N°. 74.
137® Jaargang.
1894
Donderdag
29 Maart.
Deze courant verachijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prys per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Middelburg 28 Maart.
Hjj zou gaarne zien dat de motie werd aan*
genomen, omdat daardoor ee» bewjjjj ?»a vfjw
HIDDHIII RGSCHE 11)1 RANT.
Thermomeiei. i Agenten te Vlissingen P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boltjit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Eruiningen P. v. d. Peijd, te ZierikzeeA. C. de Moois, j Advertentiën
Middelburg 28 Maart 8 u. rm. 45 gr. I te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën j moeten des namiddags te één uur
m. 12 u. 56 gr-, av. 4 u. 54 gr. F. j aan> evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebb. Belintante, te 's Gravenbage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zjjn, willem
Verwacht O. wind. j Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cee., John F. Jones, opvolger. I zjj de3 avonds nog worden opgenomen.
Liberale kiesvereeniging
EEVDRACHT HAAKT MACHT.
Dinsdagavond hield de bovengenoemde kies
vereeniging eene vergadering op de bovenzaal
der sociëteit De Vergenoeging alhier.
De vergadering was goed bezochtbp de
opening waren 65 leden aanwezig.
Eenige ingekomen stukken werden aange
houden tot eene volgende vergadering.
Vervolgens werd overgelegd de circulaire
van hét bestuur der Liberale Unie, in verband
waarmede de voorzitter, de heer Herm. Snpders,
de volgende toespraak hield:
«Mjjne heeren.
Vergunt mjj, ter inleiding onzer beraadsla
gingen, een enkel woord tot u te richten
De dagen, die wjj thans doorleven, behooren
ongetwjjfeld tot de belangrijkste, die onze
staatkundige geschiedenis sedert 1848 heeft
gekend! Wp, tjjdgenooten, gevoelen dat; de
nakomeling zal het zonder twijfel op grond
van verkregen ervaring kunnen bevestigen
De kwestie, die een oplossing eischt, drin
gend en onvermpdelpk, is deze
Zal door een onbekrompen uitbreiding van
het kiesrecht zóóver als zulks door de
Grondwet wordt toegelaten de toegang tot
de stembus worden verleend en dus een di-
recten invloed op het landsbestuur worden
verschaft aan die breede lagen der bevolking,
aan wie zulks reeds te lang werd onthouden?
Zal den «Nederlandschen werkman" en
«kleinen burger" eindelijk de plaats worden
gegeven in ons staatswezen, waarop zjj recht
hebben, èn door hun reeds zoo lang gebleken
en vaak betoonde belangstelling in de open
bare ziak èn door hun gewichtige beteekenis
voor den bloei en de ontwikkeling der gansche
gemeenschap
Zal als een daad van rechtvaardigheid
en van verstandig beleid tevens de kies-
srechthervorming zóo ruim zjjn, dat voor een
aandrang tot verdere uitbreiding, zoo lang de
huidige grondwettige bepalingen bljjven gel
den, geen oorzaak meer blijft bestaan
Zal onze volksvertegenwoordiging meer
dan tot dusver het geval was de uitdruk
king worden van hetgeen in alle kringen,
alle rangen, alle lagen des volks wordt ge
dacht, gevoeld en gewenscht, en aldus ook
weder het vertrouwen in dit lichaam - naar
veler meening in onzen tjjd deerljjk geschokt
tot heil en behoud onzer staatsinstellingen,
in het belang van kroon en volk beide,
worden hersteld
Zal eindelijk de breede, hoog aangolvende
stroom der democratie zp het ook laat
maar dan toch nog tjjdig genoeg, met oor
deel en overleg in een kalme bedding worden
geleid, alvorens hp dammen en dijken ver
nietigend zich met geweld baan breekt en
xiiet te schatten onheil sticht?
Ziedaar, mpns inziens, de vragen, de eenige
vragen van het oogenblikDaarin ligt de
beteekenis en het gewicht der aanstaande ver
kiezingen
Over de beantwoording van die vragen werd
tusschen Regeering en Tweede kamer geen
overeenstemming verkregen, tengevolge waar
van de Tweede kamer werd ontbonden.
Ik acht het noch noodig, noch gewenscht
opgewonden lofzangen te zingen op deze han
deling der Kroon evenmin als ik het wen
scheljjk vond gedurende den tpd van be
raad, dien de Kroon noodig had en die m. i.
nog geen oogenblik te lang had geduurd
door allerlei, van weinig vertrouwen bljjk
gevende, manifestation en demonstraties op een
te nemen beslissing te influenceeren 1 Laat
■ons van deze ontbinding in navolging van
prof. Fruin alleen zeggen en dan zeggen
wp genoeg »zjj is volkomen constitutioneel
en zooals wp het van Oranje gewoon zjjn"!!
{Applaus.)
Evenmin kan een bespreking van hetgeen
tusschen den minister Tak en zjjn ambtgenoo-
ten is geschied, op onzen weg liggen Waarom
zouden wp meehelpen, om de groote hoofd
zaak te doen verdrinken in allerlei bjj- en
nevenzaken! Wat wjj wenschen te consta-
teeren is ditminister Tak heeft pal gestaan
voor zijn beginselheeft toegegeven waar hij
kon en waar de noodzakeljjkheid tot gemeen
overleg daartoe dwong maar hp heeft gewei
gerd en te juister tpd verhinderd zjjn
stelsel te laten bederven en te verkrach
ten! Allen, die werkelijk en oprecht een
ruime kiesrechtuitbreiding verlangen, zullen
Tak dankbaar zjjn voor hetgeen bp deed
jannen van karakter én «tandvastigheid zjjn
in onzen tjjd niet zóo talrjjk, dat wjj zouden
mogen nalaten hem, die zulks in waarheid
verdient, de eere te geven die hem toekomt
Langdurig applaus.)
In September 1892 werden de kieswetont-
werpen bjj de Tweede kamer ingediendin
Maart 1894 werden zp, (tengevolge van een
stemming over een amendement op het tweede
artikel (art. 4) van het eerste ontwerp, dat in
behandeling kwam) door de regeering inge
trokken
Wat een lijdensgeschiedenis zou te verhalen
zpn, door die ontwerpen doorgestaan, van het
tjjdstip hunner indiening af tot het oogenblik
van hun ontjjdigen dood
Bjjna een jaar verliep, aleer de ontwerpen
in openbare behandeling kwamen! Weken
lange algemeene beraadslagingen volgden
Maandenlang uitstel, tot behandeling der amen
dementen in de afdeelingen, kwam daarna
Dagenlange debatten over twee artikelen had
den vervolgens plaats! Kilometers druks in de
Handelingen der Tweede kamer werden vol
gepraat
En wat al betuigingen van sympathie en
liefde voor kiesrecht-uitbreiding en hervor
ming Bjjna iedereen was er voorerkende
de noodzakelpkheid, de billpkheid, de recht
vaardigheid Roerende eenstemmigheid op dat
punt.
Maarals het er op aankwam «spij
kers met koppen" te slaan, kwamen de bezwa
ren Alles goed en wel, maar dat stelsel-Tak
deugde nu in 't geheel nietVooral de grond
wettige bezwaren drukten als lood op de
gemoederen van vele leden! Merkwaardiger
wijs was dat art. 80 van de Grondwet vooral
voor conservatieve afgevaardigden een bron
van onoverkomelijke bezwaren en zelfs de
opinie van professor Bujjs, in diens geschrif
ten neergelegd, kon 'den armen ljjders aan
«grondwetsbezwaren" geen troost of verlich
ting hunner zorgen geven 1
Dus geen stelsel-Tak! Maar wat dan?
En toen kwam de bonte rei van allerlei
andere stelselsbelasting-census, huurwaarde-
cenBus, vermogens-census, kiesrecht van ge
zinshoofden, kiesrecht verbonden aan een stook
plaats of aan hittegeleiders (echter geen pe
troleum- of gastoestellen), kiesrecht van éen
of van meer vertrekkenverbonden aan een
keuken of aan een achterhuis, aan «25 ton
inhoud" of «20 M3 laadruimte", aan een «voor
uitbetaald abonnement op de Handelingen"
en wat al niet meer
Liberale, anti-re solution naire en katholieke
conservatieven wedjj verden om het hardst in
het uitdenken van nieuwe stelsels en dat
alles omdat zij, o zoo gaarne, het kiesrecht
ver zouden uitbreiden
Zoo werd men vergeve mjj het onpar
lementaire woord gewurmd, om toch het
toekomstige kiezerstal nog wat te beperken
totdat op een goeden dag, toen er heuseh ge
vaar begon te dreigen, de minister Tak aan
alles een eind maakte en de ontwerpen introk
Het kiesrechtvraagstnk beheerscht den aan
staanden strjjd bjj de stembus
Mjj dunkt, voor iedereen is het duideljjk
welke vraag den kiezers ter beantwoording
wordt voorgelegd
Toch zpn er nog, die maar niet kunnen be-
grjjpen wat er nu eigenljjk aan de hand is!
De Nieuwe Rotterdammer kan er maar niet
achter komen of de kiezers nu over Tak I,
Tak II of Tak III moeten stemmentien
anti-revolutionnaire oud-afgevaardigden ko
men verklaren in een geschrift aan hun
kiesvereenigingen dat bezwaarljjk op den naam
van «ernstig stuk" kan aanspraak maken,
maar dat als parodie op artikel 4 welgeslaagd
mag heeten dat een verkiezing onder de
leus«voor of tegen Tak's plannen" eigenljjk
een onmogeljj'kheid is enz. Zoo blijft het con
servatisme het geliefkoosde «schuilevinkje
spelen" voortzetten.
Wat echter aan zooveel knappe bollen niet
duideljjk is, zal den meesten eenvoudigen
kiezers zeker klaarder dan de dag zpn 1
Vóór of tegen een kiesstelsel, dat het vraag
stuk der uitbreiding voor geruimen tpd van
de baan brengt; dat onrechtvaardige, onver
dedigbare uitsluitingen voorkomt; voor of tegen
het stelsel, dat den grondslag uitmaakte van
de nu ingetrokken wetsontwerpen, zooals die
door minister Tak van Poortvliet verdedigd zpn
Op dit punt zal de meening der candidaten
moeten worden gevraagdvan hun antwoord
zal moeten afhangen of zp al of niet kunnen
worden gesteundal of niet moeten worden
bestredenOude leuzen zullen thans niet
worden aangehevenoude banden zullen
moeien verbroken worden, want een xuivere
beantwoording der voorgelegde vraag is noo
dig en gewenscht
Hoe beter en grondiger het zuiveringsproces
der partpen wordt aangevat en uitgevoerd,
des te beter voor de toekomst dier partjjeu
zal het zpndes te vruchtbaarder zal ook
haar werkzaamheid in het vervolg kunnen
wezen
Welke houding onze kiesvereeniging ten
opzichte van de hangende quaeBtie zal aanne
men, kan m. i. niet twijfelachtig zijn.
Op 21 Nov. 1892 sprak zjj zich ondubbel
zinnig uit voor een, in hoofdzaken ongewij
zigde aanneming der toen aanhangige wets
ontwerpendaardoor getrouw bljjvende aan
de leus, bjj de verkiezingen van 1891 door
haar op den voorgrond gesteld
Op 17 Juli 1893 besloot zjj adhaesie te be
tuigen aan de groote kiesrechtmeeting, in Den
Haag te houden
Ook thans spreke zjj zich uit rond en
open voor een zoo spoedig mogeljjke uitbrei
ding van het kiesrecht in den geest en naar de
bedoeling van de ingetrokken wetsontwerpen
Ook thans toone zjj, te willen medewerken
aan een kalme maar grondige hervorming
onzer staatsinstellingen in democratische rich
ting te willen medehelpen aan het wegnemen
van het struikelblok, waardoor reeds zoolang
en zooveel dringend noodige staatkundige en
maatschappelijke verbeteringen zjjn tegenge
houden te willen bevorderen een zuivering
onzer politieke toestanden en het in 't leven
roepen eener meer gezonde en meer oprechte
partjjvorming 1
Ik meen het hierbjj te moeten laten bjj het
vele dat in onze dagen over de hangende
kwestie is gesproken en geschreven, zou het
hoogst onbescheiden en overbodig tevens
wezen, als ik u langer meifmjjn beschouwingen
bezighield. Ik meende slechts eenige hoofd-
ljjnen te moeten aangeven waar langs een
eventueel debat zich zou moeten bewegen;
een toelichting te mogen geven tot de motie,
die het bestuur u zal voorstellen
Laat mp eindigen met het uitspreken van
de hoop dat zoowel het resultaat uwer be
raadslagingen op heden avond als de uitslag
der komende verkiezingen moge bevorderlijk
zijn aan het verkrijgen eener onbekrompen
uitbreiding van het kiesrecht en daardoor ook
aan het tot stand komen van andere hervor
mingen, die zullen kunnen strekken tot heil
van het vaderland."
Deze rede werd ook ten slotte luide toege
juicht.
Namens het bestuur stelde daarop de voor
zitter de volgende motie voor
«De liberale kiesvereeniging Eendracht
maakt macht, handhavende hare vroegere uit
spraken omtrent de regeling van het kiesrech^
«spreekt de hoop uit, dat de a. s. verkiezin
gen voor de Tweede kamer tengevolge zullen
hebben, dat zoo spoedig mogeljjk een uitbrei
ding van het kiesrecht verkregen worde in
den geest en naar de bedoeling van de thans
ingetrokken ontwerpen van den minister Tak
van Poortvliet."
Bjj de hierover gevoerde discussie werd de
wenscheljjkkeid uitgesproken dat door aanne
ming dezer motie nogmaals bljjke dat de
kiesvereeniging bljjft bjj hare uitspraak en dat,
mochten er zjjn die zich daarmede niet kunnen
vereenigen, dezen gelegenheid vinden om zich
af te scheiden.
Een der leden, de heer L. A. E. van der Lejj,
achtte de motie nog te onbepaaldbp wilde
die meer preciseeren.
De voorzitter meende dat de motie de be
doeling volkomen uitdrukt.
De heer mr E. Fokker ontraadde verandering
in de redactie der motie, omdat z. i. deze een
kiesrecht bedoelt dat zal komen tot in den
werkmansstand.
De heer mr W. A. van Hoek was ook van
meening dat de motie onveranderd diende te
bljjven.
Daarop werd de motie in stemming gebracht
en aangenomen met algemeene stemmen (75)
terwjjl een lid zich buiten stemming hield.
Hierna was aan de orde de bespreking dtr
candidaatstelling voor de aanstaande verkie
zing voor de Tweede kamer.
Het bestuur had reeds eenige voorberei
dende stappen gedaan en inlichtingen trachten
in te winnen omtrent de denkbeelden van het
voor het district Middelburg tot nu toe zitting
hebbend kamerlid, den heer mr C. Lucasse.
Aan dien heer is het volgend schrjj ven gericht
«WelEd. Gestr. Heer!
Vergun mjj in verband met de aanstaande
verkiezing voor leden der Tweede kaprer r-
namens het bestuur der liberale kiesvereeniging
Eendracht maakt macht onderstaand schrjj -
ven tot u te richten.
Bjj het bespreken dier verkiezing in de afd ee-
lingen der Centrale vrjjzinnige kiesvereeniging
in het hoofdkiesdistrict Middelburg, zal onge
twijfeld ook worden behandeld de vraag «of
het gewenscht is een aftredend Kamerlid, die,
ofschoon niet onder liberale vlag gekozen,
beslist voorstander der voorgestelde kiesrecht
hervorming is, niet tegen te werken". (Zie
bjj gaande circulaire van het bestuur der Libe
rale Unie dd. 19 Maart 1893, derde alinea van
achteren).
Opdat wjj in staat zullen zpn die vraag ten
uwen opzichte op grond van juiste gegevens te
kunnen beantwoorden, veroorloof ik mp de vrij
heid bjj dezen tot u eenige vragen te richten,
in het vertrouwen dat u die wel zult willen
beantwoorden.
1. Wordt door u een onmiddeljjke uitbreiding
van het kiesrecht in den geest en naar de be
doeling van het ingetrokken wetsontwerp,
zooals dit door den minister Tak van Poort
vliet is verdedigd, wenscheljjk geacht?
En meer in het bjj zonder
2. Is het bezwaar, dat bij U bljjbens
uwe op 8 Maart jl. in de Tweede kamer ge
houden rede bestaat tegen, wat U noemt,
de «schrjjfproef" van dien aard, dat U Uwe
stem tegen een kieswetontwerp zoudt moeten
uitbrengen als daarin ook na de beraad
slaging en stemming over het betrokken ar
tikel het door den kiezer te leveren bewjjs,
dat hp kan lezen en schrjjven, gehandhaafd
bleef
3. Is het uwe meening dat onder «onder
stand" ook moet worden begrepen het kosteloos
verstrekken van genees-, heeL- en verloskundige
hulp en geneesmiddelen
4. Acht U het wenscheljjk dat de, door de
kieswet voor den kiezer te bepalen leeftjjd
h o o g r dan 23 jaar wordt gesteld
Met het oog op den korten termjjn, waarop
de verkiezing is uitgeschreven, zal U het mij
naar ik hoop ten goede hóuden, dat ik met
eenige onbescheidenheid op een spoedig
antwoord aandring.
Mocht U mij dit antwoord vóór Maandag 26
Maart a. s. kunnen doen geworden, dan zoudt
U mjj daardoor ten zeerste verplichten.
Hoogachtend heb ik de eer te zpn
Uw dw. dn.
HERMAN SNIJDERS.
Voorzitter der lib. Kiesver. Eendracht
maakt Macht."
Hierop is het volgende antwoord ontvangen
«Weledelgeboren heer!
Bjj deze heb ik de eer te voldoen aan uw
schrjjven van 22 dezer.
Op de door u namens uwe kiesvereeniging
tot mjj gerichte vier vragen, zulks met het oog
op de aanstaande verkiezing voor leden der
Tweede kamer, kan ik u het navolgende ant
woorden
Ad lm. Hoewel ik, als behoorende tot de
anti-revolutionnaire partjj, liever een kiesrecht
regeling zou wenschen, die gebaseerd was op
het zjjn van hoofd van het gezin, zou ik even
wel, omdat met het oog op de bestaande grond
wettelijke bepalingen eene dergeljjke regeling
van het kiesrecht thans bezwaarlph zou zjjn
tot stand te brengen, geen bezwaar gehad
hebben om mjjne stem uit te brengen voor het
door den minister Tak van Poortvliet verde
digd thans ingetrokken wetsontwerp tot rege
ling der kiesbevoegdheid. Stellig acht ik diens
stelsel rechtvaardig, omdat het finale kiesrecht
uitbreiding beoogt en willekeurige uitsluitingen,
behoudens het sub 2 door mjj genoemde be
zwaar, daarbjj nagenoeg niet zouden plaats
hebben.
Ad Ilm. Tegen den eisch van de kennis
van lezen en schrjjven (de zoogenaamde
schrjjfproef), zooals die in het laatst gewpzigd,
thans ingetrokken regeeringsontwerp voorkwam,
heb ik groote bezwaren.
Ik ben zoo vrjj ter bekorting van mjjn schrij
ven u daarvoor te verwjjzen naar hetgeen door
mjj in de Tweede kamer dienaangaande ge
sproken werd in de zitting van 8 Maart11., wat
bovendien bljjkens uw schrjjven aan het be
stuur uwer kiesvereeniging niet onbekend is.
Het behoud van de zoogenaamde schrjjfproef,
ook zooals de regeering die in haar laatste
wijziging had voorgesteld, zou duizenden van
geschikte kiezers van het kiesrecht uitsluiten)
zoodat een kiesrechtregeling bjj behoud daar
van volstrekt geen finale zou zijn.
Ik vermeen ook goede gronden te hebben om
aan te nemen, dat ook de regeering haar wets
ontwerp zonder de schrjjfproef volstrekt niet
onaannemeljjk zou hebben beschouwd.
Hoe een eventueel volgend ontwerp, hetzjj
van do tegenwoordige, hetzjjj van een andere
regeering, er uit zal zien, is mjj natuurlpk on
bekend. Maar alB ik geroepen werd om mjjne
stem uit te brengen over eenzelfde wetsont
werp, regelende de kiesbevoegdheid, als nu is
ingetrokken en dus de schrijfproef bevattende,
zooals die daarin werd omschreven, dan zou
ik bezwaar moeten maken mjjne stem aan zulk
een ontwerp te geven, tenzjj de regeering
omtrent die schrijfproef zoodanige toezegging
had gedaan, waaruit mocht worden afgeleid,
dat deze zoo eenvoudig en gemakkeljjk zou
worden gemaakt, dat zij niet behoefde te leiden
tot beperking en willekeurige uitsluiting van
het kiesrecht.
Tegen het couloir-stelsel heb ik geen bezwaar.
Ad. 3m. Onder «Onderstand" in den zin van
bedeeling zou ik niet wenschen te verstaan het
verstrekken van genees-, heel- en verloskun
dige hulp en geneesmiddelen. Met andere
woorden ik zou tegen het amendement Roëll
gestemd hebben.
Ad. 4m. Wat den leeftjjd betreft, zou ik tot
de door de Grondwet gestelde grens willen
meegaan, omdat anders de uitbreiding van
het kiesrecht toch niet finaal zou zpn.
Hiermede meen ik de door u gestelde vra
gen te hebben beantwoord.
Hoogachtend heb ik de eer te zpn
Uw dw. dn.
C. LUCASSE."
De voorzitter deelde alsnu mede dat deze
brieven in eene, den vorigen dag gehouden
vergadering van het bestuur der centrale kies
vereeniging breedvoerig waren besproken en
dat het antwoord van den heer Lucasse groo-
tendeels afdoende geoordeeld werd, uitgezon
derd de kwestie van de schrjjfproef.
Dat bestuur was van meening dat nadere
opheldering wenschelpk was.
De heer Lucasse heeft die opheldering mon
deling gegeven; hp heeft verklaard groot
voorstander te zjjn van het couloirstelselmaar
zich alleen verzet tegen het op een bepaalden
tjjd ten raadhuize invullen van eene aanvrage
om kiezer te worden.
Het bestuur is door deze correspondentie
met den heer Lucasse overtuigd dat bjj te
beschouwen is als een ernstig voorstander van
de ontwerpen-Taken in verband daarmede
stelt het de volgende motie voor
«De liberale kiesvereenigingiJewdracfti maakt
macht, kennis genomen hebbende van de ver
klaringen van mr C. Lucasse, waaruit blijkt,
dat deze is een voorstander van kiesrechtuit
breiding in den geest en naar de bedoeling
van het stelsel, dat in de thans ingetrokken,
door den minister Tak van Poortvliet verdedigde
wetsontwerpen gehuldigd werd,
«acht het onnoodig een eventueele candida-
tuur van mr Lucasse bjj de a. s. verkiezing te
bestrijden, en besluit dus zich bjj de a. s. ver
kiezing van het stellen van een candidaat te
onthouden."
Een der aanwezigen verklaarde in geen ge
val een anti revolutionnair te zullen stemmen,
waarom de heer Doorenbos in het licht stelde
dat de motie dat ook niet bedoelt, maar door
aanneming ervan alleen wordt besloten dat,
indien de heer mr Lucasse door zpn partjj
opnieuw candidaat wordt gesteld, niemand
tegenover hem zal worden geplaatst.
Mocht een tegenstander van kiesrechtuit
breiding in Tak's geest van anti-revolutionaira
zjj de worden gesteld, dan zou het op den weg
van de vereeniging liggen, dadeljjk weer te
vergaderen en een voorstander der kiesrecht
uitbreiding tegenover den gestelden candidaat
te stellen.
De heer L. de Fouw vroeg of het niet ge
wenscht was een liberaal candidaat te stellen
die zich in alle opzichten met de ontwerpen-
Tak v'ereenigt of wel dat men zooals te
Leiden twee candidaten, een voor- en een
tegenstander, noemen zou.
De voorzitter merkte op dat een liberaal
candidaat geen andere verklaring zou kunnen
geven dan door den heer Lucasse gedaan is
niemand toch kan zich meer binden tegenover
een wetsontwerp dat nog niet bestaat.
De heer mr E. Fokker zeide met groote in
genomenheid de houding van het bestuur ta
begroeten, die bjj van een constitutioneel
standpunt volkomen juist acht. Hp gelooft
dat het der kiesvereeniging niet anders dan
tot eer zal strekken indien zjj niet vraagt
door wie zal het denkbeeld van kiesrechtuit-
breiding worden verwezenlpktmaar alleen;
zal het district Middelburg iemand afvaardigen
die voor de kiesrechtuitbreiding, zoover ala
de grondwet bet toelaat, zonder te vragen
of het een liberaal dan wel een anti-revolu.
tionnairen is die daartoe medewerkt.