N°. 209.
137® Jaargang,
1894
Woensdaar
5 September.
FEUILLETON.
De toman van tante Hilary en oom Hiuins
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nummers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Middelburg 4 September.
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
HIDDNIil ISGSdli; COlll NT.
Vkermometei.
Middelburg 4 Sept. 8 u. vm. 58 gr.
ra. 12 u. 60 gr., av. 4 u. 61 gr. F.
Verwacht N. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te GoesA. O. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijx, te ZierikzeeA. C. de Mooij,
te Tholen: W. A. tan Nieu wenhud zen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiSn
aaa, evenals de adverteniie-bnreau's van Niigh Van Diimab, te Botterdam, de Gebb. Beiinïante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Pargs en Londen, de Compagnie générale de Pnhlicité étrangère G. L. Daube Cu., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te ééa nul
aan het bureau bezorgd zgn, willes
zg des avonds nog worden opgenomen,
Het jongste nomther van de Gids bevat een
opstel van den oud-minister mr N. G. Pierson
over Goudschaal-schte.
Zooals men weet werd onlangs op een
meeting, door de Hollandsche Maatschappij
van landbouw belegd ter bespreking van bet
munt vraagstuk, door eenigen een pleidooi ge
leverd voor het bimetalisme en werd de te
genwoordige malaise toegeschreven aan de
waardevermindering van bet zilver. De heer
Pierson wa3 die meening niet toegedaan en
zocht het euvel elders. Zjjn opstel, thans in
de Gids voorkomende, is een breedere uiteen
zetting van zijn meening, dan op de meeting
kon geschieden.
De oorzaak van de tegenwoordige malaise
wordt door vele mannen van naam en gezag,
zoo in als buiten Nederland, toegeschreven aan
gebrek aan een voldoende hoeveelheid ruil
middelen, veroorzaakt door het uitstooten van
het zilver. De koopkracht van het goud is
gerezen, de goudprodnetie is onvoldoende ge
worden en vandaar de lage prijzen met al
de nadeelige gevolgen.
Er is hier veel stof voor onderzoeken, geljjk
mr. Pierson doet opmerken. Hjj gaat in de
eerste plaats de juistheid na der vooropgezette
meening, nl. of werkeljjk de koopkracht van
het goud is gerezen en zoo ja, sedert wanneer
en hoeveel. Daarna valt er te onderzoeken of
de oorzaak der rjjzing bjj het goud, bij de goe
deren of bjj beide ligt, nl. of het algemeen
peil der prjjzen is gedaald omdat het goud
schaavscher werd, omdat de goederen overvloe
diger werden tegenover de vraag, of wel om
dat het een en het ander geschiedde.
De eerste vraag of. werkeljjk de koopkracht
van het goud is gerezen wordt als volgt be
antwoord .Daargelaten de periode van 1871— 75
is de koopkracht van het goud in de jaren
1861 tot 1883 tameljjk standvastig gebleven.
Toen volgde een rjjzing, die echter voor
188591 niet hooger kan worden gesteld dan
op ongeveer 16 pet.
Ter beantwoording van de tweede vraag be
spreekt mr Pierson achtereenvolgens de mee
ningen, die in deze algemeen worden aangege
ven lo. de depressie sedert 1873 is op geen
andere wijze te verklaren dan door goud-
schaarschte en 2o. aan het goud zjjn in de
laatste 20 jaren zóóveel eischen gesteld dat
het noodwendig, bjj de afnemende productie,
stjjgen moest. Hg geeft op punt 1 een ander
antwoord en noemt de voornaamste oorzaken
van stoornis in de laatste acht jaar de onver-
geefeljjke muntpolitiek in de Vereenigde-Sta-
ten en de verdere uitbreiding van het be
schermend stelsel, terwjjl hg de opmerking sub
2 niet als juist erkent. De goudproductie is
wel is waar tot 1883 verminderd maar later
is zg toegenomen en wel in zoodanige mate
dat zg nu meer bedraagt dan ooit te voren.
En nog altgd is zg klimmende.
Dat een en ander met de noodige egfers
wordt aangetoond zal men wel willen geloo-
ven; wg geven alleen de conclusies.
Uit het Engelsch.
Van H. S.
De vraag: welke is de practische strekking
van dit betoog Is bet bestrgding van het
bimetalisme beantwoordt de schrgver als volgt:
«Dit opstel is niet met een practisch doel
jgeschreven. Er hebben veranderingen plaats
gebad in den stand der prgzen, sterke goud
bewegingen. Nieuwe theorieën werden voor
gedragen (of waren het oude in een modern
kleed?) tot verklaring of toelichting dezer
veranderingen tot aanwgzing harer uitkomsten.
Het scheen mg nuttig van dit alles melding
te maken en zoo mogelgk tot een zelfstandig
oordeel in staat te stellen èn over de feiten
èn over de theoriën, die daaraan worden vast
geknoopt.
In zekeren zin is de schrgver een bimetallist,
maar in het vinden van een bruikbaren grond
slag ligt de moeilgkheid. Nu het zilver op
de helft van zgn vroegeren prgs is gedaald,
kon de oude grondslag van 15.5 niet meer
dienen, want door een bimetallische-unie-
eenheid te sluiten op dien grond zou men een
appreciatie van het geld te weeg brengen van
ruim 100 percent. De werkelgke verhouding
is nu 1 32. Zoo hoog zou men in geen geval
behoeven te gaan. Gesteld echter men nam
25, dan zouden alle Staten met zilveren
teekenmunt, die een lagere verhouding hebben,
öf hun goudgeld moeten verzwakken öf hun
zilvergeld verzwaren van 16 tot 25. Dit zou
zulke kolossale eischen stellen, dat er niet aan
te denken valt. Voor Nederland zou het 52
millioen kosten en voor Frankrgk ongeveer
950 millioen francs. Daar kan dus niets van
komen.
Is dus een bimetallische unie met vrge aan
munting voorshands onmogelgk, een bimetal
lische unie zonder vrge aanmunting zou wellicht
mogelgk zgn. De heer Pierson doet het vol
gende plan aan de hand
>Om een vaste waardeverhouding tusschen
goud en zilver te verkrggen ware vrge aan
munting niet voldoende, zelfs niet de hoofdzaak.
Dikwerf is betoogd, dat het daarenboven, ja
bovenal noodig zou zgn, aan de centrale banken
in Europa (in de Vereenigde Staten aan de
Treasury) de verplichting op te leggen tot aan
koop tegen vaste prgzen (hooger noch lager)
van beide metalen. Slechts hierdoor, meermalen
is het aangetoond, zou men gewaarborgd zgn
tegen iedere afwgking. Maar als dit de hoofd
zaak is, kan men niet daarmede volstaan Men
kiest dan de verhouding die men wil 22
bgvoorbeeld, of 25 laat het teekengeld tee-
kengeld blgven, bemoeit zich niet met de
munt regelen van eenig land, doch verzekert
door een maatregel op het gebied van het
bankwezen vastheid aan de waardeverhouding
tusschen goud en zilver, derhalve ook aan de
wisselkoersen tusschen landen van ongelgken
standaard. In Frankrgk blgven vgffrankstukken,
in Nederland rgksdaalders, in Indië ropgen
circuleerenmaar de verschillende landen be
talen elkander met baren die, krachtens de
bepalingen der overeenkomst, alom in dezelfde
vaste verhouding bg de Banken een goed
onthaal vinden. Zou een plan in dezen trant
niet voor uitwerking vatbaar zgn?"
Maar al is mr Pierson van meening, dat dit
plan mogelgk zou zgn, hg durft niet hopen
I.
Nu zag juffrouw Hilary er erg tegen op in
het gezin van haar broêr haar intrek te nemen
en zg rilde zoowel van de koude als van zenuwach
tigheid toen het rgtuig voor de deur van haar
broeder stilhield. Het was een gure, regenachtige
avond en het huis zag er somber, ongezellig uit.
Nergens scheen er een verwelkomend licht dooi
de ramen er was geen drukte van begroe
ing en ontvangst in de gang, toen eindelgk,
na een tweede klop de deur door een onzin-
delgke meid-alleen geopend werd. Juffrouw
Hilary, die gewoon was geweest het huis van
haar vader met groote netheid en zorgvuldig
heid te besturen, schrikte een weinig bg het
zien van den groven boezelaar en het vuile
gelaat van dat meisje, op dit uur van den dag.
Met een gevoel van beschroomdheid vroeg zg
zacht of juffrouw Winter thuis was.
«Ja wel, juffrouw," zei het meisje vrien-
delgk en riep toen tot groote ontsteltenis van
juffrouw Hilary onder aan de trapJuffrouw
Flossy, juffrouw Flossy, daar is iemand voor u.'
Flossy's slanke gestalte verscheen boven
aan de trap en zg begon langzaam af te dalen.
«Hoe vaart gg, tante Hilary zei zg en
stak haar wang plichtmatig toe, om gekust
te worden. «Is dit uw koffer Suze wgs den man
waar hg dien brengen moet. Kom binnen en
even zitten eer gg uw goed aflegt. Gg
zgt zeker vermoeid van de reis?"
«Ja, ik voel mg vermoeid," zei juffrouw
Hilary onbewust op klagenden toon en volgde
haar nichtje naar een donker, klein salon,
waar een vuurtje lag te smeulen.
«Ach hemelriep Flossy op gemelgken
toon, »zoo is die meid nu altgd. Zg heeft het
vuur weer bgna laten uitgaan en niet eens
het gas opgestoken."
Al pratende streek zg een lucifer af en
pookte daarop zoo hard in het vuur, dat
het geheel uitging.
«Laat maar kind, trek het u niet aan,"
zei tante Hilary met een zwakke poging om
haar nichtje weer in haar humeur te brengen.
Zg meende het goedwant zg wist hoe verve
lend zg zelf zoo iets zou gevonden hebben.
Flossy was onbeleefd stil. Zg verkoos dat
gezegde beschermend te vinden en er lag eenige
gekrenktheid in haar opgetrokken lip en de
uittartende beweging met het hoofd, welke hare
tante niet ontging. Zg was moede, koud en
neerslachtig, maar zg was nederig verlangend
om goede vrienden te worden met het nichtje
van wie zg zoo vaak gehoord had, en dus riep
zg al haar geestkracht bg elkaar en
ging met volhardende belangstelling voort:
dat het bgval zal vinden en hg voorziet, dat
de tegenwoordige toestan'1 voorloopig gehand
haafd zal blgven. Men LeStt, jammer genoeg,
in 1881 het juiste oogenblik om te handelen
ongebruikt laten voorbggaan. Daaraan is
thans echter niets meer te doen en men moet
zich vooralsnog in den slechten toestand
schikken, een toestand, die echter minder on-
dragelgk is dan hg wel eens wordt voorge
steld.
Ten slotte waarschuwt mr Pierson tegen
het toegeven aan de meening, dat Nederland,
door in 1875 den gouden standaard te aan
vaarden, nadeel zou hebben toegebracht aan
velen zgner ingezetenen. Dit zou zeer beden-
kelgk zgn. Op 't congres te Antwerpen is in
Juli jl. gezegd zoolang men het bimetallisme
niet invoert, hebben wg beschermende rech
ten noodig. Dit zou men allicht ook in Ne
derland gaan zeggen en daartegen luidt het
waarschuwend slotwoord. Zwolsche Ct.)
Bg kon. besluit
is benoemd tot leeraar aan de R. H. Bur
gerschool te Groningen O. Postma, te
Kornwerd
.s benoemd bg den plaatselgken staf, tot
tweede-luitenant, plaatselgk-adjudant te Lei
den, de sergeant G. W. Mossel van het 8ste
regiment infanterie.
Onderscheidene officieren van het garnizoen
te 'a Hertogenbosch, waarbg ook de in Indië
welbekende kapitein Yan Heurn, hebben aan
gevraagd aan de expeditie naar Lombok te
mogen deelnemen.
Ook de kapitein van het korps kon. scherp
schutters te Rotterdam, de heer G. Lamers,
ridder der Militaire Willemsorde, oud-kapitein
van bet N.-I. leger, heeft zich voor den actie
ven dienst in Indië ter beschikking van H. M.
de Koningin gesteld.
De kolonel-kommandant van het 4e regiment
vesting-artillerie heeft eene oproeping gedaan
aan de officieren, het kader en de vrgwilligeis,
om zich met hem ter beschikking te stellen
van H. M. de koningin, om de geleden ver
liezen in Ned.-Indië te helpen aanvullen.
Eenige officieren en een zestigtal onderofficieren,
korporaals en soldaten hebben zich reeds
opgegeven.
Door den heer D. van Muilen, milicien-
sergeant van de lichting 1883, worden alle
gepasporteerde miliciens opgeroepen om eens
gezind hunne vrije diensten zoo spoedig moge»
ljjk te kunnen aanbieden aan het hoofd van
den Staat.
De heer L. den Beer Poortugael, jur. docts.
te Leiden, deelt mede, dat hjj, naar aanlei
ding van zijne oproeping voor vrijwilligers
naar Lombok, van een onzer beroemde man
nen een waardeerend schrjjven ontving, waarin
o. a. voorkomt
»Gjj roept allen te wapen, die willen, maar
niet allen, die willen, kunnen in hun uitrus
ting uit eigen middelen voorzien. Laat daar
voor ons, bejaarden, zorgen. Ik stel al vast
ƒ500 voor uw doel beschikbaar."
Met het oog op de gebeurtenissen op Lombok
is bepaald, dat ingeljjfden bjj de militie te
land, die, onder de wapenen zjjnde, tot de
geoefenden van hun wapen zjjn overgegaan,
of, zich met groot verlof bevindende, bjj hun
vertrek met onbepaald verlof gerekend werden
tot de geoefenden te behooren, bjj detacheering
bjj het leger in Nederlandscb-Indië, op den
voet van het bepaalde bij koninklgk besluit
van 29 Juli 1873, boven de gewone gratifi
catie of premie, aan die detacbeering verbonden,
zullen genieten eene gratificatie of premie ad
honderd gulden, dus in het geheel
driehonderd gulden, mits z g zich
in den loop van de ingetreden
maand September of in de volgen
de maand voor de detacheering
hebben aangemeld.
Voor iederen milicien, die ter detacheering
bjj het leger in Oost-Indië wordt aangebracht,
alzoo ook voor den zoodanige, die zich onder
de wapenen bevindt, wordt eene aanbreng
premie van 10 toegekend.
De St. Ct. van heden behelst de namen van
de op Lombok gesneuvelde en vermiste Euro-
peesche militairen beneden den rang van of
ficier.
Zij zijn de volgende
A. Gesneuveld zijn van het 6e bat. inf.
A. van der Aa, adjud.-onderofficierA. B.
Sittrop, fourierC. G. Pfander, sergeantF.
W. C. Kocb, sergeant, H. W. Biehart, sergeant
A. Bevtoen, korporaal; J. Mol, fuselier; J. J.
Minses, fuselierO. W. J. Yoss, fuselierJ.
Houkema, fuselier
van het 7e bat. inf.M. A. Regnier, ser
geant P. J. Heinsbroek, sergeantH. van
Meurs, sergeantH. de Wilde, korporaal I.
A. Eugberts, fuselier C. J. van Spaandonck,
fuselierH. Cornet, fuselierW. Brunen, fu
selier J. Siccama, fuselierB. Hoïting, fuse
lier; I. van Thiel, fuselier; G. Kruidhof, fu
selier J. de Vjjlder, fuselierJ. E. C. W.
Bruchhaus, fuselier; G. J. Reuter, fuselierH,
R. Scherf, fuselier.
van het 9de bataljon infanterie A. H. W.
Becker, sergeantA. Schar, sergeantP. de
Jong, sergeantM. J. van der Kaay, sergeant
H. Rotgans, hoornblazer; J. van der Woude,
faselierM. Groenendaal, fuselierJ. G. Al-
boeck, fuselierL. J. B. Avonds, fuselierWJ
ten Klei, fuselierA. den Held, fuselier
van de artillerie: J. C. Heyser, Bergeant
veld-art.; J. AleveD, kanonnier; W. P. Ane-
maet, kanonnier; J. Booy, kanonnier; J. R.
Nussen, kanonnier;
van de genieG. Ruitenbeek, geniesoldaat.
B. Vermist zjjnvan het 7de bat. inf.: W.
D. Hoskam, sergeant;
van het 9de bat. inf.: J. H. M. van der
Wjjst, serg.-maj.; I. I. I. van Lith, Bergeant
C. J. Wenzler, sergeant; C. M. W. Sablerolle,
fourier C. T. Michels, korporaalG- A. Frent-
zel, korporaal; A. van Hoogstraten, fuselier;
F. Kroll, fuselier G. v. d. Ham, fuselier.
van de artillerie M. H. Salden, kanonnier
1 J. Hettema, sergeant; W. F. Buchten, kanon
nier J. v. d. Broek, kanonnier W. Feller,
kanonnier
van de genie W. F. H. Tinga, sergeant
van den geneeskundigen dienst H. H. H.
Loontjes, hospitaalbediendeK. Frugte, hos
pitaal-bediende H. Loverink, ziekenoppasser
van den trein J. Roza, sergeant der artillerie;
van het hoofdkwartier A. G. Roso, sergeant-
schrjjver, W. W. van Zuilen, cavalerist.
Van nog twee gesneuvelden, wier namen
niat duideljjk waren overgeseind, is aan de
Indische regeering opheldering gevraagd.
In tegenspraak met andere berichten
meldt de Loc. dat geen enkele maatregel ia
genomen om het schrjj ven aan dagbladen te
voorkomen en dat de correspondentie geheel
vrjj is.
En dus zjjt gjj Flossy! Wel, wel, wat
zjjt gjj veranderd sedert ik u het laatst ge
zien heb. Toen kondt gjj nog nauweljjks
loopen en nu zjjt gjj een volwassen jonge
dame. Ik dacht niet, dat gjj zoo groot en
deftig waartik stelde mjj u nog altjjd voor
als een kl.ein meisje. Hoe oud zjjt gjj, kindlief?"
«Negentien", antwoordde Flossy koel
«en sedert drie jaar doe ik het huishouden
voor vader" (»ik wil in dat opzicht geen ver
gissing hebben", dacht zjj).
«Zoo, waarljjkzei tante verbaasd. «Gjj
zjjt nog heel jong voor zooveel verantwoor
ding. Ik zou op uw leeftjjd nog veel te oner
varen geweest zjjn. Maar tegenwoordig zjjn
de meisjes heel wat knapper."
Flossy liet zich verder niet over dit onder
werp uit.
«Wilt gg mee naar boven gaan en uw
goed daar af doen?" zei zg, «de thee zal
binnen een paar minuten gereed zgn en gg
wilt u zeker wel eerst wat opfrisschen."
Juffrouw Hilary volgde haar nichtje naar
de slaapkamer, die met tegenzin voor haar in
orde gebracht was. Hg zag er kaal en onge
zellig genoeg uit. Een lomp zwart gzeren
ledikant stond in al zgn leelgkheid en ruw
heid voor haar zonder iets van die witte,
gedrapeerde gordgnen, waar zg zooveel van
hield, een paar smalle karpetjes, spaarzaam
over den vloer gespreid, verhoogden het onbe-
hagelgke aanzien van het vertrekmaar toch
scheen het de vreemdelinge een veilige havtn
toe, waarheen zg met een zucht van verlich
ting gevlucht was. Zg wist, niet dat zg een
indringster waszg kon het spgtige verzet
in Flossy's hart bg het afstaan van haar
kamer aan de logeergast niet peilen.
Toen tante Hilary weer beneden kwam en
volgens aanwgzing der onooglgke dienstbode
den weg vond naar het onderhuis, werd zg
door hare andere nichten en neven begroet,
die haar ieder een hand toestaken en zich
met linksche onderwerping lieten kusseD,
of op het hoofd tikken. Het was misschien
een even groote beproeving voor haar als
voor hen. Zg was van nature bedeesd en
had geen vertrouwen in hare persoonlgke
aantrekkelgkheden. Haar leven lang was zg
afgesnauwd en op zgde gezet, door de weinige
menschen met wie zg verkeerde. Haar trot-
sche, heerschzuchtige vader haar prikkelbare
overweldigende broeder hoe verschillend
ook op andere punten, waren het in hun be
jegening van zuster Hilary steeds eens geweest.
Zg had er zich gedwee aan onderworpen,
zg dacht heel nederig over hare aanspraken
op hun goedheid. Het kwam haar zeer na-
tuurlgk voor dat zg, die noch bekoorlgk, noch
knap, noch in eenig opzicht belangwekkend
was, zich moest vergenoegen met een onder
geschikte plaats in de wereld. Haar levens
taak was om de gewillige slavin te zgn van
een ondankbaren ouden man en zg nam die
Maandag werden na gehouden examen
tot de zesde klasse van het gymnasium alhier
toegelaten W. M. de Marees van Swinderen,
tot de vgfde A. Ch. van Trigt en tot de eerste
A. F. J. Teeling. De cutsus begint met 64
leerlingen.
Na gehouden her-examen zgn tot de
hoogere burgerschool te G o e s toegelaten tot
de voorb. kl. C. A. v. Opdorp, P. J. van Dam
de le kl. J. J. v. d. Berge, L. A. Haringman,
D. Stigter; de 2e kl. L. F. G. Kakebeeke, A.
Hegmering, A. Willemse, P. C. v. Krieken
de 3e kl. J. Ochtman de 4e kl. J. Massee,
C. Kloosterman, G. R. Fopmaen na afgelegd
examen toegelaten totde voorb. kl. A. Lutegn
de le kl. M. V. d. Swaluw; voor enkele vak
ken, tot de 2e en 3e kl. A. Dresselhugs. GCrt.)
Te Serooskerke (W.) is Zondag bg de
doleerende gemeente de heer A. L. Ruys van
Fgnaart bevestigd door den heer J. Hulsebos
van Vlissingen die preekte over 2 Tim. 2 vers
15 terwgl des middags de heer Ruys tot tekst
gekozen had Colln. 4 vers 3a.
Denzelfden dag is bg herv. gem. te Kerk-
werve de heer H. J. Couvée bevestigd door den
heer Van 't Hooft, pred. te Nootdorp, met eene
rede naar aanleiding van Hand. 16. Des
namiddags preekte de heer Couvée over Hand.
10: 36.
Door den heer dr J. J. Couvée alhier
is, op uitnoodiging van burg. en weth. van
Middelburg, een onderzoek ingesteld naar
het water aan de Oranje Zon, teneinde na te gaan
in hoever de coakstoren aan de verwachting
beantwoordt en aan de gestelde eischen vol
doet.
Uit het rapport van dr Couvée blgktdathet
water, nadat het door den coakstoren geleid is,
volkomen reukloos is, zoodat de coakstoren
volkomen voldoet aan den vooropgestelden eisch
van het water reukloos te zullen maken.
De toren voldoet ook aan den tweeden eiBch,
nl. het water volkomen van gzerverbindingen
te bevrgden.
Wat de coakstoren echter niet doet is
dit, dat hg het water geheel kleurloos maakt;
daarom geeft dr Couvée in overweging
een laag beenderkool ter dikte van 1 d.m.,
onder het opperzand der filters te brengen
in alle nederigheid aan. Zg was veel te een
voudig om over deze omstandigheden na
te denken en te vragen waarom haar lot
zoo was en niet anders. Indien iemand haar
beklaagd had om haar eentoonig leven, of
geprezen om haar toewgding aan den ouden
dwingeland, die dit als een recht eischte, zou
zg zeer verbaasd en onthutst geweest zgn.
Maar er waren geen toeschouwers geweest bg
het eenvoudige, prozaïsche van het levens
drama van juffrouw Hilaryhet werd tot het
einde toe afgespeeld zonder de aandacht te
trekken of toegejuicht te worden, Zg had
geen vrienden en zeer weinig kennissen. Haar
schuchterheid maakte haar verlegen in het
bgzgn van vreemden; haar wantrouwen zou
haar niet hebben doen gelooven in een vrien
din, indien zg er eene gevonden had, en deze
terughoudendheid had een zekere fiere onaf-
hankelgkheid bg haar gekweekt, die zonder
ling afstak bg de hoedanigheden, waaruit zg
eigenlgk voortsproot. Zg was een geheel
alleenstaande vrouw. Met een hart vol vrien-
delgkheid en liefde voor hare bloedverwanten,
was zg door haar gemis aan zelfvertrouwen
geheel van hen vervreemd. Zg had dien toe
stand reeds lang aanvaard, met die zonder
linge aandoenlgke mengeling van nederigheid
en trots, aan een schuchter en fijngevoelig
karakter eigen, wanneer het bg zgne eerste
1 toenadering afgestooten wordt.
Het was een zware beproeving voor juffrouw