FEUILLETON.
Moedert lieveling.
VERKOOPINGEN ENZ.
RECHTSZAKEN
reden tot tevredenheid gaf en dat het hoogst
aantal leerlingen aan de school op de Vlas-
ïnarkt 156 bedroeg en het laagste 46. Wat
de school in de Schuitvlotstraat betreft waren
die cijfers respectievelijk 100 en 44.
Toen de pogingen om een subsidie van het
hoofdbestuur te verkrijgen voor het oprichten
van een cursus tot opleiding van hulppersoneel
met gunstigen uitslag waren bekroond, heeft
de commissie dadeljjk de inrichting van den
cursus ter hand genomen. Sedert 1 Sept. 1893
werden geregeld lessen aan den cursus gegeven.
Een 7 tal helpsters der Nutsscholen en der
gemeente-bewaarschool woonden de lessen bij.
De commissie spreekt de hoop uit dat ook
.jonge meisjes, die nog niet als helpster werk
zaam zjjn, maar zich daarvoor willen bekwa
men, teneinde bjj voorkomende gelegenheid
geplaatst te worden, zich zullen aanmelden
om op den cursus geplaatst te worden.
Hierna was aan de orde de benoeming van
drie leden van het hoofdbestuur.
De uitslag der stemmingen was dat werden
gekozen in de vacatuie-Mouthaan de heer P.
H. Hugenholtz jr., in de vacature-Pleyte de
heer mr E. Fokker en in de vacature-prof. W.
Koster de heer J. A. Böhringer. Met de ge
kozenen waren aanbevolen de heeren dr W.
C. Janssen, mr H. J. van Leeuwen en prof.
mr J. M. Telders.
Ter voorziening in de vacature in de com
missie voor de spaarbank, ontstaan door het
bedanken van den heer J. C. van den Broecke,
waren aanbevolen de heeren A. A. van Teij-
lingen en J. J. M. de Borst Verdoorn.
Alvorens tot de benoeming werd overgegaan
bracht de voorzitter een woord van hulde aan
de nagedachtenis van den inmiddels overleden
heer Van den Broecke.
De heer A. A. van Tejjlingen werd daarop
met 10 stemmen benoemdde heer De Borst
Verdoorn verkreeg er 8.
Ter voorziening in de vacature-Altorffer in
de commissie voor de volksbibliotheek waren
aanbevolen de heeren J. C. Frederiks en J.J.
v. d. Harst Az. Eerstgenoemde werd benoemd
met 15 stemmenop den heer J. J. v. d.
Harst Az. waren 3 stemmen uitgebracht.
Ter vervulling der tweede vacature in die
commissie, ontstaan door het bedanken van
den heer Frederiks, werden aanbevolen de
heeren J. A. Altoffer en J. J. v. d. Harst Az.
Eerstgenoemde werd benoemd met 14 stem
men op den heer V. d. Harst waren 3 stem
men uitgebracht.
Thans was aan de orde de benoeming van
een afgevaardigde en een plaatsvervangend
afgevaardigde ter algemeene vergadering.
Daarvoor werden in alphabetische volgorde
aanbevolen de heeren J. A. Altorffer, mr F. N.
van der Bilt, mr S. Gratama, W. H. Hassel-
bacb, T. Kielstra en N. Snpders.
De heeren mr F. N. v. d. Bilt, Hasselbach
en Snjjders hadden verzocht niet voor eene
benoeming in aanmerking te komen, wjjl zp
verhinderd zouden zjjn de vergadering bjj te
wonen.
De uitslag der eerste stemming was dat
werden uitgebracht op de heeren Altorffer 8,
Gratama en Kielstra ieder 4 stemmen en Snjjders
1 stem en dus niemand de volstrekte meerder
heid verkreeg.
Bjj de noodige tweede vrjje stemming werd
de heer Altorffer met 10 stemmen tot afge
vaardigde benoemd. Op den heer Kielstra
werden 4 stemmen uitgebracht, op den heer
Gratama 3, terwjjl 1 stem op den heer Snjjders
was uitgebracht.
Tot plaatsvervangend afgevaardigde werd
benoemd de heer T. Kielstra met 15 stemmen.
Op den heer mr Gratama waren 3 stemmen
uitgebracht.
Eindeljjk was aan de orde de voorziening
in de vature voor een lid van 1t bestuur, ont
staande door het aftreden van den heer F. Q.
Sprenger. Aanbevolen werden daarvoor de
heeren L. K. v. d. Harst J.Jz. en jhr mr W.
H. Snouck Hurgronje. Eerstgenoemde werd
benoemd met 14 stemmenop jhr mr Snouck
Hurgronje werden 4 stemmen uitgebracht.
Na deze reeks van benoemingen werd over
gegaan tot de bespreking der punten van be-
schrjjving voor de algemeene vergadering.
Goedgevonden werd den afgevaardigde geen
irnperiatief mandaat te geven, maar hem, de
discussie gehoord, vrjj te laten.
Allereerst werden besproken de voorstellen
van het hoofdbestuur, ter verdere uitvoering
en hernieuwing van vroeger genomen besluiten.
Achtereenvolgens werd instemming betuigd
met de voorstellen van het hoofdbestuur.
a. «dat, tot verdere uitvoering van het besluit
van 1891, met betrekking tot het verslag om
trent armverzorging, ter beschikking van het
hoofdbestuur worde gesteld, gedurende het
dienstjaar 1894—95, een bedrag van 1500";
b. «dat, tot verdere uitvoering van het be
sluit van 1892, betrekkelpk algemeene ont
wikkeling gedurende het dienstjaar 1894- 95,
ter beschikking van het hoofdbestuur worde
gesteld een bedrag van f 800"
c. «dat, ter verdere uitvoering van het be
sluit van 1892, omtrent het leerlingwezen,
gedurende het dienstjaar 1894—95, ter zpner
beschikking worde gesteld een bedrag van
f 800"
d. »om onder de voorwaarden, zooals die
in 1888 zjjn vastgesteld, ook gedurende hot
dienstjaar 1894—1895, een bedrag van /"2250
ter beschikking van het hoofdbestuur te stellen
voor het doen houden van voordrachten over
onderwerpen, welke in verband staan met het
streven der Maatsckappjj"
e. «om, onder de voorwaarden als die in
Uit het Duitsch.
VAN
H. VON DER ELBE.
Op den brief van Charlotte antwoordde
Wilhelmine
»De meisjes zjjn opgetogen dat zjj de
afwezige tante eindeljjk zullen leeren kennen.
Arthur heeft altjjd van u moeten vertellen.
Gjj kunt mjj geen grooter geluk verschaffen
dan door bjj mjj te komen en als gjj er een
maal zjjt, zult gjj u door duizenden teedere
banden geketend voelen. Wjj zullen met en
voor elkaar leven en elk uur van ons samen
zijn waardeeren, als een gave Gods. Moge
alles zóo worden als ik het in den geest voor
zie. Gjj wilt van mjja meisjes hooren: De
21jarige Antonie is gebleven wat zjj was,
gegond, frieeb «atuurljjkj zjj wil alles doen,
1892 vastgesteld zjjn, gedurende het dienstjaar
18941895 een bedrag van f 500 ter beschik
king van het hoofdbestuur te stellen om het
tot stand komen van plaatselijke volksbanken
te bevorderen"
f. «over het dienstjaar 1894—'95 ter be
schikking van het hoofdbestuur te stellen een
bedrag van f 1000, om dit te storten in het
schoolfonds."
Door den heer Kielstra werd hierbjj de aan
dacht gevestigd op het onderwjjs aan schippers
kinderen en de wenBch geuit dat de afge
vaardigde bp de behandeling van dit voorstel
dat onderwjjs ter sprake zal brengen en zal
trachten ook daarvoor iets tot stand te brengen.
Yan de bestuurstafel werd erop gewezen dat
de tjjd om voorstellen te doen eigenljjk voorbjj
is, waarop de heer Kielstra opmerkte dat ook
nog staande de algemeene vergadering voor
stellen kunnen gedaan worden.
Na discussie werd door het bestuur voorge
steld den afgevaardigde uit te noodigen, zoo
mogeljjk, dit punt in de algemeene vergadering
ter sprake te brengen.
De heer Kielstra was hiermede niet voldaan;
hp gaf in overweging nog een voorstel te
doen om f 1000 te voteeren voor het door
hem bedoelde onderwjjs.
Dit voorstel werd verworpen met 12 tegen
6 stemmen en daarna het voorstel van het
bestuur goedgekeurd.
g. »dat gedurende het dienstjaar 1894/95,
ter verdere uitvoering van het besluit van
1891, omtrent het onderzoek naar de werking
van ziekenfondsen, ter beschikking van het
hoofdbestuur worde gesteld een bedrag van
f 1300";
h. a «het hoofdbestuur op te dragen om
uit te lokken, aan te moedigen en te steunen:
bemoeiingen van departementen en anderen
in de onderscheiden deelen van het land, ter
bestrjjding van de werkloosheid en hare na-
deelen
b «het hoofdbestuur op te dragen om daar
voor, zoo noodig, ook de geldel ij ke medewer
king van anderen in te roepen
c »voor deze bemoeiingen der Maatschappjj
op de begrooting 1894—95 uit te trekken een
bedrag van f 3000."
Als nu waren aan de orde de nieuwe voor
stellen van het hoofdbestuur.
Instemming werd betuigd met punt I,
luidende
1° het hoofdbestuur op te dragen, dooreen
of meer der zake kundige personen te doen
bewerken een samenvattend geschrift over den
tegenwoordigen stand van het woningvraag
stuk en in het bjjzonder over de middelen
ter verbetering der woningtoestanden
2" dit geschrift gratis te verstrekken aan
alle departementen en tegen een matigen prjjs
algemeen verkrpgbaar te stellen
3° ter bestrjjding van de kosten ter beschik
king van het hoofdbestuur te stellen een be
drag van ten hoogste f600.
Punt II was van den volgenden inhoud
»De Maatschappij tot nut van 't algemeen
verzekere aan hare ambtenaren een uitkeering,
te genieten door hen persoonlijk bjj het be
reiken van den 65-jarigen leeftpd of bjj vroe
ger overlijden door hunne nagelaten betrek
kingen, en stelle daartoe jaarlpks een bedrag
van ten hoogste /900 te beschikken."
Met betrekking tot dit punt wees het be
stuur erop dat het hier, blpkens de toelichting,
alleen geldt ambtenaren bjj het hoofdbestuur,
en uitte het den wensch dat de afgevaardigde
in het licht stelle dat ook andere beambten
van de departementen op pensioen aanspraak
kunnen maken.
Hierop volgden de voorstellen der departe
menten.
Eerstens een van Enkhuizen, luidende
«De algemeene vergadering besluite, dat
namens haar, door het hoofdbestuur adhaesie
worde betuigd aan de pogingen, door het
hoofdbestuur van 't Nederlandsch Onderwij
zers-Genootschap bjj den minister van B. Z.
aangewend, ter verkrjjging van een pensioen
regeling voor de weduwen en weezen der
ondet wijzers."
Hiermede werd instemming betuigd.
Den afgevaardigde werd volle vrjjheid van
handelen gelaten met betrekking tot het vol
gende voorstel van de departementen Enschedé
en Hengelo, luidende
1. Het hoofdbestuur op te dragen de orga
nisatie te bevorderen, in de departementen,
van tjjdeljjke cursussen in koken en andere
huishoudelijke bezigheden, tot onderricht van
huisvrouwen en toekomstige huisvrouwen uit
de kleine burgerjj en den werkmansstand
2. het hoofdbestuur te machtigen, daartoe
te doen bewerken, uit te geven, aan alle depar
tementen gratis te verstrekken, voor de Nuts
leden tegen een ge ringen prjjs verkrjjgbaar te
stellen, en verder in den handel te brengen,
eene uitgewerkte handleiding voor de inrichting
van dergeljjke cursussen, met toelichting ook
van de financieele zjjde der zaak.
3. het hoofdbestuur te verzoeken, om, met
de middelen, die hem dienstig voorkomen,
voor deze aangelegenheid de belangstelling
van departementen, Nutsleden en anderen
op te wekken en hunne medewerking te ver
krijgen
4. het hoofdbestuur te machtigen om, onder
door hem te stellen voorwaarden, uit de alge
meene kas de oprichting van wege de depar
tementen te steunen;
5. ten dienste van deze onderscheidene be
moeiingen, op de begrooting 1894/95 beschik
baar te stellen een bedrag van f 3000.
Een voorstel van het departement Vorden
alles maken en kan alles wat zjj wilmooi
is zp niet, maar bjjzonder practisch. Men
vindt dat zjj op n geljjkt, maar zjj is kleiner
en blonder. Sylvia is 17 jaar en een echte
vlinder, de mooiste van allen, bekoorlijk en
lief. Lïsbeth zal juist aangenomen zjjn als
gjj komtzjj is niet zoo mooi maar een aller
liefst rozenknopje. Ik kus u in gedachten en
verheug mjj bjj voorbaat. Als gjj eenmaal
hier zjjt, laat ik u niet meer los.
Uwe gelukkige zuster,
Wilhelmin e".
Dezelfde tegenstrijdige gewaarwordingen,
die Charlotte bjj alle brieven van haar znster
bestormden, maakten zich nu weer van baai-
meester, terwjjl zjj de toebereidselen tot haar
vertrek maakte. Zjj streed tegen dat wan
trouwen. Haar vriendin had geljjk, het lag
niet in haar aard, zjj noemde het zelfs een
onwaardige zwakheid en toch kon zjj het niet
geheel onderdrukken.
Kort na den brief zjjner moeder, herhaalde
Arthur zjjn bezoek. Charlotte was op het punt
van wit te ggan en ontmoette hem aap de
heeft de volgende strekking
«De uitgave van het jaarboekje der Maat
schappij wordt gestaakt;
«jaarlijks wordt een voorstel gedaan, om de
daardoor vrjj vallende gelden tot een bedrag
van minstens twee duizend gulden ten bate
van de departementen of hunne leden te be
steden de noodige mededeelingen, die thans
in het jaarboekje voorkomen, worden achter
de punten ter beschi-jjving afgedrukt."
Het departements-bestuur kan daaraan zjjne
goedkeuring niet hechten en ontraadde adhesie
te geven aan dit voorstel.
Hiermede vereenigde de vergadering zich.
Aan een voorstel van het departement Utrecht
van den volgenden inhoud «Om onder dezelfde
voorwaarden, waarop laatsteljjk in 1890 door
de algemeene vergadering aan het Utrechtsche
museum van kunstnijverheid, ten behoeve van
daaraan verbonden onderwijs-cursussen, een
subsidie is verleend van vpfhonderd gulden
'sjaars, voor den tjjd van 3 jaren, thans, met
ingang van 1 Juli 1894, een gelijk subsidie van
vpthonderd gulden 'sjaars, voor de eerstko
mende drie jaren te verleenenmeende het
bestuur ook geen steun te mogen verleenen.
De vergadering was van hetzelfde gevoelen.
Geljjk besluit werd genomen met betrekking
tot een voorstel van het departement Berkhout,
luidende
«De algemeene vergadering noodigt het
hoofdbestuur uit, de uitgave te bezorgen van
een populair handboek voor de practische
geneeskundige behandeling der voornaamste
ongesteldheden van paarden, runderen en
wolvee, op de hootjte der tegenwoordige
wetenschap."
Het laatste voorstel was dat van het depar
tement Frederiksoord, nl.:
«De algemeene vergadering stelle bjj ver
nieuwing, gedurende de eerste vjjf volgende
jaren, jaarlijks ter beschikking van het depar
tement Fredriksoord en omstreken, de somma
van één honderd gulden, ter uitkeering aan
het bestuur der Maatschappij van iveldadigheid,
ten behoeve van het onderwjjs aan de Gerard
Adriaan van Swieten Boschbouwscbool."
Ook ten opzichte van dit voorstel meende
het bestuur niet gunstig te mogen adviseeren.
Conform dit advies werd besloten.
Nadat de punten van beschrjjving waren
afgehandeld, wees de heer Kielstra op de
wenscheljjkheid dat, wanneer in Middelburg
zaken van algemeen volksbelang, als b. v.
Ons huis, ter sprake komen, ook hetNl/fa-depar-
tement zoo al niet het initiatief neme dan
toch niet achterbleef en steun verleende.
De heer Wibaut meende dat, waar anderen
het initiatief namen, van het departement
dat niet best bjj kas is niet te vergen is,
bjj al hetgeen het reeds doet, nog meer hooi
op zjjn vork te nemen.
De heer Herm. Snjjders zette uiteen wat
Ons Huis wil en stelde in het licht dat het
minder op den weg van het Nut zou liggen
om in zaken als deze het initiatief te nemen;
steun ervan zou zeker zeer worden gewaar
deerd.
Hierna werd de vergadering opgeheven.
Heden had ten raadhuize van Middel
burg de openbare verpachting plaats der
tollen op den straatweg tusBchen Middelburg
en Veere van 1 Mei 1894 tot 30 April 1897.
Beide tollen werden gezamenlijk gemjjnd
voor f 725 per jaar door Jan Gastel te Vrouwe
polder.
- Ten gemeentekuize van Coljjnsplaat
is Woensdag aanbesteed de levering van de
navolgende partjjen grint, t. w. voor de ge
meente Coljjnsplaat 530 M3, voor de gemeente
Cats 150 M3, voor den polder Oud-Noord-
Beveland 475 M3 en voor den polder Leendert
Abraham 70 M3.
Voor het eerste perceel is ingeschreven
door de heeren A. Karreman te Coljjnsplaat
voor f 1.37s, A. J. Verstraete te Stavenisse
voor f 1.33, C, Bakker te Sliedrecht voort 1.32,
J. P. Grejjs te St. Maartensdjjk voor f 1.30 en
F. Mouthaan te Coljjnsplaat voor f 1.24.
Voor het tweede perceel schreven in de
heeren C. F. de Waal te Werkendam ad 11.45,
A. Karreman ad f 1.42, F. A. Cornet te Wer
kendam ad f 1.42, J. M. Eerlang te St. Maar
tensdjjk ad f 1.405 en D. Verburg Jz. te Coljjns
plaat ad f 1.39.
Voor het derde perceel waren inschrijvin
gen van de heerenF. A. Cornet voor f 1.42,
C. F. de Waal voor f 1.415, A. J. Verstraete
voor f 1,38, A. Karreman voor f 1.38, C. Bak
ker voor f 1.34 en F. Mouthaan voor 1 1.34.
Voor het vierde perceel was ingeschreven
door de heeren: C. F. de Waal ad f 1.47, J.
M. Eerlang ad f 1.44, A. Karreman ad f 1.425
en D. Verburg ad f 1.39.
Alles per M3.
Aan de verschillende laagste inschrijvers is
de levering gegund het 3e perceel bjj loting
aan den heer F. Mouthaan.
In de Woensdag gehouden zitting van
den raad van State bracht staatsraad mr Des
Amorie van der Hoeven rapport uit in zake
het beroep van Mozes van Os tegen het besluit
van burg. en weth. van Middelburg, waarbjj
hem vergunning is geweigerd tot oprichting
van een slachterjj in de Kuiperspoort aldaar.
De koninkljjke beslissing wordt later mede
gedeeld. -ft-
deur harer woninghjj scheen te ontstellen
misschien had bjj gehoopt dat zjj weer niet
thuis zou zjjn maar hjj herstelde zich spoedig
en volgde haar naar haar kamer, met de ver
zekering dat hjj razend bljj was haar te
zien. Hij nam plaats en zei, terwjjl hjj met
zjjn lorgnet speelde«Dus hebt gjj plan om
naar Bleiden te verhuizen, tantetje? Mama
schrjjft natuurljjk opgetogen. Ik vind het een
heel besluit voor u, maar gjj leidt hier zeker
ook een vrjj vervelend leven Misschien
kom ik met Pinksteren met verlof dat kunt
gjj vast aan mama vertellen. Er is altjjd allerlei
tusschen ons beiden in orde te brengen; Zjj
heeft geen juist begrip van het leven in een
groote stad, vaïi hetgeen ik aan mjjn rang
verschuldigd ben, van al de eischen die mjj
gesteld worden."
»Dus zjjn uwe geldzaken alweer in de war,
Arthur? Gjj moest toch eindeljjk leeren.
«Ik verzeker u dat ik volstrekt geen buiten
sporigheden bega. Lag ik in een klein stadje
in garnizoen, dan kon ik nog met veel minder
rondkomen, maar hier in Berljjn bjj de
garde?" Hjj geraakte in vuur zijn oogen
De Sociaal democratische-Bond -voor
«le rechtbank.
Omtrent de behandeling voor de rechtbank
te Groningen van de vervolging, ingesteld
tegen A. Rot, letterzetter, S. W. Col tof, cor
rector, Chr. Cornelissen, redacteur van Recht
voor Allen, resp. voorzitter, secretaris en waar
nemend secretaris van den Centralen raad
van den Sociaal democratischen Bond in Ne
derland, ontleenen wjj, ter aanvulling van
het korte bericht in ons vorig nommer, het
volgende aan het Handelsblad:
Als getuige waren gedagvaard H. Ketting,
correspondent van De Amsterdammer, D. A.
Zoethoud, red.-versl. san het Nieuwsbl. v. 't
Noorden, A. A. Stroink en F. G. van Pesch,
verslaggevers van Zwolsche bladen, J. A. For-
tuyn en Henri Polak, en décharge J. H.
Schaper.
Bekl. Coltof was niet verschenen.
Na voorlezing van de bekende Zwolsche
motie uit een nummer van Reclit voor Allen
van Jan. 1893, verklaarden de eerste twee ge
tuigen, dat Rot op het Groninger congres
voorzitter was en de beide andere beklaagden
secretaris en waarnemend secretaris. Get.
Van Pesch heeft op het congres de motie van
het concept overgeschreven. Er was daarin
sprake van wettige en onwettige, niet van
wettelijke en onivettelijke middelen. Welwas
in de beginselverklaring, die den tweeden dag
van het congres ter sprake kwam, gerept van
wettelijke en onwettelijke middelen. Ook get.
Stroink was bjj de behandeling der motie
tegen woordig. Zjj was gesteld door Domei a
Nieuwenhuis en werd door Schaper geamen
deerd. Get. gelooft, dat er stond wettige of
onwettige middelenzeker weet hjj het niet.
Schaper voegde er aan toe vredelievende of
gewelddadige.
Get. Fortuijn, die onder protest den eed af
legde, verklaarde, dat hjj te Zwolle was secre
taris van den centralen raad. De bekende
motie is eenige weken later door het referen
dum aangenomen en dientengevolge voor den
Bond geldig geworden. Get. kan niet beslist
verklaren, of er gestaan heeft wettig en onwet
tig of wettelijk en onwettelijk.
Ook get. Polak legde onder protest den eed
af. Hij was te Zwolle ook lid van den cen
tralen raad doch weet evenmin of de woorden
■wettige en onwettige of wettelijke en onwette
lijke waren aangenomen.
Get. Schaper protesteerde tegen den eed.
De verdediger mr N. A. Calisch vroeg waarom
get. de woorden vredelievende of ge-weldadige
toevoegde. Get. antwoordde dat hjj de woor
den wettelijke en onwettelijke toevoegde, om
dat voor hem onwettig iets heel anders is daD
onwettelijk, «Onwettig" beteekent z. i. oneer
lijk, ongeoorloofd.
Het O. M., bp monde van jhr. Alberda van
Ekenstein, achtte de aanneming der motie
bewezen en nu staat men voor de juridische
vraag, of de motie den Sociaal-democratischen
bond maakt tot een door de wet verboden
vereeniging. Die vraag is reeds te Zwolle en
te Arnhem voor de rechtbank behandeld, doch
toen kon de zaak niet verder worden voort
gezet. Dat hier sprake is van deelneming, is
buiten twyfel, en dat de bond is een vereeni
ging kan evenmin worden betwist. Zelts al
was de motie niet aangenomen, dan nog was
er een vereeniging, want er is een reglement,
ook al behelst het niet juist het doel der
vereeniging. Het doel is te Zwolle door de
motie nader gepreciseerd. Is nu de conclusie
der dagvaarding juist Dat eene vereeniging,
die wil omverwerpen de maatschappelpke orde,
niet vallen zou onder de verboden vereeni-
gingen, is een paradox. De wet van 1855 zegt
in art. 3, welke vereenigingen verboden zjjn.
De wet moet geëerbiedigd worden en de
vereeniging, die niet wil eerbiediging der wet,
dient verboden. En deze vereeniging wil
onwettige middelen. Zp wil gewelddadige
middelen, zjj wil dus iets strpdig met de wet.
Deze vereeniging wil gebruik maken van die
middelen om haar einddoel te bereiken. Die
middelen kunnen niet samengaan met de wet
en bovendien is nog sprake van een verboden
doel.
Misdrpf beteekent in onze wet eene be
paalde verboden handeling, en wanneer men
de orde wil omverwerpen met onwettige mid
delen, dan ligt het voor de hand, dat er mis
drpven zouden worden gepleegd. De woorden
«afschaffing van privaat bezit" staan naar
sprekeis meening afgescheiden van de slot
woorden der motie. Er is hier dus feiteljj k
sprake van deelnemen aan een verboden ver
eeniging door verbonden personen. Deze ver
volging draagt niet den vorm eeuer waar
schuwing. Het hof van Arnhem besliste, dat
de vereeniging door de motie was geworden
verboden en toch bleet de vereeniging bestaan.
Toch behoeft hier niet te worden toegepast
het maximum van straf en spr. vorderde tegen
beklaagden eene gevangenisstraf van twee
maanden wegens deelneming aan een verboden
vereeniging.
De verdediger bracht dank aan het O. M.,
dat deze vervolging eerst na de tweede helft
van April deed aanvangen, daar spr. het vóór
dien tpd te volhandig had, dank omdat het
O. M. geen onderscheid maakte tusschen ge
wone en sociaal-democratische burgers, wat
zoo dikwerf gebeurt. In deze vervolging zag
spr. niets dan een politieke vervolging en deze
wil spr. gaarne met ongunstig resultaat doen
eindigen. De eerste vraag iszpn de feiten
bewezen? Zelfs al is dit zoo, dan rpst de vraag,
schitterden en zpne witte tanden beten in de
volle onderlip.
«Uw moeder en uwe zusters hebben de
stad verlaten, Arthur, en zpn naar Bleiden
teruggekeerd, omdat zp daar goedkooper
konden leven, alleen om uw vurigen wensch
te vervullen en u hier in Berlpn te laten
blpvengjj moest dit offer op prps stellen en
niet telkens meer verlangen
«Droppels op een gloeienden steen, tan
tetje. Moeder denkt dat zjj heel wat doet,
maar hier is dat zoo goed als niets, Ik ben
nu eenmaal bjj de garde en mag, om mjjn
carrière niet te bederven, geen duisterling
zpn. Moet ik dan altpd krom liggen
«Laat ons over iets anders spreken, Ar
thur; dat zpn dingen die gp met uw moeder
moet uitmaken. Ik verheug mjj in uwe zus
ters; kunt gp goed met de lieve meisjes
overweg
«Zoo wat. Zusters zpn eigenlpk verve
lende wezens. Toni is heel goed voor mjjn
kleeren en waschgoedSilvia zou ik dolgraag
het hof maken, als zp tnpn zuster niet was
een guitig mooi kind, «mar een beetje al te
of art. 140 W. v. S. eene veroordeeling kan
wettigen. Ten laste wordt gelegd, dat aange
nomen is een motie. Niet zjjn aangenomen de
woorden wettelijk en onwettelijk doch wettig
en onivettig.
Ook het Handelsblad schreef in het verslag
van het Zwolsche congres, dat aangenomen
werden de woorden: wettig en onwettig,
vredelievend of gewelddadig. Niet bewezen is,
dat deze motie is bindend verklaard voor de
partp. De motie is verklaard geldig, maar
daarom behoeft zp nog met verbindend te zjjn.
De bond nam o. a. te Groningen aan, dat de
bond 2ich niet zal inlaten met parlementaire
taktiek. Door het referendum werd dit besluit
geldig verklaard, doch men zag bp de laatste
verkiezing, dat mannen als Fortuyn en Bruins-
ma zich candidaat stelden en Btemmen ver
wierven. Wel een bewps dat zp het besluit
niet bindend achten. Een motie is geheel iets
anders dan een besluit; een motie is slechts
uiting van een zekere richting, waarin men
wil gaan, het uitspreken van een wensch. In
het Engelsche Lagerhuis is voor veertien da
gen een motie aangenomen, waarin wordt uit
gesproken de wenscheljfkheid aan Schotland
een eigen parlement te geven. Niemand denkt
er echter in ernst over, een dusdanig parle
ment in te stellen. Een bekend taalkundige,
de heer Den Hei tog, noemt eene motie een
voorstel tot het uitspreken eener gemeenschap-
pelpke meening zonder meer. Gesteld, er brak
straks een hevige revolutie uit en personen,
buiten de partp staande, sloegen hun slag
zouden dan deze menschen daarvoor aanspra-
kelpk zpn Volgens dagvaarding wel, doch
feitelpk niet. Reeds op deze gronden zou vrp-
spraak moeten volgen. Zelfs al waren deze
teiten bewezen, dan kan nog geen straf vol
gen. Wat bracht de motie voor nieuws? Fei
telpk niets, alleen zp definieerde de middelen,
waarmee do bond zpn doel wil bereiken.
Men zou kunnen vragen: hoe kan terecht
staan de bestuurder eener verboden vereeniging
Op dien grond zou reeds niet-onafhankelpk-
heid bestaan. Doch hierop wilde spr. niet in
gaan. Hp wilde vragenis deze vereeniging in
strpd met de wet van 1855
De taktiek (s bp deze vereeniging slechts
de revolutionaire, het doel is afschaffing van
het privaatbezit en de wet van 1855 spreekt
in art 3 over doel: Het einddoel voor den
bond kan slechts bedoelen afschaffing van het
privaat bezit, niet het slot der Zwolsche motie.
Maar aangenomen zelfs dat doel en middel
gelpk zpn, dan nog zou een veroordeeling on
mogelijk zpn, omdat in de motie niet staat
wettelijk wat wel de wet van 1855 heeft ge
wild. Immers wettelijk beteekent »bp de wet"
legaal uitdrukkelpk bp de wet voorgeschreven,
wettig beteekent legitiem voortvloeiende uit niet
beschreven wetten. Spr. lichtte dit met eenige
voorbeelden toe. Waar nu in de motie staat
wettig en de wet spreekt van wettelijk, daar
kan geen sprake zpn van veroordeeling. Deze
vereeniging heeft ook niet ten doel het plegen
van misdrpven. De motie meent dat het eind
doel niet kan bereikt worden langs wettigen
en vredelievenden weg. Alleen daarom spreekt
zp ook van onwettig en gewelddadig. Het oog
merk is slechts het laatste doel niet het naaste
en daarom moet ontslag van rechtsvervolging
volgen. De motie bedoelde alleen een taktiek
en een taktiek bepalen zonder de feiten te
noemen, kan niet bedoelen misdrpven te plegen.
In alle socialistische bladen s aat te lezen, dat
men alleen wilde taktiek. En dan nog: de
partp kan geen misdrpf plegen, de bond kan
alleen aanzetten tot misdrpf, het individu al
leen ban plegen. De wet maakt ook wel
degeljjk onderscheid tusschen misdrjjf plegen
en misdrpt begaan.
Het O. M. meent, dat het omver werpen
van de maatschappelpke orde iets verkeerds
is, spr. ontkent dit. Bjj deze verkiezingen
beweren bladen als de Nieuwe Rott. en het
DagbL van Zuid-Holl. o. a., dat bp het aan
nemen der kieswet-Tak de maatschappelpke
orde zal zpn omver geworpen. Maatschappe
lpke orde is slechts leven onder een zeker
aantal wetten met bepalingen, die onze onder
linge verhoudingen regelen. Het beginsel der
omverwerping is dus alleen verandering der
toestanden om andere te erlangen. Het is
hier slechts een politiek begrip zonder meer.
Als de bond aangegeven had misdrijven, dan
zou bp strafbaar zpn, doch waarde misdrpven
niet genoemd werden, kan geen straf volgen.
Hes doel is in deze motie geen misdrpf, doch
eenvoudig afschaffing van privaat bezit. Art.
140 wil alleen straffen een aantal personen,
die zich vereenigen om een misdrpf te begaan,
en voor dit laatste vereenigen de sociaal
democraten zich zeker niet. Het doel der
partp is in het uiterste geval een revolutie te
maken en een tyrannie, gepleegd jegens een
minderheid, geeft volgens personen als mr
Van Houten in de Vragen des Tijds van Oct.
'87 recht tot opstand. En mr Levy heeft
eens van de anti-revolutionnairen gezegd dat
deze er uit moesten desnoods met de daad.
Niemand heeft ooit er over gedacht hem des
wege te vervolgen wegens aansporen tot mis
drpf. De geheele motie is niets meer dan een
politieke uiting. De verklaring, dat men ten
slotte een opstand zal verwekken, is een vrp-
heid, die niet mag worden onderdrukt. Tracht
men door dergeljjke vervolgingen de partp te
fnuiken, dan handelt men verkeerd. Want zpn
de stellingen der partjj een illusie, dan ver-
dwpnen zp vanzelf. Zpn zp het niet, dan
zullen zp toch wortel schieten trots alle ver
volging.
Sprekers conclusie is, dat de rechtbank op
wild en levendig. De kleine ken ik weinig
de kinderkamer ben ik gelukkig ontwassen 1"
Charlotte zei dat zp volstrekt niet voorne
mens was voor goed bp haar zuster te blpven;
maar daar lette Arthur niet op. Bp het heen
gaan zei hjj met veel gewicht«Natuurlpk
bied ik u mpn hulp bp het verhuizen aan.
Dames zpn altpd zoo'n beetje onbeholpen."
Charlotte bedankte hem voor zpn goedheid
en weldra gingen zp, weinig bevredigd, uiteen.
Op de trap pruttelde de luitenant bp zich
zelf op zpn moeder, die hem tot dit bezoek
gedwongen had. «Het geeft toch niets",
bromde hp, «zulk een oude vrpster is nog
vasthoudender dan een jood, en verbeeldt zich
nog dat zp wpze lessen mag uitdeelen. Waar
om zouden zulke vervelende schepsels toch op
de wereld zpn
(Wordt vervolgd.)