N°. 209. 137® Jaargang, 1894 Woensdaar 5 September. FEUILLETON. De toman van tante Hilary en oom Hiuins Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. Middelburg 4 September. ONDERWIJS. KERKNIEUWS. UIT STAD EN PROVINCIE. HIDDNIil ISGSdli; COlll NT. Vkermometei. Middelburg 4 Sept. 8 u. vm. 58 gr. ra. 12 u. 60 gr., av. 4 u. 61 gr. F. Verwacht N. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te GoesA. O. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijx, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tholen: W. A. tan Nieu wenhud zen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiSn aaa, evenals de adverteniie-bnreau's van Niigh Van Diimab, te Botterdam, de Gebb. Beiinïante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Pargs en Londen, de Compagnie générale de Pnhlicité étrangère G. L. Daube Cu., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te ééa nul aan het bureau bezorgd zgn, willes zg des avonds nog worden opgenomen, Het jongste nomther van de Gids bevat een opstel van den oud-minister mr N. G. Pierson over Goudschaal-schte. Zooals men weet werd onlangs op een meeting, door de Hollandsche Maatschappij van landbouw belegd ter bespreking van bet munt vraagstuk, door eenigen een pleidooi ge leverd voor het bimetalisme en werd de te genwoordige malaise toegeschreven aan de waardevermindering van bet zilver. De heer Pierson wa3 die meening niet toegedaan en zocht het euvel elders. Zjjn opstel, thans in de Gids voorkomende, is een breedere uiteen zetting van zijn meening, dan op de meeting kon geschieden. De oorzaak van de tegenwoordige malaise wordt door vele mannen van naam en gezag, zoo in als buiten Nederland, toegeschreven aan gebrek aan een voldoende hoeveelheid ruil middelen, veroorzaakt door het uitstooten van het zilver. De koopkracht van het goud is gerezen, de goudprodnetie is onvoldoende ge worden en vandaar de lage prijzen met al de nadeelige gevolgen. Er is hier veel stof voor onderzoeken, geljjk mr. Pierson doet opmerken. Hjj gaat in de eerste plaats de juistheid na der vooropgezette meening, nl. of werkeljjk de koopkracht van het goud is gerezen en zoo ja, sedert wanneer en hoeveel. Daarna valt er te onderzoeken of de oorzaak der rjjzing bjj het goud, bij de goe deren of bjj beide ligt, nl. of het algemeen peil der prjjzen is gedaald omdat het goud schaavscher werd, omdat de goederen overvloe diger werden tegenover de vraag, of wel om dat het een en het ander geschiedde. De eerste vraag of. werkeljjk de koopkracht van het goud is gerezen wordt als volgt be antwoord .Daargelaten de periode van 1871— 75 is de koopkracht van het goud in de jaren 1861 tot 1883 tameljjk standvastig gebleven. Toen volgde een rjjzing, die echter voor 188591 niet hooger kan worden gesteld dan op ongeveer 16 pet. Ter beantwoording van de tweede vraag be spreekt mr Pierson achtereenvolgens de mee ningen, die in deze algemeen worden aangege ven lo. de depressie sedert 1873 is op geen andere wijze te verklaren dan door goud- schaarschte en 2o. aan het goud zjjn in de laatste 20 jaren zóóveel eischen gesteld dat het noodwendig, bjj de afnemende productie, stjjgen moest. Hg geeft op punt 1 een ander antwoord en noemt de voornaamste oorzaken van stoornis in de laatste acht jaar de onver- geefeljjke muntpolitiek in de Vereenigde-Sta- ten en de verdere uitbreiding van het be schermend stelsel, terwjjl hg de opmerking sub 2 niet als juist erkent. De goudproductie is wel is waar tot 1883 verminderd maar later is zg toegenomen en wel in zoodanige mate dat zg nu meer bedraagt dan ooit te voren. En nog altgd is zg klimmende. Dat een en ander met de noodige egfers wordt aangetoond zal men wel willen geloo- ven; wg geven alleen de conclusies. Uit het Engelsch. Van H. S. De vraag: welke is de practische strekking van dit betoog Is bet bestrgding van het bimetalisme beantwoordt de schrgver als volgt: «Dit opstel is niet met een practisch doel jgeschreven. Er hebben veranderingen plaats gebad in den stand der prgzen, sterke goud bewegingen. Nieuwe theorieën werden voor gedragen (of waren het oude in een modern kleed?) tot verklaring of toelichting dezer veranderingen tot aanwgzing harer uitkomsten. Het scheen mg nuttig van dit alles melding te maken en zoo mogelgk tot een zelfstandig oordeel in staat te stellen èn over de feiten èn over de theoriën, die daaraan worden vast geknoopt. In zekeren zin is de schrgver een bimetallist, maar in het vinden van een bruikbaren grond slag ligt de moeilgkheid. Nu het zilver op de helft van zgn vroegeren prgs is gedaald, kon de oude grondslag van 15.5 niet meer dienen, want door een bimetallische-unie- eenheid te sluiten op dien grond zou men een appreciatie van het geld te weeg brengen van ruim 100 percent. De werkelgke verhouding is nu 1 32. Zoo hoog zou men in geen geval behoeven te gaan. Gesteld echter men nam 25, dan zouden alle Staten met zilveren teekenmunt, die een lagere verhouding hebben, öf hun goudgeld moeten verzwakken öf hun zilvergeld verzwaren van 16 tot 25. Dit zou zulke kolossale eischen stellen, dat er niet aan te denken valt. Voor Nederland zou het 52 millioen kosten en voor Frankrgk ongeveer 950 millioen francs. Daar kan dus niets van komen. Is dus een bimetallische unie met vrge aan munting voorshands onmogelgk, een bimetal lische unie zonder vrge aanmunting zou wellicht mogelgk zgn. De heer Pierson doet het vol gende plan aan de hand >Om een vaste waardeverhouding tusschen goud en zilver te verkrggen ware vrge aan munting niet voldoende, zelfs niet de hoofdzaak. Dikwerf is betoogd, dat het daarenboven, ja bovenal noodig zou zgn, aan de centrale banken in Europa (in de Vereenigde Staten aan de Treasury) de verplichting op te leggen tot aan koop tegen vaste prgzen (hooger noch lager) van beide metalen. Slechts hierdoor, meermalen is het aangetoond, zou men gewaarborgd zgn tegen iedere afwgking. Maar als dit de hoofd zaak is, kan men niet daarmede volstaan Men kiest dan de verhouding die men wil 22 bgvoorbeeld, of 25 laat het teekengeld tee- kengeld blgven, bemoeit zich niet met de munt regelen van eenig land, doch verzekert door een maatregel op het gebied van het bankwezen vastheid aan de waardeverhouding tusschen goud en zilver, derhalve ook aan de wisselkoersen tusschen landen van ongelgken standaard. In Frankrgk blgven vgffrankstukken, in Nederland rgksdaalders, in Indië ropgen circuleerenmaar de verschillende landen be talen elkander met baren die, krachtens de bepalingen der overeenkomst, alom in dezelfde vaste verhouding bg de Banken een goed onthaal vinden. Zou een plan in dezen trant niet voor uitwerking vatbaar zgn?" Maar al is mr Pierson van meening, dat dit plan mogelgk zou zgn, hg durft niet hopen I. Nu zag juffrouw Hilary er erg tegen op in het gezin van haar broêr haar intrek te nemen en zg rilde zoowel van de koude als van zenuwach tigheid toen het rgtuig voor de deur van haar broeder stilhield. Het was een gure, regenachtige avond en het huis zag er somber, ongezellig uit. Nergens scheen er een verwelkomend licht dooi de ramen er was geen drukte van begroe ing en ontvangst in de gang, toen eindelgk, na een tweede klop de deur door een onzin- delgke meid-alleen geopend werd. Juffrouw Hilary, die gewoon was geweest het huis van haar vader met groote netheid en zorgvuldig heid te besturen, schrikte een weinig bg het zien van den groven boezelaar en het vuile gelaat van dat meisje, op dit uur van den dag. Met een gevoel van beschroomdheid vroeg zg zacht of juffrouw Winter thuis was. «Ja wel, juffrouw," zei het meisje vrien- delgk en riep toen tot groote ontsteltenis van juffrouw Hilary onder aan de trapJuffrouw Flossy, juffrouw Flossy, daar is iemand voor u.' Flossy's slanke gestalte verscheen boven aan de trap en zg begon langzaam af te dalen. «Hoe vaart gg, tante Hilary zei zg en stak haar wang plichtmatig toe, om gekust te worden. «Is dit uw koffer Suze wgs den man waar hg dien brengen moet. Kom binnen en even zitten eer gg uw goed aflegt. Gg zgt zeker vermoeid van de reis?" «Ja, ik voel mg vermoeid," zei juffrouw Hilary onbewust op klagenden toon en volgde haar nichtje naar een donker, klein salon, waar een vuurtje lag te smeulen. «Ach hemelriep Flossy op gemelgken toon, »zoo is die meid nu altgd. Zg heeft het vuur weer bgna laten uitgaan en niet eens het gas opgestoken." Al pratende streek zg een lucifer af en pookte daarop zoo hard in het vuur, dat het geheel uitging. «Laat maar kind, trek het u niet aan," zei tante Hilary met een zwakke poging om haar nichtje weer in haar humeur te brengen. Zg meende het goedwant zg wist hoe verve lend zg zelf zoo iets zou gevonden hebben. Flossy was onbeleefd stil. Zg verkoos dat gezegde beschermend te vinden en er lag eenige gekrenktheid in haar opgetrokken lip en de uittartende beweging met het hoofd, welke hare tante niet ontging. Zg was moede, koud en neerslachtig, maar zg was nederig verlangend om goede vrienden te worden met het nichtje van wie zg zoo vaak gehoord had, en dus riep zg al haar geestkracht bg elkaar en ging met volhardende belangstelling voort: dat het bgval zal vinden en hg voorziet, dat de tegenwoordige toestan'1 voorloopig gehand haafd zal blgven. Men LeStt, jammer genoeg, in 1881 het juiste oogenblik om te handelen ongebruikt laten voorbggaan. Daaraan is thans echter niets meer te doen en men moet zich vooralsnog in den slechten toestand schikken, een toestand, die echter minder on- dragelgk is dan hg wel eens wordt voorge steld. Ten slotte waarschuwt mr Pierson tegen het toegeven aan de meening, dat Nederland, door in 1875 den gouden standaard te aan vaarden, nadeel zou hebben toegebracht aan velen zgner ingezetenen. Dit zou zeer beden- kelgk zgn. Op 't congres te Antwerpen is in Juli jl. gezegd zoolang men het bimetallisme niet invoert, hebben wg beschermende rech ten noodig. Dit zou men allicht ook in Ne derland gaan zeggen en daartegen luidt het waarschuwend slotwoord. Zwolsche Ct.) Bg kon. besluit is benoemd tot leeraar aan de R. H. Bur gerschool te Groningen O. Postma, te Kornwerd .s benoemd bg den plaatselgken staf, tot tweede-luitenant, plaatselgk-adjudant te Lei den, de sergeant G. W. Mossel van het 8ste regiment infanterie. Onderscheidene officieren van het garnizoen te 'a Hertogenbosch, waarbg ook de in Indië welbekende kapitein Yan Heurn, hebben aan gevraagd aan de expeditie naar Lombok te mogen deelnemen. Ook de kapitein van het korps kon. scherp schutters te Rotterdam, de heer G. Lamers, ridder der Militaire Willemsorde, oud-kapitein van bet N.-I. leger, heeft zich voor den actie ven dienst in Indië ter beschikking van H. M. de Koningin gesteld. De kolonel-kommandant van het 4e regiment vesting-artillerie heeft eene oproeping gedaan aan de officieren, het kader en de vrgwilligeis, om zich met hem ter beschikking te stellen van H. M. de koningin, om de geleden ver liezen in Ned.-Indië te helpen aanvullen. Eenige officieren en een zestigtal onderofficieren, korporaals en soldaten hebben zich reeds opgegeven. Door den heer D. van Muilen, milicien- sergeant van de lichting 1883, worden alle gepasporteerde miliciens opgeroepen om eens gezind hunne vrije diensten zoo spoedig moge» ljjk te kunnen aanbieden aan het hoofd van den Staat. De heer L. den Beer Poortugael, jur. docts. te Leiden, deelt mede, dat hjj, naar aanlei ding van zijne oproeping voor vrijwilligers naar Lombok, van een onzer beroemde man nen een waardeerend schrjjven ontving, waarin o. a. voorkomt »Gjj roept allen te wapen, die willen, maar niet allen, die willen, kunnen in hun uitrus ting uit eigen middelen voorzien. Laat daar voor ons, bejaarden, zorgen. Ik stel al vast ƒ500 voor uw doel beschikbaar." Met het oog op de gebeurtenissen op Lombok is bepaald, dat ingeljjfden bjj de militie te land, die, onder de wapenen zjjnde, tot de geoefenden van hun wapen zjjn overgegaan, of, zich met groot verlof bevindende, bjj hun vertrek met onbepaald verlof gerekend werden tot de geoefenden te behooren, bjj detacheering bjj het leger in Nederlandscb-Indië, op den voet van het bepaalde bij koninklgk besluit van 29 Juli 1873, boven de gewone gratifi catie of premie, aan die detacbeering verbonden, zullen genieten eene gratificatie of premie ad honderd gulden, dus in het geheel driehonderd gulden, mits z g zich in den loop van de ingetreden maand September of in de volgen de maand voor de detacheering hebben aangemeld. Voor iederen milicien, die ter detacheering bjj het leger in Oost-Indië wordt aangebracht, alzoo ook voor den zoodanige, die zich onder de wapenen bevindt, wordt eene aanbreng premie van 10 toegekend. De St. Ct. van heden behelst de namen van de op Lombok gesneuvelde en vermiste Euro- peesche militairen beneden den rang van of ficier. Zij zijn de volgende A. Gesneuveld zijn van het 6e bat. inf. A. van der Aa, adjud.-onderofficierA. B. Sittrop, fourierC. G. Pfander, sergeantF. W. C. Kocb, sergeant, H. W. Biehart, sergeant A. Bevtoen, korporaal; J. Mol, fuselier; J. J. Minses, fuselierO. W. J. Yoss, fuselierJ. Houkema, fuselier van het 7e bat. inf.M. A. Regnier, ser geant P. J. Heinsbroek, sergeantH. van Meurs, sergeantH. de Wilde, korporaal I. A. Eugberts, fuselier C. J. van Spaandonck, fuselierH. Cornet, fuselierW. Brunen, fu selier J. Siccama, fuselierB. Hoïting, fuse lier; I. van Thiel, fuselier; G. Kruidhof, fu selier J. de Vjjlder, fuselierJ. E. C. W. Bruchhaus, fuselier; G. J. Reuter, fuselierH, R. Scherf, fuselier. van het 9de bataljon infanterie A. H. W. Becker, sergeantA. Schar, sergeantP. de Jong, sergeantM. J. van der Kaay, sergeant H. Rotgans, hoornblazer; J. van der Woude, faselierM. Groenendaal, fuselierJ. G. Al- boeck, fuselierL. J. B. Avonds, fuselierWJ ten Klei, fuselierA. den Held, fuselier van de artillerie: J. C. Heyser, Bergeant veld-art.; J. AleveD, kanonnier; W. P. Ane- maet, kanonnier; J. Booy, kanonnier; J. R. Nussen, kanonnier; van de genieG. Ruitenbeek, geniesoldaat. B. Vermist zjjnvan het 7de bat. inf.: W. D. Hoskam, sergeant; van het 9de bat. inf.: J. H. M. van der Wjjst, serg.-maj.; I. I. I. van Lith, Bergeant C. J. Wenzler, sergeant; C. M. W. Sablerolle, fourier C. T. Michels, korporaalG- A. Frent- zel, korporaal; A. van Hoogstraten, fuselier; F. Kroll, fuselier G. v. d. Ham, fuselier. van de artillerie M. H. Salden, kanonnier 1 J. Hettema, sergeant; W. F. Buchten, kanon nier J. v. d. Broek, kanonnier W. Feller, kanonnier van de genie W. F. H. Tinga, sergeant van den geneeskundigen dienst H. H. H. Loontjes, hospitaalbediendeK. Frugte, hos pitaal-bediende H. Loverink, ziekenoppasser van den trein J. Roza, sergeant der artillerie; van het hoofdkwartier A. G. Roso, sergeant- schrjjver, W. W. van Zuilen, cavalerist. Van nog twee gesneuvelden, wier namen niat duideljjk waren overgeseind, is aan de Indische regeering opheldering gevraagd. In tegenspraak met andere berichten meldt de Loc. dat geen enkele maatregel ia genomen om het schrjj ven aan dagbladen te voorkomen en dat de correspondentie geheel vrjj is. En dus zjjt gjj Flossy! Wel, wel, wat zjjt gjj veranderd sedert ik u het laatst ge zien heb. Toen kondt gjj nog nauweljjks loopen en nu zjjt gjj een volwassen jonge dame. Ik dacht niet, dat gjj zoo groot en deftig waartik stelde mjj u nog altjjd voor als een kl.ein meisje. Hoe oud zjjt gjj, kindlief?" «Negentien", antwoordde Flossy koel «en sedert drie jaar doe ik het huishouden voor vader" (»ik wil in dat opzicht geen ver gissing hebben", dacht zjj). «Zoo, waarljjkzei tante verbaasd. «Gjj zjjt nog heel jong voor zooveel verantwoor ding. Ik zou op uw leeftjjd nog veel te oner varen geweest zjjn. Maar tegenwoordig zjjn de meisjes heel wat knapper." Flossy liet zich verder niet over dit onder werp uit. «Wilt gg mee naar boven gaan en uw goed daar af doen?" zei zg, «de thee zal binnen een paar minuten gereed zgn en gg wilt u zeker wel eerst wat opfrisschen." Juffrouw Hilary volgde haar nichtje naar de slaapkamer, die met tegenzin voor haar in orde gebracht was. Hg zag er kaal en onge zellig genoeg uit. Een lomp zwart gzeren ledikant stond in al zgn leelgkheid en ruw heid voor haar zonder iets van die witte, gedrapeerde gordgnen, waar zg zooveel van hield, een paar smalle karpetjes, spaarzaam over den vloer gespreid, verhoogden het onbe- hagelgke aanzien van het vertrekmaar toch scheen het de vreemdelinge een veilige havtn toe, waarheen zg met een zucht van verlich ting gevlucht was. Zg wist, niet dat zg een indringster waszg kon het spgtige verzet in Flossy's hart bg het afstaan van haar kamer aan de logeergast niet peilen. Toen tante Hilary weer beneden kwam en volgens aanwgzing der onooglgke dienstbode den weg vond naar het onderhuis, werd zg door hare andere nichten en neven begroet, die haar ieder een hand toestaken en zich met linksche onderwerping lieten kusseD, of op het hoofd tikken. Het was misschien een even groote beproeving voor haar als voor hen. Zg was van nature bedeesd en had geen vertrouwen in hare persoonlgke aantrekkelgkheden. Haar leven lang was zg afgesnauwd en op zgde gezet, door de weinige menschen met wie zg verkeerde. Haar trot- sche, heerschzuchtige vader haar prikkelbare overweldigende broeder hoe verschillend ook op andere punten, waren het in hun be jegening van zuster Hilary steeds eens geweest. Zg had er zich gedwee aan onderworpen, zg dacht heel nederig over hare aanspraken op hun goedheid. Het kwam haar zeer na- tuurlgk voor dat zg, die noch bekoorlgk, noch knap, noch in eenig opzicht belangwekkend was, zich moest vergenoegen met een onder geschikte plaats in de wereld. Haar levens taak was om de gewillige slavin te zgn van een ondankbaren ouden man en zg nam die Maandag werden na gehouden examen tot de zesde klasse van het gymnasium alhier toegelaten W. M. de Marees van Swinderen, tot de vgfde A. Ch. van Trigt en tot de eerste A. F. J. Teeling. De cutsus begint met 64 leerlingen. Na gehouden her-examen zgn tot de hoogere burgerschool te G o e s toegelaten tot de voorb. kl. C. A. v. Opdorp, P. J. van Dam de le kl. J. J. v. d. Berge, L. A. Haringman, D. Stigter; de 2e kl. L. F. G. Kakebeeke, A. Hegmering, A. Willemse, P. C. v. Krieken de 3e kl. J. Ochtman de 4e kl. J. Massee, C. Kloosterman, G. R. Fopmaen na afgelegd examen toegelaten totde voorb. kl. A. Lutegn de le kl. M. V. d. Swaluw; voor enkele vak ken, tot de 2e en 3e kl. A. Dresselhugs. GCrt.) Te Serooskerke (W.) is Zondag bg de doleerende gemeente de heer A. L. Ruys van Fgnaart bevestigd door den heer J. Hulsebos van Vlissingen die preekte over 2 Tim. 2 vers 15 terwgl des middags de heer Ruys tot tekst gekozen had Colln. 4 vers 3a. Denzelfden dag is bg herv. gem. te Kerk- werve de heer H. J. Couvée bevestigd door den heer Van 't Hooft, pred. te Nootdorp, met eene rede naar aanleiding van Hand. 16. Des namiddags preekte de heer Couvée over Hand. 10: 36. Door den heer dr J. J. Couvée alhier is, op uitnoodiging van burg. en weth. van Middelburg, een onderzoek ingesteld naar het water aan de Oranje Zon, teneinde na te gaan in hoever de coakstoren aan de verwachting beantwoordt en aan de gestelde eischen vol doet. Uit het rapport van dr Couvée blgktdathet water, nadat het door den coakstoren geleid is, volkomen reukloos is, zoodat de coakstoren volkomen voldoet aan den vooropgestelden eisch van het water reukloos te zullen maken. De toren voldoet ook aan den tweeden eiBch, nl. het water volkomen van gzerverbindingen te bevrgden. Wat de coakstoren echter niet doet is dit, dat hg het water geheel kleurloos maakt; daarom geeft dr Couvée in overweging een laag beenderkool ter dikte van 1 d.m., onder het opperzand der filters te brengen in alle nederigheid aan. Zg was veel te een voudig om over deze omstandigheden na te denken en te vragen waarom haar lot zoo was en niet anders. Indien iemand haar beklaagd had om haar eentoonig leven, of geprezen om haar toewgding aan den ouden dwingeland, die dit als een recht eischte, zou zg zeer verbaasd en onthutst geweest zgn. Maar er waren geen toeschouwers geweest bg het eenvoudige, prozaïsche van het levens drama van juffrouw Hilaryhet werd tot het einde toe afgespeeld zonder de aandacht te trekken of toegejuicht te worden, Zg had geen vrienden en zeer weinig kennissen. Haar schuchterheid maakte haar verlegen in het bgzgn van vreemden; haar wantrouwen zou haar niet hebben doen gelooven in een vrien din, indien zg er eene gevonden had, en deze terughoudendheid had een zekere fiere onaf- hankelgkheid bg haar gekweekt, die zonder ling afstak bg de hoedanigheden, waaruit zg eigenlgk voortsproot. Zg was een geheel alleenstaande vrouw. Met een hart vol vrien- delgkheid en liefde voor hare bloedverwanten, was zg door haar gemis aan zelfvertrouwen geheel van hen vervreemd. Zg had dien toe stand reeds lang aanvaard, met die zonder linge aandoenlgke mengeling van nederigheid en trots, aan een schuchter en fijngevoelig karakter eigen, wanneer het bg zgne eerste 1 toenadering afgestooten wordt. Het was een zware beproeving voor juffrouw

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1