N°. 97.
137° Jaargang.
1894
W oensdag
25 April.
Deze courant verschijnt d a g e 10 k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
PrQs per kwartaal in Middelbarg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50
ieders regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Middelburg 24 April.
ONDERWIJS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
Yan de gelegenheid voor njet-leden, om hos-
RECHTSZAKEN
HIDDIIKI ROM («IRANT.
ïh emometer.
Middelbursr 24 April. S u. vm, 54 gr.
m. 12 u. 03 gr-, av. 4 u. 62 gr. F.
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vit Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Bold it, firnia weduwe A. C. de Jonge, te Eruiningen F. v. d. Peije, te ZierikzeeA. C. de Mooij,
te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te TemeuzenM. de Jonge. Verder neinen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Dumas, te Botterdam, de Geus. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de La Mas Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Par pa en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één ntur
aan het bureau bezorgd zjjn, wille*
zji des avonds nog worden opgenomen.
Ook het Vaderland heeft zich geërgerd aan
het door ons eveneens aangevallen schi p ven van
den heer Rutgers van Rozenburg
Het schrpft
»Schandeljjker stukje, dan dat van den heer
Rutgers van Rozenburg ter aanbeveling van
den heer Reekers, dat de N. Bott Ct. zonder
blikken of blozen opnam, ja waaraan zij een
eereplaats gaf, is ons in dezen verkiezingsstrijd
nauweljjks onder de oogen gekomen.
»Daarin wordt met zooveel woorden gezegd,
dat de liberalen, die met Tak meegaan, mis
leid door de luidruchtige propaganda der partij
van het radicalisme, naar deze zjjn overge-
loopen en nu worden ingeljjfd bp de associatie
met het democratisch-clericaal leger van den
bekenden publicist A. Kuyperdat de leiders
dezer liberalen in algemeen stemrecht den
koristen weg naar eigen grootheid ziendat
Tak's kiesrecht de tegenwoordige kiezers over
levert aan het overwicht van bedelaars en
landloopers, die hun meesters zullen worden
en voor wie zjj met den hoed in de hand
zullen moeten staan, enz. enz.
>Waardig sluit zich aan deze onpartijdige
voorstelling aan een »ingezonden" uit Lochem,
waarvoor de redactie zich blijkbaar ook gaarne
verantwoordelijk stelt. Hierin wordt gezegd
dat de heer Lely ja en amen zal zeggen op
al wat Tak voorstelt, maar de heer Van Alphen
men lette op het venijn der tegenstelling
niet bereid zal zjjn om te stemmen in strjjd
met zjjn geweten en met zjjn overtuiging. En
in 't vooruitzicht dat Lely zal gekozen worden,
heet het dan »Welk eerlpk man zal later nog
afgevaardigde van Lochem willen zjjn, van een
district dat geen man van karakter als zpn
vertegenwoordiger duldt
»Zoo wordt de zaak van de tegenstanders
der regeering in hun hoofdorgaan verdedigd.
Hoe is het den hoogleerear Van der Vlugt te
moede, als hij zjjn keurig, bezadigd en ver
draagzaam woord geflankeerd ziet door schend
taal van dat gehalte
»Men wjjze ons in de liberale pers, die aan
's ministers zjjde stond, in Handelsblad,
Vaderland, Arnh. Crt., Midd. Crt. een pas
sage aanwaarin op die wjjze tegen onze
tegenstanders wordt te keer gegaan.
«Integendeel, waar zjj, die met ons gemeene
zaak maken, zich aan de billpkheid en beta
melijkheid vergrepen, werden ze onzerzpds
tot de orde geroepen, opdat zorgvuldig
gewaakt werd voor de zuiverheid van den strpd.
»Ons walgt van geschrpf als dat dezer
laatste dagen in de anti-ministerieele pers."
Al is gelukkigde stembus heden gesloten
en de strpd geëindigd, wjj meenden dit
juiste woord van het Vad. onzen lezers nog
wel ter lezing te mogen aanbieden
Bij kon. besluit
is benoemd tot griffier bij het kantongerecht
te Dockum mr J. L. N. van IJselsteyn, thans
griffier bij het kantongerecht te Heerlen
is met ingang van 15 Mei 1894 aan R. Ph. A.
van Rees, op zpn verzoek, eervol ontslag ver
leend als burgemeester van Maassluis;
is goedgekeurd dat W. Kooiman, burge
meester van Koedjjk, is benoemd tot secretaris
dier gemeente
is, met ingang van 1 September 1894, be
noemd tot leeraar aan de Polytechnische
school dr L. Aronstein, thans leeraar, met
den personeelen titel van hoogleeraar, aan de
Koninklpke Militaire Academie te Breda;
is benoemd tot onderwijzer aan de Rijks
kweekschool voor onderwijzers te Haarlem
A. L. C. Beekman, thans te Amsterdam
is J. Mazurel, gepen sionneerd koksmaat der
Koninklijke Nederlandsche marine, met ingang
van 1 Mei 1894, benoemd tot custos hij het
Kabinet van prenten en pleisterheelden te
Leiden
is, met ingang van 1 Mei 1894, aan F. A.
R. Woltering, op zpn verzoek, eervol ontslag
verleend als onderwijzer aan de Rijkskweek
school voor onderwijzers te 'sHertogenbosch en
is aan den ontvanger der directe belastin
gen en accjjnzen P. de Haan te Strjjen c. a.,
op zpn verzoek, eervol ontslag uit s Rjjka
dienst verleend, behoudens aanspraak op pen
sioen.
Verder is, met ingang van 1 Mei 1894, be
paald dat, met wjjziging van het koninklpk
besluit van 20 Mei 1869 no. 28, bp het dienst
vak der directe belastingen, invoerrechten en
accjjnzen de benaming van «inspectie" wordt
vervangen door die van «directie" en de be
naming van «contrdle1' door die van «inspec
tie"; «a verder
dat de provinciale inspecteurs, de contro
leurs en de adjunct-controleurs voortaan den
ambtstitel zullen voeren van directeur, inspec
teur en adjunct-inspecteur der directie belas
tingen, invoerrechten en accjjnzen; de hoofd
commiezen en de commiezen ter inspectie dien
van hoofdcommies en commies ter directie.
Een bulletin der Deli-Courant van 27
Maart bevat particuliere telegrammen uit
Kotta-Radja, volgens welke de adsistent-resi-
dent Van de Steenstraten, de controleur Storm
van 's Gravenzande, luitenant Van de Siepkamp
en vier oppassers op tien pas buiten de om
rastering te Telok Samawé door twee Atjehers
zijn aangevallen en hoewel niet levensge
vaarlijk zwaar gewond.
Per Flores werden de drie eerstgenoemden
naar Kotta-Radja overgebracht.
De aanvallers, die met klewangs gewapend
waren, zpn afgemaakt.
Door den minister van binnenlandsche
zaken zpn alsnog benoemd tot kweekelingen
van de rijkskweekschool voor onderwijzers
alhier: D. A. Meeuse te Oud-Sabbinge en
T. A. van der Bilt te Zaandam.
De Staatscourant van heden bevat een
kon. besluit, waarbp aan de gemeente Sta
ve n i s s e ten behoeve van het lager onder
wijs, boven en behalve de bpdvage, bedoeld
bij art. 45 der wet van 17 Aug. 1878, gewjj-
zigd bij die van 8 Dec. 1889, wordt verleend
eene subsidie van f 2131.
Benoemd tot hoofd der school te Drei-
schor de heer M. T. van Staalen, onderwjjzer
te Bruinisse.
Bp beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken, is, met ingang van 1
Mei, benoemd tot onderwjjzer in de gymnas
tiek bij de leerschool, verbonden aan de rijks
kweekschool voor onderwijzers te Njjmegen,
R. Franssen, aldaar, thans in het genot van
wachtgeld.
Voor het afnemen van het eind-examen
van de afd. B der rijks-landbouwschool voor
1894 zjjn benoemd tot lid en voorzitter der
commissie de beer F. B. Löhnis, inspect, van
het M. O., en tot leden de heeren B. G. van
der Have te Ouwerkerk (lid der commissie
van toezicht op de rjjks landbouw-proefstati-
ons), L. Broekema, directeur der R. L. S., dr.
E. Giltay, J. Jarling, S. Lako, prof. dr A.
Mayer, dr 0. Pitsch, mr W. Reilingh en dr
J. Ritsema Bos, allen leeraren aan de R. L. S.
Als naar gewoonte houdt de commissie zitting
te Wageningen.
Naar men ons verzoekt te melden zjjn in
de zaal der Zelandia lllustrata van het
Zeeuwsch genootschap der wetenschappen
alhier dezer dagen voor het belangstellend
publiek tentoongesteld een aantal kaarten,
afbeeldingen en portretten betreffende Zuid-
Beveland en Noor d-B e v e 1 a n d, zoowel
uit vroeger als in later tjjd. Opmerking ver
dienen vooral de vele bp zonderheden betref
fende Reimerswaal en andere plaatsen van
verdronken Zuid-Beveland, terwijl ook aangaan
de de plaatselijke toestanden en merkwaardige
personen in Goes en in de gemeenten ten
plattelande velerlei voorkomt, waarop de aan
dacht van belangstellenden in de geschiedenis
onzer Zeeuwsche eilanden mag worden geves
tigd. Wjj doen dit daarom in 't bijzonder.
Maandagavond had in de Houttuinen
alhier een werkman, vader van een talrijk
gezin, die bezig was met een bjjtel iets te
maken, het ongeluk dat het werktuig uitschoot
en een slagader trof. Hevig bloedend werd de
man naar het ziekenhuis vervoerd, waar hem
spoedig de noodige geneeskundige hulp werd
verleend.
Zondagavond, een paar minuten voor
acht uur, werd door een onzer stadgenooten,
die op den Nieuwen Ylissingschen weg bij de
Keersluis wandelde, een zeldzaam natuurver
schijnsel waargenomen, n. 1. een zilverwitte
bol ter grootte van een duivenei. Yan wit
ging de kleur over in blauw, waarna de bol
zich in drié roode bolletjes verdeelde, die ver
volgens voor 't. Oog verdwenen. De snelheid,
waarmee het lichaam zich bewoog van 't
Noorden naar 't Zuiden, was verbazingwek
kend naar schatting was het twee seconden
zichtbaar.
Eenzelfde natuurverschijnsel is op hetzelfde
uur te Zierikzee waargenomen.
In den afgeloopen winter werd, als naar
gewoonte, door de leden der Leesvereeniging
Leeslust te Aagtekerke een zeer druk
gebruik gemaakt van hunne bibliotheek.
teloos boeken ter lezing te ontvangen, werd
ook vtjj goed geprofiteerd. Den leden wordt
tevens voortdurend .ivÜlfeljvRa goede lectuur
verschaft, door de toezending van eenige
tijdschriften.
Door aankoop en schenking van eenige
personen, vooral van den voorzitter der ver-
eeniging, den heer J. Peper, burgemeester,
daartoe in staat gesteld, werd de bibliotheek
weder met verscheidene goede boeken en
tijdschriften verrjjkt, zoodat deze nu ruim 400
boekdeelen bezit.
Te Oost en West-Souburg heer.
schen de mazelen epidemisch.
De booten der Zeeuwsche stoomvaartmaat
schappij VlissingenHuil zullen in den loop
van Mei niet meer van Vlissingen, maar van
Rotterdam varen.
Door den commissaris der koningin in
Zeeland zpn, op voorstel van den voorzitter
der keuringscommissie, de volgende wijzigin
gen gebracht in de aauwjjzing der gemeenten
en der plaatsen, dagen en uren, waarop de
keuring van voor den krjjgsdienst
geschikte paarden zal plaats hebben
St. Annaland (Kaaiplein) 9 Mei te 9 u.
voor St. Annaland, te 9.45 u. voor Stavenisse
en te 10.30 u. voor St. Maartensdjjk.
St. Philipsland (Dorpstraat) 9 Mei te
3 u. voor St. Philipsland.
Ellemeet (Kom der gemeente gehucht
Oudendjjk) 10 Mei te 10 u. voor Ellemeet, te
10.45 u. voor Eikerzee, te 11.15 u. voor Noord-
welle, te 12 u. voor Brouwershaven, te 1.30 u.
voor Duivendpke, te 2 u. voor Renesse, te 2.15 u.
voor Haamstede en te 3 u. voor Burch.
-Maandag avond werd door de Kamer
van Koophandel en Fabrieken te Temeu
zen eene vergadering gehouden, waarbp alle
leden tegenwoordig waren.
Onder de ingekomen aturiken was een schrij
ven van den minister van buitenlandsche za
ken, om, naar aanleiding der toegezonden
consulaire verslagen, eventueel de consuls van
advies te dienen.
Besloten werd een adres aan de regeering
te zenden, met verzoekde tollen voor alle
schepen af te schaffen de gelegenheden voor
den houthandel te vergemakkelijken, zonder
schade aan den steenhandel te veroorzaken,
en de groote sluis met den toegang er toe te
verbeteren.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
Een vervolg- op het drama
aan den V3 arolleput.
Heden ochtend was voor bovengenoemde
rechtbank de zooveel gerucht gemaakt heb
bende drievoudige moord aan den Marolleput
op nieuw aan de orde.
Er stond n). terecht de negentienjarige L.
M. N., dienstbode, geboren te Koewacht,
wonende te Groede, thans alhier in hechtenis,
die in deze verschrikkelijke gebeurtenis eene
zoo beteekenisvolle rol vervulde.
Zjj werd terechtgesteld ter zakedat zij
1° in den morgen van den 31sten Augustus
1893 op de hofstede van De Milliano te Groede
opzettelijk een blauw baaien rok, twee gouden
oorbellen en twee paar kousen van Machiel
Lampier als geschenk heeft aangenomen, terwij!
zjj wist, dat die goederen door dezen den
vorigen avond waren ontvreemd uit eene kist,
staande in eene woning aan den Marolleput
te Oostburg en toebehoorende aan Melanie
Oetavie Bert
2° in den avond van den 30sten Augustus
1893, omstreeks 7 uren, en alzoo op een tjjd-
stip waarop de moorden nog konden worden
voorkomen, in den koestal op de hofstede
van De Milliano te Groede, alwaar zjj als meid
in dienst was, van Machiel Lampier, die aldaar
mede in d'enst was als koewachter, vernomen
hebbende, dat hp van plan was in dien nacht
de boel aan de Marolleput overhoop te gaan
gooien, daarmede bedoelend zjjn vrouw, Rosalia
Bert, zijne schoonmoeder, Maria Theresia
Banckaert, en zjjne schoonzuster, Melanie
Oetavie Bert, die te zamen in een huisje aan
den Marolleput woonden, van het leven te
berooven met een egtand, dien zjj gezien had,
en dien hp daarvoor achter de schuur had gereed
gezet, en alzoo kennis dragende van het
voornemen tot het vermoorden van genoemde
vrouwen, welke moorden dan ook in dien
nacht door genoemden Lampier zpn gepleegd,
opzettelijk heeft nagelaten van dat voornemen
tot die moorden tijdig voldoende kennis te
geven, hetzjj aan de ambtenaren der justitie
of politie, betzjj aan meergenoemde vrouwen.
In deze zaak waren 9 getuigen gedagvaard,
terwjjl aai; de beklaagde 4e heet mr, 0, de
Witt Hamer JGz, advokaat alhier, als verde
diger was toegevoegd.
Dc rechtbank was samengesteld als volgt
jhr mr J. van der Lek de Clercq president,
jhr mr E. P. Schorer en mr P. J. F. van
Voorst Vader rechters, jhr mr E. A. O. de
Casembroot griffier.
Als ambtenaar van het O. M. trad op de heer
jhr mr J. F. Schuurbeque Boeije.
Een zeer talrjjk publiek woonde de zitting bp.
Na voorlezing der acte van verrijzing naai
de openbare terechtzitting, van de aoten van
overlijden der drie vermoorde vrouwen en van
het, naar aanleiding van dat overlijden, opge
maakt visum repertum, verzocht de heer De
Witt Hamer ook als verdediger te worden toe
gelaten voor wat betreft het sub 2 in de dag
vaarding ten laste gelegde feit. Dit werd
toegestaan.
Daarna werd overgegaan tot het verhoor
van de deskundigen en de getuigen.
In de eerste plaats werd gehoord de deskun
dige J. J. Berdenis van Berlekom, arts te Middel
burg, die het voorgelezen rapport, door hem
met de heeren De Glopper en Dikkenberg op
gemaakt van de schouwing der drie ljjken,
mondeling bevestigde.
Daarna werd als getuige gehoord Machiel
Lampier.
Alvorens deze getuige den eed aflegde vroeg
de verdediger namens de beklaagde dat de ge
tuige in verband met art. 165 van het wet
boek van strafvordering buiten eede zou wor
den gehoord.
De ambtenaar van het O. M. meende dat
art. 165 hier niet van toepassing kan zpn, om
dat de veroordeeling van Lampier nog niet
onherroepelpk is, wjjl Lampier nog in hooger
beroep kan gaan. De ambtenaar achtte het
verzoek van den verdediger daarom niet voor
inwilliging vatbaar.
De heer De Witt Hamer bleef erop aandrin
gen dat de getuige niet zou worden beëedigd.
Daarop ging de rechtbank in raadkamer en
werd de zitting voor eenige oogenblikken
geschorst.
De zitting heropend zjjnde, deelde de presi.
dent mede dat het verzoek van den verdediger
niet wordt ingewilligd, op grond dat ook ver
oordeelde getuigen in den regel onder eede
kunnen gehoord worden.
De beklaagde was kalm en Lampier toonde
ook nu weder meer nieuwsgierigheid in de
zaal en de daarin aanwezigen, dan wel in de
zaak zelve. Hp beantwoordde de hem gedane
vragen duidelpk en klaar.
Hij verklaarde, na den eed te hebben afge
legd, dat hij in den morgen van 31 Aug. twee
rokken, twee gouden oorbellen en twee paar
kousen, die hp 's nachts na de moorden uit
het huis aan den Marolleput had ontvreemd,
aan Leonie gegeven te hebben. Leonie wist
's avonds dat de moorden zouden gepleegd
worden; Lampier zeide haar 's morgens dat
de vrouwen gedood waren en dat de goederen
door hem uit het huis waren meegenomen.
Leonie heeft hem (get.) een stok in de hand
gegeven om de moorden te begaanhp vond
echter dien stok te,zwak en daarom nam hjj
de egtand. 's Morgens toen de moorden ge
pleegd waren heeft Lampier aan Leonie gezegd
dat hij voor de moorden een anderen stok
gebruikt had.
De verdediger vroeg Lampier of hp, toen
hjj zeide den boel overhoop te gaan gooien,
daar ten slotte niet bp voegde; «ik doe het
niet." Lampier antwoordde hierop bevestigend.
Ontkennend antwoordde getuige op de vraag
of hp bij het overreiken van het pakje aan
Leonie gezegd had «hou je sm andere
ben je er ook aan."
Lampier erkende verder de goederen uit de
kist van Melanie genomen te hebben en zeide
zjjn leven voor Leonie opgeofferd te hebben.
De beklaagde, zeer slecht verstaanbaar, gaf
toe dat zjj op den bewusten avond wist dat
Lampier het voornemen had de vrouwen te
vermoorden, maar ontkende hem een stok in
de hand gegeven te hebben.
Zjj gaf ook toe dat Lampier haar verteld
had de moorden gepleegd te hebben en de
bewuste goederen van hem aangenomen te
hebben. Het doosje met de oorbellen heelt
beklaagde weggegooid.
Beklaagde heeft er niet aan gedacht om
het moordplan te verhinderen door politie,
justitie of anderen te waarschuwen, omdat,
zeide zjj, allicht zoo iets wordt gezegd maat
niet gedaan.
Larnpier was opgewonden, toen hp haar zpn
plan mededeelde.
Na zpn verhoor werd de getuige Lampier
weggevoerd.
De volgende getuige H. W. Rouwendaal,
huishoudster verjriaardp i» den avond van §0
Augustus omstreeks tien uur Lampier gezien
té hebben op den weg naar den Marolleput
zjj uerkende hem door het liclit van den tol
hp had een stok in de hand en zag er woest
uit.
Getuige J. M. Breemes, wed. Tronkwa, te
Groede, heeft wel een soortgelpken rok als ter
terechtzitting aanwezig was in het bezit van
Melanie Bert gezien, doch herkende den aan
wezigen rok niet. Zjj wist ook dat Melanie
gouden oorbelletjes had, die zp in een doosje
bewaarde.
De volgende getuige, de vrouw van den
landbouwer De Milliano, verklaarde de ter
terechtzitting aanwezige kousen gevonden te
hebben in het melkhuis en die aan de justitie
te hebben overgegeven. Het waren geen kousen
zooals beklaagde gewoonlpk droeg.
Bekl. hield vol dat de kousen, hier aanwezig,
haar eigendom waren en dat die in Juni 1893 bp
haar thuis gebreid zpn; het was een ander
soort dan zjj gewoonljjk droeg.
Deze getuige verklaarde op eene vraag van
den verdediger dat zjj tevreden was over de
dienstmeid en deelde mede dat na den moord
door Leonie tot haar was gezegd »als Lampier
hier terug komt, dan ga ik weg".
De volgende getuige H. W. v. d. Kaa, huis
vrouw van Bosschaart, te Oostburg, verklaarde
indertjjd rokkengoed als ter terechtzitting aan
wezig a n Leonie verkocht te hebbenzp kon
echter niet zeggen of de haar vertoonde rok
en de kousen aan haar of aan de familie Bert
hadden behoord.
De wagenmaker F. Jacques te Groede ver
klaarde den egtand te herkennen als een door
hem gemaakt voor De Milliano.
De volgende getuige, de arbeider A. Ver
sprille, wonende aan den Marolleput, verklaarde
in den vroegen morgen van 31 Augustus het
eerst de ljjken ontdekt en de justitie gewaar
schuwd te hebben.
De getuige A. van Lier, brigadier der ma
rechaussee, te Oostburg, verklaarde de ljjken
van de drie vrouwen op aanwjjzing van Ver
sprille gevonden te hebben.
Door den laatste getuige H. Bosselaar, bri
gadier der maréchausseé te Breskens, werd
verklaard dat bekl. aan hem bekend heeft de
voorwerpen, waarvan hier sprake is, van Lam
pier den ochtend na den moord ontvangen te
hebben, met uitzondering van de kousen.
Zjj heeft twee rokken gehad, maar een er
van verbrand, omdat zp daarmee verlegen was.
Op een vraag van den verdediger deelde
getuige mede dat, naar hjj vermoedde, in den
omtrek van Groede wel menschen waren, die
van de zaak wisten maar niets durfden zeg
gen. Feiteljjk is hem daarvan echter niets
gebleken.
De beklaagde, nogmaals verhoord, werd
door den voorzitter erop gewezen dat zjj zeer
ernstig in deze treurige zaak betrokken is en
zeer verkeerd gedaan heeft met niemand
mededeeling te doen van Lampier's voornemen.
Bekl. wist dat zjj het goed, dat door moord
en diefstal was verkregen, niet mocht hebben
en zeker had zjj het weggemaakt als zjj dat
maar had kunnen doen.
Zjj hield vol dat zp niet had geloofd dat
Lampier de moorden bedrpven zou, daarom
heeft zjj niemand medegedeeld, wat bp tot
haar gezegd had.
Zjj verklaarde verder dat Lampier haar nooit
gezegd heeft dat hjj, om met haar naar Amerika
te gaan, zich van zjjne vrouw moest ontdoen,
De ambtenaar van het openbaar ministerie
begon met erop te wjjzen dat thans de be
handeling van de beruchte zaak aan den
Marolleput is afgeloopen en dat de dader ver
oordeeld is, maar dat nu hier nog terecht staat
iemand die de misdaad had kunnen voorkomen,
door den een ot den ander mededeeling te
doen van Lampier's voornemen.
Zjj heeft haar plicht als Nederlandsch bur
geres en als mensch schandeljjk verzaakt.
De ambtenaar wees er verder op dat slechts
zelden het bewjjs voor het feit, in art. 136 van
het wetboek van strafrecht genoemd, te vin
den is.
Spreker vond het gelukkig dat het nieuwe
strafwetboek dit misdrpf heeft strafbaar ge
steld doch betreurde het dat het maximum
der Btraf slechts zes maanden gevangenis be
draagt.
Daarna werd door den ambtenaar de ver-
schrikkeljjke daad van Lampier nagegaan en
diens getuigenis in de onderhavige zaak in
verband gebracht met de verklaringen der
overige getuigen om daaruit het bewjjs te
putten dat Lampier met voorbedachten rade
de moorden bedreven heeft. Spreker stelde
verder in het licht dat beklaagde wist wat ef
gebeuren zou en toch opzettelpk nagelaten
heeft va» het voorneme» va» Lampier