FEUILLETON EES OHDASKBARE, BIJVOEGSEL Middelburg 24 Maart. Maandag 26 Maart 1894, no. 72. OUÏDA. VA» DB VAN Door het bestuur der Liberale Unie is nog de volgende circulaire gericht tot de kiesver- eenigingen, leden dier Unie .Mijne heeren 1 Nu de verkiezingen bepaald zjjn op den lOen April e. k., kan eene alge- rueene vergadering van de Liberale Unie niet meer worden gehouden. In aansluiting aan onze circulaire van 19 Maart jl. deelen wij u dit thans mede. Wij zullen nu ook niet meer de gelegenheid hebben, uwe afgevaardigden toe te spreken en in persoon een woord van opwekking vóór den ernstigen en zwaren strjjd, die te voeren staat, tot hen te richten. Onder die omstandigheden i3 het ons eene behoefte, bp dezen nog een beroep te doen op uwen jjver om de kiezers voor te lichten, op uwe krachtige inspanning om het uiterste te doen, opdat de overwinning behaald worde. Wordt die behaald, dan zal het kunnen komen tot eene afdoende kiesrechthervorming, dan zal dit vraagstuk niet [langer onopgelost of half opgelost aan de verdere staatkundige en maat schappelijke ontwikkeling van ons land in den weg staandan zal integendeel de onmisbare voorwaarde voor blijvende verbetering voor goed vervuld zjjn; dan ook zal de grondslag gelegd wezen tot samenstelling van een kamer, die wortelt in het geheele volk. Nooit was het oogenblik gunstiger. Sinds jaren was niet een liberaal kabinet aan het bewind, dat zóo krachtig den wil tot hervorming toonde en in staat bleek daartoe de leiding op zich te nemen. Yan de onder liberale vlag gekozen afge vaardigden in de nu ontbonden Kamer was de meerderheid eensgezind met het kabinet nopens het kiesrechtvraagstuk. Het komt er dus slechts op aan deze krachten in de nieuwe Kamer te behouden en te ver sterken door gelijkgezinden. Waar dit van de kiezers wordt gevraagd, mag er op worden gerekend, dat zjj onder den indruk zijn van het debat, weken lang over het wetsontwerp tot uitbreiding van bet kiesrecht in de nu ontbonden kamer gevoerd. Het volk, dat naar de uitkomst vraagt, moet gevoeld hebben, dat bp eene zoo groote ver scheidenheid van inzichten en wenschen als zich in die kamer uitsprak, een zoo gewich tige wet niet op bevredigende wjj ze kon wor den tot stand gebracht. Het heeft, blijkens de tallooze betuigingen van instemming, die de minister Tak van Poort vliet na de intrekking der wetsontwerpen dag aan dag ontving, begrepen, dat hij stond aan de zpde van de onbekrompen, milde uitlegging der Grondwet, aan de zpde van het grootste vertrouwen op het volk, dat hij bezield was met de zucht om aan den billpken eisch van uitbreiding van kiesrecht het verst tegemoet te komen. Daarom moeten de kiezers gevoelen, dat hij de vertrouwbare leider is, dien men met ver trouwbare medestrijders behoort te omringen. Hopen wjj daarom, dat na deze verkiezingen een krachtige meerderheid de hervormings gezinde regeering steune, dat zjj hare ont werpen behoede voor verbeteringen, die zich vooral in de goedkeuring der tegenstanders verheugen, en dat zij den grooten maatregel van hervorming in veilige haven brenge. Of die hoop werkelijkheid worden zal, moet voornamelijk afhangen van de inspanning, die thans van U gevraagd wordt. Een ieder zij dus op zijn post en beschame het vertrouwen niet, waarvan het beroep op de kiezers getuigt." In de gegeven omstandigheden kunnen wij aldus schrjjft het Vad. terecht zeer wel Uit het Engelsch, YAN Als Roscoff voortgegaan ware met zjjne oude, vrjje levenswijze en het geluk, dat de tegen woordigheid van het kind en zijn onafhan kelijkheid hem verschafte, [zou hij nog jaren lang gezond hebben kunnen blpven. Maar de opsluiting, de voortdurende ergernis te Mont Parnasse, de neerslachtigheid tengevolge van het eentonige leven, het verschil van voedsel, de geregelde uren die hij thans in acht moest nemen, de onafgebroken inspan ning, welke van hem gevorderd werd, om zjjn humeur te bedwingen, al zjjne neigingen te onderdrukken en de gewoonten van zoovele jaren af te leggen, dat alles deed hem licha melijk zoowel als zedeljjk kwaad en onder- mjjnde van lieverlede dat krasse zeemansge stel, dat zoo lang weerstand had geboden aan arbeid, vermoeienis en gebrek. De weken werden maanden, de zomer werd herfst, de herfst werd winter en er naderde alweer een nieuwe lentemaar de tjjd had zpn beteekenis voor hem verlorenhet was éen lange, onafgebroken, vervelende reeks van kleurlooze uren. Er was slechts éen dag, die medegaan met het stelsel, om te stemmen op aftredende leden, die de kieswet hebben gesteund, ook al zpn het geen liberalen. Maar men zij toch voorzichtig en mete niet met twee maten. Als men zich eenerzjjds onver biddelijk wil toonen tegenover alle liberalen, die voor het amendement-De Meijier hebben ge stemd, gaat het anderzijds niet aan met vriende lijkheid in te halen die anti-revolutionnairen,die onder den schijn van den minister te steunen, juist door hun onverantwoordelijke houding dat amendement de overwinning hebben verschaft. Daar passen wjj voor. Als men mannen verwerpt als Mees en Röell, die wjj als sieraden der liberale partjj bljjven be schouwen, al betreuren wjj hun houding ten aanzien der kieswet, dan bedanken wjj er voor aan de zegepraal te helpen van mannen als Mackay en Van Alphen, wier beginselloos manoeuvreeren, slechts te verontschuldigen dooi de veronderstelling van verregaande kortzich tigheid, voor de toekomst al bitter weinig be looft. En toch, daar schjjnt het heen te gaan, van antirevolutionaire en radicale zjjde. Niet alleen, dat Mackay en Van Alphen reed3 wor den gekoesterd ter plaatse, waar de heer Van Karnebeek hen zag aanlanden, maar zelfs voor Lohman schjjnt vergeving gevonden, omdat men hem niet aandurft. Daarom, liberale kiezers, past op uw iiuuzen. Ziet gjj u verplicht mannen van talent en karakter, aan wie uw partjj veel verplicht is en wier welbeproefde politieke ervaring gjj later broodnoodig zult hebben, los te laten, omdat gjj overtuigd zjjt, dat het komen moet tot afdoende kiesrechthervorming zoo spoedig mogeljjk, doet wat uw plicht is, hoe zwaar die valle, maar wacht u ervoor uw vertrouwen te schenken aan mannen, die gjj steeds tegenover u vondt en van wie gij nooit iets anders hebt gehoord dan mooie woorden, tenzjj gjj met volkomen zekerheid weet, dat uw vertrouwen goed wordt geplaatst. In het gisteren door ons overgenomen schrjj- ven van De Amst. Dv. N.) kwam de vol gende tirade voor «Dat de N. B. Ct Tak's handelwjjze voor inconstitutioneel heeft gehouden, is nog te begrijpen, omdat zij voortdurend redeneert over iets, dat zij meent te kunnen constateeren, als zjj uitsluitend een en denzelfden kant uitkjjkt. De vraag of de handelwjjze van mr Van Tien hoven niet van dien aard is geweest, dat de daad, die onder andere omstandig heden inconstitutioneel had kunnen (zjjn, voor Tak de eenig mogeljjke constitutioneele was geworden, roort zij nimmer aan." Naar aanleiding daarvan antwoordt de N. B. Ct. bereid te zjjn, de laatste vraag met De Amst. te behandelen, indien het blad haar nader in kennis stelt van de haar onbekende feiten, waarop het doelt, waar het spreekt van de handelwjjze van mr Van Tienhoven. Het Vad. acht het publiceeren van het adres van den ministerraad, waarop van ver schillende zjjden wordt aangedrongen, geen eisch der constitutioneele practjjk. Duideljjk genoeg spreken de woorden der sluitingsrede .Omtrent de regeling van het kiesrecht voor de Tweede kamer der Staten-generaal en de Provinciale staten werd geen overeenstemming verkregen. De Koningin-Weduwe-Regentes, overtuigd, dat in de tegenwoordige omstandig heden een beroep op de natie raadzaam is om tot een bevredigende regeling van het kiesrecht te komen, heeft" besloten de ont binding van de Tweede kamer der Staten- generaal uit te spreken." Of bovendien het advies aan de regentes voor publicatie geschikt is, kan alleen de regeering beoordeelen. Toch, zoo schrjjft het Haagsche liberale blad, kunnen wjj ons aansluiten bjj den wensch van hen, die op openbaarmaking aandringen, in dien 't maar eenigszins mogeljjk is daartoe over te gaan. Met dien verstande, dat ook het advies der minderheid openbaar worde. Er zjjn er nu eenmaal, die öf niet begrjjpen öf veinzen niet te begrijpen, waarover de strjjd loopt. Alles wat kan bjjdragen, om licht over die vraag te doen opgaan, is welkom, vooral ook om de daad der koningin-regentes in het juiste licht te brengen en ieders verantwoor delijkheid te bepalen. De daad der koningin-regentes. Het Dagblad, dat zich heeft gestooten aan de bovenaangehaalde woorden der sluitings- rede, omdat er niet aan was toegevoegd, dat Zjj heeft gehandeld op advies der ministers, van al de overigen verschilde dat was die eene dag in elke maand, waarop hij Max mocht gaan zien. Maar ook die werd weldra even vreugdeloos als de rest en elk bezoek bracht hem meer en meer tot de overtuiging dat het kind hem voor altjjd ontglipte, dat hjj elke wetk al minder en minder beteekende in de genegenheid en in de herinnering van het kind. «Ik wist hoe het zjjn zou," zei hjj honderd maal tot zichzelf. Maar hjj had het niet wezenljjk geweten hjj had altjjd in een hoekje van zjjn trouw, liefhebbend hart geloofd, dat de kleine Max hem nooit geheel zou verlaten, niet door vrooljjkheid en speelgoed en mooie kleeren, overvloedig eten en een zacht bed, zjjn ouden grootvader zou vergeten. Hjj had altjjd gehoopt dat er een tjjd zou komen waarop de kleine jongen zjjne armen om. zpn hals zou slaan en uitroepen «Neem mjj mee, o, neem mij medeLaat ons arm zjjn, maar vrjjWant Roscoff beging een zeer gewone vergissinghjj meende dat dit kind, omdat het van zjjn bloed in de aderen had, ook zjjn aard moest hebben. Hjj wachtte echter te vergeefs op dien tjjd. Elke maand als hjj Max zag vond hjj hem sterker, blozender, gezonder, levendiger, vlugger, kinderljjkermaar hjj vond hem ook verder van zich af, meer doordrongen van nieuwe denkbeelden en nieuwe hersen schimmen, meer vervuld met nieuwe behoeften, nieuwe wenschen, zjjne nieuwe makkers en drjjft de preutschheid hier wat heel ver. De minister van binnenlandsche zaken, door haar gemachtigd, verschijnende om uit haar naam de zitting te sluiten, is het levend bewjjs, dat haar besluit op voordracht van hem en zjjn ambtgenooten is genomen. Zoo 't intusschen ooit geoorloofd is den drager der Kroon zelf te noemen, dan is het in een geval als dit, waarin Zjj geroepen is zelfstandig een beslissing te nemen. Dit is geen mengen van de Kroon in den strjjd der partjjen, een fout, waaraan het conservatieve orgaan meermalen mank ging, speciaal ook thans, nu het verklaarde, dat de Kroon bukken zou voor 't radicalisme. In 't Dagblad's gedachtengang zou dan ook waar- scbjjnljjk de zinsnede dus moeten luiden«De Koningin-Weduwe-Regentes, liever het advies barer verantwoordelijke raadslieden, dan van het getrouwe Dagblad volgende, heeft, niet tegenstaande de verdachtmaking van dat blad, dat zjj zou bukken voor het radicalisme en trots de waarschuwing van dat blad, dat zjj het prestige der Kroon zou doen dalen, be sloten enz. enz." De openbaarmaking van bovenbedoelde ad viezen kan nu misschien bij hen, die het wjjs inzicht der Regentes niet erkennen, de over tuiging vestigen, dat Zjj in 's lands belang dus handelen moest. Ook dat hier van bukken veer het radicalisme (?f•partijkiezen voor het radicalisme, al naar men het nemen wil, geen sprake is. Slechts dit zal men kunnen zeggen, dat de Regentes, die eenmaal haar toestem ming heeft gegeven tot de indiening van een democratische kieswet en daardoor getoond heeft in zulk een wet geen gevaar te zien voor het land, de overtuiging niet heeft er langd, dat de Kamer, die deze kieswet niet heeft gewild, beter dan haar Regeering den wensch der natie vertolkt. Met vertrouwen vraagt Zjj daarom het oordeel des volks. Dat mag men zeggen zonder de Kroon te mengen in den partjjstrjjd, niet minder naar ons oordeel, maar ook niet meer. In een schrjjven aan de kiesvereeniging Burgerplicht te Amsterdam, heeft de heer mr J. G. Gleichman, oud-voorzitter der Tweede kamer, verklaard zich opnieuw beschikbaar te stellen. «Dat ik op b r e e d e n grondslag uitbreiding van het kiesrecht wensch, mag ik, zoo schrjjft hjj, als bekend onderstellen. «Indien onder «denzelfden b reeden grondslag als het door de regeering inge trokken ontwerp", moet verstaan worden het met art. 3 van dat ontwerp aangenomen beginsel, dan verklaar ik bereid te zjjn, daarop te helpen voortbouwen. «Indien daaronder echter tevens moet wor den verstaan de uitwerking van dat beginsel in art. 4, dan verklaar ik aan dat artikel zooals het in het ingetrokken regeerings- ontwerp luidde, mijne goedkeuring niet te kunnen geven." Hjj verklaart ten slotte zich geen bindend mandaat te willen laten welgevallen. Ook de heer Rutgors heeft verklaard zich een keuze te zullen laten welgevallen, doch zich niet te willen binden. Hjj verwjjst naar zjjn politiek verleden, speciaal aan wat door hem gezegd is op den 1 Augustus in de kamerzitting 1892/93, waar uit blijkt dat door hem mede verlangd wordt een kiesrechtregeling op broeden grond slag, en deze zoo spoedig mogeljjk, maar niet verlangd eene regeling op »d e n- z elfden" grondslag als die van het jongste regecringsvoorstel, dat met de Grond wet geen rekening hield. De heer W. A. van der Feltz, afgevaardigde ter Tweede kamer voor Assen, heeft, met het oog op het klimmen zjjner jaren, te kennen gegeven geen candidatuur meer te zullen aanvaarden. Volgens de Noordbr. zal de Algemeene Bond van katholieke kiesvereeniging en niet worden opgeroepen. De redenen hiervan zjjn de korte tjjd en de minder aangename verstandhouding tusschen de kamerleden, In het district Alkmaar wordt als candidaat tegenover den heer Van der Kaay, wiens hou ding in zake de kiesrechtkwestie in de kies- vereenigingen bjj motie is afgekeurd, genoemd de heer mr. E. Fokker te Middelburg. Naar aanleiding van een opmerking dat de 10de April als verkiezingsdag is gekozen, om dat op 25 April de nieuwe kiezerslijsten wer- gewoonten, zijn nieuwen zedeljjken sfeer. Hjj voelde dat, indien hjj zjjne bezoeken staakte, hjj spoedig heelemaal door Max vergeten zou worden en zou dat misschien niet het beste zjjn Mag de liefde ooit vergelding vragen, gelijk de belasting-inner het verschuldigde komt vorderen »Ik ben slechts de reus voor hem de reus, het monster van honger, koude en gebrek dat is alles waarmede ik in zjjne gedachten verbonden ben. Het is heel natuurljjk dat het zoo is. Hjj heeft dit helaas zooveel bjj mjj gekend." De dag, waarop bjj aldus peinsde, was er een waarop hjj Max mocht zien een heldere, koude winterdag met een scherpen wind en bevroren grond. Roscoff was als gewoonljjk te voet gekomen, terwjjl het hondje naast hem voorttrippelde. Het was vroeg in den mid dag en de rjjtuigen en omnibussen spoedden zich DSb'ar hun bestemming. Hjj had niets dan zjjne beenen om er te komen en die waren veel stjjver en trager dan een jaar te vorenhjj leunde zwaar op zjjn ouden, knoestigen stok, dien stok waarnaar Max met zulk een min achtenden blik gekeken had. Roscoff voelde zich in den. laatsten tjjd niet wel, maar hjj sloeg toch nooit over, eiken dag eenige uren met Pepiu te gaan doorbren gen en hij verzuimde ook ncioit een van de dagen waarop hg Max mocht zien, Maar nu den gesloten en dan de herstemmingen moeten zjjn afgeloopen, wjjst een burgemeester het Hbld erop, dat tal van voorzitters van ge meenteraden de voorloopig door burg. en wetli. opgemaakte en gedurende 14 dagen ter visie gelegde kiezerslijsten reeds sluiten, wanneer in dit tjjdperk daartegen geen reclames inko men. Dikwijls is dit dus reeds einde Maart. Volgens art. 31 der kieswet is aan de burge meesters uitsluitend opgedragen de ljjsten uiterlijk 25 April te sluiten, dus ruim na afloop van de behandeling van mogeljjke reclames. Men zal nu kunnen ervaren, meent hjj, dat in sommige gemeenten wordt gestemd volgens de oude Ijjst, in andere volgens de nieuwe, tenzij de burgemeesters door hoogere autori teiten tjjdig worden uitgenoodigd van de aan hen, met uitsluiting van anderen, toegekende bevoegdheid tot sluiting der kiezerslijsten geen gebruik te maken vóór 25 April a. s. Het zou hem niet verwonderen, indien zulk een aanschrijving aan hem en zjjne ambtge nooten dezer dagen toegezonden werd. 1Be weesinricliting' tc Xeerliosch, Donderdagavond trad te Dordrecht de heer G. van Deth, daartoe door een drietal heeren uitgenoodigd, als spreker op. De zaal was geheel gevuld; ook eenige dames waren aan wezig. Natuurljjk kwam hetgeen de heer Van Deth zeide, overeen met het vroeger gespro kene, maar het debat, dat op zpn voordracht volgde, was niet onbelangrjjk. Daaraan werd, zoo meldt men aan de N. B. Crt., door vier personen deelgenomen. Een hunner, de heer Hartog, wenschte te worden ingelicht omtrent het gerucht, als zou den heer Van Deth f 100.000 zjjn aangeboden» wanneer hjj zich wilde verbinden niets meer over de weesinrichting te zullen schrjjven of spreken. Ook vroeg hjj of spreker den heer Van 'tLindenhout zou vervolgen, wanneer de heer Bilhler van Groningen hem de 2000, die hjj beweert daarvoor noodig te hebben, zou bezorgen. Als antwoord hierop deelde Van D. mede dat hem inderdaad door vier heeren te Amster dam was aangeboden, in Amerika zjjnverbljjf te vestigen, in welk geval hem een reispen ning voor het genoemde bedrag zou worden verstrekt. Als antwoord hierop zou hjj de heeren hebben aangeboden, hen de deur uit te gooien. Wat de f 2000 betreft, zoodra hjj die bezit, zal hij zorgen dat Van 't L. binnen 5 weken in de gevangenis zit. De verdiensten, die hjj maakt met zjjne le zingen, dienen om zjjn gezin te onderhouden; dien avond maakte hjj p. m. f 15, daarvan hield hjj niet over. De entree was dan zeker zeer laag, de zaal zeer klein of de onkosten waren wellicht zeer hoog. Een oud wees Visser beweerde dat de zieken verpleging in Neerbosch goed was, zjjn broer had aan tering geleden, was met de meeste zorg verpleegd en kon alles krijgen wat hjj verlangde. Niemand werd schamel gekleed, met klompen aan en zonder reisgeld - zooals Van Deth had medegedeeld buiten de in richting weggezonden. Mishandeling had deze verpleegde nooit gezien. Hjj verklaarde het een leugen, dat onder de kerk zes cachotten waren, waar licht noch lucht doordrong. Zjj waren bestemd tot berging van winterprovisie, spreker zelf had ze mee gebouwd. Wat Van Deth van onzedelijkheid opnoemde, werd even eens voor leugen en laster uitgemaakt. De heer Van Deth, die zeer opgewonden werd, beriep zich, wat de onzedelijkheid en ziekenverpleging betreft, op het rapport dei- commissie van onderzoek. Met het oog op de aanwezigheid van dames, wilde hjj geen meer- deré staaltjes van onzedelijkheid aanhalen, doch ze later in een derde brochure (die in gesloten enveloppe zal worden verkocht) mee- deelen. De heer Vos, die zeide geen oud-verpleegde te zjjn, doch meermalen in de inrichting te hebben gelogeerd, sprak den heer Van Deth op verscheidene punten tegen. Aan dezen spreker werd echter door het rumoer, dat sommigen maakten, het spreken belet. Een vierde debater, de heer Van Tilborg, eveneens oud-wees, had van onzedelijkheid nooit iets bespeurd. Hjj sprak ook andere beweringen van Van Deth tegen. Na repliek van Van Deth, nam een der leden van de commissie, die spreker had uitgenoodigd, kwam onder het loopen de gedachte bjj hem op of het niet beter, wjjzer, vriendeljjker zou zjjn, indien hjj ophield met zich zelf en het verleden aan de herinnering van het kind te bljjven opdringen. Max was een kind met een gestel, vatbaar voor indrukken, dat zjjne ge voelens vormde naar zjjne omgeving, zeer gevoelig voor uiterlijkheden, en niet in staat zelfs opoffering te waardeeren. In enkele op zichten was hjj nog een klein kind en in andere was hjj zjjn leef tjjd ver vooruit; lichameljjk welbehagen was iets heerljjks voor hem en als hjj zich de jaren, met zjjn groot vader doorgebracht, herinnerde, rilde hjj van koude en vrees, als een kind, dat zich bjj een warm haardvuur koestert, rilt bjj de herinnering aan den nacht toen hjj verdwaald was in de sneeuw. Bovendien schaamde hjj zich een weinig over dien langen, mageren, ouden man, die hem kwam bezoeken Max wist nu wat een heer was en zjjn grootvader was geen heer in de gewone beteekenis van het woordhjj woonde in een soort van armhuis, van de al gemeene liefdadigheid, dat had een zijner schoolmakkers, die ouder was dan hjj, uitge vonden en hem met onverholen minachting verteld. Dit alles sprak duideljjk uit zpn peinzenden, critisehen blik, telkens wanneer Roscoff kwam en dat maakte de ontmoeting voor beiden elke maand minder aangenaam. De wereld, die zoo wreed, zoo onvriendelijk, het woord om zjjn leedwezen uit te spreken over de stemming van het publiek, die niet in overeenstemming was met den ernst van het behandelde onderwerp. Op zjjne vraag, wat volgens den spr. thans te doen stond, antwoordde deze, dat uit alle plaatsen van ons land adressen moeten worden gezonden om de tusschenkomst der regeering in te roepen. Als gevolg hiervan werd de vol gende motie voorgesteld «De ondergeteekenden, alle ingezetenen van Dordrecht, «gehoord de mededeelingen over de "VVees- inrichting Neerbosch, «verklaren, dat het de plicht der regeering is, om zoo spoedig mogeljjk van staatswege eene commissie van enquête te benoemen, om, zoo noodig met medewerking van den keer G. van Deth van Amsterdam, naar den toestand van de weesinrichting te Neerbosch, directeur de heer J. van 'tLindenhout, een degeljjk on derzoek in te stellen." Deze motie werd met applaus begroet. Zjj zal binnen enkele dagen ter onderteekening worden gelegd. Dezer dagen maakte, in verband met de Neerbosch-kwestie, iemand een eigenaardige opmerking in de Amst. Hjj had een Weezen- VlnanaV wan b?tjaa< 1885 in banden gekregen. Zooals men waarsckijnljjk weet geeft de heer Van 't Lindenhout elk jaar een dergeljjk boekje uit, waarin hjj o. m. de namen opgeeft van hen, die in de inrichting zjjn opgenomen of wel haar door den dood zjjn ontvallen. Nu vond hjj in bedoelden almanak als over leden opgegeven van 16 Sept. 1883 tot 1 Aug. 1884 12 personen. Dit bedrag nu vergeleek hjj met de opgave, verstrekt door het bekende rapport, en nu kwam hjj tot de zonderlinge ontdekking, dat er sedert genoemde datums 14 personen waren overleden, alzoo 2 meer dan de heer Van 't Lindenhout zjjn goedgeloovigen lezers had wjjsgemaakt. Wat, zoo vroeg hjj, heeft dit te beteekenen Heeft de heer Yan'tLindenhout dan inderdaad getracht het sterftecijfer met opzet te verklei nen En zou de heer Van Deth dus geljj k hebben als hjj beweert, dat het aantal dooden grooter is dan door den heer Van 't Lindenhout wordt opgegeven En hebben die hoog-wjjze heeren der commissie daar niet eens op gelet of naar geïnformeerd Of lag dit niet op hun weg De schrjjver was slechts in het bezit van éen exemplaar van den Weezenalmanak, doch misschien zjjn er die er van andere jaren heb ben. Hjj zou hun willen aanraden die ook eens aan het rapport te toetsen; waarschjjnljjk komen er nog meer zulke «abuisjes" voor den dag. Ook is de lezing van den heer Van 't Lindenhout, in 't licht van het rapport, vol gens hem ten zeerste aan te bevelen. Onder het opschrift Verbeteringen te Neer bosch, schrjjft T. W. in het jongste nommer van het Sociaal Weekblad. De directeur der weesinrichting te Neer bosch heeft de volgende circulaire verzonden «De donkere wolk, die voorbjj- d r jj f t. Een donkerder wolk als sedert negen maan den over de Weesinrichting van Neerbosch heeft gehangen, zal, hopen wjj, nooit weder komen. Nu deze af drjjft, is het de groote vraagZal deze onweersbui door een mil den regen van zegen voor de ouderloozen worden gevolgd Zeker heeft deze storm heel wat ellende gebracht. Enkele familieleden hebben hun kinderen teruggehaald. Hun getal bedraagt 43. En onder dezen zpn er, die bedelende langs de straten van onze steden, in lompen gehuld, ronddwalen. Niemand bekommert zich nu over hen. Dit zjjn de droevige gevolgen van laster en leugen. Vele ouderloozen, waarvoor plaats bjj ons gezocht is, wachten op hulp en verkeeren in groote tjjdeljjke en geesteljjke ellende. In het rapport is gewezen op vele verbete ringen, die in de Weesinrichting moeten wor den aangebracht. Er is echter geld noodig, zullen deze tot stand kunnen komen. Daarbjj, ons ziekenhuis is nog niet voltooid en ook daarvoor is het bouwfonds uitgeput. Het is daarom, dat we tot u komen met het vriendeljjk verzoek, ons een handje te willen helpen om de noodige gelden hiervoor te ver zamelen. Wjj nemen de vrjjheid, hierbjj een ljjst in zoo vele harten scheidt, was ongemerkt maar alvermogend tusschen den ouden man en zjjn kleinkind gegleden. Toen hjj aan het huis kwam, verzocht hjj den knecht, die hem open deed, mevrouw eerst te mogen spreken voor dat hjj Monsieur Max van zjjn komst ver wittigde. «Vergeef mjj, mevrouw", zei Roscoff, «is het niet mogeljjk dat gjj mjj in de gelegen heid stelt, mjjn kleinzoon van daag te zien, zonder dat hjj mjj ziet «Waarom verlangt gjj dat?" vroeg zjj glimlachend. «Vreest gjj dat hjj niet geluk kig is «Meent gjj dat hjj gelukkig is Zjj glimlachte weer. «Hjj is het gelukkigste kind hier. De anderen verlieten een prettig thuis, dat zjj somtjjds betreuren, maar hjj vergeef mjj, mjjnheer Roscoff, ik ben overtuigd dat gjj gedaan hebt, al wat gjj kondt doen."jj «Dat heb ik gedaan," zei Roscoff kortaf. «Maar als gij er in het minst aan twij felt, kom dan mee," ging zjj voort. «Ik zal hem u laten zien, zonder dat hjj het weet misschien houdt gjj een kinderhart voor stand vastiger dan het is." «Wij koesteren allen, vroeg of laat, eenige dwaze illusies, mevrouw," zei Roscoff, haar vol gende door het huis, met Pepin achter zich aan. Zjj bracht hem in hare eigen vertrekken in een daarvan, een klein kamertje, waar zjj meestal vertoefde, was een hoog raampje, ver-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 5