N°. 113. 137° Jaargang. 1894 Woensdag 16 Mei. Middelburg IS Mei. Behartigenswaardige wenken Deae courant verschijnt d a g e 1 ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prjjs per kwartaal in Middelburg en per post franco J. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens aSe dankbetuigingen} van 17 regels 1.50 ieder© regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Reclames 40 cent per regel. ONDERWIJS. IKMLBllGn COURANT. Tli ennometer. Middelburg 15 Mei. Sn. vm. 58 'gr. na. 12 u. 70 gr-, av. 4 u. 72 ^r. F. Verwacht O. wind. Agenten te VUssingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Bolijit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Kruiningen F. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Moou, j Aslverteotiën te Thelen"V. A. van Nieuwenhuuzen en te Temeuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën moeten des namiddags te één nu* aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, db Gebb. Belinvante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. aan bet bureau bezorgd zjjn, wille» Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. j zjj des avonds nog worden opgénome». bevat het eerste verslag van de commissie voor de Kamer van navraag te Middel burg wenken die ook in wijder kring bekend en ter harte genomen dienen te worden dan in die, waarvoor het verslag is bestemd. Al zjjn ze niet nieuw, al is hetgeen daarbjj wordt opgemerkt al meermalen gezegd, her haling van hetgeen goed is, kan nooit over bodig heeten en allerminst op het gebied der Armenzorg, waar menigeen zoo hardleersch zich toont. Zulk een Kamer van navraag nu streeft naar verbetering, naar reorganisatie van armenzorg. Er is over armenzorg in de laatste jaren veel gedacht, geschreven en gesproken. Aan leiding daartoe gaf het onmiskenbaar feit dat, hoeveel ook voor de beboeftigen werd gedaan, de armoede naar die mate niet geringer werd, het kwaad als zoodanig niet werd opgeheven. Het kan niet anders ot zjj, die zich geroepen gevoelden om te helpen, moesten zichzelf de vraag wel stellenzjjn wjj dan wel op den goeden weg Wat is armoede? Wie zijn eigenljk de armen Zoo vroeg men in de eerste plaats. Onder een maatschappelijk stelsel, in iedere maatschappelijke huishouding men denke die zoo fraai men wil zjjn misdeelden, ongelukkigen, armen. Nimmer was de toestand der menschen op aarde, nadat de maatschappij en de staat waren geboren, zoo of er bestond verschil in lotsbedeeling. Er waren er steeds die in overvloed leefden en die a»n het noo- digste gebrek haddener waren rijken en armen. Nu wenschen wij ons zoo lezen wjj in het verslag niet in te laten met de vraag: of en waarom, of in hoevere deze verhoudin gen noodzakelijk zóo zjjn en al of niet zóo kunnen, moeten of zullen bljjven 'tls niet de taak der commissie zich in sociale bespie gelingen te verdiepen, maar, ware het mogeljjk, licht te ontsteken over de bestaande toestanden. Op dat standpunt ons plaatsende, stelden wij ons de vraag Wie zjn de armen Bepaald arm noemt men in den regel hem of haar, die het noodige mist om in de ver vulling van de eerste levensbehoeften te voor zien, die dus vooral gebrek heeft aan voldoend voedsel, aan kleeding, dekking of huisvesting, gebrek aan het allernoodzakelijkste. Doch men kan ook iets verder gaan. Arm kan men ook hem of haar noemen, die, behalve de stoffeljjke middelen, ook de geestelijke en zedelijke veerkracht mist om zich tot een eenigszins waardig bestaan te verheffen, tot een bestaan, dat plaats laat voor een leven, waarin zellvovming, zelfopvoeding, ontwikke ling, ook in geestelijken zin, het volgen van 's menschen hoogere roeping en bestemming mogeljjk is. Nog juister misschien noemen wjj hen arm, die door de voortdurende zorg voor en bekom mering over de stoffeljjke nooden en behoeften van zichzelf en der hunnen zoo zeer gedrukt worden, dat zjj zoo min lichameljjk als gees- teljjk en zedelijk tot hun recht kunnen komen en dreigen in meer dan een zin te gronde te gaan. Afgemat en uitgeput naar lijf en ziel, dreigen dezulken geheel moedeloos te worden, drjjven velen als waardelooze wrakken in onze maatschappij rond of worden zjj het slach - offer van misdaad en ellende. Wie nu, die prjjs stelt op den naam van mensch, wie die iets verstaat van de groote zedeljjke eischen van den godsdienst, met name van het Christendom, voelt zich niet met ont ferming bewogen en gedrongen en verplicht om dezulken te helpen, te bewaren, te redden van den ondergang in meer dan éen zin Doch daartoe is het nuodig de oorzaken te kennen. Welke zjn de oorzaken der armoede? Zie daar de tweede vraag. Velen beweren tegenwoordig, dat deze enkel een gevolg is van de maatschappelijke inrich ting. De commissie gelooft dit niet maar kan daarover niet vee! zeggen. Zjj zou zich dan begeven op een terrein, waarop tegenwoordig zich wel velen bewegen, maar men ont- veinze het zich niet zonder vaak eene ernstige en diepgaande studie van de wetten te hebben gemaakt, die onze samenleving beheerschen. Een liefhebberen op dit gebied is even onverantwoordelijk als gevaarljjk. Bovendien kunnen sociale toestanden slechts lapg en ernstig onderzoek van pegeerins- wege en door de wet worden verbeterd, wanneer dat een eisch des tjjds mocht bljjken. Op oorzaken van tweeërlei aard moet de oannisihe .vjjzen. Er zjjn er die door de oth- Btandigheden, van hun wil min ot meer onaf hankelijk, arm worden; er zjjn er ook die door eigen schuld tot armoede vervielen. Wat de eerstgenoemden betreft, wjjzen wjj op korter of langer werkloosheid, die op haar beurt weer gevolg is van verschillende oor zaken. Het ambacht als zoodanig kan die medebrengenvelerlei werk kan in sommige jaargetjjden niet worden verricht en dit doemt menig werkman tot stilzitten. Ook het steeds «eer ontwikkeld machinewezen geeft aanlei ding tot werkloosheid, doordat er meer aan bod dan vraag naar handenarbeid is en voorts vrouwen- en kinderarbeid. Ouderdom, ziekte, zwakte, ongelukken en overlijden van den kostwinner en zelfs van den werkgever brengt menigeen tot groote armoede. Wat d# laatstgenoemden betreft. Hoevelen werden arm, doodarm door misbruik van ster ken drank, door gebrek aan spaarzaamheid en overleg, door een onberaden of vroegtjjdig huweljjk, door een al te tairjjk gezin, door onbe holpenheid en afwezigheid van elke vakkennis. Velen nemen geen enkele voorzorg, denken aan geen zieken-, begrafenis- of pensioenfonds, ook niet al was men wel in staat daartoe iets bjj te dragen en weg te leggen voor den kwaden dag, die komen kan. Onzindelijkheid, slordigheid, luiheid, oneerlijkheid, wangedrag, genotzucht en onzedelijkheid enz. noemen wjj slechts als redenen van verarming. Er zjjn allerlei oorzaken. Veel is te wjjten aan éigen schuld, veel aan de omgeving. En men zjj voorzichtig en generaliseere niet te veel. Ieder geval van armoede zoo leert de ervaring bjj ieder ernstig onderzoek is een bjzonder geval. Doch, waaraan de armoede ook te wjjten zjj, overal drukt en schrjjnt zjj. Steeds wekt zjj medelijden, ook al ware zjj enkel een gevolg van eigen schuld. Zoo rjjst van zelf de ernstige vraagHoe kan en moet er geholpen worden Geven zonder meer, kan hierop niet het ant woord zjjn. Geven doet dikwijls evenveel en soms meer kwaad dan goed. Een aalmoes is meermalen, zoo niet meestal, een premie op luiheid en bedrog. Geven van geld, voedsel, Meeding en zelfs van werk helpt Boms in het geheel niet. Veel meer zjjn noodig, in de meeste gevallen althans, veerkracht, moed, verstand, overleg, karakter. Wie helpen wil moet, waar wjj met enkel uitwendige oorzaken te doen hebben, deze trachten te wjjzigen, waar en zooveel bet in zjjn macht ligt. Waar rampen troffen, waar ouderdom, ziekte, tegenspoed of de dood wondden, daar is het mogeljjk de wonden te verzachten, de smar ten eenigszins te lenigen door voor korter of langer tjjd onderstand te verleenen. Maar waar innerljjke herschepping moet voorafgaan of volgen, daar moet hjj, die wil helpenOp voeden en dit wil zeggen zelfstandig, onaf hankelijk maken, het karakter vormen. Gevoel van verantwoordelijkheid moet wor den gewekt, tot het nemen van voorzorgen geraden, en op de vorming van het aankomend geslacht, 't aanleeren van een ambacht, in 't algemeen op 't gebruik van hoofd en harten handen moet worden aangehouden. Er moest geen hulp ook worden verleend aan gezinnen, dan onder voorwaarde, dat de kinderen goed, degeljjk onderwjjs ontvangen, ook practisch tot het leven worden voorbereid. Onbewust en onwillens kweekt men vaak een nieuw geslacht van behoeftigen. Weekhartigheid, overgevoeligheid zjjn slechte raadgeefsters. Gebrek aan ernst en nadenken stichten in deze veel kwaad. Doelloos, stel selloos geven is onverstandig, slecht en vaak »dom". Deze regel mag gesteld worden: Wilt gjj helpen, velen helpen en waarljjk helpen, geef u dan ernstig en eerljjk rekenschap van wat gjj gaat beginnen. Vraagt uzelven dan nauwgezet af in ieder bjzonder geval »aan wien, waarom, boe en wat geven Wjj Helpt zoo, leert zóó helpen, dat zoovelen als mogeljjk is goed, en de besten het eerst wor den geholpen, en ziet toe, dat niet enkelen dubbel en dwars en anderen in het geheel niet geholpen worden En dan: is niet veel armoede te voorkomen, althans voor het vervolg, door liever in eens door te tasten en aanzienlijke hulp voor een maal te verleenen dan meer voor langen tjjd, om zoo te spreken diuppelsgewjjze Een bedelaar te Middelburg verklaarde onlangs zelf, dat bij per dag ongeveer f 2 kon maken, wanneer bjj, 'a morgens circa 9 uur uitgaande, tegen dep avond terugkwam. Den kost kreeg bjj wel toe. Armenzorg, armen helpen, zóo dat zjj er- beter aan toe zjjn en niet hun gevoel en waarde en betei-k*" is als mensch er door ver liezen', armen hen levenslot verlichten, geluk kiger, bljjder, tevredener maken, moet met teêre zorg, met ernst en eerbied voor der verarmden medemensch worden ter hand ge nomen. Het is een studie, het is een vak, voor wie het goed met hem meent, en dat is het vooral in den tegenwoordigen tjjd, in onze zoo ingewikkelde en samengestelde maat schappij. Gelukkig dat men dit steeds meer inziet. De stichting van de Kamer van navraag hier ter stede is van dat bewustzjjn almede de vrucht. Men gevoelt, dat er bjj dit ernstige en alle edele krachten vergende werk noodig is samenwerkingorganisatie, overleg en wederzjjdsche steun en voorlichting van allen, van particulieren en vereenigingen. Zoo alleen worden misbruiken, kwade practjjken, ver keerde middelen en ongewenschte misslagen voorkomen. Men heeft in buiten- en binnen land, op tal van van plaatsen die behoeften gevoeld en op verschillende wjjze de vervulling ervan nagestreefd. Met welke uitkomst bleek telkens. Er was daarover van elke zjjde en van iedere richting maar éen roep. Te Elberfeld verminderden de uitgaven in vjjftien jaren met 78 te Londen in tien jaren met 30 en op andere plaatsen naar evenredigheid. Het gelukkigst resultaat echter was niet die of eenige vermindering in uit gaven aan direct onderhoud, doch dit, dat men de behoeften en de behoeftigen steeds beter leerde kennen en daardoor vele oorzaken van armoede. Ook leidde dit op meer dan éene plaats tot grooter studie en ernstiger onderzoek van dit alleszins belangrjjke vraag stuk. Er is op den duur steeds meer goeds van te verwaehteiy Zoo heeft men ook te Middelburg dat willen beproeven en is de Kamer van navraag ge boren. Deze zou dienen als bemiddelaarster voor zooveel noodig - tusschen gevers en ontvangers, tusschen hen, die helpen en die hulp behoeven. Niet allen begroetten hare oprichting met evenveel ingenomenheid. Er waren er, die meenden, dat men langs dezen weg te veel zou leeren redeneeren, den echten geest, die bjj 't verleenen van elke hulp moet voorzitten, zou dooden. Werd niet eens gesprokenslaat uw rechterhand niet weten wat de linker doet Men vergat, dat ook bjj nauwgezet onderzoek, en daarop ver leende hulp, kiesehheid en stilzwijgendheid zeer wel waren in acht te nemen. Er waren ook, die vreesden dat de verschil lende diakonieën, vereenigingen of particulie ren hunne vrjjheid, ten deele althans, zouden moeten prjjsgeven. Sommigen dachten zelf3 een oogenblik, dat er een soort van controle ook op het geven werd bedoeld en daaraan wilde men zich terecht niet onderwerpen. Ge lukkig wist de commissie dat misverstand op te heffen en door redeneering en practjjk aan te toonen dat dit niet het geval en niet noodig was. Alle diakonieën en vereenigingen hier ter stede traden daarom toe en beloofden, voor- zoover noodig en mogeljjk, hunne medewer king en zedeljjken steun. Eindeljjk waren er die vroegen of te Mid delburg zulk een kamer noodig was? In grootere steden erkende men het nut er van maar in kleinere? De ervaring van bjj na iederen dag en van velerlei onderzoek bewees echter het groote belang der zaak. Noo dig is ook bier het terrein te verkennen, en voor alles de personen en behoeften te leeren kennen van hen, die hulp behoeven of verlangen. Samenwerking zonder elkanders vrjjheid, enz. ook maar eenigszins te belem meren is onmisbaar. Iedere diakonie, elke vereeniging bljjve vrjj om in haar kring te doen wat en zoo als z}j wil en meent te moeten handelen, doch waar noodig daar reike men elkander (allereerst door het geven van inlichtingen) de hand. Zoo voorkomt men, voor een deel wellicht de verzuchting, ook op het gebied van.de armenzorg ge slaakt«Het goede, dat ik vril, doe ik niet en het kwade, dat ik niet wil, doe ik Het verheugt de commissie zeer, dat het haar niet aan medewerking en aan waardee ring ontbroken heeft. Op haar vragen aan verschillende corporatiën en particulieren, ontving zjj steeds welwillende inlichtingen en op hare adviezen, namens haar veelal dooi den directeur gegeven, werd meer dan een arme geholpen en goed geholpen. Door soms tot af'wjjzing van hulp te raden, voorkwam zjj meer dan eens kwade praktjjken en bedrog. Een enkele maal bleek met raad te geven en zedel$ken steun te verleenen, d»t ook langs dezen weg nog veel zou zjjn te doen. Of het daarom niet noodig zou zjjn ook arm bezoekers en armbezoeksters aan te stellen, zooals elders Men denke bier b. v. aan Leeuwar den. Het zal zeker noodig zjjn daarop voort durend de aandacht te vestigen en op de al- gemeene vergadering dit nog eens ter sprake te brengen. Met instemming halen wjj hier aan wat onlangs nog iemand over arm'enzorg schreef «Daartoe wordt groote inspanning, veel liefde, volkomen toewjjding vereischtdaartoe moeten verzorgers en beweldadigden elkander goed leeren kenneneerst bjj persoonljk rapport tusschen gever en ontvanger, kan de eerste het rechte middel vinden, dat in een gegeven geval helpen kan, en dan ook pas dringt eene goede raadgeving door. Die per- soonljke aanraking van weldadigen en bewel dadigden is vooral ook in onzen tjjd van het grootste belang. Het is zoo noodig en nuttig, dat de bezittenden kennis dragen van den toestand der armen, het is zoo heilzaam, dat de armen toewjding ondervinden van de zjjde der bezittenden. Wjj zjjn broedersdat moet werkelijkheid zjjnwjj zjjn geljk, dat moet niet in de practjjk geloochend worden." Hierbjj haalt men de volgende woorden aan, door Samuel A. Barnett over de werkloosheid in The forthnightly Review geschreven «Het middel dat de eerste stap zou zjjn op den weg eener degeljjke verbetering bestaat daarin, dat iedere man of vrouw, die gelooft in het goede, bennis en vriendschap aanknoope met een anderen man of vrouw, die in ellende verkeert en hem of haar niet loslate tot de strjjd ge wonnen en de ongelukkige stoffelijk en zedeljjk gered is. Alle andere middelen zullen te kort sehieten voor eene taak, die alleen vriendschap en sympathie kunnen volbrengen. Als twee menschen elkaar goed kennen hebben zjj geen wetten noodig om elkander te dwingen hun plicht wederkeerig te vervullen." Ea verder «Iedereen kan in deze richting iets doen, nl. vriendschap sluiten met éen of twee menschen die ongelukkig zjjn. Er zou misschien meer zelfverloochening in liggen, dan b. v. lange toespraken te houden in volksvergaderingen, of aan volksvoeding en dergelijke mede te doen. »Als morgen aan den dag een ieder, wien het lot der armen ter harte gaat, de vriend werd van maar éen behoeftige zonder zich zelfs verder met vele anderen te bemoeien zoo zou binnen éene week de geheele kwestie der werkloosheid en niet maar deze kwestie alleen opgelost zjjn en ware Londen (welke stad niet goed op weg om een plaats te worden vol gelukkige huisgezinnen." Het bericht dat de afgetreden ministers, toen zjj aan H. M. de koningin-regentes eene af- scheids-audientie hadden aangevraagd, bericht zouden hebben ontvarrgen, dat H. M. verhin derd was hen te ontvangen, wordt door het Dagblad als onjuist tegengesproken. H. M. de koningin-regentes heeft den afge treden ministers doen weten, dat HDz, hen later in Den Haag hoopte te ontvangeD. Zulk een antwoord is niet ongewoon, daar aan per sonen, buiten de provincie Utrecht wonende, te Soestdjjk nooit audiëntie wordt verleend. Daarenboven gaven enkelen der afgetreden ministers hun voornemen te kennen, spoedig naar het buitenland te vertrekken. Volgens het Weekblad van het Recht houdt men zich aan het departement van justitie reeds sedert eenigen tjjd bezig met de voor bereiding der sD-afrechtsnovelle, en zoude een ontwerp daarvan bereids door den Raad van State zjjn onderzocht. Morgen (Woensdag) te een uur wordt de buitengewone zitting der Staten-generaal in naam der koningin geopend door eene com missie, waartoe zjjn benoemd de ministers, hoofden van ministerieele departementen. Daarna vergaderen de Eerste en de Tweede kamer beiden te 3 uren. De Tweede kamer ter benoeming van commissiën voor bet on derzoek der geloofsbrieven. De generaal Van der Schrieck, oudste lid in jaren van de Tweede lfamer en dus rechtens tjjdeljjk voorzitter, begeeft zicb heden Dinsdag naar SoeBtdjjk, teneinde in handen van H. M. de Koningin-Regentes de vereischte eeden af te leggen, opdat hp, daartoe gemachtigd, den eed van de leden der nieuwe Kamer kunne afnemen. Bjj kon. besluit is de heer B. G. Verhulst, arts, benoemd en aangesteld tot officier van gezondheid der 2de klasse bp het personeel van den geneeskun digen dienst van het leger in Nederlapdsch- is de met verlof hier te lande aanwezige generaal-majoor der genie van het leger in N. L, J. P. van der Eb, op zjjn verzoek, eer vol uit den militairen dienst ontslagen met dankbetuiging en onder toekenning van den titulairen rang van luitenant-generaal is de Oost-Indische ambtenaar met verlof J. P. Graat, laatstelijk eerste-machinist bjj de gouvernementsmarine in Nederlandsch-Indië, op zjjn verzoek, wegens pbysieke ongeschikt heid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Door de arr.-rechtbank te Roermond is, ter vervulling van de vacature ran griffier van dat college, opgemaakt de navolgende alpha- betische Ijjst van aanbeveling: mr P. F. A. Cremei-B, substituut-griffiermr L. G. E. Gert- sen, rechter bjj gemelde rechtbank, en mr J. F. Ingen Housz, substituut-griffier bjj het gerechtshof te 's Hertogenbosch. De Staten van Noord-Holland zullen 22 dezer in buitengewone zitting bjjeen komen ter ver kiezing van een lid der Eerste kamer in de plaats van den heer Pijnappel. I -.etteren en Kunst. Van het anti-revolutionnaire dagblad de Nederlander, te Rotterdam verschijnende, is tot hoofdredacteur gekozen jhr inr A. F. de Savornin Lobman, oud-minister van binnen- landsche zaken, die de benoeming aannam, terwijl de heer J. van Boven met onderling goedvinden benoemd werd tot len redacteur- Rottës Mannenkoor behaalde op de groote zangersfeesten te Dusseldorf, in de hoogste afdeeling der internationale wedstrij den, den eersten prjjs. Te Hamburg houdt eene commissie inza melingen voor een gedenkteeken voor Hans von Bulow. Bljjkens! het verslag betreffende den toe stand van bet Middelbaar onderwjjs in de ge meente Middelburg bedroeg het aantal leer lingen aan de rjjks hoogere burgerschool in December 1893 109, t. w. 103 maoneljjke en 6 vrouwelijke. Eene vermeerdering alzoo sedert 1892 van 6 leerlingen, toen het 103 bedroeg, t. w. 96 mannelpke en 7 vrouwe lijke; in 1891 was het 89; in 1890 was het 91 in 1889 97 in 1888 108in 1887 98 in 1886 96; in 1885 84; in 1884 85; in 1883 89; in 1882 105 en in 1881 113. Aan het overgang-examen bjj het einde van den cursus 1892/1893 is deelgenomen door 88 leerlingen, t. w. 78 mannelpke leerlingen, die de vier hoogste klassen der school voor alle vakken bezochten, terwjjl 4 mannelpke leer lingen uit genoemde klassen slechts enkele lessen volgden en 6 vrouwelijke leerlingen, die de vier hoogste klassen der school voor alle vakken bezochten. In de maand Juli werd het eind-examen der hoogere burgerschool in Zeeland in 1893 in de rjjks hoogere burgerschool te Middel burg afgenomen, waaraan 12 leerlingen dezer school deelnamen. Aan 9 kon het getuig schrift worden uitgereikt. De bestemming der geslaagden is1 voor de posterpen1 voor apotheker4 voor in genieur; 3 onbepaald. Van de niet geslaagden is een tot de school teruggekeerd, 1 naar de rjjks hoogere burget- school te Gouda gegaan en 1 studeert te huis. De cursus 1893/94 is den eersten Maandag in de maand September aangevangen. Het eerste toelatingsexamen voor den cur- cus 1893/94 is aangevangen op 10 Juli en bet tweede toelatingsexamen en de herexamen» zjjn aangevangen op 4 September 1894. Het openbaar overgangsexamen is gehouden 13, 14 en 15 Juli 1893. Vrjjstelling van de betaling van schoolgeld werd aan zes leerlingen verleend. Op de burgeravondschool bedroeg het aantal leerlingen in December 1893 131; in 1892 126; in 1891 121; in 1890 122; in 1889 101 in 1888 111; in 1887 98; in 1886 95; in 1885 91in 1884 85 in 1883 70. Bp het einde van den cursus 1892—1893 bevonden zich op de school 113 leerlingen. Op 18 September 1893 ving de cursus 1893 94 aan met 131 leerlingen. Van de leerlingen der burgeravondschool bezochten 30 de te Middelburg gevestigde ambachtsschool. De leerlingen der burgeravondschool, die reeds een beroep hebben gekozen, worden als volgt verdeeld 61 timmerlieden 9 schrijn werkers, meubelmakers; 24 smeden; 4 steen- houwers, metselaars, loodgieters2 beeldhou wers, stukadoors; 6 ververs, glazenmakers, verlakkers1 bouwkundige1 onderwpzer en i aanspande onderwijzer3 kantoorbediende?^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1