N°. 215 187° Jaargang, 1894 W oensdag 12 September. FEUILLETON. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.' Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. Middelburg 11 September. Boor storm en sneeuw. IDDELBtlGn («HUM. Vkerraometer. Middelburg 11 Sept. 8 u. vin. 57 gr. m. 12 u. 62 gr., av. 4 u. 61 gr. F, Verwacht W. wind. A dveitentlëa Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Boluït, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenP. v. d. Peijd, te ZiorikzeeA. C. de Mocxj, te TholenW. A. van Nieuwenhubzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën moeten des namiddags te ééa nul aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebb. Belinïante, te 's Gravenbage, er A. de La Mae Aan., te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de PubHcité étrangère G. L.Daubï& Cee., John P. Jones, opvolger. i zrj des avonds nog worden opgenomen; »Met opzicht tot de tp din gen uit Lombok heerscht," zegt de Haagsche correspondent der N. Gr. Crt«eenige ontevredenheid, om dat de officieele berichten zoo scbaarsch, on beduidend en veelal zooveel later dan die dei- dagbladen zijn. Nochtans weet ik, dat er dag aan dag lange depêches uit Indië komen, waarvan de gebeele inhoud nu wel niet voor publiciteit vatbaar is, doch waarin altjjd meer staat, dat de menigte interesseert, dan de Staatscourant er van vermeldt. Er is voort durend overleg met Batavia over de middelen tot versterking van het Indische leger. Van daar ook de plakkaten voor de werving, met een gratificatie van f 300 voor 2 jaren dienst in Indië. De toevloed is vrjj groot; men kan dageljjks aan de hoofdwacht groepen van jonge mannen zien, soms 20 tegeljjk, die zich komen aanmelden. Vandaar dan ook dat van de vrijwillige aanbiedingen, door studenten en geheele legerkorpsen hier te lande gedaan, om uit te rukken, wel geen gebruik zal wor den gemaakt." Dit bericht als het ten minste juist is, want de schrjjver staat bekend als een zeer pbantaisie-rjjk man bevestigt onze vroegere opmerking, dat er allicht gewichtige redenen kunnen zjjn, die de regeering beletten mede- deelingen te doen, terwjjl een particulier correspondent van een dagblad aan niets ge bonden is. Nog eensin de Tweede of Eerste kamer zal de minister van koloniën zeker niet aar zelen rekenschap te geven van zjjne houding in deze. In bet N. v. d. D. van Maandag- kwam een opstel voor van Adelphos over het »0 n t- groenen," een onderwerp, dat niet voor het eerst in dat blad aan de orde kwam, maar dat zooals de schrjjver terecht opmerkte aan de orde moet «bljjven, totdat het ont groenen in dien zin is gewjjzigd, dat de ruw heden en barbaarschheden, nu helaas nog altjjd in zwang, hebben plaats gemaakt voor be schaafde manieren van kennismaking van oudere met jongere studenten. «Zeker, zjj moeten studenten bljjven, met al de frissche dwaasheden en dolle vermetel heden aan dien leeftjjd eigen, maar de wjjze, waarop vele oudere akademieburgers de novitii welkom heeten, vind ik noch beschaafd, noch humaan, noch ridderljjk, niet getuigende van eerbied voor ontwikkeling, zelfs niet van geest en vrooljjken humor." Adelphos heeft geljjk, maar toch, jaren ge leden wezen wjj reeds meer dan eens op al die onhebbelijkhedenen wij herinneren ons nog als de dag van gisteren hoe menigen aanval wjj daarover te verduren hadden naast, gelukkig, meerdere bewjjzen van sym pathie en waardeering die ons weiden ge schonken. Meer en meer is sinds dien tjjd op de misbruiken bjj dat ontgroenen gewezen; en zelfs onder de jongelui zjjn er betere ideeën op dit punt ontstaan. Naar het Zweedseh. VAN R. HEDENTJERNA. Toch is in deze nog niet alles zooals het wezen moet en zjjn kan. Telken jare nog, zegt Adelphos, herhalen zich in de maanden September en October aan onze akadernieste- den tooneelen, die ergernis verwekken bp vele weidenkenden. En dat is des te minder te handhaven, als we weten, dat het juist de minst degelijken zijn, die het meest misbruik maken van de hun, dan te kwader ure, ver leende vrjjheid en machtals we weten, dat het veelil physiek de sterksten en moreel de zwaksten zjjn, die zich soms en eenmaal reeds eenmaal te veel beneden-mensche- ljjk jegens hun commilitones gedragen, met wie ze zich aan de borst derzelfde Alma Mater willen voeden. Moeten dan de betergezinden onder hen, die toch zeker verreweg de meerderheid vor men en ook een afkeer van zulke tooneelen hebben, niet de zege behalen en voorstellen doen, om de tegenwoordige wjjze van ont groenen onmogeljjk te maken De ideale overwegingen van ontbolstering en karakterkennis zullen, helaas, wel tot de gunstige uitzonderingen behooren. Bij de meesten is er een zekere ongemotiveerde zucht om te heerschen, om hun overmacht te doen gevoelen; een zucht ook tot plagerjj, die echter zooals de practijk leert lang niet altijd onschuldig bljjft en tot misbruik van macht aanleiding geeft. Voeg daarbjj de baldadigheid, de vermetelheid, de brooddron kenheid was het die alleen maar aan de positie eigen en gjj zijt op weg naar een juiste verklaring van het verschjjnsel. De schrjjver wil niet eens spreken van het leedvermaak er is niet veel plagerjj in de wereld zonder dat afschuwelijk leedvermaak van minder edel gestemde jongelieden. Bjj sommigen is er echter een soort van vergeldingsleer in het spelzjj hebben het zelf een jaar geleden zoo kwaad gehad, zjj hebben het ook erg moeten ontgelden, welnu zonderlinge en niet zeer humane logica welnu, zjj zullen nu ook eens terdege van hun macht gebruik maken, en zoo verlustigen zij zich, ten koste van ontwikkelde, soms fjjn beschaafde jonge menschen waaronder er zjjn, die niet alleen veel knapper, maar ook veel edeler zjjn dan zij. En wat is de vrucht van dat alles Men spreekt van ontbolstering, van verbroedering, van karakterkennis. 't Komt Adelphos voor, dat voor ontbolste ring de groentijd veel te kort is, en de tegen woordige manier van kennismaking en omgang ganscb en al ongeschikt. Neen, langs dien weg gaat het groene, het onbeschaafde, het onhandige, er niet af. Wat nu de verbroedering aangaat, hij vreest, dat de dikwjjls onvriendelijke manier van kennismaken, de vernederende wjjze van om gaan, de niet zelden zeer onhebbeljjke bejege ning de harten der jongeren niet zacht en broederljjk zal stemmen. Bovendien sluiten de studenten van het eer ste jaar zich bij elkaar aan, en de ouderen bekommeren zich in den regel heel weinig om hun lot en leven. De zjjljjn met smal spoor was slechts honderd kilometer langzjj had drie machi nisten en de zaken der maatschappij op aan- deelen stonden zeer slecht, zoodat hare be ambten geen hooge traktementen konden krjjgen. De stationchef liep zelfs met glim mende ellebogen aan zjjn uniformjas en zijn vrouw had een depot van Malmaer hand schoenen. Ongeveer halverwege de ljjn lag een klein stadje, waar bet roodvonk geregeld tweemaal 'sjaars heerschte, waar de nieuwe modes eerst verschenen een jaar nadat zjj in Stokholm reeds verouderd waren. In een afgelegen straat van deze kleine stad, in een vriendeljjk, geel geschilderd huisje, dat door zjjne blinkende oogen van helder glas, met bloeiende geraniums, vrooljjk de wereld inzag, woonde Lindahl, een van de drie machinisten, op de smalle zjjljjn. Achter de geraniums zat het mooie bleeke gezichtje zjjner vrouw over eindeloos naaiwerk gebogen en rondom de naaimachine (op afbetaling gekocht) speelde hare driejarige Gustaaf; en Ook betwjjfelt de schrjjver of de groentjjd wel de meest geschikte tijd zou zjjn om elkan ders karakter naar waarheid te leeren kennen en eenigszins te doorgronden. De abnormale gemoedstoestand om niet eens van andere kunstmatig opgewekte stemmingen te spreken maakt het zeer moeieljjkvoor de oudeien om een juisten blik op de novitii te krjjgen. Van het in vino Veritas mag iets aan zijn, maar te meenen, dat opgewonden ontgroeners een juisten blik zouden krjjgen in de karak ters van beschonken groenen, komt Adelphos meer dan gewaagd voor. Ook de gezondheidsleer mag een krachtig woord mee spreken in deze zaak. De tooneelen van ruwheid, vernedering en dronkenschap, die onze academie-steden in den groentjjd ontsie ren, zijn zeker alles behalve weldadig voor de sterken, maar voor de zwakkeren die het natuurlijk onaangenaam vinden dat te erken nen kan het zeer bedenkeljjk worden. Voor velen is het een o ndegeljjk, onpoëtisch, soms immoreel begin van den heerljjken stu- dententjjd, gewijd aan wetenschap, vriendschap; vreugde en het scheppen van hooge idealen. De slotsom van den Bchrjjver is deze «het ontgroenen behoeft niet te worden afgeschaft, maar de tegenwoordige wjjze van kennismaking moet worden gewijzigd, ruwe, onhebbeljjke tooneelen onmogeljjk gemaakt. De jonge stu dent bljjve vrjj in het gebruik van spjjs en drank; bevrijd van elke lichamelijke en zede- ljjke vernedering; bevrjjd van die barbaarsche manier van omgang, die beneden de waardig heid is van een beschaafd student. In naam der beschaving, der humaniteit, eener goede gezondheidsleer, vragen wjj van de edelsten onder de studenten verbetering. Zjj kunnen, zjj moeten in dezen hun gewaar- deerden invloed ten goede gebruiken. Zjj zullen het doen, omdat zjj met ons overtuigd zgn, dat wjjziging is een eisch van ware beschaving. Uit de barbaarschheid zjjn wjj voortgekomen. Onze roeping is ons zooveel mogeljjk aan haar te ontworstelen. Dat is bovenal de taak onzer hooggeachte studeerende jongelingschap, onzer ontwikkelde, hooggestemde akademie burgers. De wetenschap worde door humani teit gewijd. Dan zullen de novitii met een oprecht hart tot de ouderen kunnen zeggen het was ons een eer, maar ook inderdaad aangenaam met u kennis gemaakt te hebben. In het wapen van het studentenkorps te Gro ningen is de zinspreuk geschreven Vindicat atque polit. Laat "zjj in het vraagstuk der ontgroening de leuze worden van alle studenten als mama de machine in gang bracht en begon te trappen, dan stond Gustaaf stjjf, met de beentjes wjjd uit elkaar, en bield een rood vlaggetje in zjjne dikke handjes net als de stationchef en commandeerde: «Tiein ver trekken Het was nu vier jaar geleden, dat vader en moeder aangehaakt waren en «Trein vertrek ken" gezegd hadden in het onbekende leven. Richting en reisroute kon men niet vooruit bepalen; maar tot nogtoe had het allen schijn dat zjj zeer weinig vrachtgoederen mee op reis zouden hebben en met heel lange tussehen- poozen proviand konden innemen. Maar »vooruit" ging het toch altjjd, welgemoed, want de liefde zat op den trein als stoker en blies het vuur des te vrooljjker aan, wanneer de levenszorgen de lijn onveilig dreigden te maken. De familie beschouwde Lindahl eigenljjk als «ontspoord" sedert hjj bij die ljjn met smalspoor was aangesteld. Verbeeld u eens Hij bad zes klassen der normaalschool afge loopen en zou zeker na vjjf en twintig jaar misschien een zeer mooie betrekking ge kregen hebben, als hjj maar doorgestudeerd bad. Maar Lindahl had te diep in de oogen van de mooie Marie Blomwall gekeken en bleef bjj zijn eigenzinnig besluit, dat bjj iets hebben moest wat dadeljjk geld gaf, al was het ook nog zoo weinig. En zoo was het gekomen, dat zjj met nog een kleine Lindahl in het vriendelijke gele huisje met de gera- Bjj kon. besluit is benoemd tot griffier bjj het kantongerecht te Purmerend mr L. Boekhoudt, eervol ont slagen substituut-griffier bjj de arrondissements rechtbank te Winschoten, wonende te Dieren is benoemd tot lid van den Raad van state mr IJ. H. Huber, oud-lid van de Tweede kamer der Staten-generaal. (Dit bericht is nog in een groot deel der oplaag van ons vorig nommer opgenomen); zijn benoemd bjj het wapen der artillerie bjj het 2de reg. vest.-art. tot kapitein de eerste-lui\ G. J. iSlieszen, van' het korps'; bjj het 3de reg. vest.-art. tot majoor de kapitein M. J. E. Viruly van Pouderojjen, van het korps rjjd.-art.; tot eerste-luit. de tweede-luit. J. van Boven, van het korpsbjj het 4de reg. vest.- art. tot kapitein de lste-luit.-adjudant W. Vosmaer, van het 3de reg. veld-art.; bjj het korps pontonniers tot eerste-luit. de tweede- luit-. P. van Asselt, van dat korps is de kapitein P. L. H. Mansvelt, van het 4de reg. inf., op pensioen gesteld en het be drag van het pensioen bepaald op f 1425 's jaars. De Stct. bevat een koninkljjk besluit ter uitvoering van artikel 1 der wet, «houdende regeling van de bevoegdheid der consulaire ambtenaven tot het opmaken van burgerljjke akten, en van de consulaire rechtsmacht." (Stbl. nos. 138 van 1887 en 204 van 1888.) Zooals, in 't kort, in het grootste deel der oplaag van ons vorig nommer werd gemeld, ontvingen de Hollandsche bladen Maandag uit Batavia het volgende bericht omtrent de gebeurtenissen te Lombok. «Mataram en Tjakranegara zjjn beide door de batterijen verwoest. De Sassaks van Batoe Klian streden tegen de Baliërs ten noorden van Narmada. Eenige duizenden Sassaks be zetten de landstreek bezuiden Mataram en Tjakranegara tot aan zee. Goesti Djilantik ontsnapte naar Karang Asem". De N. B. Crt teekende bij dit bericht het volgende aan Narmada (Ajermada) ligt aan den 10 M. breeden weg, die van Tjakranegara naar het oosten loopt langs de desa's Bertraid en Rem bang Koening. Narmada is een der verblijf plaatsen van den enden vorst. Dit lustverbljjf, waarvan het hoofdgebouw slechts 2 kamers bevat en niet meer dan een optrekje genoemd kan worden, ligt aan de zuidzijde van den weg, heeft een omtrek van 17a paal, is terras vormig aangelegd en bestaat, behalve het hoofdgebouw, uit een op 7 terrassen gebouw den tempel, eenige op verschillende hoogten gelegen koepeltjes en vischvjj vers. Aan de oostzjjde stroomt de breede en diepe S. Banjak of Narmada, die vroeger overbrugd wasde brug werd gedurende den opstand der Sassaks afgebroken. Batoe Klian ligt aan de voortzetting van den weg van Tjakranegara naar Narmada, dus oosteljjk van dit laatste de weg wordt van Narmada af minder breed en loopt over Prin- gaj-antan (waar de vorst eene kleine woning beeft, waar hjj verbljjf houdt, als hjj aldaar in de omstreken gaat jagen) en Salam Soekoer naar Batoe Klian. Een der voornaamste hoof den van de Sassaks is Djero Giniawang van Batoe Klian. Goesti Djilantik is, geljjk men weet, vorst van Karang Asem op Bali, die met zjjn hulp troepen den vorst van Lombok tegen de Sas saks was komen bjj staan en wiens ontsnappen naar Karang Asem, volgens een vroeger tele gram van het N. v. d. D. door de marine niet zou verhinderd zijn. niums woonden en leefden. Zeker de ver dieping was heel laag en de kost zeer schraal maar als buiten de locomotief de wangen zwart maakte en de borst boud was van storm en sneeuw, dan behoefde Lindahl slechts zjjn gezellig huisje te betreden om te ontdooien als in de Meizon, in den atmosfeer van warme liefde tusschen zgn Marie en het blondgelokte kopje van zgn kleinen Gustaaf, dat zich zoo teeder tegen zjjn zwarten kiel aandrukte. Lindahl moest iederen dag den trein tot naar het Zuideljjke eindstation brengen en 's avonds weer terugdan was hjj tot den volgenden dag vrjj en vol verlangen naar dat dageljjksehe thuiskomen, was hjj altjjd opge wekt en frisoh bjj bet werk en verheugde zich als een kind over eiken slag van den zuiger, die hem dichter bjj de zjjnen bracht. Daarom was de stationschef op zekeren mor gen zeer verwonderd toen hij den machinist bleek en somber met dikke randen onder de oogen naar zjjn locomotief zag wankelen. «Ia niet alles klaar op de ljjn, Lindahl «Onze kleine Gustaaf ligt op sterven, chef." En de trein vertrok. Het was een heele week bar winterweer geweest. Heden was het weer sneeuwjacht en storm. De trein kwam te laat aan het eerste station en bjj elke balt werd de vertra ging grooter. Op de terugreis scheen het zelfs onzeker of men nog wel thuis zou komen. Maar het ging nogtwee uur te laat reed de Van een hoofdofficier van het Indische leger ontving laatstgenoemd blad de volgende con jectuur omtrent de verspieiding van de com pagnieën van het 9e bataljon, dat, waarover de luit.-kolonel Lawick van Pabst het bevel voerde. De overste, die bereden was, zal waarsehjjn- ljjk alzeer spoedig door de kogels der Bali- neezen zjjn gevallen. Het komman do ging toen over op den oudsten kapitein. Toen deze inzagi dat de troep niet langer kon stand houden, zal hjj bevel hebben gegeven, dat de vier com pagnieën elk afzonderlijk zouden trachten zich er door heen te slaan. Dezelfde hoofdofficier verklaart het merk waardige geval, dat kapitein Lindgreen heeft kunnen capituleeren, iets wat zich waar schijnlijk nog nooit in Indië heeft voorgedaan tegenover een inlandschen vjjand uit de omstandigheden, dat de kapitein gehuwd iB met de dochter van een vroegeren resident van Bali en Lombok. De vorst van Mataram heeft dien resident gekend, misschien kende hg ook diens dochter, misschien Lindgreen zelf, die luitenant was toen hjj huwde. kleine trein het station binnen met dat aanzien van kinderspeelgoed dat onafscheide lijk schjjnt te zgn van onze zjjlgnen met smalspoor en Lindahl snelde met een «Goddank!" naar huis. «Mgnheer Lindahl 1" «Mgnheer de chef »Wjj zitten drommels in nood! De middagtrein naar het Noorden moest terug, wegens een vreeseljjke sneeuwjacht D/s kilometer van hier 50 man hebben nn de ljjn in zoover vrjjgemaakt, dat de trein de sneeuw wellicht forceeren kan. Hjj moest dus dadeljjk vertrekken, maar Jonsson ligt ziek met jjlende koortsen de dokter zegt, hjj heeft bjj dat hondenweer op de locomotief typhus opgedaanGjj moet dus ook den trein naar het Noorden rjjden. «Wat? Nu in den nacht mgn heer de chef, ik ben verkouden, overspannen, ik heb ook niet meer krachten dan een ge woon mensch «Het is hard, dat weet ik maar in het dienst-reglement staat niets van, overspan ning. Zjjt gjj zóo ziek dat de passagiers en het materieel gevaar loopen, als gjj rjjdt?" «Dat misschien nietMaar mjjnheer de chef, mjjn kleine Gustaaf sterft misschien van nacht indien hij niet reeds «Het spjjt mij waarljjk, Lindahlmaar over zieke kinderen staat er zeker niets in het reglement. Kunt gjj rjjden «Wanneer moet de trein vertrekken, mjjn- Een ooggetuige meldt ons dat het vertrek van Amsterdam, Zaterdag, van de twee hon derd man der koloniale reserve onder bevel van kapitein Drijber, waarvan wij in 't kort melding maakten, een grandioos schouwspel was. Duizenden menschen waren daarbjj tegen woordig; op de De Ray terkade was geen plaats meer te bekomen. In de hydraulische kranen en de lantaarnpalen en op de daken zaten de menschen. Generaal-majoor Eland, kommandant van de stelling Amsterdam, hoofdofficieren van het Indische leger, zjj allen waren daar. De schut terij-muziek was opgesteld in de loods, en toen de trein ruim 9 uur 's morgens de troe pen aanbracht, werden ze met een welgemeend «hoera"! door de duizenden op straat verwel komd, en door de muziek met het Wien Neer- landsch bloed. De officieren wisselden groeten, en de be pakte en gezakte soldaten trokken zingend de loods binnen. Aangezien er in de loods niet veel orde te brengen was in den chaos, werd besloten aan boord te gaan en trokken de soldaten over de brug op het schip, dat tot vertrek gereed lag. De muziek speelde de vaderlandsche liede ren en de soldaten zongen mee. Eindeljjk nam een van de Indische hoofdofficieren het woord en sprak de soldaten toe. Zjjn toespraak was een beroep op de plichtsbetrachting van de officie ren en soldaten en een brengen van dank aan die groote schare, die bjj het vertrek van deze mannen een zoo welsprekende hulde bracht aan het Indische leger. Met een luid hoera werd deze toespraak begroet, en door de muziek met het Wilhelmus beantwoord. Thans bracht generaal Eland hulde aan het dappere Indische leger, en wees op de eervolle taak,die onze troepen ginds hebben te vervullen. Weer deed de muziek het Wilhelmus, «oude zetting", hoorenen daarna dankte kapitein heer de chef «Zeven uur vjjftien". «Carlsson, stook! Over tien minuten ben ik weer hier". Thuis zag het er treurig uitKlam kleef den de gouden lokken op het voorhoofd van den kleine jongen het rochelde in zgn keeltje en zjjne dikke vuistjes waren krampachtig gebald. Zjjn borstje bjjgde pjjnljjk en bjj keek verschrikt als een klein gewond vogeltje. Moeder had opgehouden met weenen. Bleek met op elkaar geklemde lippen zat zij bjj zgn bedje en droogde af en toe zgn gezichtje af Maar toen vader kwam, barstte de smart op nieuw losbevend, snikkend viel zjj hem om den hals en riep: «Hg sterft, hg sterft 1 De dokter zegt dat er geen hoop meer is Maar hg mag niet sterven hg kan niet Bterven. God kan zoo wreed niet zgn Gustaaf, lieveling, daar is pappy weer en nu big ft hg den heelen nacht bjj zgn jongen. Gjj herkent pappy toch, niet waar Met moeite werden de met bloed beloopeu oogleden opgelicht, het rochelen hield een oogenblik op, de schaduw van een glimlach vloog over het verhitte gezichtje en de dunne lipjes stamelden «Pappy moet bjj Gustaafs bedje zitten". Wederom stond hjj op de dreunende locomotief en wederom ging het voort, door storm en sneeuw. Hjj wist niet meer hoe bjj zich losgerukt had uit de armen van Maria

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1