N°. 113.
137° Jaargang.
1894
Woensdag
16 Mei.
Middelburg IS Mei.
Behartigenswaardige wenken
Deae courant verschijnt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prjjs per kwartaal in Middelburg en per post franco J.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager;
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens aSe
dankbetuigingen} van 17 regels 1.50
ieder© regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Reclames 40 cent per regel.
ONDERWIJS.
IKMLBllGn COURANT.
Tli ennometer.
Middelburg 15 Mei. Sn. vm. 58 'gr.
na. 12 u. 70 gr-, av. 4 u. 72 ^r. F.
Verwacht O. wind.
Agenten te VUssingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Bolijit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Kruiningen F. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Moou, j Aslverteotiën
te Thelen"V. A. van Nieuwenhuuzen en te Temeuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën moeten des namiddags te één nu*
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, db Gebb. Belinvante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. aan bet bureau bezorgd zjjn, wille»
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. j zjj des avonds nog worden opgénome».
bevat het eerste verslag van de commissie
voor de Kamer van navraag te Middel
burg wenken die ook in wijder kring bekend
en ter harte genomen dienen te worden dan
in die, waarvoor het verslag is bestemd.
Al zjjn ze niet nieuw, al is hetgeen daarbjj
wordt opgemerkt al meermalen gezegd, her
haling van hetgeen goed is, kan nooit over
bodig heeten en allerminst op het gebied
der Armenzorg, waar menigeen zoo hardleersch
zich toont.
Zulk een Kamer van navraag nu
streeft naar verbetering, naar reorganisatie van
armenzorg.
Er is over armenzorg in de laatste jaren
veel gedacht, geschreven en gesproken. Aan
leiding daartoe gaf het onmiskenbaar feit dat,
hoeveel ook voor de beboeftigen werd gedaan,
de armoede naar die mate niet geringer werd,
het kwaad als zoodanig niet werd opgeheven.
Het kan niet anders ot zjj, die zich geroepen
gevoelden om te helpen, moesten zichzelf
de vraag wel stellenzjjn wjj dan wel op den
goeden weg
Wat is armoede? Wie zijn eigenljk de
armen Zoo vroeg men in de eerste plaats.
Onder een maatschappelijk stelsel, in iedere
maatschappelijke huishouding men denke
die zoo fraai men wil zjjn misdeelden,
ongelukkigen, armen. Nimmer was de toestand
der menschen op aarde, nadat de maatschappij
en de staat waren geboren, zoo of er bestond
verschil in lotsbedeeling. Er waren er steeds
die in overvloed leefden en die a»n het noo-
digste gebrek haddener waren rijken en
armen.
Nu wenschen wij ons zoo lezen wjj in
het verslag niet in te laten met de vraag:
of en waarom, of in hoevere deze verhoudin
gen noodzakelijk zóo zjjn en al of niet zóo
kunnen, moeten of zullen bljjven 'tls niet
de taak der commissie zich in sociale bespie
gelingen te verdiepen, maar, ware het mogeljjk,
licht te ontsteken over de bestaande toestanden.
Op dat standpunt ons plaatsende, stelden
wij ons de vraag Wie zjn de armen
Bepaald arm noemt men in den regel hem
of haar, die het noodige mist om in de ver
vulling van de eerste levensbehoeften te voor
zien, die dus vooral gebrek heeft aan voldoend
voedsel, aan kleeding, dekking of huisvesting,
gebrek aan het allernoodzakelijkste.
Doch men kan ook iets verder gaan. Arm
kan men ook hem of haar noemen, die, behalve
de stoffeljjke middelen, ook de geestelijke en
zedelijke veerkracht mist om zich tot een
eenigszins waardig bestaan te verheffen, tot
een bestaan, dat plaats laat voor een leven,
waarin zellvovming, zelfopvoeding, ontwikke
ling, ook in geestelijken zin, het volgen van
's menschen hoogere roeping en bestemming
mogeljjk is.
Nog juister misschien noemen wjj hen arm,
die door de voortdurende zorg voor en bekom
mering over de stoffeljjke nooden en behoeften
van zichzelf en der hunnen zoo zeer gedrukt
worden, dat zjj zoo min lichameljjk als gees-
teljjk en zedelijk tot hun recht kunnen komen
en dreigen in meer dan een zin te gronde te
gaan. Afgemat en uitgeput naar lijf en ziel,
dreigen dezulken geheel moedeloos te worden,
drjjven velen als waardelooze wrakken in onze
maatschappij rond of worden zjj het slach -
offer van misdaad en ellende.
Wie nu, die prjjs stelt op den naam van
mensch, wie die iets verstaat van de groote
zedeljjke eischen van den godsdienst, met name
van het Christendom, voelt zich niet met ont
ferming bewogen en gedrongen en verplicht
om dezulken te helpen, te bewaren, te redden
van den ondergang in meer dan éen zin
Doch daartoe is het nuodig de oorzaken
te kennen.
Welke zjn de oorzaken der armoede? Zie
daar de tweede vraag.
Velen beweren tegenwoordig, dat deze enkel
een gevolg is van de maatschappelijke inrich
ting. De commissie gelooft dit niet maar kan
daarover niet vee! zeggen. Zjj zou zich dan
begeven op een terrein, waarop tegenwoordig
zich wel velen bewegen, maar men ont-
veinze het zich niet zonder vaak eene
ernstige en diepgaande studie van de wetten
te hebben gemaakt, die onze samenleving
beheerschen. Een liefhebberen op dit gebied
is even onverantwoordelijk als gevaarljjk.
Bovendien kunnen sociale toestanden slechts
lapg en ernstig onderzoek van pegeerins-
wege en door de wet worden verbeterd,
wanneer dat een eisch des tjjds mocht bljjken.
Op oorzaken van tweeërlei aard moet de
oannisihe .vjjzen. Er zjjn er die door de oth-
Btandigheden, van hun wil min ot meer onaf
hankelijk, arm worden; er zjjn er ook die door
eigen schuld tot armoede vervielen.
Wat de eerstgenoemden betreft, wjjzen wjj
op korter of langer werkloosheid, die op haar
beurt weer gevolg is van verschillende oor
zaken. Het ambacht als zoodanig kan die
medebrengenvelerlei werk kan in sommige
jaargetjjden niet worden verricht en dit doemt
menig werkman tot stilzitten. Ook het steeds
«eer ontwikkeld machinewezen geeft aanlei
ding tot werkloosheid, doordat er meer aan
bod dan vraag naar handenarbeid is en voorts
vrouwen- en kinderarbeid. Ouderdom, ziekte,
zwakte, ongelukken en overlijden van den
kostwinner en zelfs van den werkgever brengt
menigeen tot groote armoede.
Wat d# laatstgenoemden betreft. Hoevelen
werden arm, doodarm door misbruik van ster
ken drank, door gebrek aan spaarzaamheid en
overleg, door een onberaden of vroegtjjdig
huweljjk, door een al te tairjjk gezin, door onbe
holpenheid en afwezigheid van elke vakkennis.
Velen nemen geen enkele voorzorg, denken
aan geen zieken-, begrafenis- of pensioenfonds,
ook niet al was men wel in staat daartoe iets
bjj te dragen en weg te leggen voor den
kwaden dag, die komen kan. Onzindelijkheid,
slordigheid, luiheid, oneerlijkheid, wangedrag,
genotzucht en onzedelijkheid enz. noemen wjj
slechts als redenen van verarming.
Er zjjn allerlei oorzaken. Veel is te wjjten
aan éigen schuld, veel aan de omgeving. En
men zjj voorzichtig en generaliseere niet te veel.
Ieder geval van armoede zoo leert de ervaring
bjj ieder ernstig onderzoek is een bjzonder
geval.
Doch, waaraan de armoede ook te wjjten zjj,
overal drukt en schrjjnt zjj. Steeds wekt zjj
medelijden, ook al ware zjj enkel een gevolg
van eigen schuld. Zoo rjjst van zelf de ernstige
vraagHoe kan en moet er geholpen worden
Geven zonder meer, kan hierop niet het ant
woord zjjn. Geven doet dikwijls evenveel en
soms meer kwaad dan goed. Een aalmoes is
meermalen, zoo niet meestal, een premie op
luiheid en bedrog.
Geven van geld, voedsel, Meeding en zelfs
van werk helpt Boms in het geheel niet. Veel
meer zjjn noodig, in de meeste gevallen althans,
veerkracht, moed, verstand, overleg, karakter.
Wie helpen wil moet, waar wjj met enkel
uitwendige oorzaken te doen hebben, deze
trachten te wjjzigen, waar en zooveel bet in
zjjn macht ligt.
Waar rampen troffen, waar ouderdom, ziekte,
tegenspoed of de dood wondden, daar is het
mogeljjk de wonden te verzachten, de smar
ten eenigszins te lenigen door voor korter of
langer tjjd onderstand te verleenen. Maar
waar innerljjke herschepping moet voorafgaan
of volgen, daar moet hjj, die wil helpenOp
voeden en dit wil zeggen zelfstandig, onaf
hankelijk maken, het karakter vormen.
Gevoel van verantwoordelijkheid moet wor
den gewekt, tot het nemen van voorzorgen
geraden, en op de vorming van het aankomend
geslacht, 't aanleeren van een ambacht, in 't
algemeen op 't gebruik van hoofd en harten
handen moet worden aangehouden. Er moest
geen hulp ook worden verleend aan gezinnen,
dan onder voorwaarde, dat de kinderen goed,
degeljjk onderwjjs ontvangen, ook practisch
tot het leven worden voorbereid. Onbewust
en onwillens kweekt men vaak een nieuw
geslacht van behoeftigen.
Weekhartigheid, overgevoeligheid zjjn slechte
raadgeefsters. Gebrek aan ernst en nadenken
stichten in deze veel kwaad. Doelloos, stel
selloos geven is onverstandig, slecht en vaak
»dom". Deze regel mag gesteld worden: Wilt
gjj helpen, velen helpen en waarljjk helpen,
geef u dan ernstig en eerljjk rekenschap van
wat gjj gaat beginnen. Vraagt uzelven dan
nauwgezet af in ieder bjzonder geval
»aan wien, waarom, boe en wat geven Wjj
Helpt zoo, leert zóó helpen, dat zoovelen als
mogeljjk is goed, en de besten het eerst wor
den geholpen, en ziet toe, dat niet enkelen
dubbel en dwars en anderen in het geheel
niet geholpen worden
En dan: is niet veel armoede te voorkomen,
althans voor het vervolg, door liever in eens
door te tasten en aanzienlijke hulp voor een
maal te verleenen dan meer voor langen tjjd,
om zoo te spreken diuppelsgewjjze
Een bedelaar te Middelburg verklaarde onlangs
zelf, dat bij per dag ongeveer f 2 kon maken, wanneer
bjj, 'a morgens circa 9 uur uitgaande, tegen dep avond
terugkwam. Den kost kreeg bjj wel toe.
Armenzorg, armen helpen, zóo dat zjj er-
beter aan toe zjjn en niet hun gevoel en
waarde en betei-k*" is als mensch er door ver
liezen', armen hen levenslot verlichten, geluk
kiger, bljjder, tevredener maken, moet met
teêre zorg, met ernst en eerbied voor der
verarmden medemensch worden ter hand ge
nomen. Het is een studie, het is een vak,
voor wie het goed met hem meent, en dat is
het vooral in den tegenwoordigen tjjd, in onze
zoo ingewikkelde en samengestelde maat
schappij.
Gelukkig dat men dit steeds meer inziet.
De stichting van de Kamer van navraag hier
ter stede is van dat bewustzjjn almede de
vrucht. Men gevoelt, dat er bjj dit ernstige
en alle edele krachten vergende werk noodig
is samenwerkingorganisatie, overleg en
wederzjjdsche steun en voorlichting van allen,
van particulieren en vereenigingen. Zoo alleen
worden misbruiken, kwade practjjken, ver
keerde middelen en ongewenschte misslagen
voorkomen. Men heeft in buiten- en binnen
land, op tal van van plaatsen die behoeften
gevoeld en op verschillende wjjze de vervulling
ervan nagestreefd. Met welke uitkomst bleek
telkens. Er was daarover van elke zjjde en
van iedere richting maar éen roep.
Te Elberfeld verminderden de uitgaven in
vjjftien jaren met 78 te Londen in tien
jaren met 30 en op andere plaatsen naar
evenredigheid. Het gelukkigst resultaat echter
was niet die of eenige vermindering in uit
gaven aan direct onderhoud, doch dit, dat
men de behoeften en de behoeftigen steeds
beter leerde kennen en daardoor vele oorzaken
van armoede. Ook leidde dit op meer dan
éene plaats tot grooter studie en ernstiger
onderzoek van dit alleszins belangrjjke vraag
stuk. Er is op den duur steeds meer goeds
van te verwaehteiy
Zoo heeft men ook te Middelburg dat willen
beproeven en is de Kamer van navraag ge
boren. Deze zou dienen als bemiddelaarster
voor zooveel noodig - tusschen gevers en
ontvangers, tusschen hen, die helpen en die
hulp behoeven.
Niet allen begroetten hare oprichting met
evenveel ingenomenheid.
Er waren er, die meenden, dat men langs
dezen weg te veel zou leeren redeneeren, den
echten geest, die bjj 't verleenen van elke
hulp moet voorzitten, zou dooden. Werd niet
eens gesprokenslaat uw rechterhand niet
weten wat de linker doet Men vergat, dat
ook bjj nauwgezet onderzoek, en daarop ver
leende hulp, kiesehheid en stilzwijgendheid
zeer wel waren in acht te nemen.
Er waren ook, die vreesden dat de verschil
lende diakonieën, vereenigingen of particulie
ren hunne vrjjheid, ten deele althans, zouden
moeten prjjsgeven. Sommigen dachten zelf3
een oogenblik, dat er een soort van controle
ook op het geven werd bedoeld en daaraan
wilde men zich terecht niet onderwerpen. Ge
lukkig wist de commissie dat misverstand op
te heffen en door redeneering en practjjk aan
te toonen dat dit niet het geval en niet noodig
was. Alle diakonieën en vereenigingen hier
ter stede traden daarom toe en beloofden, voor-
zoover noodig en mogeljjk, hunne medewer
king en zedeljjken steun.
Eindeljjk waren er die vroegen of te Mid
delburg zulk een kamer noodig was? In
grootere steden erkende men het nut er van
maar in kleinere? De ervaring van bjj na
iederen dag en van velerlei onderzoek bewees
echter het groote belang der zaak. Noo
dig is ook bier het terrein te verkennen, en
voor alles de personen en behoeften te leeren
kennen van hen, die hulp behoeven of
verlangen. Samenwerking zonder elkanders
vrjjheid, enz. ook maar eenigszins te belem
meren is onmisbaar. Iedere diakonie,
elke vereeniging bljjve vrjj om in haar kring
te doen wat en zoo als z}j wil en meent te
moeten handelen, doch waar noodig daar reike
men elkander (allereerst door het geven van
inlichtingen) de hand. Zoo voorkomt men, voor
een deel wellicht de verzuchting, ook op het
gebied van.de armenzorg ge slaakt«Het goede,
dat ik vril, doe ik niet en het kwade, dat ik
niet wil, doe ik
Het verheugt de commissie zeer, dat het
haar niet aan medewerking en aan waardee
ring ontbroken heeft. Op haar vragen aan
verschillende corporatiën en particulieren,
ontving zjj steeds welwillende inlichtingen en
op hare adviezen, namens haar veelal dooi
den directeur gegeven, werd meer dan een
arme geholpen en goed geholpen.
Door soms tot af'wjjzing van hulp te raden,
voorkwam zjj meer dan eens kwade praktjjken
en bedrog. Een enkele maal bleek met raad
te geven en zedel$ken steun te verleenen, d»t
ook langs dezen weg nog veel zou zjjn te doen.
Of het daarom niet noodig zou zjjn ook arm
bezoekers en armbezoeksters aan te stellen,
zooals elders Men denke bier b. v. aan Leeuwar
den. Het zal zeker noodig zjjn daarop voort
durend de aandacht te vestigen en op de al-
gemeene vergadering dit nog eens ter sprake
te brengen.
Met instemming halen wjj hier aan wat
onlangs nog iemand over arm'enzorg schreef
«Daartoe wordt groote inspanning, veel liefde,
volkomen toewjjding vereischtdaartoe
moeten verzorgers en beweldadigden elkander
goed leeren kenneneerst bjj persoonljk
rapport tusschen gever en ontvanger, kan de
eerste het rechte middel vinden, dat in een
gegeven geval helpen kan, en dan ook pas
dringt eene goede raadgeving door. Die per-
soonljke aanraking van weldadigen en bewel
dadigden is vooral ook in onzen tjjd van het
grootste belang. Het is zoo noodig en nuttig,
dat de bezittenden kennis dragen van den
toestand der armen, het is zoo heilzaam, dat
de armen toewjding ondervinden van de zjjde
der bezittenden. Wjj zjjn broedersdat moet
werkelijkheid zjjnwjj zjjn geljk, dat moet
niet in de practjjk geloochend worden."
Hierbjj haalt men de volgende woorden aan,
door Samuel A. Barnett over de werkloosheid
in The forthnightly Review geschreven «Het
middel dat de eerste stap zou zjjn op den weg
eener degeljjke verbetering bestaat daarin, dat
iedere man of vrouw, die gelooft in het goede,
bennis en vriendschap aanknoope met een
anderen man of vrouw, die in ellende verkeert
en hem of haar niet loslate tot de strjjd ge
wonnen en de ongelukkige stoffelijk en zedeljjk
gered is. Alle andere middelen zullen te kort
sehieten voor eene taak, die alleen vriendschap
en sympathie kunnen volbrengen. Als twee
menschen elkaar goed kennen hebben zjj geen
wetten noodig om elkander te dwingen hun
plicht wederkeerig te vervullen." Ea verder
«Iedereen kan in deze richting iets doen, nl.
vriendschap sluiten met éen of twee menschen
die ongelukkig zjjn. Er zou misschien meer
zelfverloochening in liggen, dan b. v. lange
toespraken te houden in volksvergaderingen,
of aan volksvoeding en dergelijke mede te doen.
»Als morgen aan den dag een ieder, wien
het lot der armen ter harte gaat, de vriend
werd van maar éen behoeftige zonder zich
zelfs verder met vele anderen te bemoeien
zoo zou binnen éene week de geheele kwestie
der werkloosheid en niet maar deze kwestie
alleen opgelost zjjn en ware Londen (welke
stad niet goed op weg om een plaats te
worden vol gelukkige huisgezinnen."
Het bericht dat de afgetreden ministers, toen
zjj aan H. M. de koningin-regentes eene af-
scheids-audientie hadden aangevraagd, bericht
zouden hebben ontvarrgen, dat H. M. verhin
derd was hen te ontvangen, wordt door het
Dagblad als onjuist tegengesproken.
H. M. de koningin-regentes heeft den afge
treden ministers doen weten, dat HDz, hen
later in Den Haag hoopte te ontvangeD. Zulk
een antwoord is niet ongewoon, daar aan per
sonen, buiten de provincie Utrecht wonende,
te Soestdjjk nooit audiëntie wordt verleend.
Daarenboven gaven enkelen der afgetreden
ministers hun voornemen te kennen, spoedig
naar het buitenland te vertrekken.
Volgens het Weekblad van het Recht houdt
men zich aan het departement van justitie
reeds sedert eenigen tjjd bezig met de voor
bereiding der sD-afrechtsnovelle, en zoude een
ontwerp daarvan bereids door den Raad van
State zjjn onderzocht.
Morgen (Woensdag) te een uur wordt de
buitengewone zitting der Staten-generaal in
naam der koningin geopend door eene com
missie, waartoe zjjn benoemd de ministers,
hoofden van ministerieele departementen.
Daarna vergaderen de Eerste en de Tweede
kamer beiden te 3 uren. De Tweede kamer
ter benoeming van commissiën voor bet on
derzoek der geloofsbrieven.
De generaal Van der Schrieck, oudste lid in
jaren van de Tweede lfamer en dus rechtens
tjjdeljjk voorzitter, begeeft zicb heden Dinsdag
naar SoeBtdjjk, teneinde in handen van H. M.
de Koningin-Regentes de vereischte eeden af
te leggen, opdat hp, daartoe gemachtigd, den
eed van de leden der nieuwe Kamer kunne
afnemen.
Bjj kon. besluit
is de heer B. G. Verhulst, arts, benoemd en
aangesteld tot officier van gezondheid der 2de
klasse bp het personeel van den geneeskun
digen dienst van het leger in Nederlapdsch-
is de met verlof hier te lande aanwezige
generaal-majoor der genie van het leger in
N. L, J. P. van der Eb, op zjjn verzoek, eer
vol uit den militairen dienst ontslagen met
dankbetuiging en onder toekenning van den
titulairen rang van luitenant-generaal
is de Oost-Indische ambtenaar met verlof
J. P. Graat, laatstelijk eerste-machinist bjj de
gouvernementsmarine in Nederlandsch-Indië,
op zjjn verzoek, wegens pbysieke ongeschikt
heid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met
toekenning van pensioen.
Door de arr.-rechtbank te Roermond is, ter
vervulling van de vacature ran griffier van
dat college, opgemaakt de navolgende alpha-
betische Ijjst van aanbeveling: mr P. F. A.
Cremei-B, substituut-griffiermr L. G. E. Gert-
sen, rechter bjj gemelde rechtbank, en mr J.
F. Ingen Housz, substituut-griffier bjj het
gerechtshof te 's Hertogenbosch.
De Staten van Noord-Holland zullen 22 dezer
in buitengewone zitting bjjeen komen ter ver
kiezing van een lid der Eerste kamer in de
plaats van den heer Pijnappel.
I -.etteren en Kunst.
Van het anti-revolutionnaire dagblad de
Nederlander, te Rotterdam verschijnende, is
tot hoofdredacteur gekozen jhr inr A. F. de
Savornin Lobman, oud-minister van binnen-
landsche zaken, die de benoeming aannam,
terwijl de heer J. van Boven met onderling
goedvinden benoemd werd tot len redacteur-
Rottës Mannenkoor behaalde op de
groote zangersfeesten te Dusseldorf, in de
hoogste afdeeling der internationale wedstrij
den, den eersten prjjs.
Te Hamburg houdt eene commissie inza
melingen voor een gedenkteeken voor Hans
von Bulow.
Bljjkens! het verslag betreffende den toe
stand van bet Middelbaar onderwjjs in de ge
meente Middelburg bedroeg het aantal leer
lingen aan de rjjks hoogere burgerschool in
December 1893 109, t. w. 103 maoneljjke en
6 vrouwelijke. Eene vermeerdering alzoo
sedert 1892 van 6 leerlingen, toen het 103
bedroeg, t. w. 96 mannelpke en 7 vrouwe
lijke; in 1891 was het 89; in 1890 was het
91 in 1889 97 in 1888 108in 1887 98
in 1886 96; in 1885 84; in 1884 85; in 1883
89; in 1882 105 en in 1881 113.
Aan het overgang-examen bjj het einde van
den cursus 1892/1893 is deelgenomen door 88
leerlingen, t. w. 78 mannelpke leerlingen, die
de vier hoogste klassen der school voor alle
vakken bezochten, terwjjl 4 mannelpke leer
lingen uit genoemde klassen slechts enkele
lessen volgden en 6 vrouwelijke leerlingen,
die de vier hoogste klassen der school voor
alle vakken bezochten.
In de maand Juli werd het eind-examen
der hoogere burgerschool in Zeeland in 1893
in de rjjks hoogere burgerschool te Middel
burg afgenomen, waaraan 12 leerlingen dezer
school deelnamen. Aan 9 kon het getuig
schrift worden uitgereikt.
De bestemming der geslaagden is1 voor
de posterpen1 voor apotheker4 voor in
genieur; 3 onbepaald.
Van de niet geslaagden is een tot de school
teruggekeerd, 1 naar de rjjks hoogere burget-
school te Gouda gegaan en 1 studeert te huis.
De cursus 1893/94 is den eersten Maandag
in de maand September aangevangen.
Het eerste toelatingsexamen voor den cur-
cus 1893/94 is aangevangen op 10 Juli en bet
tweede toelatingsexamen en de herexamen»
zjjn aangevangen op 4 September 1894.
Het openbaar overgangsexamen is gehouden
13, 14 en 15 Juli 1893.
Vrjjstelling van de betaling van schoolgeld
werd aan zes leerlingen verleend.
Op de burgeravondschool bedroeg het aantal
leerlingen in December 1893 131; in 1892
126; in 1891 121; in 1890 122; in 1889 101
in 1888 111; in 1887 98; in 1886 95; in
1885 91in 1884 85 in 1883 70.
Bp het einde van den cursus 1892—1893
bevonden zich op de school 113 leerlingen.
Op 18 September 1893 ving de cursus 1893
94 aan met 131 leerlingen.
Van de leerlingen der burgeravondschool
bezochten 30 de te Middelburg gevestigde
ambachtsschool.
De leerlingen der burgeravondschool, die
reeds een beroep hebben gekozen, worden als
volgt verdeeld 61 timmerlieden 9 schrijn
werkers, meubelmakers; 24 smeden; 4 steen-
houwers, metselaars, loodgieters2 beeldhou
wers, stukadoors; 6 ververs, glazenmakers,
verlakkers1 bouwkundige1 onderwpzer en
i aanspande onderwijzer3 kantoorbediende?^