N°. 191 137' Jaargang. 1894 Woensdag 15 Augustus. FEUILLETON. Middelburg 14 Augustus. l)m courant rtrschynt d a g 1 fl k a t mat uitzondering van Zon- en Feestdagen, frfls per kwartaal in Middelburg en per post franco f I. Afzonderlijke nommers, met of zonder by voegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën t 20 cent per regelj Bjj abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels f 1.50; iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Reclames 40 cent per regel. Het motet van den abt Labatut. ONDERWIJS. KERKNIEUWS- UIT STAD EN PROVINCIE. HIIHIIIJil KGSCIIE (01 KIM. VkwHoveter. Middelburg 14 Aug. 8 u. vm. 63 j m. 12 u. 66 gr., av. 4 u. 69 gr. Verwaohl Z. W. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh ft Zoon, te GoesA. C. BoiuiT, firma weduwe A. C. de Jonge, te EruiningenF. v. d. Peijd, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieuwbnhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Niigh Van Dithab, te Rotterdam, db Gbsb. Belintantb, te 'b Gravenhage, en A. db La Mab Am., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dattbe ft Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te ééa nul aan het bureau bezorgd zjjn, willen ng des avonds nog worden opgenomen! Omtrent de expeditie naar Lombok iB het volgende ontleend aan de officieele Javasche Courant, met de laatst aangekomen mail, loopende tot 14 Juli, ontvangen. Den lOen Juli werd van de vorsten een brief ontvangen, waarin zjj mededeelden, dat zjj de in het ultimatum vervatte eischen aannamen, doch bezwaar moesten maken tegen de uit levering van Anak Agoeng Madé, aangezien zg dezen met sjjne volgelingen dan ook tegen zich zouden krjjgen. De opperbevelhebber antwoordde hierop dat aan alle eischen moest worden voldaan, dat, als de vorsten bevreesd waren voor Anak Agoeng Madé, zg zich onder bescherming van den opperbevelhebber konden stellen en alsdan met de troepen tegen Madé zou worden opgetreden, dat echter in elk geval den llen Juli naar Mataram en Tjakra-Negara zou worden opgerukt en dat om moeiljjkheden te voorkomen, als die plaatsen verdedigd wer den, vrouwen en kinderen die kampongs moesten verlaten. Den llen Juli werd met het zesde, zevende en negende bataljon infanterie, de cavalerie, twee sectiën veld- en twee sectiën bergartil- lerie, de genietroepen en trein met drie dagen vivres afgemarcheerd van Ampenan, welke plaats door de landingsdivisie der marine werd bezet gehouden. Op het oogenblik van afmarsch ontving de opperbevelhebber een brief van de vorsten, waarin vergiffenis werd gevraagd en voorts medegedeeld dat Anak Agoeng Madé zich zeiven gedood had. Toen de controleur Liefrinck, die daarop met gevolg naar Tjakra-Negara werd gezon den, aldaar aankwam, bleek Madé nog in leven te zjjn. Hjj doodde zich echter toen en zjjn ljjk werd door den controleur met twee volgelingen gezien en herkend. De geheele troepenmacht rukte in kolonne op naar Mataram en naar Tjakra-Negara, en vond overal de bevolking in hare kampongs en rustig. Beide plaatsen werden doorgetrok ken en halt gehouden voor den poeri te Tjakra- Negara. In deze plaats bljjft voorloopig het zesde bataljon infanterie, met de bergaitillerie en een sectie genietroepen, terwjjl het zevende met de veldartillerie te Mataram bljjft en het negende met de cavalerie en een sectie genie troepen terugkeert naar Ampenan om aldaar de landingsdivisie te vervangen. In den namiddag van denzelfden dag zoude te zes uur eene samenkomst van den opper bevelhebber met den ouden vorst plaats hebben. De gezondheidstoestand was gunstig. Het hoofdkwartier is thans gevestigd te Tjakra-Negara bp Goesti G'dé Djilantiek van Karang-Asem. Van den bestuurder van Tabanan werd, in antwoord op den brief van den resident over het optreden van het gouvernement tegenover Lombok, op 10 dezer een schrjjven ontvangen, waarin hp mededeelt dat hp in voortdurende Uit het Fransch. van FERDINAND FABRE. Waarom sloop hp als een kat over den plan ken vloer Waarom sloop hp zoo ter sluiks de trap at? Gingen wjj een schelmstuk uitvoe- ren, mjjn meester en ik? Eenmaal onder de vruchtboomen, die het huis omringden, na men wjj op een bank tegen den muur plaats. GoedDaar valt mjj een glimmende, sappige vpg, bp na in den mond! Ik ontvang haar met een beet, die haar doet bloeden. Ferdinandfluistert de abt met een verwjjtenden blik. »Ik had er niet aan gedacht," zeg ik ootmoedig. »Het is maar een vpg »Het is niet om de vpg, het is voor uw stem, daar die kleine pitjes u licht kunnen kwetsen. Jean Marie gaat zjjn middagdutje doen, daar achter ons, beneden. Het is twee uur. Nog vjjf minuten, dan zal hp snorken als een ophikléide. Ik zal Jeanne gaan zoeken en haar op een afgelegen plekje in de moestuin brengen, waar wp reeds meermalen geoefend hebbes; daar zullen wjj bet Ave verum, zin vriendschap wenscht te leven met het gou vernement en getrouwe nakoming belooft van het bestaande contract. Omtrent den dood van Anak Agoeng Madé werd aan den Java-Bode den 13en uit Boele leng geseind Anak Agoeng Madé is, voordat de onzen Mataram binnenrukten, op last van den radja, doorgekristhet ljjk is naar Ampenan over bracht en in zee geworpenlater is ook het lpk van de eveneens doodgekriste vrouw van Anak Agoeng Madé te Ampenan in zee ge worpen. Het 9de bataljon en de cavalerie keeren naar Ampenan terug; het 7de bataljon bezet Mataram, het 6de Tjakra-Negara. De transportkosten van de Lomboksche ex peditie zullen, wanneer de schepen der Pakket- vaartmaatschappp éene maand, dus tot 20 Juli, in gebruik bljj ven, ongeveer f 600.000 bedragen. Het vermogen van den radja van Lombok wordt op 20 millioen geschat. Aan het verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en onderhoorigheden, loopende van 12 tot en met 23 Juni jl-, is het volgende ontleend G r o o t-A t j e h. Onze post Kroeng-Gloem- pang werd dageljjks en de posten Senelop, Lambarih en Biloel, zoomede de blokhuizen Montassik en Toewi-Selimbing werden nu en dan beschotenden 14en Juni jl. bekwamen wp daardoor een licht gewonde (Inlandsch fuselier). Met het oog op de viering van den Hari Raja Hadji op 14 Juni jl., waren de tusschen Anagaloeng en Kroeng-Gloempang gelegen blokhuizen den llen te voren voor een tiental dagen door de Atjehsche hulptroepen ontruimd en door militairen bezet, welke verwisseling niet ongestoord heeft kunnen plaats hebben vier minderen (een Europeesch en een Am- boineesch sergeant, een Europeesch kanonnier en een Amboineesch marechaussee) werden daarbjj gewond. Den 22sten Juni j.l. hebben de Atjehsche hulptroepen bedoelde blokhuizen weder bezet. Onze transporten tusschen Lambarih, Lam- soet en Anagaloeng ondervonden mede over last van den vjjand, zonder echter letsel te bekomen, evenmin als de aflossingen van de blokhuizen Montassik en Toewi-Selimbing waarop eenige malen geschoten werd. Den 19den werd te Tjot Mahdi, tusschen Tjot Rang en Kroeng-Gloempang, een blokhuis opgericht, hetwelk werd bezet door volk van T. Nja Bantah. Op het eiland Weh was niets meldens waardigs voorgevallen. De civiel en militair gouverneur maakte den 16den Juni j.l. een inspectiereis langs de Noord- en Oostkust van Atjeh en naar Weh en keerde den 22sten d.a.v. te Kota-Uadja terug. In de Onderhoorigheden op de Oost kust bleef de politieke toestand on veranderd. Van Telok-Semawé en de naburige land schappen op de Noordkust vielen geene bijzonderheden mede te deelen. De uitvoer van peper en pinang was in vollen gang. Op de versterkiry Segli werd den 12den Juni jl. een lillaeogel afgeschotenletsel werd daardoor niet veroorzaakt. De stand van zaken in de Pedirstreek bleef onveranderd. Op de Westkust lieten, zoowel te Poeloe- Raja als te Melaboeh, de toestanden weinig te wenschen over. Te Rasian, nabjj Tampat-Toewan, werden eenige vjjandeljjkheden gepleegd door volk van het beruchte bendehoofd T. Joesoef. De hoofden van Tampat-Toewan maakten zich gereed hem en de zjjnen uit hunne nabuurschap te verdrjjven. De weersgesteldheid was op Groot-Atjeh warm en drukkendalleen de laatste twee dagen vielen er verkwikkende regens, afge wisseld door hevige westelijke winden. Op de Noord- en Oostkust was de weers gesteldheid dezelfde, doch ter westkust regen achtig, gepaard met hevige westeljjke winden, tengevolge waarvan de zee er zeer onstuimig was. De gezondheidstoestand was op de zeeposten vrjj gunstig. In Groot-Atjeh was hjj over het algemeen stationnair. Het gemiddelde ziektecjjfer bedroeg 17 tegen 17 en dat van de beri-beri 4 tegen 3 gedu rende den vorigen verslagtjjd. Het ziektecjjfer was stationnair. gen." Bjj die laatste woorden klinkt er door een klein venstertje een zonderling geluid, een soort van geloei van een dier op stal. Is dat Prosper de ezel van het seminarie, zou die daar staan? Labatut luisterde aan alle kan ten, staat zachtjes op, ik volg zjjn voorbeeld en wjj verwijderen ons zoo stil mogeljjk. Op vjjftig pas verder bevindt zich tusschen groote hoopen takkenbossen een traliedeur die open stond. De abt gaat het eerst binnen ik volg als zjjn schaduw. Daar is Jeanne van het hoofd tot de voeten bedekt met een grooten blauwen boezelaar. Wat staat die kleur haar goedDe zon, die hare stralen in dit lage vertrek zendt, verlicht het ijzerwerk van de zware steenen deur, die den oven sluit, Jeanne is nu rechts bezig, dan weer links en gaat telkens door het licht dat zich op de muren hecht, op de manden, vol met knap pende ronde warme brooden en wordt er prachtig door beschenen. Alles blinkt en glinstert aan haareerst hare oogen, nog blauwer, nog helderder dan de zee te Cette dan hare wangen, nog zachter en donziger dan tweelingsperzikken, dan hare lichte blonde haren, hier en daar wel weer een beetje bestoven door het meel, maar die zeer fijn schijnen te zjjn en met bevallige losheid in een grooten knot bevestigd, boven op haar wel wat klein hoofdje. Labatut zegt niets, hjj wachtik kjjk en smaak daarbp een [ongekend genoegen, dat bjjna in aandoening overgaat. dacht te brengen van het provinciaal kerkbe stuur van Noord-Holland, met uitnoodigmg de zaak te doen behandelen door het classicaal bestuur van Haarlem, dat geroepen is toezicht te houden o. a. over de predikanten van zjjn ressort. Te 's Gravenhage is met goed gevolg examen afgelegd in de Fransche taal l.o. door den heer M. Jansen van Coljjnsplaat en in de Hoogduitsche taal 1. o. door den heer van Oosten van Y e r s e k e. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat te vervullen is de betrekking van leeraar in de wiskunde aan de rjjks- hoogere burgerschool met öjarigen cursus te Middelburg. Jaar wedde f 2200. Ingeval de eventueel te benoemen leeraar ook bevoegdheid heeft tot het geven van on derwijs in de handelswetenschappen, kan de jaarwedde f 2500 bedragen. Zjj, die voor deze betrekking in aanmerking wenschen te komen, gelieven zich vóór 31 Augustus e. k. aan te melden bp den inspec teur van het middelbaar onderwjjs dr W. J. B. van Eyk te 's Gravenhage. - Bjj kon. besluit is, met ingang van 18 Sept., aan J. van Breukelen, op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de rjjks hoogere burgerschool te Warffum. In zake den Zaanschen predikant W. Bax, die het vorige jaar een afkeuringswoord moest hooren van de synode der Ned. herv. kerk, wegens zjjn strjjd tegen het privaat bezit en de bestaande maatschappelijke instellingen, heeft de synode thans met 13 tegen 5 stemmen de conclusie aangenomen van de commissie van onderzoek om ds. Bax, miskenning van de verplichting tot aankweeking van liefde voor Koningin en Vaderland onder de aan >Hebt gjj nog lang werk?" vraagt Labatut. «Neen, mjjnheer, niet lang meer. Kjjk maar!" Zjj wijst hem een diep bord, waarin zjj een eidooier geworpen heeft. «Mpnheer de superieur houdt alleen van geel aschbrood en ik maak zjjn baksel gereed het wordt in een lauwen oven gebakken, als het brood der leerlingen klaar is." Onder het uitspreken van deze woorden bestrjjkt ze met een kwastje, gemaakt van drie veertjes, ronde en lange broodjes, broodjes van allerlei vorm en grootte. «Zie zoo", zegt zjj en zet haar bord op een plankje. Wjj verlaten alle drie de bakkerjj. Aan het einde van den moestuin is, in den loop der eeuwen, de wal over een uitgestrekt heid van minstens tien meter afgebrokkeld, De bres is aangevuld door een overvloed van klimplanten, klimop, clematis, kamperfoelie distels, met duizenden ranken dooreengestren geld. Op dezen namiddag in Juni ziet die ingestorte ringmuur er uit als een reusachtige ruiker. Labatut gaat voorop, zjjn viool en strjjkstok in de hoogte houdende; maar hoe hij ook oppast, een twjjgje raakt aan de snaren en het instrument geeft een wellui- denden klank. Jeanne Magimel volgt hem op den voet en haar beeld, dat nog blanker, nog lichter uitkomt tusschen het welige groen waarin wjj verdwijnen, waarin wjj verzinken De Staatscourant van heden meldt het vol gende omtrent de verwachtingen om trent den oogst over 1894 in de provincie Zeeland. De tarwe belooft eene vrjj ruime opbrengst ook aan stroo, doch door legering zal de hoe danigheid wel eenigszins hebben geleden. Van de rogge en wintergerst wordt eene zeer bevredigende uitkomst verwacht, met veel stroo; hetzelfde geldt van de zomergerst. De haver is goed gegroeid vooral de vroeg gezaaide laat een ruim beschot verwachten. Erwten staan meestal vrjj goed, doch veel gewas leed door de zware regenBbruine en witte (stam-) boonen hebben mede veel geleden» doch kunnen zich nog belangrjjk herstellen. De paardenboonen zullen over het geheel slechts een zeer matig beschot geven, daar het aan dit gewas eigen insect zeer algemeen de vruchtzetting heeft belemmerd. Van het vlas was de opkomst niet zelden ongeljjkook deden zich brand en kwade koppen voor, waardoor soms tot omploegen moest worden overgegaande stand van het overgeblevene is voor een goed deel niet on bevredigend. De prjjs is over het algemeen laag; alleen voor puike partjjen werden goede sommen besteed. Van het koolzaad was het beschot middel matig ongunstig weder bjj de inzameling heeft het product veel in waarde doen verminderen. Het aardappelgewas staat goed in het loof, doch hier en daar vertoont zich de bekende ziekte. De vroege soorten geven slechts een matig beschot met veel zieke vrucht. Van de suikerbiet wordt een middelmatig beschot verwachtde stand is echter zeer ver schillend naar gelang van tjjd van zaaiing en zeer in het voordeel der vroegst gezaaide. De ajuin staat gunstig. Mangelwortels en paardenpenen beloven eene goede opbrengst. Het klavergewas gaf eene ruime snede en goed hooi. De wei- en hooilanden lieten niets te wen schen en eene bjjzonder ruime hooioogst wordt binnengebracht. Het hooi is ook uitstekend van hoedanigheid, voor zooveel het in de eer ste helft van Juli kon worden geoogst. De sedert ingevallen regentjjd werkt echter zeer ongunstig op de kwaliteit. De boomgaarden gaven tot dusver matige uitkomstenvan de latere vruchten kan nog eene goede opbrengst worden verkregenvooral de pereboomen zjjn zwaar beladen. Uit een honderdtal sollicitanten is C. Dg kwel benoemd tot bode van het burgerljjk armbestuur alhier. Maandagnamiddag is een twintigjarige klinker aan de maatschappij De Schelde, zekere .T. V., die werkzaam was aan het in het droge dok alhier in reparatie liggende i. Oenarang, van het bovendek van dat schip het dok gevallen. Hjj werd, voor zoover zichtbaar was, alleen boven het oog gekwetst en is naar het gasthuis overgebracht. Naar wjj vernemen zal Donderdagavond omstreeks negen uren een proef genomen worden met de fraaie verlichting op het Mo lenwater alhier. De versiering der Korte Singelstraat 1 h i e r is opgedragen aan eene commissie, bestaande uit de heeren S. A. Cornelisse, voorzitter, J. C. Ie Cointre, penningmeester, P. Koolwjjk, secretaris en J. Bosschaart, lid. Te Vlissingen ontstond Maandag avond te ongeveer half elf een begin van brand in eene kelderkeuken, waar drie kinderen la gen te slapen. De moeder, eene weduwe, had bjj het verlaten harer woning de petroleum- hanglamp aldaar laten branden; deze viel ten gevolge van wellicht onsolide bevestiging op eene daaronder staande tafel, die onmiddellijk in brand geraakte. Gelukkig waren of wer den de kinderen wakker en riepen om hulp. Door voorby gangers en de buren konden zjj nog in tjjds gered en bjj een bewoner aldaar in veiligheid gebracht worden. Den brand was men spoedig meester. Men schrjjft ons In geen jaren verkeerden een groot aantal wegen in Z u i d-B e v e 1 a n d in zoo slechten staat als tegenwoordig. De oorzaak van dit verschijnsel is toe te schrjjven aan de vele regens in verband met het vervoer van zware vrachten hooi en landbouwproducten. Door het vele water zjjn de wegen week geworden en de smalle velgen der zwaar beladen wagens maken diepe sporen en bijpaden, zoodat de banen haast over hare geheele breedte zjjn uiteen gereden. Het gevolg hiervan openbaart zich in eene schokkende en schommelende beweging der voertuigen en soms ook in het omslaan van hooggeladen vrachten. Volgens art. 49 van het reglement op de wegen kunnen burg. en weth., zoo dikwerf zjj dit noodig oordeelen, verbetering van den toe stand der wegen voorschreven of behooren zjj het te doen wanneer Ged. staten hen daartoe uitnoodigen. Zoo ooit dan ware aan bedoelde bepaling thans uitvoering te geven. Voor de landbouwers zou het geen groot bezwaar op leveren daar zjj door het heen en weder laten trekken van een egge met goed beleid de grootste gebreken op eenvoudige en onkoste- ljjke wjjze zouden wegnemen. Het programma voor de begroeting van H. M. de Koningin door de Goesche jeugd aan het station is naar men ons van daar schrjjft uit den aard der zaak heel een voudig. De leerlingen der onderscheidene lagere scholen, ten getale van ongeveer dui zend, worden aan het station opgesteldbjj aankomst van den trein wordt het Wilhelmus aangeheven en H. M. namens de Goesche jeugd een bouquet aangeboden. Dit bouquet zal trekt mjj onwederstaanbaar achter zich aan. Als Jeanne goed vond om zoo gedurende een jaar voor mjj uit te loopen, zou ik, geloof ik, niet kunnen nalaten haar te volgen. Nog nooit had ik mjj zoo prettig gevoeld; een allerdwaast denkbeeld gaat mjj door het hoofd; ik vlieg door de lucht, als een vlieger, maar ik ben niet bangwant Jeanne houdt het touw in de hand en wikkelt het op en af. Labatut, uitgeput door een wandeling, die oub beiden zoo weinig vermoeit, is gaan zitten op het groene mos, waarmede de grond om ons heen bedekt is. Zjjn zwaar hoofd leunt tegen een esch, waarvan de stam glimt van nieuwe sappen, en kjjkt ons met vriendelijke oogen aan. »Als gjj wist, kinderen", zegt hjj, >hoe aardig gjj er uitziet, zooals gjj elkaar daar bjj de hand houdtMen zou zeggen, een jonge Tobias, die met een engel des Heeren de reis van Ragès naar het land der Meden doet." Ik had zonder het te weten de hand van Jeanne gevat en die opmerking bracht mjj geheel in de war, doch geprikkeld door ik weet niet welke geheime kracht, wachtte ik mjj wel mjjn prooi los te laten. »Uwe houding is allerliefst, zoo zal ik u plaatsen op de tribune van de kapel, op den Sacramentsdag. Hoe dichter gjj bjj elkaar staat, hoe meer gjj vereenigd zjjt voor de uitvoering van het stuk, des te beter zullen uwe stemmen samen klinken. Gaat nu een slokje water aan de bron drinken en laat ons beginnen." Een bron Jeanne, die hier zeer goed bekend was, trok mjj mee naar een wilden rozenhaag, links. Daar ontsprong aan een spleet in de rots door een groen geworden rietje, een dun waterstraaltje, zoo helder als kristalzjj bracht eenvoudig hare lippen aan de landeljjke pjjp en dronk lang. Terwjjl zjj dronk, bewonderde ik hare bevallige gebogen houding, haar blauwe boezelaar hing in het kleine plasje onder het straaltje, geheel haar slank figuurtje was voorover gebogen, en haar haar zat vol met rozenblaadjes. Af en toe lichtte zjj het hoofd op en boog zich dan weder met een sierljjke halsbeweging naar de bron. Soms was het alsof zjj aan het rietje pikte en zich vermaakte als een jong vogeltje. Het is verbazend zooals de droppels, die zjj opslikte, mjj verfrischten »Nu gjj", zei zjj. Ik dronk op de maat der muziek, want Labatut was naar ons toe gekomen en begon te spelen, toen de eerste slok door mjjn keel ging- Intusschen hield onze meester even op om zjjn partituur op een vooruitstekende punt van de rots te zetten en Jeanne en ik stonden naast elkaar te wachten, schouder aan schou der, zoo dicht mogeljjk bjj elkaar. Het jonge meisje had schik en lachte en ik wist niet hoe ik het had, zoo gelukkig was ik en toch zoo bedroefd. Eensklaps kreeg ik, ik weet

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1