N°. 64,
137° Jaargang.
1894
Vrijdag
16 Maart.
FEUILLETON.
EES OïïDASKBAEE.
Deze courant verschijnt d a g e 10 k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regéls 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote létters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Middelburg 15 Maart.
OUÏDA.
ONDERWIJS.
ÖÏT STAD EN PROVINCIE.
JÜDDELBI liliMIIF. (Ill HIM.
Tb eraoineieii
Middelburg 15 Maart 8 u. vro. 41 gr.
na. 12 u. 50 gr., av. 4 u. 50 gr. F.
Verwacht verand. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenP. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Mooij, j Advertentiën
te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën j moeten des namiddags te één uur
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de^ Gebb. Belief ante, te 's Gravenhage, en A. de La Mae, Azn., te Amsterdam. aan bet bureau bezorgd zjjn, wille*
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. j zjj des avonds nog worden opgenomen»
De eigenaardige tactiek om al wat de tegen
partij doet te verkleinen en wat eigen-partjj-
genooten verrichten, ja zelfs hunne verzuimen
en tekortkomingen hemelboog te verheffen
wat toch zeker wel het uiterste van partijdig
heid heeten mag wordt opnieuw door het
Goesche anti-revolutionnaire blad in zijn jongste
nommer in toepassing gebracht.
Bjj de bespreking der door den minister
Pierson voorgestelde herziening van de per-
soneele belasting worden de fouten daarvan
in den breede uitgemeten. Ons welwjj hebben
ook onze bezwaren daartegen niet verbloemd.
Maar allerzonderlingst is deze conclusie, door
het blad getrokken, dat »de natie beter was
met Godin de Beaufort's zoogenaamden weinig
doenden dan met Pierson's weinig afdoenden
arbeid
Dit is weer een van die geniepige, schijn
heilige, halve verzekeringen of vragen, waarin
dat blad bjjzonder uitmunt; en waardoor het
zich stempelt tot een partjj-blad van het
.slechtste allooi.
Wij weten echter een goed adres voor zjjne
redactie om op haar beweren een dementi te
Jkrjjgen. Zjj wende zich tot haar eigen partij
genoot De K. te Middelburg, die beden nog
in hetzelfde blad zjjn verbazing uitspreekt over
toet feit dat vjjftien anti-revolutionnaire leden
hebben gestemd voor bet bekende voorstel om
het bewonen van meer dan éen vertrek als
aisch voor het kiesrecht te stellen.
Als hg daartoe het recht had, zou hjj willen
voorstellen dat voortaan de leden der Tweede
kamer gekozen zouden moeten worden uit de
bewoners van niet meer dan éen vertrek.
Misschien zouden dan de vergaderingen
minder vervelend, en de Handelingen wat
pittiger worden," zegt hjj.
Nu, deze strjjder voor de anti-revolutionnaire
beginselen, met zjjne door en door democra
tische neigingen, heeft indertjjd in hetzelfde
'Goesche blad van zijn partjj, dt. 26 Juli 1892,
tot schrik van velen, eene warme lofrede ge-
houden op de invoering der vermogensbelas
ting, het werk van den veel doenden minister
"Pierson.
Hjj haalde zich daarmee wel de ongenade
v an eenigen op de hals maar het feit teekende.
Laten hjj en de redactie van het blad maar
©ene ©nder vier oogen met elkaar praten over
bovengenoemde vergeljjking tusschen jhr mr
Godin de Beaufort en minister Pierson. Die
redactie zal dan wel bemerken dat de vrienden
De K. zal wel niet alleen staan bet
lang niet met baar eens zjjnen dat velen
meer naar ons gevoelen overhellen.
Uit het Engelseh
van
ïtoscoft had g«J.en enkele schets meer over
Van de duizenden feekeningen in houtskool,
in sepia, in water- en olieverf, die hjj in zjjn
kunstenaarsleven gemaakt had, - geen enkele
■schets, waaraan hjj zjjne oogen kon vergasten
en waaraan Hij kon herkennen wat hjj een-
maai geweest was. Hjj had geen enkele
potloodteekening van zichzelf over, om hem
te herinneren aan de schoone dagen van weleer,
toen hij inderdaad een groot schilder was, en
de menschen hem elkaar aanwezen op den
Vernisdag, en op de Boulevards, in die ge
lukkige, onbezorgde jaren voor den oorlog,
toen het scheen alsof iedereen jong was en
Parjjs den beelen dag lachte en den heelen
nacht zong. Zij waren altemaal verkocht,
meestal voor een appel en een ei, om anderen
te helpen. Het eenige wat hjj nog over had
wit dien heerljjken tjjd, was een oud, ver
sleten palet, waarop nog plekken, opgedroog
de, stoffige, gebarste verf kleefde, 't welk hjj
tusschenbeide nog wel eens aan den duim
zjjn er linkerhand stak, en tegen zjjn arm liet
jppstenj dan stond hjj daarmede te denken, te
Zjj moeten echter het gesprokene maar niet
in de courant zettenbet geeft anders allicht
weêr aanleiding tot haken en oogen, wier
openbaarmaking voor het partjj-verband minder
gewenscht is.
Een der zonderlingste verschjjnselen bjj de
beslissing over bet voorstel van den heer De
Mejjier in de Tweede kamer was wel dat dr.
Schaepman, voorstander van het regeerings-
ontwerp, stemde vóór dat amendement.
In het Centrum nn heeft hjj rekenschap
gegeven van zjjne houding, maar op zonder
linge wijze.
Hjj was voor het amendement, omdat hjj
een vergeljjk noodig achtte met hen, die
meenden dat de kiesrechtuitbreiding der re
geering verder ging dan de grondwet gedoogde.
Naar zjjn oordeel was het amendement niet
in strjjd met het karakter van het regeerings-
voorstel, en had de minister, zoo hjj desniet
temin het amendement onaannemelijk vond,
dit vooruit aan den heer De Mejjier moeten
kenbaar maken.
Nu zou men zeggen, dat dr. Schaepman, dit
alles meenende, de intrekking der kieswet
ongerechtvaardigd moest achten. En toch ver
klaart hjj «in politieken zin is de intrekking
der kieswet gerechtvaardigd." Indien wjj hem
wel begrijpen hjj had, dunkt ons, wel wat
duideljjker kunnen zjjn, zegt de Opr. Haart. Crt.
terecht in haar persoverzicht, dan bleek uit
de stemming over het amendement, dat het
doel er van mislukt, dat de brug niet te
bouwen was.
Maar wat naar onze meening nog meer bljjkt
is dat dr Schaepman eigenljjk met zjjn figuur
verlegen is geweest en zjjn inconsequentie
achter een zee van woorden tracht te verbergen.
Hjj, de man die zoo brutaal tegen den minister
Tak optrad en die verzocht geen «onaanne-
meljjit" meer te doen hooien, durft nu nog
stoutweg den minister verwjjten dat hjj den
heer De Mejjier vooruit niet duideljjker nog
van zjjn gevoelen deed bljjken dan hjj deed
Dr Schaepman heeft op nieuw getoond van
staatsmansbeieid geen en van eerlijk loyale
politiek, eene staatkunde die recht door zee
gaat, slechts weinig begrip te hebben.
Er is geen grooter vjjand van de liberale
partp dan de liberale party. Eene party die
door bare beginselen de krachtigste moest zijn,
zag voortdurend door verdeeldheid in eigen
boezem de toepassing barer beginselen ver
edeld en tot onmacht gebracht. Ditzelfde
verschynsel, waarvan onze parlementaire ge
schiedenis zoo menig voorbeeld oplevert, zegt
de Arnh. Crt, openbaarde zich ook by de be
handeling van de kieswet. De stemming over
het amendement-De Meijier voltooide bet werk.
En het eigenaardigste is wel dat twee groote
liberale bladen, die toch rjjk aan ervaring zjjn,
altpd in dagen van verwarring voorgaan om
de party te verdeelen en krachteloos te maken.
Die bladen mochten wel eens ten harte
nemen de volgende juiste opmerking, door den
Haagschen briefschryver van de Zaanland-
sche Ct. gemaakt aan het slot eener beschou
wing over het gebeurde
»Men vergete bet niethet votum over art.
3 is niet meer ongedaan te makenlangs die
lyn alleen is de finale kiesrecht-regeling nu
bereikbaar. En daarom kan ook slechts dit
kabinet die taak tot een goed einde brengen,
maar niet met deze kamer.
«Elke oplossing zonder kamerontbinding zal
ons in nog grooter moeiiykheden, in einde-
loozen strjjd en het land in beroering brengen,
»Mogen we daarvoor gespaard biyvenl"
Door Gelria wordt op een eigenaardigheid
der crisis gewezen. Niemand schynt er
naar 't blad doet uitkomen aan te twjjfe-
len, zelfs de meest verstokte conservat ef niet,
dat een Kamerontbinding een heel wat sterker
democratisch gezinde vertegenwoordiging als
gevolg zou hebben dan die van heden is. Het
blad acht deze omstandigheid alles afdoend
voor de beantwoording der vraag wie nu heen-
gestuurd moet worden Tak met een paar
collega's, het geheele kabinet of wef de Tweede
kamer. Zjj wjjst, evenals wjj deden, den eeni
gen weg aan, die gevolgd mag worden een
beroep op de kiezers. Of de minister van bin-
nenlandsche zaken Vrjjdag een weldoordachte
beslissing heeft laten nemen, of hjj wel het
noodige oveileg met zjjn collega's heeft ge
houden, geraakt hier op den achtergrond. De
overtuiging dat het meerendeel reeds dei-
tegenwoordige kiezers het billy k acht thans
een definitieve regeling van het kiesrecht tot
stand te brengen, een uitbreiding er aan te
geven tot de door de grondwet gestelde gren
zen, leeft by de conservatieven zoowel ais bij
de vooruitstrevenden.
«Dit eenmaal vaststaande, aldus vervolgt
het blad, komt het ons weinig belangrijk
meer voor, te kibbelen over een kwestie van
vorm. En dat bljjft toch ten slotte de geheele
stryd, door sommige* organen met zooveel
vinnigheid aangebonden tegen den minister
van bmnenlandsche zaken. Of zou misschien
iemand durven beweren, dat deze Tweede
kamer het regeeringsontwerp zou hebben aan
genomen, indien Tak maar duidelyk amende
menten als dat van den heer De Mejjier on
aanneembaar had verklaard Dan zou daarin
een nieuw argument liggen om een zoo be-
ginsellooze kamer naar huis te zenden, die
springt- van het eene kiesrechtstelsel op het
andereHet is dwaasheid te willen bt-
toogen dat de stemming over het beruchte
amendement, dat voor de wet het struikelblok
is geworden, niet is geweest een stemming
over een beginsel. Zy heeft bewezen, alB
dat nog noodig was, dat de Tweede kamer
in meerderheid conservatief is. Misschien
zouden ten slotte enkelen van de voorstemmers
van het amendement-De Meyier ook nog aan
het regeerings-ontwerp hun stem hebben
gegeven, maar zy zouden dat niet hebben
gedaan uit vrjje, warme overtuiging, Zjj
hebben gebruik gemaakt van de gelegen
heid, om met zoo weinig mogelyk nieuwe
kiezers te volstaan. En de meerderheid der
Tweede kamer vindt voor haar meening geen
steun in den boezem der natiezy worde dus
van haar mandaat ontslagen!"
denken, te denken droomende dat hy een
ezel voor zich had, met een groot wit doek
erop en op dat denkbeeldig doek zag hy
allerlei liefeljjke of vreeselyke, fantastische,
of indrukwekkende beelden. Wanneer men
een geboren dichter of schilder is, droomt
men tot aan zyn dood toe.
Het spook, dat in de buurt, waar hij woonde
thuis behoort, de armoede was zyn dageljjk-
sche gast. Sedert het verlies van zyn hand
had hy teekenles gegeven, voor zoover dat
gaat met praten, zonder een potlood te kunnen
gebruikenmaar hy kreeg slechts weinig
leerlingen, allen zeer arm en verspreid in
ver uit elkaar gelegen wykenen in de laatste
jaren had hy er in het geheel geen gehad en zag
zich genoodzaakt alle werk te doen, dat hy vinden
kon. Er was een winkel, waarvoor hy bood
schappen deed, en die brachten lange, verre
tochten in alle richtingen mee, waardoor hy
veel schoenen versleet en weinig verdiensten
bad. Alles wat hy van waarde bezeten had
was al lang weg, zelfs al vóór de geboorte
van Maxwant zyn zoon was ongelukkig en
alles liep hem tegen.
En thans bood men hem aan, naar Mont
Parnasse te gaan en goed gehuisvest, goed
gekleed, goed gevoed te worden, te slapen op
een zacht bed, te zitten in een gemakkelyken
stoel, koude noch honger te Ijjden, vermoeienis
noch hitte meer te kennengeborgen te zyn,
het goed en gemakkelijk te hebben zoolang
Naar aanleiding van het gisteren reeds tegen
gesproken Dagblad-bericht omtrent eene col
lectief ontslag-aanvrage van het ministerie en
een verschil van meening onder zjjne leden
zegt het Vad. toch ook dat er verschil van
gevoelen in den ministerraad heeft bestaan, het
welk zich in een tweeledig advies aan de Kroon
moet hebben geopenbaard. Het is echter niet
zonder belang te weten, dat de meerderheid
staat aan de zjjde van den minister van bin-
nenlandsche zaken.
Zooals in een deel der oplaag van ons vorig
nommer nog is gemeld, ontving Woensdag
middag H. M. de koningin-regentes den heer
Van Tienhoven, minister van binnenlandsche
zaken, ten gehoore.
De afdeelmgen Rotterdam en Leiden van
het Algemeen Nedertandsch Werkliedenver
bond de anti-revolutionnaire kiesvereeniging
Nederland en Oranje te Haarlem en de ver-
eeniging Algemeen belang buurt Y Y te Am
sterdam hebben hunne instemming betuigd met
de intrekking der kieswet en aangedrongen
op ontbinding der Kamer.
Het bestuur der kiesvereeniging Burgerplicht
te Amsterdam heeft op de uitnoodigmg van
de kiesvereeniging Amsterdam tot deelneming
aan de meeting van Donderdagavond a. s.,
ter adhaesiebetuiging aan de houding van den
minister Tak van Poortvliet, het volgende
geantwoord: «Het persoonlyk gevoelen van
het bestuur is, dat, staande de beraadslagin
gen der Kroon het niet wenechelyk is, den
schyn aan te nemen, alsof men op de beslis
sing eenigerlei pressie wilde uitoefenen. Het
acht zich daarom niet gerechtigd zonder toe
stemming zjjner leden aan eene manifestatie
deel te nemen. Daar de tyd tekort is om
eene vergadering byeen te roepen, meent bet
bestuur zich te moeten onthouden."
hy nog te leven had»en ik ben van een
sterk, taai geslacht, ik stam van zeerobben
af," dacht hy, «ik zal lang leven."
Welbezien was hjj eerst zes en zestig, of
schoon ontbering en ljjden hem er ouder deden
uitzien. Hij had wellicht nog een lang leven
voor zicheen leven zoo lang als een heel
geslacht, en de wreede, kleurlooze, sombere
tragedie van den eenzamen, ouden dag, met
zjjne tallooze behoeften, is aUeen drageljjk te
maken, wanneer hjj verzacht wordt door over
vloed en goede verpleging.
Dat wist hjj en toch vond hjj het denkbeeld
van de liefdadigheidsinstelling afschuwelijk,
veel ondragelijker dan gebrek of pijn. De
weldoeners mochten de ketenen nog zoo vee-
gulden, het bleven niettemin ketenen. Zjj
mochten de pillen nog zoo smakelijk maken,
zij bleven toch al tyd bitter door den alsem
van den aalmoes.
«Nooit! Nooit!" bromde hjj in zijn
grjjzen baard, nog steeds bij de tafel staande.
Hy was altjjd vrjj geweest. Hjj bad nooit
om een gunst, of een gift gevraagd. In de
moeieljjkste en droevigste oogenblikken van
zijn leven had hy zich altijd in zich zelf op
gesloten en zjjn leed zoo goed mogeljjk al
leen gedragen. «Een bedeelde, een armhuis
man nooitsprak hjj tusschen zjjne
op elkaar geklemde tanden hjj was een te
oude hond om aan een hok geketend te wor
den. Set Jrleine, jdeeke gezichtje van Max
Bjj kon. besluit
is de gepensionneerde kapitein-luitenant ter
zee titulair L. A. Walaarüt Sacré, met den
16en Maart a. s., benoemd tot lid van het
hoog militair gerechtshof, onder intrekking
van het hem verleend pensioen
zyn in hun rang overgeplaatst bjj het regi
ment grenadiers en jagers de eerete-luitenants
der infanterie A, A. van Sehilfgaarde, van het
4e regiment, leeraar aan de militaire school
A. F. K. Graswinckel, van het 4e en C. C.
van Altena, van het 6e regimentJ. L. Leyds,
van het instructie-bataljonW. J. Munnioh,
van het 7e en T. F. J. Muller Massis, van het
ie regimentalsmede, met ingang van 1 April
1894, de eerste-luitenant J. G. Seelig, van den
staf' der inf., werkzaam aan de pupillenschool
is ingetrokken de benoeming van J. M. van
der Poel tot directeur van het telegraafkan
toor en brievengaarder aan den Hoek van
Holland, en met ingang van 1 April 1894
benoemd tot vorengemelde betrekking P.
Hacquébard Jz., thans directeur-brievengaar
der te Hasselten
is mr. F. Was, burgemeester der gemeente
Leiden, met ingang van 20 Maart 1894 be
noemd tot lid van het college van curatoren
der ryks-universiteit te Leiden.
A.an de leden der Tweede kamer zjjn rond
gedeeld lo. de met Denemarken gesloten over
eenkomst tot wederkeerige uitlevering van
misdadigersen 2o. de schikkingen omtrent
het internationaal spoorwegverkeer tusschen
Nederland, Duitschland, Oostenryk-Hongarye
en Zwitserland, alsmede de spoorweg-overeen
komst met België, Frankijjk en Luxemburg
gesloten, betrekkelijk het internationaal spoor
wegverkeer tusschen Nederland en die landen.
Aan het examen tot toelating aan de
ï'jjksnormaalschool te Oostburg is door 8
candidaten deelgenomen, nl. 7 manneljjke
(waarvan 1 voor de 2e klasse) en 1 vrouwe-
ljjke. Toegelaten zjjn tot de le klasse 5 manne-
ljjke en 1 vrouwelijke leerling.
In de maanden Juni en Juli e. k. zal
aan 's rjjks veeartsenijschool te Utrecht gele
genheid worden gegeven tot het afleggen
van het natuurkundig examen vooraanstaande
veeartsen, bedoeld in art. 12 der wet van 8
Juli 1874 Staatsblad no 99).
De dag van aanvang zal nader worden be
kend gemaakt,
Zjj, die tot dat examen wenschen te worden
toegelaten, behooren zich schrifteljjk,
mits portvrjj, vóór 1 Mei e. k. aan te melden
bjj den directeur van gemelde school.
Mej. R. Plaat, directrice van de middel
bare school voor meisjes te Leeuwarden, heeft,
om redenen van gezondheid, haar ontslag als
zoodanig aangevraagd.
De lezingen van het Nut alhier worden
in den regel niet druk en veelal door het
zelfde publiek bjj gewoond, waarvan de dames
altjjd verreweg de meerderheid vormen.
Dat was ook Woensdagavond het geval en
zelfs het feit dat een stadgenoot, op dat ge
bied nog niet bekend, zicb zou laten hooren
had slechts enkele heeren meer dan anders
tot den gang naar de Concertzaal gebracht.
Het was jammer zoowel voor den lezer, den
heer W. H. Hasselbach, als voor hen die tegen
woordig hadden kunnen zyn, want in
tegenstelling met zoovele andere nutspreken
de lezing was in alle opzichten boeiend,
onderhoudend en nu en dan humoristisch.
De heer Hasselbach liet zyne hoorders kennis
maken met de volkspoëzie en het volksgezang
uit den vroegeren en lateren tjjd; schetste
hoe de eerste ontstaat en toonde aan hoe zjj
steeds en nog een uitnemend middel is om
het doen en laten van het volk te leeren kennen.
De spreker behandelde daarna eenige Neder-
landsche liederen, betrekking hebbende op den
tjjd der hervorming, eenige die in den SOjarigen
oorlog gezongen werden en anderen die in
den patriotten tjjd en vogue waren.
Na de pauze gaf de heer Hasselbach een
kort en beknopt overzicht van de volkspoëzie
van den tegenwoordigen tjjd, daarbjj aantoo-
nende hoe bjjna elke bjjzonderheid, die veler
aandacht trok, den volksdichter stof gaf voor
een nieuw lied op eene aangename wjjze.
Een vergeljjking trekkende tusschen de tjjden
van den Drost van Muiden en diens vrienden-
keek angstig om de deurdaarop kwam de
knaap aarzelend naar zjjn grootvader toe.
«Grootvader", fluisterde hjj, «zjjt gjj nu
niet meer boos? Ik wilde geen kwaad doen,
ik wist niet
»Neen, natuurljjk niet, mijn jongen," zei
de oude man, hem op zijn arm nemende. «Ik
was boos en verdrietig en ik sprak te barsch,
mjjn ventje ik wilde u niet beknorren."
«Pepin is niet bang," zei Max, jaloersch
van de grooter wjjsheid van den hond.
«Neen, kind, honden storen zich niet aan
onze woorden, die lezen in onze hatten."
«Waarom kunnen kinderen dat ook niet
«Helaas, Max! kinderen zjjn slechts man
nen en vrouwen in het klein
Max kuste eerst hem en toen Pepin. Geen
van drieën had dien avond iets te eten maar
zij sliepen vlak bjj elkaar en sliepen niet slecht.
Het was Maart toen Valbranche hem zyn
eerste bezoek bracht. Gedurende de lente en
den zomer ging het hem niet kwaadmet
het mooie weer viel het loopwerk hem licht;
en vaak trippelden de hond en het kind naast
hem voort, 's Zondags begaven zjj zich naar
het bosch of aan den oever der rivier, die
welbekende Seine, die hjj in de dagen van
voorspoed zoo gaarne placht te schilderen.
Vaak was de hemel blauwde fabrieksmeisjes
waren lief voor Max ter wille zjjner mooie
krullen, en de studenten wierpen Pepin kip-
penkluiyen toe, J5jj waren zeer ar», zeer on
gelukkig, maar zjj konden toch iets genieten,
De hond sprong en het kind dartelde en groot
vader dwong zich om beiden toe te lachen.
Gedurende de lente kwam Valbranche her
haaldelijk terug en liet hem door anderen zyn
aanbod herhalen maar kreeg telkens hetzelfde
antwoord.
«Koppige oude kerelzei de rjjkaard
met verklaarbaar ongeduld. De raad van beheer
der groote instelling kon die weigering maaf
niet begrijpen. Valbranche vergoeljjkte de
ondankbaarheid, redeneerde haar weg, ver
zocht uitstel en kreeg het. Het deed er voor
hem in het minst niet toe, maar hjj had zich
voorgenomen dat hy zjjn zin moest hebben nog
nooit was hem iets mislukt en dit mocht heul
ook niet mislukken. Het werd een geval van
persoonlijke eerzucht voor hem om Roscoffiid
van het Maison Mont Parnasse te zien.
»Gjj kunt oude haviken niet in een
kooi sluiten, mijnheer," zei een der jonge
lieden, die hem gaarne plaagde.
«Ja, dat kunt gij wel," antwoordde Val
branche driftig, «wanneer gjj hen half bevroren
in de sneeuw, in het ontbladerde bosch
opraapt."
«Maar dan bljjven zy niet in het leven,"
vervolgde de oneerbiedige leerling.
«Haviken misschien niet. Ik weet weinig
van de gewoonten der wilde of tamme vogels
af; maar mannen en vrouwen, mjjn jongen?
levg» en zp Wjj dat zjj leve»? wanneer jjj.