FEUILLETON
EES OHDASKBARE,
BIJVOEGSEL
Middelburg 24 Maart.
Maandag 26 Maart 1894, no. 72.
OUÏDA.
VA» DB
VAN
Door het bestuur der Liberale Unie is nog
de volgende circulaire gericht tot de kiesver-
eenigingen, leden dier Unie
.Mijne heeren 1 Nu de verkiezingen bepaald
zjjn op den lOen April e. k., kan eene alge-
rueene vergadering van de Liberale Unie niet
meer worden gehouden. In aansluiting aan
onze circulaire van 19 Maart jl. deelen wij u
dit thans mede.
Wij zullen nu ook niet meer de gelegenheid
hebben, uwe afgevaardigden toe te spreken
en in persoon een woord van opwekking vóór
den ernstigen en zwaren strjjd, die te voeren
staat, tot hen te richten.
Onder die omstandigheden i3 het ons eene
behoefte, bp dezen nog een beroep te doen op
uwen jjver om de kiezers voor te lichten, op
uwe krachtige inspanning om het uiterste te
doen, opdat de overwinning behaald worde.
Wordt die behaald, dan zal het kunnen komen
tot eene afdoende kiesrechthervorming, dan zal
dit vraagstuk niet [langer onopgelost of half
opgelost aan de verdere staatkundige en maat
schappelijke ontwikkeling van ons land in den
weg staandan zal integendeel de onmisbare
voorwaarde voor blijvende verbetering voor
goed vervuld zjjn; dan ook zal de grondslag
gelegd wezen tot samenstelling van een kamer,
die wortelt in het geheele volk.
Nooit was het oogenblik gunstiger.
Sinds jaren was niet een liberaal kabinet
aan het bewind, dat zóo krachtig den wil tot
hervorming toonde en in staat bleek daartoe
de leiding op zich te nemen.
Yan de onder liberale vlag gekozen afge
vaardigden in de nu ontbonden Kamer was
de meerderheid eensgezind met het kabinet
nopens het kiesrechtvraagstuk.
Het komt er dus slechts op aan deze krachten
in de nieuwe Kamer te behouden en te ver
sterken door gelijkgezinden.
Waar dit van de kiezers wordt gevraagd,
mag er op worden gerekend, dat zjj onder
den indruk zijn van het debat, weken lang
over het wetsontwerp tot uitbreiding van bet
kiesrecht in de nu ontbonden kamer gevoerd.
Het volk, dat naar de uitkomst vraagt, moet
gevoeld hebben, dat bp eene zoo groote ver
scheidenheid van inzichten en wenschen als
zich in die kamer uitsprak, een zoo gewich
tige wet niet op bevredigende wjj ze kon wor
den tot stand gebracht.
Het heeft, blijkens de tallooze betuigingen
van instemming, die de minister Tak van Poort
vliet na de intrekking der wetsontwerpen dag
aan dag ontving, begrepen, dat hij stond aan
de zpde van de onbekrompen, milde uitlegging
der Grondwet, aan de zpde van het grootste
vertrouwen op het volk, dat hij bezield was
met de zucht om aan den billpken eisch van
uitbreiding van kiesrecht het verst tegemoet
te komen.
Daarom moeten de kiezers gevoelen, dat hij
de vertrouwbare leider is, dien men met ver
trouwbare medestrijders behoort te omringen.
Hopen wjj daarom, dat na deze verkiezingen
een krachtige meerderheid de hervormings
gezinde regeering steune, dat zjj hare ont
werpen behoede voor verbeteringen, die zich
vooral in de goedkeuring der tegenstanders
verheugen, en dat zij den grooten maatregel
van hervorming in veilige haven brenge.
Of die hoop werkelijkheid worden zal, moet
voornamelijk afhangen van de inspanning, die
thans van U gevraagd wordt.
Een ieder zij dus op zijn post en beschame
het vertrouwen niet, waarvan het beroep op
de kiezers getuigt."
In de gegeven omstandigheden kunnen wij
aldus schrjjft het Vad. terecht zeer wel
Uit het Engelsch,
YAN
Als Roscoff voortgegaan ware met zjjne oude,
vrjje levenswijze en het geluk, dat de tegen
woordigheid van het kind en zijn onafhan
kelijkheid hem verschafte, [zou hij nog jaren
lang gezond hebben kunnen blpven. Maar de
opsluiting, de voortdurende ergernis te Mont
Parnasse, de neerslachtigheid tengevolge
van het eentonige leven, het verschil van
voedsel, de geregelde uren die hij thans in
acht moest nemen, de onafgebroken inspan
ning, welke van hem gevorderd werd, om zjjn
humeur te bedwingen, al zjjne neigingen te
onderdrukken en de gewoonten van zoovele
jaren af te leggen, dat alles deed hem licha
melijk zoowel als zedeljjk kwaad en onder-
mjjnde van lieverlede dat krasse zeemansge
stel, dat zoo lang weerstand had geboden aan
arbeid, vermoeienis en gebrek.
De weken werden maanden, de zomer werd
herfst, de herfst werd winter en er naderde
alweer een nieuwe lentemaar de tjjd had
zpn beteekenis voor hem verlorenhet was
éen lange, onafgebroken, vervelende reeks van
kleurlooze uren. Er was slechts éen dag, die
medegaan met het stelsel, om te stemmen
op aftredende leden, die de kieswet hebben
gesteund, ook al zpn het geen liberalen. Maar
men zij toch voorzichtig en mete niet met
twee maten. Als men zich eenerzjjds onver
biddelijk wil toonen tegenover alle liberalen,
die voor het amendement-De Meijier hebben ge
stemd, gaat het anderzijds niet aan met vriende
lijkheid in te halen die anti-revolutionnairen,die
onder den schijn van den minister te steunen,
juist door hun onverantwoordelijke houding
dat amendement de overwinning hebben
verschaft. Daar passen wjj voor. Als men
mannen verwerpt als Mees en Röell, die wjj
als sieraden der liberale partjj bljjven be
schouwen, al betreuren wjj hun houding ten
aanzien der kieswet, dan bedanken wjj er voor
aan de zegepraal te helpen van mannen als
Mackay en Van Alphen, wier beginselloos
manoeuvreeren, slechts te verontschuldigen dooi
de veronderstelling van verregaande kortzich
tigheid, voor de toekomst al bitter weinig be
looft. En toch, daar schjjnt het heen te gaan,
van antirevolutionaire en radicale zjjde. Niet
alleen, dat Mackay en Van Alphen reed3 wor
den gekoesterd ter plaatse, waar de heer Van
Karnebeek hen zag aanlanden, maar zelfs voor
Lohman schjjnt vergeving gevonden, omdat men
hem niet aandurft. Daarom, liberale kiezers, past
op uw iiuuzen. Ziet gjj u verplicht mannen
van talent en karakter, aan wie uw partjj
veel verplicht is en wier welbeproefde politieke
ervaring gjj later broodnoodig zult hebben,
los te laten, omdat gjj overtuigd zjjt, dat het
komen moet tot afdoende kiesrechthervorming
zoo spoedig mogeljjk, doet wat uw plicht
is, hoe zwaar die valle, maar wacht u ervoor
uw vertrouwen te schenken aan mannen, die
gjj steeds tegenover u vondt en van wie gij
nooit iets anders hebt gehoord dan mooie
woorden, tenzjj gjj met volkomen zekerheid
weet, dat uw vertrouwen goed wordt geplaatst.
In het gisteren door ons overgenomen schrjj-
ven van De Amst. Dv. N.) kwam de vol
gende tirade voor
«Dat de N. B. Ct Tak's handelwjjze voor
inconstitutioneel heeft gehouden, is nog te
begrijpen, omdat zij voortdurend redeneert over
iets, dat zij meent te kunnen constateeren, als
zjj uitsluitend een en denzelfden kant uitkjjkt.
De vraag of de handelwjjze van mr Van Tien
hoven niet van dien aard is geweest, dat de
daad, die onder andere omstandig
heden inconstitutioneel had kunnen (zjjn,
voor Tak de eenig mogeljjke constitutioneele
was geworden, roort zij nimmer aan."
Naar aanleiding daarvan antwoordt de N.
B. Ct. bereid te zjjn, de laatste vraag met
De Amst. te behandelen, indien het blad haar
nader in kennis stelt van de haar onbekende
feiten, waarop het doelt, waar het spreekt van
de handelwjjze van mr Van Tienhoven.
Het Vad. acht het publiceeren van het
adres van den ministerraad, waarop van ver
schillende zjjden wordt aangedrongen, geen
eisch der constitutioneele practjjk. Duideljjk
genoeg spreken de woorden der sluitingsrede
.Omtrent de regeling van het kiesrecht voor
de Tweede kamer der Staten-generaal en de
Provinciale staten werd geen overeenstemming
verkregen. De Koningin-Weduwe-Regentes,
overtuigd, dat in de tegenwoordige omstandig
heden een beroep op de natie raadzaam is
om tot een bevredigende regeling van het
kiesrecht te komen, heeft" besloten de ont
binding van de Tweede kamer der Staten-
generaal uit te spreken." Of bovendien het
advies aan de regentes voor publicatie geschikt
is, kan alleen de regeering beoordeelen.
Toch, zoo schrjjft het Haagsche liberale blad,
kunnen wjj ons aansluiten bjj den wensch van
hen, die op openbaarmaking aandringen, in
dien 't maar eenigszins mogeljjk is daartoe
over te gaan. Met dien verstande, dat ook
het advies der minderheid openbaar worde.
Er zjjn er nu eenmaal, die öf niet begrjjpen
öf veinzen niet te begrijpen, waarover de strjjd
loopt. Alles wat kan bjjdragen, om licht over
die vraag te doen opgaan, is welkom, vooral
ook om de daad der koningin-regentes in het
juiste licht te brengen en ieders verantwoor
delijkheid te bepalen.
De daad der koningin-regentes.
Het Dagblad, dat zich heeft gestooten aan
de bovenaangehaalde woorden der sluitings-
rede, omdat er niet aan was toegevoegd, dat
Zjj heeft gehandeld op advies der ministers,
van al de overigen verschilde dat was die
eene dag in elke maand, waarop hij Max
mocht gaan zien.
Maar ook die werd weldra even vreugdeloos
als de rest en elk bezoek bracht hem
meer en meer tot de overtuiging dat het
kind hem voor altjjd ontglipte, dat hjj elke
wetk al minder en minder beteekende in de
genegenheid en in de herinnering van het kind.
«Ik wist hoe het zjjn zou," zei hjj honderd
maal tot zichzelf. Maar hjj had het niet
wezenljjk geweten hjj had altjjd in een hoekje
van zjjn trouw, liefhebbend hart geloofd, dat
de kleine Max hem nooit geheel zou verlaten,
niet door vrooljjkheid en speelgoed en mooie
kleeren, overvloedig eten en een zacht bed,
zjjn ouden grootvader zou vergeten. Hjj had
altjjd gehoopt dat er een tjjd zou komen
waarop de kleine jongen zjjne armen om. zpn
hals zou slaan en uitroepen «Neem mjj mee,
o, neem mij medeLaat ons arm zjjn, maar
vrjjWant Roscoff beging een zeer gewone
vergissinghjj meende dat dit kind, omdat
het van zjjn bloed in de aderen had, ook zjjn
aard moest hebben. Hjj wachtte echter te
vergeefs op dien tjjd. Elke maand als hjj Max
zag vond hjj hem sterker, blozender, gezonder,
levendiger, vlugger, kinderljjkermaar hjj vond
hem ook verder van zich af, meer doordrongen
van nieuwe denkbeelden en nieuwe hersen
schimmen, meer vervuld met nieuwe behoeften,
nieuwe wenschen, zjjne nieuwe makkers en
drjjft de preutschheid hier wat heel ver. De
minister van binnenlandsche zaken, door haar
gemachtigd, verschijnende om uit haar naam
de zitting te sluiten, is het levend bewjjs, dat
haar besluit op voordracht van hem en zjjn
ambtgenooten is genomen. Zoo 't intusschen
ooit geoorloofd is den drager der Kroon zelf te
noemen, dan is het in een geval als dit, waarin
Zjj geroepen is zelfstandig een beslissing te
nemen. Dit is geen mengen van de Kroon in
den strjjd der partjjen, een fout, waaraan het
conservatieve orgaan meermalen mank ging,
speciaal ook thans, nu het verklaarde, dat de
Kroon bukken zou voor 't radicalisme. In 't
Dagblad's gedachtengang zou dan ook waar-
scbjjnljjk de zinsnede dus moeten luiden«De
Koningin-Weduwe-Regentes, liever het advies
barer verantwoordelijke raadslieden, dan van
het getrouwe Dagblad volgende, heeft, niet
tegenstaande de verdachtmaking van dat blad,
dat zjj zou bukken voor het radicalisme en
trots de waarschuwing van dat blad, dat zjj
het prestige der Kroon zou doen dalen, be
sloten enz. enz."
De openbaarmaking van bovenbedoelde ad
viezen kan nu misschien bij hen, die het wjjs
inzicht der Regentes niet erkennen, de over
tuiging vestigen, dat Zjj in 's lands belang dus
handelen moest. Ook dat hier van bukken
veer het radicalisme (?f•partijkiezen voor het
radicalisme, al naar men het nemen wil, geen
sprake is. Slechts dit zal men kunnen zeggen,
dat de Regentes, die eenmaal haar toestem
ming heeft gegeven tot de indiening van een
democratische kieswet en daardoor getoond
heeft in zulk een wet geen gevaar te zien
voor het land, de overtuiging niet heeft er
langd, dat de Kamer, die deze kieswet niet
heeft gewild, beter dan haar Regeering den
wensch der natie vertolkt. Met vertrouwen
vraagt Zjj daarom het oordeel des volks. Dat
mag men zeggen zonder de Kroon te mengen
in den partjjstrjjd, niet minder naar ons
oordeel, maar ook niet meer.
In een schrjjven aan de kiesvereeniging
Burgerplicht te Amsterdam, heeft de heer
mr J. G. Gleichman, oud-voorzitter der Tweede
kamer, verklaard zich opnieuw beschikbaar
te stellen.
«Dat ik op b r e e d e n grondslag uitbreiding
van het kiesrecht wensch, mag ik, zoo schrjjft
hjj, als bekend onderstellen.
«Indien onder «denzelfden b reeden
grondslag als het door de regeering inge
trokken ontwerp", moet verstaan worden het
met art. 3 van dat ontwerp aangenomen
beginsel, dan verklaar ik bereid te zjjn, daarop
te helpen voortbouwen.
«Indien daaronder echter tevens moet wor
den verstaan de uitwerking van dat beginsel
in art. 4, dan verklaar ik aan dat artikel
zooals het in het ingetrokken regeerings-
ontwerp luidde, mijne goedkeuring niet te
kunnen geven."
Hjj verklaart ten slotte zich geen bindend
mandaat te willen laten welgevallen.
Ook de heer Rutgors heeft verklaard zich
een keuze te zullen laten welgevallen, doch
zich niet te willen binden.
Hjj verwjjst naar zjjn politiek verleden,
speciaal aan wat door hem gezegd is op den
1 Augustus in de kamerzitting 1892/93, waar
uit blijkt dat door hem mede verlangd wordt
een kiesrechtregeling op broeden grond
slag, en deze zoo spoedig mogeljjk,
maar niet verlangd eene regeling op »d e n-
z elfden" grondslag als die van het jongste
regecringsvoorstel, dat met de Grond
wet geen rekening hield.
De heer W. A. van der Feltz, afgevaardigde
ter Tweede kamer voor Assen, heeft, met het
oog op het klimmen zjjner jaren, te kennen
gegeven geen candidatuur meer te zullen
aanvaarden.
Volgens de Noordbr. zal de Algemeene Bond
van katholieke kiesvereeniging en niet worden
opgeroepen. De redenen hiervan zjjn de korte
tjjd en de minder aangename verstandhouding
tusschen de kamerleden,
In het district Alkmaar wordt als candidaat
tegenover den heer Van der Kaay, wiens hou
ding in zake de kiesrechtkwestie in de kies-
vereenigingen bjj motie is afgekeurd, genoemd
de heer mr. E. Fokker te Middelburg.
Naar aanleiding van een opmerking dat de
10de April als verkiezingsdag is gekozen, om
dat op 25 April de nieuwe kiezerslijsten wer-
gewoonten, zijn nieuwen zedeljjken sfeer. Hjj
voelde dat, indien hjj zjjne bezoeken staakte,
hjj spoedig heelemaal door Max vergeten zou
worden en zou dat misschien niet het
beste zjjn
Mag de liefde ooit vergelding vragen, gelijk
de belasting-inner het verschuldigde komt
vorderen
»Ik ben slechts de reus voor hem de
reus, het monster van honger, koude en gebrek
dat is alles waarmede ik in zjjne gedachten
verbonden ben. Het is heel natuurljjk dat
het zoo is. Hjj heeft dit helaas zooveel bjj
mjj gekend."
De dag, waarop bjj aldus peinsde, was er
een waarop hjj Max mocht zien een heldere,
koude winterdag met een scherpen wind en
bevroren grond. Roscoff was als gewoonljjk
te voet gekomen, terwjjl het hondje naast hem
voorttrippelde. Het was vroeg in den mid
dag en de rjjtuigen en omnibussen spoedden
zich DSb'ar hun bestemming. Hjj had niets dan
zjjne beenen om er te komen en die waren veel
stjjver en trager dan een jaar te vorenhjj
leunde zwaar op zjjn ouden, knoestigen stok,
dien stok waarnaar Max met zulk een min
achtenden blik gekeken had.
Roscoff voelde zich in den. laatsten tjjd niet
wel, maar hjj sloeg toch nooit over, eiken
dag eenige uren met Pepiu te gaan doorbren
gen en hij verzuimde ook ncioit een van de
dagen waarop hg Max mocht zien, Maar nu
den gesloten en dan de herstemmingen moeten
zjjn afgeloopen, wjjst een burgemeester het
Hbld erop, dat tal van voorzitters van ge
meenteraden de voorloopig door burg. en wetli.
opgemaakte en gedurende 14 dagen ter visie
gelegde kiezerslijsten reeds sluiten, wanneer
in dit tjjdperk daartegen geen reclames inko
men. Dikwijls is dit dus reeds einde Maart.
Volgens art. 31 der kieswet is aan de burge
meesters uitsluitend opgedragen de ljjsten
uiterlijk 25 April te sluiten, dus ruim na
afloop van de behandeling van mogeljjke
reclames.
Men zal nu kunnen ervaren, meent hjj, dat
in sommige gemeenten wordt gestemd volgens
de oude Ijjst, in andere volgens de nieuwe,
tenzij de burgemeesters door hoogere autori
teiten tjjdig worden uitgenoodigd van de aan
hen, met uitsluiting van anderen, toegekende
bevoegdheid tot sluiting der kiezerslijsten geen
gebruik te maken vóór 25 April a. s.
Het zou hem niet verwonderen, indien zulk
een aanschrijving aan hem en zjjne ambtge
nooten dezer dagen toegezonden werd.
1Be weesinricliting' tc Xeerliosch,
Donderdagavond trad te Dordrecht de heer
G. van Deth, daartoe door een drietal heeren
uitgenoodigd, als spreker op. De zaal was
geheel gevuld; ook eenige dames waren aan
wezig. Natuurljjk kwam hetgeen de heer Van
Deth zeide, overeen met het vroeger gespro
kene, maar het debat, dat op zpn voordracht
volgde, was niet onbelangrjjk. Daaraan werd,
zoo meldt men aan de N. B. Crt., door
vier personen deelgenomen.
Een hunner, de heer Hartog, wenschte te
worden ingelicht omtrent het gerucht, als zou
den heer Van Deth f 100.000 zjjn aangeboden»
wanneer hjj zich wilde verbinden niets meer
over de weesinrichting te zullen schrjjven of
spreken. Ook vroeg hjj of spreker den heer
Van 'tLindenhout zou vervolgen, wanneer de
heer Bilhler van Groningen hem de 2000, die
hjj beweert daarvoor noodig te hebben, zou
bezorgen.
Als antwoord hierop deelde Van D. mede
dat hem inderdaad door vier heeren te Amster
dam was aangeboden, in Amerika zjjnverbljjf
te vestigen, in welk geval hem een reispen
ning voor het genoemde bedrag zou worden
verstrekt. Als antwoord hierop zou hjj de
heeren hebben aangeboden, hen de deur uit
te gooien. Wat de f 2000 betreft, zoodra hjj
die bezit, zal hij zorgen dat Van 't L. binnen
5 weken in de gevangenis zit.
De verdiensten, die hjj maakt met zjjne le
zingen, dienen om zjjn gezin te onderhouden;
dien avond maakte hjj p. m. f 15, daarvan
hield hjj niet over. De entree was dan zeker
zeer laag, de zaal zeer klein of de onkosten
waren wellicht zeer hoog.
Een oud wees Visser beweerde dat de zieken
verpleging in Neerbosch goed was, zjjn broer
had aan tering geleden, was met de meeste
zorg verpleegd en kon alles krijgen wat hjj
verlangde. Niemand werd schamel gekleed,
met klompen aan en zonder reisgeld - zooals
Van Deth had medegedeeld buiten de in
richting weggezonden. Mishandeling had deze
verpleegde nooit gezien. Hjj verklaarde het
een leugen, dat onder de kerk zes cachotten
waren, waar licht noch lucht doordrong. Zjj
waren bestemd tot berging van winterprovisie,
spreker zelf had ze mee gebouwd. Wat Van
Deth van onzedelijkheid opnoemde, werd even
eens voor leugen en laster uitgemaakt.
De heer Van Deth, die zeer opgewonden
werd, beriep zich, wat de onzedelijkheid en
ziekenverpleging betreft, op het rapport dei-
commissie van onderzoek. Met het oog op de
aanwezigheid van dames, wilde hjj geen meer-
deré staaltjes van onzedelijkheid aanhalen,
doch ze later in een derde brochure (die in
gesloten enveloppe zal worden verkocht) mee-
deelen.
De heer Vos, die zeide geen oud-verpleegde
te zjjn, doch meermalen in de inrichting te
hebben gelogeerd, sprak den heer Van Deth
op verscheidene punten tegen. Aan dezen
spreker werd echter door het rumoer, dat
sommigen maakten, het spreken belet.
Een vierde debater, de heer Van Tilborg,
eveneens oud-wees, had van onzedelijkheid
nooit iets bespeurd. Hjj sprak ook andere
beweringen van Van Deth tegen.
Na repliek van Van Deth, nam een der leden
van de commissie, die spreker had uitgenoodigd,
kwam onder het loopen de gedachte bjj hem
op of het niet beter, wjjzer, vriendeljjker zou
zjjn, indien hjj ophield met zich zelf en het
verleden aan de herinnering van het kind te
bljjven opdringen. Max was een kind met een
gestel, vatbaar voor indrukken, dat zjjne ge
voelens vormde naar zjjne omgeving, zeer
gevoelig voor uiterlijkheden, en niet in staat
zelfs opoffering te waardeeren. In enkele op
zichten was hjj nog een klein kind en in
andere was hjj zjjn leef tjjd ver vooruit;
lichameljjk welbehagen was iets heerljjks voor
hem en als hjj zich de jaren, met zjjn groot
vader doorgebracht, herinnerde, rilde hjj van
koude en vrees, als een kind, dat zich bjj een
warm haardvuur koestert, rilt bjj de herinnering
aan den nacht toen hjj verdwaald was in de
sneeuw.
Bovendien schaamde hjj zich een weinig
over dien langen, mageren, ouden man, die
hem kwam bezoeken Max wist nu wat een
heer was en zjjn grootvader was geen heer in
de gewone beteekenis van het woordhjj
woonde in een soort van armhuis, van de al
gemeene liefdadigheid, dat had een zijner
schoolmakkers, die ouder was dan hjj, uitge
vonden en hem met onverholen minachting
verteld. Dit alles sprak duideljjk uit zpn
peinzenden, critisehen blik, telkens wanneer
Roscoff kwam en dat maakte de ontmoeting
voor beiden elke maand minder aangenaam.
De wereld, die zoo wreed, zoo onvriendelijk,
het woord om zjjn leedwezen uit te spreken
over de stemming van het publiek, die niet
in overeenstemming was met den ernst van
het behandelde onderwerp.
Op zjjne vraag, wat volgens den spr. thans
te doen stond, antwoordde deze, dat uit alle
plaatsen van ons land adressen moeten worden
gezonden om de tusschenkomst der regeering
in te roepen. Als gevolg hiervan werd de vol
gende motie voorgesteld
«De ondergeteekenden, alle ingezetenen van
Dordrecht,
«gehoord de mededeelingen over de "VVees-
inrichting Neerbosch,
«verklaren, dat het de plicht der regeering
is, om zoo spoedig mogeljjk van staatswege
eene commissie van enquête te benoemen, om,
zoo noodig met medewerking van den keer
G. van Deth van Amsterdam, naar den toestand
van de weesinrichting te Neerbosch, directeur
de heer J. van 'tLindenhout, een degeljjk on
derzoek in te stellen."
Deze motie werd met applaus begroet. Zjj
zal binnen enkele dagen ter onderteekening
worden gelegd.
Dezer dagen maakte, in verband met de
Neerbosch-kwestie, iemand een eigenaardige
opmerking in de Amst. Hjj had een Weezen-
VlnanaV wan b?tjaa< 1885 in banden gekregen.
Zooals men waarsckijnljjk weet geeft de heer
Van 't Lindenhout elk jaar een dergeljjk
boekje uit, waarin hjj o. m. de namen opgeeft
van hen, die in de inrichting zjjn opgenomen
of wel haar door den dood zjjn ontvallen.
Nu vond hjj in bedoelden almanak als over
leden opgegeven van 16 Sept. 1883 tot 1 Aug.
1884 12 personen. Dit bedrag nu vergeleek
hjj met de opgave, verstrekt door het bekende
rapport, en nu kwam hjj tot de zonderlinge
ontdekking, dat er sedert genoemde datums
14 personen waren overleden, alzoo 2 meer dan
de heer Van 't Lindenhout zjjn goedgeloovigen
lezers had wjjsgemaakt.
Wat, zoo vroeg hjj, heeft dit te beteekenen
Heeft de heer Yan'tLindenhout dan inderdaad
getracht het sterftecijfer met opzet te verklei
nen En zou de heer Van Deth dus geljj k
hebben als hjj beweert, dat het aantal dooden
grooter is dan door den heer Van 't Lindenhout
wordt opgegeven En hebben die hoog-wjjze
heeren der commissie daar niet eens op gelet
of naar geïnformeerd Of lag dit niet op
hun weg
De schrjjver was slechts in het bezit van
éen exemplaar van den Weezenalmanak, doch
misschien zjjn er die er van andere jaren heb
ben. Hjj zou hun willen aanraden die ook
eens aan het rapport te toetsen; waarschjjnljjk
komen er nog meer zulke «abuisjes" voor den
dag. Ook is de lezing van den heer Van
't Lindenhout, in 't licht van het rapport, vol
gens hem ten zeerste aan te bevelen.
Onder het opschrift Verbeteringen te Neer
bosch, schrjjft T. W. in het jongste nommer
van het Sociaal Weekblad.
De directeur der weesinrichting te Neer
bosch heeft de volgende circulaire verzonden
«De donkere wolk, die voorbjj-
d r jj f t.
Een donkerder wolk als sedert negen maan
den over de Weesinrichting van Neerbosch
heeft gehangen, zal, hopen wjj, nooit weder
komen. Nu deze af drjjft, is het de groote
vraagZal deze onweersbui door een mil den
regen van zegen voor de ouderloozen worden
gevolgd
Zeker heeft deze storm heel wat ellende
gebracht.
Enkele familieleden hebben hun kinderen
teruggehaald.
Hun getal bedraagt 43.
En onder dezen zpn er, die bedelende langs
de straten van onze steden, in lompen gehuld,
ronddwalen. Niemand bekommert zich nu
over hen.
Dit zjjn de droevige gevolgen van laster
en leugen.
Vele ouderloozen, waarvoor plaats bjj ons
gezocht is, wachten op hulp en verkeeren in
groote tjjdeljjke en geesteljjke ellende.
In het rapport is gewezen op vele verbete
ringen, die in de Weesinrichting moeten wor
den aangebracht. Er is echter geld noodig,
zullen deze tot stand kunnen komen. Daarbjj,
ons ziekenhuis is nog niet voltooid en ook
daarvoor is het bouwfonds uitgeput.
Het is daarom, dat we tot u komen met het
vriendeljjk verzoek, ons een handje te willen
helpen om de noodige gelden hiervoor te ver
zamelen.
Wjj nemen de vrjjheid, hierbjj een ljjst in
zoo vele harten scheidt, was ongemerkt maar
alvermogend tusschen den ouden man en zjjn
kleinkind gegleden. Toen hjj aan het huis
kwam, verzocht hjj den knecht, die hem open
deed, mevrouw eerst te mogen spreken voor
dat hjj Monsieur Max van zjjn komst ver
wittigde.
«Vergeef mjj, mevrouw", zei Roscoff, «is
het niet mogeljjk dat gjj mjj in de gelegen
heid stelt, mjjn kleinzoon van daag te zien,
zonder dat hjj mjj ziet
«Waarom verlangt gjj dat?" vroeg zjj
glimlachend. «Vreest gjj dat hjj niet geluk
kig is
«Meent gjj dat hjj gelukkig is
Zjj glimlachte weer. «Hjj is het gelukkigste
kind hier. De anderen verlieten een prettig
thuis, dat zjj somtjjds betreuren, maar hjj
vergeef mjj, mjjnheer Roscoff, ik ben overtuigd
dat gjj gedaan hebt, al wat gjj kondt doen."jj
«Dat heb ik gedaan," zei Roscoff kortaf.
«Maar als gij er in het minst aan twij
felt, kom dan mee," ging zjj voort. «Ik zal
hem u laten zien, zonder dat hjj het weet
misschien houdt gjj een kinderhart voor stand
vastiger dan het is."
«Wij koesteren allen, vroeg of laat, eenige
dwaze illusies, mevrouw," zei Roscoff, haar vol
gende door het huis, met Pepin achter zich aan.
Zjj bracht hem in hare eigen vertrekken
in een daarvan, een klein kamertje, waar zjj
meestal vertoefde, was een hoog raampje, ver-