FEUILLETON. Moedert lieveling. VERKOOPINGEN ENZ. RECHTSZAKEN reden tot tevredenheid gaf en dat het hoogst aantal leerlingen aan de school op de Vlas- ïnarkt 156 bedroeg en het laagste 46. Wat de school in de Schuitvlotstraat betreft waren die cijfers respectievelijk 100 en 44. Toen de pogingen om een subsidie van het hoofdbestuur te verkrijgen voor het oprichten van een cursus tot opleiding van hulppersoneel met gunstigen uitslag waren bekroond, heeft de commissie dadeljjk de inrichting van den cursus ter hand genomen. Sedert 1 Sept. 1893 werden geregeld lessen aan den cursus gegeven. Een 7 tal helpsters der Nutsscholen en der gemeente-bewaarschool woonden de lessen bij. De commissie spreekt de hoop uit dat ook .jonge meisjes, die nog niet als helpster werk zaam zjjn, maar zich daarvoor willen bekwa men, teneinde bjj voorkomende gelegenheid geplaatst te worden, zich zullen aanmelden om op den cursus geplaatst te worden. Hierna was aan de orde de benoeming van drie leden van het hoofdbestuur. De uitslag der stemmingen was dat werden gekozen in de vacatuie-Mouthaan de heer P. H. Hugenholtz jr., in de vacature-Pleyte de heer mr E. Fokker en in de vacature-prof. W. Koster de heer J. A. Böhringer. Met de ge kozenen waren aanbevolen de heeren dr W. C. Janssen, mr H. J. van Leeuwen en prof. mr J. M. Telders. Ter voorziening in de vacature in de com missie voor de spaarbank, ontstaan door het bedanken van den heer J. C. van den Broecke, waren aanbevolen de heeren A. A. van Teij- lingen en J. J. M. de Borst Verdoorn. Alvorens tot de benoeming werd overgegaan bracht de voorzitter een woord van hulde aan de nagedachtenis van den inmiddels overleden heer Van den Broecke. De heer A. A. van Tejjlingen werd daarop met 10 stemmen benoemdde heer De Borst Verdoorn verkreeg er 8. Ter voorziening in de vacature-Altorffer in de commissie voor de volksbibliotheek waren aanbevolen de heeren J. C. Frederiks en J.J. v. d. Harst Az. Eerstgenoemde werd benoemd met 15 stemmenop den heer J. J. v. d. Harst Az. waren 3 stemmen uitgebracht. Ter vervulling der tweede vacature in die commissie, ontstaan door het bedanken van den heer Frederiks, werden aanbevolen de heeren J. A. Altoffer en J. J. v. d. Harst Az. Eerstgenoemde werd benoemd met 14 stem men op den heer V. d. Harst waren 3 stem men uitgebracht. Thans was aan de orde de benoeming van een afgevaardigde en een plaatsvervangend afgevaardigde ter algemeene vergadering. Daarvoor werden in alphabetische volgorde aanbevolen de heeren J. A. Altorffer, mr F. N. van der Bilt, mr S. Gratama, W. H. Hassel- bacb, T. Kielstra en N. Snpders. De heeren mr F. N. v. d. Bilt, Hasselbach en Snjjders hadden verzocht niet voor eene benoeming in aanmerking te komen, wjjl zp verhinderd zouden zjjn de vergadering bjj te wonen. De uitslag der eerste stemming was dat werden uitgebracht op de heeren Altorffer 8, Gratama en Kielstra ieder 4 stemmen en Snjjders 1 stem en dus niemand de volstrekte meerder heid verkreeg. Bjj de noodige tweede vrjje stemming werd de heer Altorffer met 10 stemmen tot afge vaardigde benoemd. Op den heer Kielstra werden 4 stemmen uitgebracht, op den heer Gratama 3, terwjjl 1 stem op den heer Snjjders was uitgebracht. Tot plaatsvervangend afgevaardigde werd benoemd de heer T. Kielstra met 15 stemmen. Op den heer mr Gratama waren 3 stemmen uitgebracht. Eindeljjk was aan de orde de voorziening in de vature voor een lid van 1t bestuur, ont staande door het aftreden van den heer F. Q. Sprenger. Aanbevolen werden daarvoor de heeren L. K. v. d. Harst J.Jz. en jhr mr W. H. Snouck Hurgronje. Eerstgenoemde werd benoemd met 14 stemmenop jhr mr Snouck Hurgronje werden 4 stemmen uitgebracht. Na deze reeks van benoemingen werd over gegaan tot de bespreking der punten van be- schrjjving voor de algemeene vergadering. Goedgevonden werd den afgevaardigde geen irnperiatief mandaat te geven, maar hem, de discussie gehoord, vrjj te laten. Allereerst werden besproken de voorstellen van het hoofdbestuur, ter verdere uitvoering en hernieuwing van vroeger genomen besluiten. Achtereenvolgens werd instemming betuigd met de voorstellen van het hoofdbestuur. a. «dat, tot verdere uitvoering van het besluit van 1891, met betrekking tot het verslag om trent armverzorging, ter beschikking van het hoofdbestuur worde gesteld, gedurende het dienstjaar 1894—95, een bedrag van 1500"; b. «dat, tot verdere uitvoering van het be sluit van 1892, betrekkelpk algemeene ont wikkeling gedurende het dienstjaar 1894- 95, ter beschikking van het hoofdbestuur worde gesteld een bedrag van f 800" c. «dat, ter verdere uitvoering van het be sluit van 1892, omtrent het leerlingwezen, gedurende het dienstjaar 1894—95, ter zpner beschikking worde gesteld een bedrag van f 800" d. »om onder de voorwaarden, zooals die in 1888 zjjn vastgesteld, ook gedurende hot dienstjaar 1894—1895, een bedrag van /"2250 ter beschikking van het hoofdbestuur te stellen voor het doen houden van voordrachten over onderwerpen, welke in verband staan met het streven der Maatsckappjj" e. «om, onder de voorwaarden als die in Uit het Duitsch. VAN H. VON DER ELBE. Op den brief van Charlotte antwoordde Wilhelmine »De meisjes zjjn opgetogen dat zjj de afwezige tante eindeljjk zullen leeren kennen. Arthur heeft altjjd van u moeten vertellen. Gjj kunt mjj geen grooter geluk verschaffen dan door bjj mjj te komen en als gjj er een maal zjjt, zult gjj u door duizenden teedere banden geketend voelen. Wjj zullen met en voor elkaar leven en elk uur van ons samen zijn waardeeren, als een gave Gods. Moge alles zóo worden als ik het in den geest voor zie. Gjj wilt van mjja meisjes hooren: De 21jarige Antonie is gebleven wat zjj was, gegond, frieeb «atuurljjkj zjj wil alles doen, 1892 vastgesteld zjjn, gedurende het dienstjaar 18941895 een bedrag van f 500 ter beschik king van het hoofdbestuur te stellen om het tot stand komen van plaatselijke volksbanken te bevorderen" f. «over het dienstjaar 1894—'95 ter be schikking van het hoofdbestuur te stellen een bedrag van f 1000, om dit te storten in het schoolfonds." Door den heer Kielstra werd hierbjj de aan dacht gevestigd op het onderwjjs aan schippers kinderen en de wenBch geuit dat de afge vaardigde bp de behandeling van dit voorstel dat onderwjjs ter sprake zal brengen en zal trachten ook daarvoor iets tot stand te brengen. Yan de bestuurstafel werd erop gewezen dat de tjjd om voorstellen te doen eigenljjk voorbjj is, waarop de heer Kielstra opmerkte dat ook nog staande de algemeene vergadering voor stellen kunnen gedaan worden. Na discussie werd door het bestuur voorge steld den afgevaardigde uit te noodigen, zoo mogeljjk, dit punt in de algemeene vergadering ter sprake te brengen. De heer Kielstra was hiermede niet voldaan; hp gaf in overweging nog een voorstel te doen om f 1000 te voteeren voor het door hem bedoelde onderwjjs. Dit voorstel werd verworpen met 12 tegen 6 stemmen en daarna het voorstel van het bestuur goedgekeurd. g. »dat gedurende het dienstjaar 1894/95, ter verdere uitvoering van het besluit van 1891, omtrent het onderzoek naar de werking van ziekenfondsen, ter beschikking van het hoofdbestuur worde gesteld een bedrag van f 1300"; h. a «het hoofdbestuur op te dragen om uit te lokken, aan te moedigen en te steunen: bemoeiingen van departementen en anderen in de onderscheiden deelen van het land, ter bestrjjding van de werkloosheid en hare na- deelen b «het hoofdbestuur op te dragen om daar voor, zoo noodig, ook de geldel ij ke medewer king van anderen in te roepen c »voor deze bemoeiingen der Maatschappjj op de begrooting 1894—95 uit te trekken een bedrag van f 3000." Als nu waren aan de orde de nieuwe voor stellen van het hoofdbestuur. Instemming werd betuigd met punt I, luidende 1° het hoofdbestuur op te dragen, dooreen of meer der zake kundige personen te doen bewerken een samenvattend geschrift over den tegenwoordigen stand van het woningvraag stuk en in het bjjzonder over de middelen ter verbetering der woningtoestanden 2" dit geschrift gratis te verstrekken aan alle departementen en tegen een matigen prjjs algemeen verkrpgbaar te stellen 3° ter bestrjjding van de kosten ter beschik king van het hoofdbestuur te stellen een be drag van ten hoogste f600. Punt II was van den volgenden inhoud »De Maatschappij tot nut van 't algemeen verzekere aan hare ambtenaren een uitkeering, te genieten door hen persoonlijk bjj het be reiken van den 65-jarigen leeftpd of bjj vroe ger overlijden door hunne nagelaten betrek kingen, en stelle daartoe jaarlpks een bedrag van ten hoogste /900 te beschikken." Met betrekking tot dit punt wees het be stuur erop dat het hier, blpkens de toelichting, alleen geldt ambtenaren bjj het hoofdbestuur, en uitte het den wensch dat de afgevaardigde in het licht stelle dat ook andere beambten van de departementen op pensioen aanspraak kunnen maken. Hierop volgden de voorstellen der departe menten. Eerstens een van Enkhuizen, luidende «De algemeene vergadering besluite, dat namens haar, door het hoofdbestuur adhaesie worde betuigd aan de pogingen, door het hoofdbestuur van 't Nederlandsch Onderwij zers-Genootschap bjj den minister van B. Z. aangewend, ter verkrjjging van een pensioen regeling voor de weduwen en weezen der ondet wijzers." Hiermede werd instemming betuigd. Den afgevaardigde werd volle vrjjheid van handelen gelaten met betrekking tot het vol gende voorstel van de departementen Enschedé en Hengelo, luidende 1. Het hoofdbestuur op te dragen de orga nisatie te bevorderen, in de departementen, van tjjdeljjke cursussen in koken en andere huishoudelijke bezigheden, tot onderricht van huisvrouwen en toekomstige huisvrouwen uit de kleine burgerjj en den werkmansstand 2. het hoofdbestuur te machtigen, daartoe te doen bewerken, uit te geven, aan alle depar tementen gratis te verstrekken, voor de Nuts leden tegen een ge ringen prjjs verkrjjgbaar te stellen, en verder in den handel te brengen, eene uitgewerkte handleiding voor de inrichting van dergeljjke cursussen, met toelichting ook van de financieele zjjde der zaak. 3. het hoofdbestuur te verzoeken, om, met de middelen, die hem dienstig voorkomen, voor deze aangelegenheid de belangstelling van departementen, Nutsleden en anderen op te wekken en hunne medewerking te ver krijgen 4. het hoofdbestuur te machtigen om, onder door hem te stellen voorwaarden, uit de alge meene kas de oprichting van wege de depar tementen te steunen; 5. ten dienste van deze onderscheidene be moeiingen, op de begrooting 1894/95 beschik baar te stellen een bedrag van f 3000. Een voorstel van het departement Vorden alles maken en kan alles wat zjj wilmooi is zp niet, maar bjjzonder practisch. Men vindt dat zjj op n geljjkt, maar zjj is kleiner en blonder. Sylvia is 17 jaar en een echte vlinder, de mooiste van allen, bekoorlijk en lief. Lïsbeth zal juist aangenomen zjjn als gjj komtzjj is niet zoo mooi maar een aller liefst rozenknopje. Ik kus u in gedachten en verheug mjj bjj voorbaat. Als gjj eenmaal hier zjjt, laat ik u niet meer los. Uwe gelukkige zuster, Wilhelmin e". Dezelfde tegenstrijdige gewaarwordingen, die Charlotte bjj alle brieven van haar znster bestormden, maakten zich nu weer van baai- meester, terwjjl zjj de toebereidselen tot haar vertrek maakte. Zjj streed tegen dat wan trouwen. Haar vriendin had geljjk, het lag niet in haar aard, zjj noemde het zelfs een onwaardige zwakheid en toch kon zjj het niet geheel onderdrukken. Kort na den brief zjjner moeder, herhaalde Arthur zjjn bezoek. Charlotte was op het punt van wit te ggan en ontmoette hem aap de heeft de volgende strekking «De uitgave van het jaarboekje der Maat schappij wordt gestaakt; «jaarlijks wordt een voorstel gedaan, om de daardoor vrjj vallende gelden tot een bedrag van minstens twee duizend gulden ten bate van de departementen of hunne leden te be steden de noodige mededeelingen, die thans in het jaarboekje voorkomen, worden achter de punten ter beschi-jjving afgedrukt." Het departements-bestuur kan daaraan zjjne goedkeuring niet hechten en ontraadde adhesie te geven aan dit voorstel. Hiermede vereenigde de vergadering zich. Aan een voorstel van het departement Utrecht van den volgenden inhoud «Om onder dezelfde voorwaarden, waarop laatsteljjk in 1890 door de algemeene vergadering aan het Utrechtsche museum van kunstnijverheid, ten behoeve van daaraan verbonden onderwijs-cursussen, een subsidie is verleend van vpfhonderd gulden 'sjaars, voor den tjjd van 3 jaren, thans, met ingang van 1 Juli 1894, een gelijk subsidie van vpthonderd gulden 'sjaars, voor de eerstko mende drie jaren te verleenenmeende het bestuur ook geen steun te mogen verleenen. De vergadering was van hetzelfde gevoelen. Geljjk besluit werd genomen met betrekking tot een voorstel van het departement Berkhout, luidende «De algemeene vergadering noodigt het hoofdbestuur uit, de uitgave te bezorgen van een populair handboek voor de practische geneeskundige behandeling der voornaamste ongesteldheden van paarden, runderen en wolvee, op de hootjte der tegenwoordige wetenschap." Het laatste voorstel was dat van het depar tement Frederiksoord, nl.: «De algemeene vergadering stelle bjj ver nieuwing, gedurende de eerste vjjf volgende jaren, jaarlijks ter beschikking van het depar tement Fredriksoord en omstreken, de somma van één honderd gulden, ter uitkeering aan het bestuur der Maatschappij van iveldadigheid, ten behoeve van het onderwjjs aan de Gerard Adriaan van Swieten Boschbouwscbool." Ook ten opzichte van dit voorstel meende het bestuur niet gunstig te mogen adviseeren. Conform dit advies werd besloten. Nadat de punten van beschrjjving waren afgehandeld, wees de heer Kielstra op de wenscheljjkheid dat, wanneer in Middelburg zaken van algemeen volksbelang, als b. v. Ons huis, ter sprake komen, ook hetNl/fa-depar- tement zoo al niet het initiatief neme dan toch niet achterbleef en steun verleende. De heer Wibaut meende dat, waar anderen het initiatief namen, van het departement dat niet best bjj kas is niet te vergen is, bjj al hetgeen het reeds doet, nog meer hooi op zjjn vork te nemen. De heer Herm. Snjjders zette uiteen wat Ons Huis wil en stelde in het licht dat het minder op den weg van het Nut zou liggen om in zaken als deze het initiatief te nemen; steun ervan zou zeker zeer worden gewaar deerd. Hierna werd de vergadering opgeheven. Heden had ten raadhuize van Middel burg de openbare verpachting plaats der tollen op den straatweg tusBchen Middelburg en Veere van 1 Mei 1894 tot 30 April 1897. Beide tollen werden gezamenlijk gemjjnd voor f 725 per jaar door Jan Gastel te Vrouwe polder. - Ten gemeentekuize van Coljjnsplaat is Woensdag aanbesteed de levering van de navolgende partjjen grint, t. w. voor de ge meente Coljjnsplaat 530 M3, voor de gemeente Cats 150 M3, voor den polder Oud-Noord- Beveland 475 M3 en voor den polder Leendert Abraham 70 M3. Voor het eerste perceel is ingeschreven door de heeren A. Karreman te Coljjnsplaat voor f 1.37s, A. J. Verstraete te Stavenisse voor f 1.33, C, Bakker te Sliedrecht voort 1.32, J. P. Grejjs te St. Maartensdjjk voor f 1.30 en F. Mouthaan te Coljjnsplaat voor f 1.24. Voor het tweede perceel schreven in de heeren C. F. de Waal te Werkendam ad 11.45, A. Karreman ad f 1.42, F. A. Cornet te Wer kendam ad f 1.42, J. M. Eerlang te St. Maar tensdjjk ad f 1.405 en D. Verburg Jz. te Coljjns plaat ad f 1.39. Voor het derde perceel waren inschrijvin gen van de heerenF. A. Cornet voor f 1.42, C. F. de Waal voor f 1.415, A. J. Verstraete voor f 1,38, A. Karreman voor f 1.38, C. Bak ker voor f 1.34 en F. Mouthaan voor 1 1.34. Voor het vierde perceel was ingeschreven door de heeren: C. F. de Waal ad f 1.47, J. M. Eerlang ad f 1.44, A. Karreman ad f 1.425 en D. Verburg ad f 1.39. Alles per M3. Aan de verschillende laagste inschrijvers is de levering gegund het 3e perceel bjj loting aan den heer F. Mouthaan. In de Woensdag gehouden zitting van den raad van State bracht staatsraad mr Des Amorie van der Hoeven rapport uit in zake het beroep van Mozes van Os tegen het besluit van burg. en weth. van Middelburg, waarbjj hem vergunning is geweigerd tot oprichting van een slachterjj in de Kuiperspoort aldaar. De koninkljjke beslissing wordt later mede gedeeld. -ft- deur harer woninghjj scheen te ontstellen misschien had bjj gehoopt dat zjj weer niet thuis zou zjjn maar hjj herstelde zich spoedig en volgde haar naar haar kamer, met de ver zekering dat hjj razend bljj was haar te zien. Hij nam plaats en zei, terwjjl hjj met zjjn lorgnet speelde«Dus hebt gjj plan om naar Bleiden te verhuizen, tantetje? Mama schrjjft natuurljjk opgetogen. Ik vind het een heel besluit voor u, maar gjj leidt hier zeker ook een vrjj vervelend leven Misschien kom ik met Pinksteren met verlof dat kunt gjj vast aan mama vertellen. Er is altjjd allerlei tusschen ons beiden in orde te brengen; Zjj heeft geen juist begrip van het leven in een groote stad, vaïi hetgeen ik aan mjjn rang verschuldigd ben, van al de eischen die mjj gesteld worden." »Dus zjjn uwe geldzaken alweer in de war, Arthur? Gjj moest toch eindeljjk leeren. «Ik verzeker u dat ik volstrekt geen buiten sporigheden bega. Lag ik in een klein stadje in garnizoen, dan kon ik nog met veel minder rondkomen, maar hier in Berljjn bjj de garde?" Hjj geraakte in vuur zijn oogen De Sociaal democratische-Bond -voor «le rechtbank. Omtrent de behandeling voor de rechtbank te Groningen van de vervolging, ingesteld tegen A. Rot, letterzetter, S. W. Col tof, cor rector, Chr. Cornelissen, redacteur van Recht voor Allen, resp. voorzitter, secretaris en waar nemend secretaris van den Centralen raad van den Sociaal democratischen Bond in Ne derland, ontleenen wjj, ter aanvulling van het korte bericht in ons vorig nommer, het volgende aan het Handelsblad: Als getuige waren gedagvaard H. Ketting, correspondent van De Amsterdammer, D. A. Zoethoud, red.-versl. san het Nieuwsbl. v. 't Noorden, A. A. Stroink en F. G. van Pesch, verslaggevers van Zwolsche bladen, J. A. For- tuyn en Henri Polak, en décharge J. H. Schaper. Bekl. Coltof was niet verschenen. Na voorlezing van de bekende Zwolsche motie uit een nummer van Reclit voor Allen van Jan. 1893, verklaarden de eerste twee ge tuigen, dat Rot op het Groninger congres voorzitter was en de beide andere beklaagden secretaris en waarnemend secretaris. Get. Van Pesch heeft op het congres de motie van het concept overgeschreven. Er was daarin sprake van wettige en onwettige, niet van wettelijke en onivettelijke middelen. Welwas in de beginselverklaring, die den tweeden dag van het congres ter sprake kwam, gerept van wettelijke en onwettelijke middelen. Ook get. Stroink was bjj de behandeling der motie tegen woordig. Zjj was gesteld door Domei a Nieuwenhuis en werd door Schaper geamen deerd. Get. gelooft, dat er stond wettige of onwettige middelenzeker weet hjj het niet. Schaper voegde er aan toe vredelievende of gewelddadige. Get. Fortuijn, die onder protest den eed af legde, verklaarde, dat hjj te Zwolle was secre taris van den centralen raad. De bekende motie is eenige weken later door het referen dum aangenomen en dientengevolge voor den Bond geldig geworden. Get. kan niet beslist verklaren, of er gestaan heeft wettig en onwet tig of wettelijk en onwettelijk. Ook get. Polak legde onder protest den eed af. Hij was te Zwolle ook lid van den cen tralen raad doch weet evenmin of de woorden ■wettige en onwettige of wettelijke en onwette lijke waren aangenomen. Get. Schaper protesteerde tegen den eed. De verdediger mr N. A. Calisch vroeg waarom get. de woorden vredelievende of ge-weldadige toevoegde. Get. antwoordde dat hjj de woor den wettelijke en onwettelijke toevoegde, om dat voor hem onwettig iets heel anders is daD onwettelijk, «Onwettig" beteekent z. i. oneer lijk, ongeoorloofd. Het O. M., bp monde van jhr. Alberda van Ekenstein, achtte de aanneming der motie bewezen en nu staat men voor de juridische vraag, of de motie den Sociaal-democratischen bond maakt tot een door de wet verboden vereeniging. Die vraag is reeds te Zwolle en te Arnhem voor de rechtbank behandeld, doch toen kon de zaak niet verder worden voort gezet. Dat hier sprake is van deelneming, is buiten twyfel, en dat de bond is een vereeni ging kan evenmin worden betwist. Zelts al was de motie niet aangenomen, dan nog was er een vereeniging, want er is een reglement, ook al behelst het niet juist het doel der vereeniging. Het doel is te Zwolle door de motie nader gepreciseerd. Is nu de conclusie der dagvaarding juist Dat eene vereeniging, die wil omverwerpen de maatschappelpke orde, niet vallen zou onder de verboden vereeni- gingen, is een paradox. De wet van 1855 zegt in art. 3, welke vereenigingen verboden zjjn. De wet moet geëerbiedigd worden en de vereeniging, die niet wil eerbiediging der wet, dient verboden. En deze vereeniging wil onwettige middelen. Zp wil gewelddadige middelen, zjj wil dus iets strpdig met de wet. Deze vereeniging wil gebruik maken van die middelen om haar einddoel te bereiken. Die middelen kunnen niet samengaan met de wet en bovendien is nog sprake van een verboden doel. Misdrpf beteekent in onze wet eene be paalde verboden handeling, en wanneer men de orde wil omverwerpen met onwettige mid delen, dan ligt het voor de hand, dat er mis drpven zouden worden gepleegd. De woorden «afschaffing van privaat bezit" staan naar sprekeis meening afgescheiden van de slot woorden der motie. Er is hier dus feiteljj k sprake van deelnemen aan een verboden ver eeniging door verbonden personen. Deze ver volging draagt niet den vorm eeuer waar schuwing. Het hof van Arnhem besliste, dat de vereeniging door de motie was geworden verboden en toch bleet de vereeniging bestaan. Toch behoeft hier niet te worden toegepast het maximum van straf en spr. vorderde tegen beklaagden eene gevangenisstraf van twee maanden wegens deelneming aan een verboden vereeniging. De verdediger bracht dank aan het O. M., dat deze vervolging eerst na de tweede helft van April deed aanvangen, daar spr. het vóór dien tpd te volhandig had, dank omdat het O. M. geen onderscheid maakte tusschen ge wone en sociaal-democratische burgers, wat zoo dikwerf gebeurt. In deze vervolging zag spr. niets dan een politieke vervolging en deze wil spr. gaarne met ongunstig resultaat doen eindigen. De eerste vraag iszpn de feiten bewezen? Zelfs al is dit zoo, dan rpst de vraag, schitterden en zpne witte tanden beten in de volle onderlip. «Uw moeder en uwe zusters hebben de stad verlaten, Arthur, en zpn naar Bleiden teruggekeerd, omdat zp daar goedkooper konden leven, alleen om uw vurigen wensch te vervullen en u hier in Berlpn te laten blpvengjj moest dit offer op prps stellen en niet telkens meer verlangen «Droppels op een gloeienden steen, tan tetje. Moeder denkt dat zjj heel wat doet, maar hier is dat zoo goed als niets, Ik ben nu eenmaal bjj de garde en mag, om mjjn carrière niet te bederven, geen duisterling zpn. Moet ik dan altpd krom liggen «Laat ons over iets anders spreken, Ar thur; dat zpn dingen die gp met uw moeder moet uitmaken. Ik verheug mjj in uwe zus ters; kunt gp goed met de lieve meisjes overweg «Zoo wat. Zusters zpn eigenlpk verve lende wezens. Toni is heel goed voor mjjn kleeren en waschgoedSilvia zou ik dolgraag het hof maken, als zp tnpn zuster niet was een guitig mooi kind, «mar een beetje al te of art. 140 W. v. S. eene veroordeeling kan wettigen. Ten laste wordt gelegd, dat aange nomen is een motie. Niet zjjn aangenomen de woorden wettelijk en onwettelijk doch wettig en onivettig. Ook het Handelsblad schreef in het verslag van het Zwolsche congres, dat aangenomen werden de woorden: wettig en onwettig, vredelievend of gewelddadig. Niet bewezen is, dat deze motie is bindend verklaard voor de partp. De motie is verklaard geldig, maar daarom behoeft zp nog met verbindend te zjjn. De bond nam o. a. te Groningen aan, dat de bond 2ich niet zal inlaten met parlementaire taktiek. Door het referendum werd dit besluit geldig verklaard, doch men zag bp de laatste verkiezing, dat mannen als Fortuyn en Bruins- ma zich candidaat stelden en Btemmen ver wierven. Wel een bewps dat zp het besluit niet bindend achten. Een motie is geheel iets anders dan een besluit; een motie is slechts uiting van een zekere richting, waarin men wil gaan, het uitspreken van een wensch. In het Engelsche Lagerhuis is voor veertien da gen een motie aangenomen, waarin wordt uit gesproken de wenscheljfkheid aan Schotland een eigen parlement te geven. Niemand denkt er echter in ernst over, een dusdanig parle ment in te stellen. Een bekend taalkundige, de heer Den Hei tog, noemt eene motie een voorstel tot het uitspreken eener gemeenschap- pelpke meening zonder meer. Gesteld, er brak straks een hevige revolutie uit en personen, buiten de partp staande, sloegen hun slag zouden dan deze menschen daarvoor aanspra- kelpk zpn Volgens dagvaarding wel, doch feitelpk niet. Reeds op deze gronden zou vrp- spraak moeten volgen. Zelfs al waren deze teiten bewezen, dan kan nog geen straf vol gen. Wat bracht de motie voor nieuws? Fei telpk niets, alleen zp definieerde de middelen, waarmee do bond zpn doel wil bereiken. Men zou kunnen vragen: hoe kan terecht staan de bestuurder eener verboden vereeniging Op dien grond zou reeds niet-onafhankelpk- heid bestaan. Doch hierop wilde spr. niet in gaan. Hp wilde vragenis deze vereeniging in strpd met de wet van 1855 De taktiek (s bp deze vereeniging slechts de revolutionaire, het doel is afschaffing van het privaatbezit en de wet van 1855 spreekt in art 3 over doel: Het einddoel voor den bond kan slechts bedoelen afschaffing van het privaat bezit, niet het slot der Zwolsche motie. Maar aangenomen zelfs dat doel en middel gelpk zpn, dan nog zou een veroordeeling on mogelijk zpn, omdat in de motie niet staat wettelijk wat wel de wet van 1855 heeft ge wild. Immers wettelijk beteekent »bp de wet" legaal uitdrukkelpk bp de wet voorgeschreven, wettig beteekent legitiem voortvloeiende uit niet beschreven wetten. Spr. lichtte dit met eenige voorbeelden toe. Waar nu in de motie staat wettig en de wet spreekt van wettelijk, daar kan geen sprake zpn van veroordeeling. Deze vereeniging heeft ook niet ten doel het plegen van misdrpven. De motie meent dat het eind doel niet kan bereikt worden langs wettigen en vredelievenden weg. Alleen daarom spreekt zp ook van onwettig en gewelddadig. Het oog merk is slechts het laatste doel niet het naaste en daarom moet ontslag van rechtsvervolging volgen. De motie bedoelde alleen een taktiek en een taktiek bepalen zonder de feiten te noemen, kan niet bedoelen misdrpven te plegen. In alle socialistische bladen s aat te lezen, dat men alleen wilde taktiek. En dan nog: de partp kan geen misdrpf plegen, de bond kan alleen aanzetten tot misdrpf, het individu al leen ban plegen. De wet maakt ook wel degeljjk onderscheid tusschen misdrjjf plegen en misdrpt begaan. Het O. M. meent, dat het omver werpen van de maatschappelpke orde iets verkeerds is, spr. ontkent dit. Bjj deze verkiezingen beweren bladen als de Nieuwe Rott. en het DagbL van Zuid-Holl. o. a., dat bp het aan nemen der kieswet-Tak de maatschappelpke orde zal zpn omver geworpen. Maatschappe lpke orde is slechts leven onder een zeker aantal wetten met bepalingen, die onze onder linge verhoudingen regelen. Het beginsel der omverwerping is dus alleen verandering der toestanden om andere te erlangen. Het is hier slechts een politiek begrip zonder meer. Als de bond aangegeven had misdrijven, dan zou bp strafbaar zpn, doch waarde misdrpven niet genoemd werden, kan geen straf volgen. Hes doel is in deze motie geen misdrpf, doch eenvoudig afschaffing van privaat bezit. Art. 140 wil alleen straffen een aantal personen, die zich vereenigen om een misdrpf te begaan, en voor dit laatste vereenigen de sociaal democraten zich zeker niet. Het doel der partp is in het uiterste geval een revolutie te maken en een tyrannie, gepleegd jegens een minderheid, geeft volgens personen als mr Van Houten in de Vragen des Tijds van Oct. '87 recht tot opstand. En mr Levy heeft eens van de anti-revolutionnairen gezegd dat deze er uit moesten desnoods met de daad. Niemand heeft ooit er over gedacht hem des wege te vervolgen wegens aansporen tot mis drpf. De geheele motie is niets meer dan een politieke uiting. De verklaring, dat men ten slotte een opstand zal verwekken, is een vrp- heid, die niet mag worden onderdrukt. Tracht men door dergeljjke vervolgingen de partp te fnuiken, dan handelt men verkeerd. Want zpn de stellingen der partjj een illusie, dan ver- dwpnen zp vanzelf. Zpn zp het niet, dan zullen zp toch wortel schieten trots alle ver volging. Sprekers conclusie is, dat de rechtbank op wild en levendig. De kleine ken ik weinig de kinderkamer ben ik gelukkig ontwassen 1" Charlotte zei dat zp volstrekt niet voorne mens was voor goed bp haar zuster te blpven; maar daar lette Arthur niet op. Bp het heen gaan zei hjj met veel gewicht«Natuurlpk bied ik u mpn hulp bp het verhuizen aan. Dames zpn altpd zoo'n beetje onbeholpen." Charlotte bedankte hem voor zpn goedheid en weldra gingen zp, weinig bevredigd, uiteen. Op de trap pruttelde de luitenant bp zich zelf op zpn moeder, die hem tot dit bezoek gedwongen had. «Het geeft toch niets", bromde hp, «zulk een oude vrpster is nog vasthoudender dan een jood, en verbeeldt zich nog dat zp wpze lessen mag uitdeelen. Waar om zouden zulke vervelende schepsels toch op de wereld zpn (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 2