N°. 64, 137° Jaargang. 1894 Vrijdag 16 Maart. FEUILLETON. EES OïïDASKBAEE. Deze courant verschijnt d a g e 10 k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regéls 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote létters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. Middelburg 15 Maart. OUÏDA. ONDERWIJS. ÖÏT STAD EN PROVINCIE. JÜDDELBI liliMIIF. (Ill HIM. Tb eraoineieii Middelburg 15 Maart 8 u. vro. 41 gr. na. 12 u. 50 gr., av. 4 u. 50 gr. F. Verwacht verand. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenP. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Mooij, j Advertentiën te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën j moeten des namiddags te één uur aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de^ Gebb. Belief ante, te 's Gravenhage, en A. de La Mae, Azn., te Amsterdam. aan bet bureau bezorgd zjjn, wille* Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. j zjj des avonds nog worden opgenomen» De eigenaardige tactiek om al wat de tegen partij doet te verkleinen en wat eigen-partjj- genooten verrichten, ja zelfs hunne verzuimen en tekortkomingen hemelboog te verheffen wat toch zeker wel het uiterste van partijdig heid heeten mag wordt opnieuw door het Goesche anti-revolutionnaire blad in zijn jongste nommer in toepassing gebracht. Bjj de bespreking der door den minister Pierson voorgestelde herziening van de per- soneele belasting worden de fouten daarvan in den breede uitgemeten. Ons welwjj hebben ook onze bezwaren daartegen niet verbloemd. Maar allerzonderlingst is deze conclusie, door het blad getrokken, dat »de natie beter was met Godin de Beaufort's zoogenaamden weinig doenden dan met Pierson's weinig afdoenden arbeid Dit is weer een van die geniepige, schijn heilige, halve verzekeringen of vragen, waarin dat blad bjjzonder uitmunt; en waardoor het zich stempelt tot een partjj-blad van het .slechtste allooi. Wij weten echter een goed adres voor zjjne redactie om op haar beweren een dementi te Jkrjjgen. Zjj wende zich tot haar eigen partij genoot De K. te Middelburg, die beden nog in hetzelfde blad zjjn verbazing uitspreekt over toet feit dat vjjftien anti-revolutionnaire leden hebben gestemd voor bet bekende voorstel om het bewonen van meer dan éen vertrek als aisch voor het kiesrecht te stellen. Als hg daartoe het recht had, zou hjj willen voorstellen dat voortaan de leden der Tweede kamer gekozen zouden moeten worden uit de bewoners van niet meer dan éen vertrek. Misschien zouden dan de vergaderingen minder vervelend, en de Handelingen wat pittiger worden," zegt hjj. Nu, deze strjjder voor de anti-revolutionnaire beginselen, met zjjne door en door democra tische neigingen, heeft indertjjd in hetzelfde 'Goesche blad van zijn partjj, dt. 26 Juli 1892, tot schrik van velen, eene warme lofrede ge- houden op de invoering der vermogensbelas ting, het werk van den veel doenden minister "Pierson. Hjj haalde zich daarmee wel de ongenade v an eenigen op de hals maar het feit teekende. Laten hjj en de redactie van het blad maar ©ene ©nder vier oogen met elkaar praten over bovengenoemde vergeljjking tusschen jhr mr Godin de Beaufort en minister Pierson. Die redactie zal dan wel bemerken dat de vrienden De K. zal wel niet alleen staan bet lang niet met baar eens zjjnen dat velen meer naar ons gevoelen overhellen. Uit het Engelseh van ïtoscoft had g«J.en enkele schets meer over Van de duizenden feekeningen in houtskool, in sepia, in water- en olieverf, die hjj in zjjn kunstenaarsleven gemaakt had, - geen enkele ■schets, waaraan hjj zjjne oogen kon vergasten en waaraan Hij kon herkennen wat hjj een- maai geweest was. Hjj had geen enkele potloodteekening van zichzelf over, om hem te herinneren aan de schoone dagen van weleer, toen hij inderdaad een groot schilder was, en de menschen hem elkaar aanwezen op den Vernisdag, en op de Boulevards, in die ge lukkige, onbezorgde jaren voor den oorlog, toen het scheen alsof iedereen jong was en Parjjs den beelen dag lachte en den heelen nacht zong. Zij waren altemaal verkocht, meestal voor een appel en een ei, om anderen te helpen. Het eenige wat hjj nog over had wit dien heerljjken tjjd, was een oud, ver sleten palet, waarop nog plekken, opgedroog de, stoffige, gebarste verf kleefde, 't welk hjj tusschenbeide nog wel eens aan den duim zjjn er linkerhand stak, en tegen zjjn arm liet jppstenj dan stond hjj daarmede te denken, te Zjj moeten echter het gesprokene maar niet in de courant zettenbet geeft anders allicht weêr aanleiding tot haken en oogen, wier openbaarmaking voor het partjj-verband minder gewenscht is. Een der zonderlingste verschjjnselen bjj de beslissing over bet voorstel van den heer De Mejjier in de Tweede kamer was wel dat dr. Schaepman, voorstander van het regeerings- ontwerp, stemde vóór dat amendement. In het Centrum nn heeft hjj rekenschap gegeven van zjjne houding, maar op zonder linge wijze. Hjj was voor het amendement, omdat hjj een vergeljjk noodig achtte met hen, die meenden dat de kiesrechtuitbreiding der re geering verder ging dan de grondwet gedoogde. Naar zjjn oordeel was het amendement niet in strjjd met het karakter van het regeerings- voorstel, en had de minister, zoo hjj desniet temin het amendement onaannemelijk vond, dit vooruit aan den heer De Mejjier moeten kenbaar maken. Nu zou men zeggen, dat dr. Schaepman, dit alles meenende, de intrekking der kieswet ongerechtvaardigd moest achten. En toch ver klaart hjj «in politieken zin is de intrekking der kieswet gerechtvaardigd." Indien wjj hem wel begrijpen hjj had, dunkt ons, wel wat duideljjker kunnen zjjn, zegt de Opr. Haart. Crt. terecht in haar persoverzicht, dan bleek uit de stemming over het amendement, dat het doel er van mislukt, dat de brug niet te bouwen was. Maar wat naar onze meening nog meer bljjkt is dat dr Schaepman eigenljjk met zjjn figuur verlegen is geweest en zjjn inconsequentie achter een zee van woorden tracht te verbergen. Hjj, de man die zoo brutaal tegen den minister Tak optrad en die verzocht geen «onaanne- meljjit" meer te doen hooien, durft nu nog stoutweg den minister verwjjten dat hjj den heer De Mejjier vooruit niet duideljjker nog van zjjn gevoelen deed bljjken dan hjj deed Dr Schaepman heeft op nieuw getoond van staatsmansbeieid geen en van eerlijk loyale politiek, eene staatkunde die recht door zee gaat, slechts weinig begrip te hebben. Er is geen grooter vjjand van de liberale partp dan de liberale party. Eene party die door bare beginselen de krachtigste moest zijn, zag voortdurend door verdeeldheid in eigen boezem de toepassing barer beginselen ver edeld en tot onmacht gebracht. Ditzelfde verschynsel, waarvan onze parlementaire ge schiedenis zoo menig voorbeeld oplevert, zegt de Arnh. Crt, openbaarde zich ook by de be handeling van de kieswet. De stemming over het amendement-De Meijier voltooide bet werk. En het eigenaardigste is wel dat twee groote liberale bladen, die toch rjjk aan ervaring zjjn, altpd in dagen van verwarring voorgaan om de party te verdeelen en krachteloos te maken. Die bladen mochten wel eens ten harte nemen de volgende juiste opmerking, door den Haagschen briefschryver van de Zaanland- sche Ct. gemaakt aan het slot eener beschou wing over het gebeurde »Men vergete bet niethet votum over art. 3 is niet meer ongedaan te makenlangs die lyn alleen is de finale kiesrecht-regeling nu bereikbaar. En daarom kan ook slechts dit kabinet die taak tot een goed einde brengen, maar niet met deze kamer. «Elke oplossing zonder kamerontbinding zal ons in nog grooter moeiiykheden, in einde- loozen strjjd en het land in beroering brengen, »Mogen we daarvoor gespaard biyvenl" Door Gelria wordt op een eigenaardigheid der crisis gewezen. Niemand schynt er naar 't blad doet uitkomen aan te twjjfe- len, zelfs de meest verstokte conservat ef niet, dat een Kamerontbinding een heel wat sterker democratisch gezinde vertegenwoordiging als gevolg zou hebben dan die van heden is. Het blad acht deze omstandigheid alles afdoend voor de beantwoording der vraag wie nu heen- gestuurd moet worden Tak met een paar collega's, het geheele kabinet of wef de Tweede kamer. Zjj wjjst, evenals wjj deden, den eeni gen weg aan, die gevolgd mag worden een beroep op de kiezers. Of de minister van bin- nenlandsche zaken Vrjjdag een weldoordachte beslissing heeft laten nemen, of hjj wel het noodige oveileg met zjjn collega's heeft ge houden, geraakt hier op den achtergrond. De overtuiging dat het meerendeel reeds dei- tegenwoordige kiezers het billy k acht thans een definitieve regeling van het kiesrecht tot stand te brengen, een uitbreiding er aan te geven tot de door de grondwet gestelde gren zen, leeft by de conservatieven zoowel ais bij de vooruitstrevenden. «Dit eenmaal vaststaande, aldus vervolgt het blad, komt het ons weinig belangrijk meer voor, te kibbelen over een kwestie van vorm. En dat bljjft toch ten slotte de geheele stryd, door sommige* organen met zooveel vinnigheid aangebonden tegen den minister van bmnenlandsche zaken. Of zou misschien iemand durven beweren, dat deze Tweede kamer het regeeringsontwerp zou hebben aan genomen, indien Tak maar duidelyk amende menten als dat van den heer De Mejjier on aanneembaar had verklaard Dan zou daarin een nieuw argument liggen om een zoo be- ginsellooze kamer naar huis te zenden, die springt- van het eene kiesrechtstelsel op het andereHet is dwaasheid te willen bt- toogen dat de stemming over het beruchte amendement, dat voor de wet het struikelblok is geworden, niet is geweest een stemming over een beginsel. Zy heeft bewezen, alB dat nog noodig was, dat de Tweede kamer in meerderheid conservatief is. Misschien zouden ten slotte enkelen van de voorstemmers van het amendement-De Meyier ook nog aan het regeerings-ontwerp hun stem hebben gegeven, maar zy zouden dat niet hebben gedaan uit vrjje, warme overtuiging, Zjj hebben gebruik gemaakt van de gelegen heid, om met zoo weinig mogelyk nieuwe kiezers te volstaan. En de meerderheid der Tweede kamer vindt voor haar meening geen steun in den boezem der natiezy worde dus van haar mandaat ontslagen!" denken, te denken droomende dat hy een ezel voor zich had, met een groot wit doek erop en op dat denkbeeldig doek zag hy allerlei liefeljjke of vreeselyke, fantastische, of indrukwekkende beelden. Wanneer men een geboren dichter of schilder is, droomt men tot aan zyn dood toe. Het spook, dat in de buurt, waar hij woonde thuis behoort, de armoede was zyn dageljjk- sche gast. Sedert het verlies van zyn hand had hy teekenles gegeven, voor zoover dat gaat met praten, zonder een potlood te kunnen gebruikenmaar hy kreeg slechts weinig leerlingen, allen zeer arm en verspreid in ver uit elkaar gelegen wykenen in de laatste jaren had hy er in het geheel geen gehad en zag zich genoodzaakt alle werk te doen, dat hy vinden kon. Er was een winkel, waarvoor hy bood schappen deed, en die brachten lange, verre tochten in alle richtingen mee, waardoor hy veel schoenen versleet en weinig verdiensten bad. Alles wat hy van waarde bezeten had was al lang weg, zelfs al vóór de geboorte van Maxwant zyn zoon was ongelukkig en alles liep hem tegen. En thans bood men hem aan, naar Mont Parnasse te gaan en goed gehuisvest, goed gekleed, goed gevoed te worden, te slapen op een zacht bed, te zitten in een gemakkelyken stoel, koude noch honger te Ijjden, vermoeienis noch hitte meer te kennengeborgen te zyn, het goed en gemakkelijk te hebben zoolang Naar aanleiding van het gisteren reeds tegen gesproken Dagblad-bericht omtrent eene col lectief ontslag-aanvrage van het ministerie en een verschil van meening onder zjjne leden zegt het Vad. toch ook dat er verschil van gevoelen in den ministerraad heeft bestaan, het welk zich in een tweeledig advies aan de Kroon moet hebben geopenbaard. Het is echter niet zonder belang te weten, dat de meerderheid staat aan de zjjde van den minister van bin- nenlandsche zaken. Zooals in een deel der oplaag van ons vorig nommer nog is gemeld, ontving Woensdag middag H. M. de koningin-regentes den heer Van Tienhoven, minister van binnenlandsche zaken, ten gehoore. De afdeelmgen Rotterdam en Leiden van het Algemeen Nedertandsch Werkliedenver bond de anti-revolutionnaire kiesvereeniging Nederland en Oranje te Haarlem en de ver- eeniging Algemeen belang buurt Y Y te Am sterdam hebben hunne instemming betuigd met de intrekking der kieswet en aangedrongen op ontbinding der Kamer. Het bestuur der kiesvereeniging Burgerplicht te Amsterdam heeft op de uitnoodigmg van de kiesvereeniging Amsterdam tot deelneming aan de meeting van Donderdagavond a. s., ter adhaesiebetuiging aan de houding van den minister Tak van Poortvliet, het volgende geantwoord: «Het persoonlyk gevoelen van het bestuur is, dat, staande de beraadslagin gen der Kroon het niet wenechelyk is, den schyn aan te nemen, alsof men op de beslis sing eenigerlei pressie wilde uitoefenen. Het acht zich daarom niet gerechtigd zonder toe stemming zjjner leden aan eene manifestatie deel te nemen. Daar de tyd tekort is om eene vergadering byeen te roepen, meent bet bestuur zich te moeten onthouden." hy nog te leven had»en ik ben van een sterk, taai geslacht, ik stam van zeerobben af," dacht hy, «ik zal lang leven." Welbezien was hjj eerst zes en zestig, of schoon ontbering en ljjden hem er ouder deden uitzien. Hij had wellicht nog een lang leven voor zicheen leven zoo lang als een heel geslacht, en de wreede, kleurlooze, sombere tragedie van den eenzamen, ouden dag, met zjjne tallooze behoeften, is aUeen drageljjk te maken, wanneer hjj verzacht wordt door over vloed en goede verpleging. Dat wist hjj en toch vond hjj het denkbeeld van de liefdadigheidsinstelling afschuwelijk, veel ondragelijker dan gebrek of pijn. De weldoeners mochten de ketenen nog zoo vee- gulden, het bleven niettemin ketenen. Zjj mochten de pillen nog zoo smakelijk maken, zij bleven toch al tyd bitter door den alsem van den aalmoes. «Nooit! Nooit!" bromde hjj in zijn grjjzen baard, nog steeds bij de tafel staande. Hy was altjjd vrjj geweest. Hjj bad nooit om een gunst, of een gift gevraagd. In de moeieljjkste en droevigste oogenblikken van zijn leven had hy zich altijd in zich zelf op gesloten en zjjn leed zoo goed mogeljjk al leen gedragen. «Een bedeelde, een armhuis man nooitsprak hjj tusschen zjjne op elkaar geklemde tanden hjj was een te oude hond om aan een hok geketend te wor den. Set Jrleine, jdeeke gezichtje van Max Bjj kon. besluit is de gepensionneerde kapitein-luitenant ter zee titulair L. A. Walaarüt Sacré, met den 16en Maart a. s., benoemd tot lid van het hoog militair gerechtshof, onder intrekking van het hem verleend pensioen zyn in hun rang overgeplaatst bjj het regi ment grenadiers en jagers de eerete-luitenants der infanterie A, A. van Sehilfgaarde, van het 4e regiment, leeraar aan de militaire school A. F. K. Graswinckel, van het 4e en C. C. van Altena, van het 6e regimentJ. L. Leyds, van het instructie-bataljonW. J. Munnioh, van het 7e en T. F. J. Muller Massis, van het ie regimentalsmede, met ingang van 1 April 1894, de eerste-luitenant J. G. Seelig, van den staf' der inf., werkzaam aan de pupillenschool is ingetrokken de benoeming van J. M. van der Poel tot directeur van het telegraafkan toor en brievengaarder aan den Hoek van Holland, en met ingang van 1 April 1894 benoemd tot vorengemelde betrekking P. Hacquébard Jz., thans directeur-brievengaar der te Hasselten is mr. F. Was, burgemeester der gemeente Leiden, met ingang van 20 Maart 1894 be noemd tot lid van het college van curatoren der ryks-universiteit te Leiden. A.an de leden der Tweede kamer zjjn rond gedeeld lo. de met Denemarken gesloten over eenkomst tot wederkeerige uitlevering van misdadigersen 2o. de schikkingen omtrent het internationaal spoorwegverkeer tusschen Nederland, Duitschland, Oostenryk-Hongarye en Zwitserland, alsmede de spoorweg-overeen komst met België, Frankijjk en Luxemburg gesloten, betrekkelijk het internationaal spoor wegverkeer tusschen Nederland en die landen. Aan het examen tot toelating aan de ï'jjksnormaalschool te Oostburg is door 8 candidaten deelgenomen, nl. 7 manneljjke (waarvan 1 voor de 2e klasse) en 1 vrouwe- ljjke. Toegelaten zjjn tot de le klasse 5 manne- ljjke en 1 vrouwelijke leerling. In de maanden Juni en Juli e. k. zal aan 's rjjks veeartsenijschool te Utrecht gele genheid worden gegeven tot het afleggen van het natuurkundig examen vooraanstaande veeartsen, bedoeld in art. 12 der wet van 8 Juli 1874 Staatsblad no 99). De dag van aanvang zal nader worden be kend gemaakt, Zjj, die tot dat examen wenschen te worden toegelaten, behooren zich schrifteljjk, mits portvrjj, vóór 1 Mei e. k. aan te melden bjj den directeur van gemelde school. Mej. R. Plaat, directrice van de middel bare school voor meisjes te Leeuwarden, heeft, om redenen van gezondheid, haar ontslag als zoodanig aangevraagd. De lezingen van het Nut alhier worden in den regel niet druk en veelal door het zelfde publiek bjj gewoond, waarvan de dames altjjd verreweg de meerderheid vormen. Dat was ook Woensdagavond het geval en zelfs het feit dat een stadgenoot, op dat ge bied nog niet bekend, zicb zou laten hooren had slechts enkele heeren meer dan anders tot den gang naar de Concertzaal gebracht. Het was jammer zoowel voor den lezer, den heer W. H. Hasselbach, als voor hen die tegen woordig hadden kunnen zyn, want in tegenstelling met zoovele andere nutspreken de lezing was in alle opzichten boeiend, onderhoudend en nu en dan humoristisch. De heer Hasselbach liet zyne hoorders kennis maken met de volkspoëzie en het volksgezang uit den vroegeren en lateren tjjd; schetste hoe de eerste ontstaat en toonde aan hoe zjj steeds en nog een uitnemend middel is om het doen en laten van het volk te leeren kennen. De spreker behandelde daarna eenige Neder- landsche liederen, betrekking hebbende op den tjjd der hervorming, eenige die in den SOjarigen oorlog gezongen werden en anderen die in den patriotten tjjd en vogue waren. Na de pauze gaf de heer Hasselbach een kort en beknopt overzicht van de volkspoëzie van den tegenwoordigen tjjd, daarbjj aantoo- nende hoe bjjna elke bjjzonderheid, die veler aandacht trok, den volksdichter stof gaf voor een nieuw lied op eene aangename wjjze. Een vergeljjking trekkende tusschen de tjjden van den Drost van Muiden en diens vrienden- keek angstig om de deurdaarop kwam de knaap aarzelend naar zjjn grootvader toe. «Grootvader", fluisterde hjj, «zjjt gjj nu niet meer boos? Ik wilde geen kwaad doen, ik wist niet »Neen, natuurljjk niet, mijn jongen," zei de oude man, hem op zijn arm nemende. «Ik was boos en verdrietig en ik sprak te barsch, mjjn ventje ik wilde u niet beknorren." «Pepin is niet bang," zei Max, jaloersch van de grooter wjjsheid van den hond. «Neen, kind, honden storen zich niet aan onze woorden, die lezen in onze hatten." «Waarom kunnen kinderen dat ook niet «Helaas, Max! kinderen zjjn slechts man nen en vrouwen in het klein Max kuste eerst hem en toen Pepin. Geen van drieën had dien avond iets te eten maar zij sliepen vlak bjj elkaar en sliepen niet slecht. Het was Maart toen Valbranche hem zyn eerste bezoek bracht. Gedurende de lente en den zomer ging het hem niet kwaadmet het mooie weer viel het loopwerk hem licht; en vaak trippelden de hond en het kind naast hem voort, 's Zondags begaven zjj zich naar het bosch of aan den oever der rivier, die welbekende Seine, die hjj in de dagen van voorspoed zoo gaarne placht te schilderen. Vaak was de hemel blauwde fabrieksmeisjes waren lief voor Max ter wille zjjner mooie krullen, en de studenten wierpen Pepin kip- penkluiyen toe, J5jj waren zeer ar», zeer on gelukkig, maar zjj konden toch iets genieten, De hond sprong en het kind dartelde en groot vader dwong zich om beiden toe te lachen. Gedurende de lente kwam Valbranche her haaldelijk terug en liet hem door anderen zyn aanbod herhalen maar kreeg telkens hetzelfde antwoord. «Koppige oude kerelzei de rjjkaard met verklaarbaar ongeduld. De raad van beheer der groote instelling kon die weigering maaf niet begrijpen. Valbranche vergoeljjkte de ondankbaarheid, redeneerde haar weg, ver zocht uitstel en kreeg het. Het deed er voor hem in het minst niet toe, maar hjj had zich voorgenomen dat hy zjjn zin moest hebben nog nooit was hem iets mislukt en dit mocht heul ook niet mislukken. Het werd een geval van persoonlijke eerzucht voor hem om Roscoffiid van het Maison Mont Parnasse te zien. »Gjj kunt oude haviken niet in een kooi sluiten, mijnheer," zei een der jonge lieden, die hem gaarne plaagde. «Ja, dat kunt gij wel," antwoordde Val branche driftig, «wanneer gjj hen half bevroren in de sneeuw, in het ontbladerde bosch opraapt." «Maar dan bljjven zy niet in het leven," vervolgde de oneerbiedige leerling. «Haviken misschien niet. Ik weet weinig van de gewoonten der wilde of tamme vogels af; maar mannen en vrouwen, mjjn jongen? levg» en zp Wjj dat zjj leve»? wanneer jjj.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1