter een soort van
vergeldingsleer in het spelzjj hebben het
zelf een jaar geleden zoo kwaad gehad, zjj
hebben het ook erg moeten ontgelden, welnu
zonderlinge en niet zeer humane logica
welnu, zjj zullen nu ook eens terdege van
hun macht gebruik maken, en zoo verlustigen
zij zich, ten koste van ontwikkelde, soms fjjn
beschaafde jonge menschen waaronder er
zjjn, die niet alleen veel knapper, maar ook
veel edeler zjjn dan zij.
En wat is de vrucht van dat alles Men
spreekt van ontbolstering, van verbroedering,
van karakterkennis.
't Komt Adelphos voor, dat voor ontbolste
ring de groentijd veel te kort is, en de tegen
woordige manier van kennismaking en omgang
ganscb en al ongeschikt.
Neen, langs dien weg gaat het groene, het
onbeschaafde, het onhandige, er niet af.
Wat nu de verbroedering aangaat, hij vreest,
dat de dikwjjls onvriendelijke manier van
kennismaken, de vernederende wjjze van om
gaan, de niet zelden zeer onhebbeljjke bejege
ning de harten der jongeren niet zacht en
broederljjk zal stemmen.
Bovendien sluiten de studenten van het eer
ste jaar zich bij elkaar aan, en de ouderen
bekommeren zich in den regel heel weinig om
hun lot en leven.
De zjjljjn met smal spoor was slechts
honderd kilometer langzjj had drie machi
nisten en de zaken der maatschappij op aan-
deelen stonden zeer slecht, zoodat hare be
ambten geen hooge traktementen konden
krjjgen. De stationchef liep zelfs met glim
mende ellebogen aan zjjn uniformjas en zijn
vrouw had een depot van Malmaer hand
schoenen.
Ongeveer halverwege de ljjn lag een klein
stadje, waar bet roodvonk geregeld tweemaal
'sjaars heerschte, waar de nieuwe modes eerst
verschenen een jaar nadat zjj in Stokholm
reeds verouderd waren.
In een afgelegen straat van deze kleine
stad, in een vriendeljjk, geel geschilderd
huisje, dat door zjjne blinkende oogen van
helder glas, met bloeiende geraniums, vrooljjk
de wereld inzag, woonde Lindahl, een van de
drie machinisten, op de smalle zjjljjn. Achter
de geraniums zat het mooie bleeke gezichtje
zjjner vrouw over eindeloos naaiwerk gebogen
en rondom de naaimachine (op afbetaling
gekocht) speelde hare driejarige Gustaaf; en
Ook betwjjfelt de schrjjver of de groentjjd
wel de meest geschikte tijd zou zjjn om elkan
ders karakter naar waarheid te leeren kennen
en eenigszins te doorgronden. De abnormale
gemoedstoestand om niet eens van andere
kunstmatig opgewekte stemmingen te spreken
maakt het zeer moeieljjkvoor de oudeien
om een juisten blik op de novitii te krjjgen.
Van het in vino Veritas mag iets aan zijn,
maar te meenen, dat opgewonden ontgroeners
een juisten blik zouden krjjgen in de karak
ters van beschonken groenen, komt Adelphos
meer dan gewaagd voor.
Ook de gezondheidsleer mag een krachtig
woord mee spreken in deze zaak. De tooneelen
van ruwheid, vernedering en dronkenschap, die
onze academie-steden in den groentjjd ontsie
ren, zijn zeker alles behalve weldadig voor de
sterken, maar voor de zwakkeren die het
natuurlijk onaangenaam vinden dat te erken
nen kan het zeer bedenkeljjk worden.
Voor velen is het een o ndegeljjk, onpoëtisch,
soms immoreel begin van den heerljjken stu-
dententjjd, gewijd aan wetenschap, vriendschap;
vreugde en het scheppen van hooge idealen.
De slotsom van den Bchrjjver is deze «het
ontgroenen behoeft niet te worden afgeschaft,
maar de tegenwoordige wjjze van kennismaking
moet worden gewijzigd, ruwe, onhebbeljjke
tooneelen onmogeljjk gemaakt. De jonge stu
dent bljjve vrjj in het gebruik van spjjs en
drank; bevrijd van elke lichamelijke en zede-
ljjke vernedering; bevrjjd van die barbaarsche
manier van omgang, die beneden de waardig
heid is van een beschaafd student.
In naam der beschaving, der humaniteit,
eener goede gezondheidsleer, vragen wjj van
de edelsten onder de studenten verbetering.
Zjj kunnen, zjj moeten in dezen hun gewaar-
deerden invloed ten goede gebruiken. Zjj zullen
het doen, omdat zjj met ons overtuigd zgn,
dat wjjziging is een eisch van ware beschaving.
Uit de barbaarschheid zjjn wjj voortgekomen.
Onze roeping is ons zooveel mogeljjk aan
haar te ontworstelen. Dat is bovenal de taak
onzer hooggeachte studeerende jongelingschap,
onzer ontwikkelde, hooggestemde akademie
burgers. De wetenschap worde door humani
teit gewijd.
Dan zullen de novitii met een oprecht hart
tot de ouderen kunnen zeggen het was ons
een eer, maar ook inderdaad aangenaam met
u kennis gemaakt te hebben.
In het wapen van het studentenkorps te Gro
ningen is de zinspreuk geschreven Vindicat
atque polit.
Laat "zjj in het vraagstuk der ontgroening
de leuze worden van alle studenten
als mama de machine in gang bracht en begon
te trappen, dan stond Gustaaf stjjf, met de
beentjes wjjd uit elkaar, en bield een rood
vlaggetje in zjjne dikke handjes net als de
stationchef en commandeerde: «Tiein ver
trekken
Het was nu vier jaar geleden, dat vader en
moeder aangehaakt waren en «Trein vertrek
ken" gezegd hadden in het onbekende leven.
Richting en reisroute kon men niet vooruit
bepalen; maar tot nogtoe had het allen schijn
dat zjj zeer weinig vrachtgoederen mee op reis
zouden hebben en met heel lange tussehen-
poozen proviand konden innemen.
Maar »vooruit" ging het toch altjjd,
welgemoed, want de liefde zat op den trein
als stoker en blies het vuur des te vrooljjker
aan, wanneer de levenszorgen de lijn onveilig
dreigden te maken.
De familie beschouwde Lindahl eigenljjk
als «ontspoord" sedert hjj bij die ljjn met
smalspoor was aangesteld. Verbeeld u eens
Hij bad zes klassen der normaalschool afge
loopen en zou zeker na vjjf en twintig jaar
misschien een zeer mooie betrekking ge
kregen hebben, als hjj maar doorgestudeerd
bad. Maar Lindahl had te diep in de
oogen van de mooie Marie Blomwall gekeken
en bleef bjj zijn eigenzinnig besluit, dat bjj
iets hebben moest wat dadeljjk geld gaf, al
was het ook nog zoo weinig. En zoo was het
gekomen, dat zjj met nog een kleine Lindahl
in het vriendelijke gele huisje met de gera-
Bjj kon. besluit
is benoemd tot griffier bjj het kantongerecht
te Purmerend mr L. Boekhoudt, eervol ont
slagen substituut-griffier bjj de arrondissements
rechtbank te Winschoten, wonende te Dieren
is benoemd tot lid van den Raad van state
mr IJ. H. Huber, oud-lid van de Tweede kamer
der Staten-generaal. (Dit bericht is nog in
een groot deel der oplaag van ons vorig
nommer opgenomen);
zijn benoemd bjj het wapen der artillerie
bjj het 2de reg. vest.-art. tot kapitein de
eerste-lui\ G. J. iSlieszen, van' het korps'; bjj
het 3de reg. vest.-art. tot majoor de kapitein
M. J. E. Viruly van Pouderojjen, van het korps
rjjd.-art.; tot eerste-luit. de tweede-luit. J. van
Boven, van het korpsbjj het 4de reg. vest.-
art. tot kapitein de lste-luit.-adjudant W.
Vosmaer, van het 3de reg. veld-art.; bjj het
korps pontonniers tot eerste-luit. de tweede-
luit-. P. van Asselt, van dat korps
is de kapitein P. L. H. Mansvelt, van het
4de reg. inf., op pensioen gesteld en het be
drag van het pensioen bepaald op f 1425 's jaars.
De Stct. bevat een koninkljjk besluit ter
uitvoering van artikel 1 der wet, «houdende
regeling van de bevoegdheid der consulaire
ambtenaven tot het opmaken van burgerljjke
akten, en van de consulaire rechtsmacht."
(Stbl. nos. 138 van 1887 en 204 van 1888.)
Zooals, in 't kort, in het grootste deel der
oplaag van ons vorig nommer werd gemeld,
ontvingen de Hollandsche bladen Maandag
uit Batavia het volgende bericht omtrent de
gebeurtenissen te Lombok.
«Mataram en Tjakranegara zjjn beide door
de batterijen verwoest. De Sassaks van Batoe
Klian streden tegen de Baliërs ten noorden
van Narmada. Eenige duizenden Sassaks be
zetten de landstreek bezuiden Mataram en
Tjakranegara tot aan zee.
Goesti Djilantik ontsnapte naar Karang
Asem".
De N. B. Crt teekende bij dit bericht het
volgende aan
Narmada (Ajermada) ligt aan den 10 M.
breeden weg, die van Tjakranegara naar het
oosten loopt langs de desa's Bertraid en Rem
bang Koening. Narmada is een der verblijf
plaatsen van den enden vorst. Dit lustverbljjf,
waarvan het hoofdgebouw slechts 2 kamers
bevat en niet meer dan een optrekje genoemd
kan worden, ligt aan de zuidzijde van den
weg, heeft een omtrek van 17a paal, is terras
vormig aangelegd en bestaat, behalve het
hoofdgebouw, uit een op 7 terrassen gebouw
den tempel, eenige op verschillende hoogten
gelegen koepeltjes en vischvjj vers. Aan de
oostzjjde stroomt de breede en diepe S. Banjak
of Narmada, die vroeger overbrugd wasde
brug werd gedurende den opstand der Sassaks
afgebroken.
Batoe Klian ligt aan de voortzetting van
den weg van Tjakranegara naar Narmada, dus
oosteljjk van dit laatste de weg wordt van
Narmada af minder breed en loopt over Prin-
gaj-antan (waar de vorst eene kleine woning
beeft, waar hjj verbljjf houdt, als hjj aldaar in
de omstreken gaat jagen) en Salam Soekoer
naar Batoe Klian. Een der voornaamste hoof
den van de Sassaks is Djero Giniawang van
Batoe Klian.
Goesti Djilantik is, geljjk men weet, vorst
van Karang Asem op Bali, die met zjjn hulp
troepen den vorst van Lombok tegen de Sas
saks was komen bjj staan en wiens ontsnappen
naar Karang Asem, volgens een vroeger tele
gram van het N. v. d. D. door de marine niet
zou verhinderd zijn.
niums woonden en leefden. Zeker de ver
dieping was heel laag en de kost zeer schraal
maar als buiten de locomotief de wangen
zwart maakte en de borst boud was van storm
en sneeuw, dan behoefde Lindahl slechts zjjn
gezellig huisje te betreden om te ontdooien
als in de Meizon, in den atmosfeer van warme
liefde tusschen zgn Marie en het blondgelokte
kopje van zgn kleinen Gustaaf, dat zich zoo
teeder tegen zjjn zwarten kiel aandrukte.
Lindahl moest iederen dag den trein tot
naar het Zuideljjke eindstation brengen en
's avonds weer terugdan was hjj tot den
volgenden dag vrjj en vol verlangen naar dat
dageljjksehe thuiskomen, was hjj altjjd opge
wekt en frisoh bjj bet werk en verheugde
zich als een kind over eiken slag van den
zuiger, die hem dichter bjj de zjjnen bracht.
Daarom was de stationschef op zekeren mor
gen zeer verwonderd toen hij den machinist
bleek en somber met dikke randen onder de
oogen naar zjjn locomotief zag wankelen.
«Ia niet alles klaar op de ljjn, Lindahl
«Onze kleine Gustaaf ligt op sterven,
chef."
En de trein vertrok.
Het was een heele week bar winterweer
geweest. Heden was het weer sneeuwjacht
en storm. De trein kwam te laat aan het
eerste station en bjj elke balt werd de vertra
ging grooter. Op de terugreis scheen het zelfs
onzeker of men nog wel thuis zou komen.
Maar het ging nogtwee uur te laat reed de
Van een hoofdofficier van het Indische leger
ontving laatstgenoemd blad de volgende con
jectuur omtrent de verspieiding van de com
pagnieën van het 9e bataljon, dat, waarover
de luit.-kolonel Lawick van Pabst het bevel
voerde.
De overste, die bereden was, zal waarsehjjn-
ljjk alzeer spoedig door de kogels der Bali-
neezen zjjn gevallen. Het komman do ging toen
over op den oudsten kapitein. Toen deze inzagi
dat de troep niet langer kon stand houden,
zal hjj bevel hebben gegeven, dat de vier com
pagnieën elk afzonderlijk zouden trachten zich
er door heen te slaan.
Dezelfde hoofdofficier verklaart het merk
waardige geval, dat kapitein Lindgreen heeft
kunnen capituleeren, iets wat zich waar
schijnlijk nog nooit in Indië heeft voorgedaan
tegenover een inlandschen vjjand uit de
omstandigheden, dat de kapitein gehuwd iB
met de dochter van een vroegeren resident van
Bali en Lombok. De vorst van Mataram heeft
dien resident gekend, misschien kende hg ook
diens dochter, misschien Lindgreen zelf, die
luitenant was toen hjj huwde.
kleine trein het station binnen met dat
aanzien van kinderspeelgoed dat onafscheide
lijk schjjnt te zgn van onze zjjlgnen met
smalspoor en Lindahl snelde met een
«Goddank!" naar huis.
«Mgnheer Lindahl 1"
«Mgnheer de chef
»Wjj zitten drommels in nood! De
middagtrein naar het Noorden moest terug,
wegens een vreeseljjke sneeuwjacht D/s
kilometer van hier 50 man hebben nn de
ljjn in zoover vrjjgemaakt, dat de trein de
sneeuw wellicht forceeren kan. Hjj moest
dus dadeljjk vertrekken, maar Jonsson ligt
ziek met jjlende koortsen de dokter zegt, hjj
heeft bjj dat hondenweer op de locomotief
typhus opgedaanGjj moet dus ook den trein
naar het Noorden rjjden.
«Wat? Nu in den nacht mgn
heer de chef, ik ben verkouden, overspannen,
ik heb ook niet meer krachten dan een ge
woon mensch
«Het is hard, dat weet ik maar in
het dienst-reglement staat niets van, overspan
ning. Zjjt gjj zóo ziek dat de passagiers en
het materieel gevaar loopen, als gjj rjjdt?"
«Dat misschien nietMaar mjjnheer
de chef, mjjn kleine Gustaaf sterft misschien
van nacht indien hij niet reeds
«Het spjjt mij waarljjk, Lindahlmaar
over zieke kinderen staat er zeker niets in het
reglement. Kunt gjj rjjden
«Wanneer moet de trein vertrekken, mjjn-
Een ooggetuige meldt ons dat het vertrek
van Amsterdam, Zaterdag, van de twee hon
derd man der koloniale reserve onder bevel
van kapitein Drijber, waarvan wij in 't kort
melding maakten, een grandioos schouwspel
was. Duizenden menschen waren daarbjj tegen
woordig; op de De Ray terkade was geen plaats
meer te bekomen. In de hydraulische kranen
en de lantaarnpalen en op de daken zaten de
menschen.
Generaal-majoor Eland, kommandant van de
stelling Amsterdam, hoofdofficieren van het
Indische leger, zjj allen waren daar. De schut
terij-muziek was opgesteld in de loods, en
toen de trein ruim 9 uur 's morgens de troe
pen aanbracht, werden ze met een welgemeend
«hoera"! door de duizenden op straat verwel
komd, en door de muziek met het Wien Neer-
landsch bloed.
De officieren wisselden groeten, en de be
pakte en gezakte soldaten trokken zingend de
loods binnen.
Aangezien er in de loods niet veel orde te
brengen was in den chaos, werd besloten aan
boord te gaan en trokken de soldaten over de
brug op het schip, dat tot vertrek gereed lag.
De muziek speelde de vaderlandsche liede
ren en de soldaten zongen mee. Eindeljjk nam
een van de Indische hoofdofficieren het woord
en sprak de soldaten toe. Zjjn toespraak was een
beroep op de plichtsbetrachting van de officie
ren en soldaten en een brengen van dank aan
die groote schare, die bjj het vertrek van deze
mannen een zoo welsprekende hulde bracht
aan het Indische leger.
Met een luid hoera werd deze toespraak
begroet, en door de muziek met het Wilhelmus
beantwoord.
Thans bracht generaal Eland hulde aan het
dappere Indische leger, en wees op de eervolle
taak,die onze troepen ginds hebben te vervullen.
Weer deed de muziek het Wilhelmus, «oude
zetting", hoorenen daarna dankte kapitein
heer de chef
«Zeven uur vjjftien".
«Carlsson, stook! Over tien minuten ben
ik weer hier".
Thuis zag het er treurig uitKlam kleef
den de gouden lokken op het voorhoofd van
den kleine jongen het rochelde in zgn keeltje
en zjjne dikke vuistjes waren krampachtig
gebald. Zjjn borstje bjjgde pjjnljjk en bjj
keek verschrikt als een klein gewond vogeltje.
Moeder had opgehouden met weenen. Bleek
met op elkaar geklemde lippen zat zij bjj zgn
bedje en droogde af en toe zgn gezichtje af
Maar toen vader kwam, barstte de smart op
nieuw losbevend, snikkend viel zjj hem om
den hals en riep: «Hg sterft, hg sterft 1 De
dokter zegt dat er geen hoop meer is Maar hg
mag niet sterven hg kan niet Bterven. God
kan zoo wreed niet zgn Gustaaf, lieveling,
daar is pappy weer en nu big ft hg den heelen
nacht bjj zgn jongen. Gjj herkent pappy toch,
niet waar
Met moeite werden de met bloed beloopeu
oogleden opgelicht, het rochelen hield een
oogenblik op, de schaduw van een glimlach
vloog over het verhitte gezichtje en de dunne
lipjes stamelden
«Pappy moet bjj Gustaafs bedje zitten".
Wederom stond hjj op de dreunende
locomotief en wederom ging het voort, door
storm en sneeuw. Hjj wist niet meer hoe bjj
zich losgerukt had uit de armen van Maria