N°. 58.
137® Jaargang.
1894
Vrijdag
9 Maart.
FEUILLETOfL
EEK POOLSCH PBIESTERGEZIi
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
PrQs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-a
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend, naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Middelburg ,8 Mm
MIDDELMIE (01 RIM.
Thermometer.
Middelburg 8 Maart 8 u. vin. 47 gr.
ci. 12 u. 52 gr- av. 4 u. 53 gr. F.
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Boltjit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij,
te Tholen: W. A. van Nieuwenhtjiïzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën
aan, evenalB de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmah, te Rotterdam, db Gebr. Belinïante, te 's Gravenbage, en A. de La Maï Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Gee., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één uuy
aan bet bureau bezorgd zjjn, wille*
zjj des avonds nog worden opgenomen.
Gelukkig het debat in de T w e e d e ka
mer over art. 4 der kieswet geraakt op zjjn
einde of is misschien reeds geëindigd.
Na de rede van den minister Tak van
Poortvliet vroeg Woensdag de voorzitter of nog
iemand het woord verlangde, doch niet éen
wenscbte van die gelegenheid gebruik te maken.
Van verschillende kanten drong men aan
op stemmen de voorzitter deelde echter mede
dat bet zjjn stellig voornemen was in die
zitting niet meer tot stemming over te gaan.
In afwachting van een mogeljjke herziening
van enkele amendementen, stelde hjj voor de
discussie tot heden te schorsen, waartoe de
kamer besloot.
De minister stelde zich weer op een even
flink als practisch standpunt. Kort en bondig
besprak bjj nogmaals de geopperde bezwaren,
zeide zjjne meening over de amendementen
en verklaarde ten slotte nog eens namens de
geheele regeering, die, zoo verzekerde hjj uit
drukkelijk, in deze eenstemmig is,
dat hjj tot gemeen overleg in 's lands belang
bereid is, maar niet tot dat gemeen overleg,
hetwelk door den heer Van Houten is bedoeld.
Wat het amendement Röell, inzake genees
kundige hulp, betreft, volgens den minister
was door genoemd kamerlid niet voldoende aan
getoond, in hoever de Grondwet geneeskundige
hulp als onderstand beschouwt. De wetgever
is op dit punt door den grondwetgever vrjj-
gelaten, doch dan vervalt ook 't hoofdmotief
voor het amendement. De min. bljjft, nu de
Grondwet vrjjheid laat, het woord onderstand,
zoowel aan 't ook van staatswege erkende
woordenboek der Ned. taal, als aan de praetjjk
getoetst, beschouwen als geen geneeskundige
hulp te omvatten.
De min. herhaalde zjjn verzoek om 't amen
dement in te trekken, omdat de rechter of de
Kamer hjj het tweede wetsontwerp omtrent
de beteekenis van onderstand beslisse. De
minister is dan bereid in nader overleg te
treden.
Het amendement-Levy bleef de min."afkeu-
renhjj zag geen enkele reden voor een be
perking van 't kiesrecht voor den bedeelde tot
drie jaren. De voorsteller heeft z. i. voor dien
termjjn ook geen gronden aangevoerd. En wat
de instellingen ter «voorkoming van armoede"
betreft, meent de min. dat de toevoeging over
bodig is, omdat ze, ook tot leniging van ar
moede arbeidende, van zelf in de uitsluiting
der wet zjjn begrepen. De min. herhaalde dat
diaconiën, door den naam van vereeniging tot
voorkoming van armoede aan te nemen, niet
ophouden te vallen onder art. 3 der armenwet.
Wat betreft het amendement-Gerritsen, deze
beweerde dat bij inwerkingtreding der be
drijfsbelasting het aantal uitsluitingen zou
toenemen, ten gevolge van onmacht om te
betalen. De regeering hoopt echter dat deze
wet zoo zal worden uitgevoerd, dat geen
o nvermogenden zullen worden aangeslagen.
Een tweede hoofdzaak in het debat was het
verband tusschen de artt. 3 en 4. Een bezwaar
9 S.
door
MARGUERITE PORADOWSKA.
Uit het Fransch.
XX.
■Vincent deed zjjn best om op te staan,
en iets te zeggen, maar de woorden bleven
hem in de keel steken. Hjj moest zich even
wel de toosten laten welgevallen, die men
dronk op zjjn moed, zijn vaderlandsliefde, zijn
echtscheiding, den ondergang zjjner vjjanden.
Men had gehoopt dat hp hun een gedeelte
van het voorgevallene nog eens zou vertoond
hebben, in een opwelling van terugblikken-
den toorn. Maar dat genoegen moest men
zich ontzeggen. Hjj scheen er werkeljjk niet
toe in staat en was zeker wat vermoeid
Yan lieverlede kwamen de patriotten tot
bedaren. Op een wenk van hun aanvoerder
schaarden zjj zich weder in het gelid, doch
niet voordat de drie vereenigde muziekkorpsen
eenparig, ter eere van Vincent, het beroemde
lied
»Bartholemeus laat de hoop niet varen!"
aangeheven hadden.
Daarna zag men nog eens op het groene
tapjjt de roode mutsen twee aan twee voorbjj
trekken en toen verdween alles onder het don
kere lommer der kersenbomen.
was dat art. 4 niets bevat omtrent voedsel,
kleeding, dekking, vóórzien i?j warmte enz
Rsanx UieV weg moeWn wjj volgens den mini'
ster ook niet opgaan. Art. 4 moet slechts
bp een genomen een beeld geven van welstand
en de geschiktheid van den kiezer.
En daaraan voldoet art. 4 naar de meening
der regeering. De aangevoerde bezwaren tegen
de zoog. schrjjfproef deelt de regeering niet
en door eene doelmatige uitvoering kan aan
die bezwaren worden te gemoet gekomen.
Waar de regeering zich beriep op de Natio
nale Vergadering en op het artikel in De
Standaarddaar was dit niet om instemming
te betuigen met htt daar gesprokene of daar
geschrevene, maar alleen om er op te wjjzen
dat tegenstrijdige gevoelens toch hetzelfde
wilden. Intusschen bljjft de regeering de
kennis van lezen en schrjjven handhaven.
Men heeft zich beroepen op het negatieve
van 't artikelmen wees op het type van
den Noordholl. boer van Hildebrand. Welnu
ja de kiezer zjj als die Noord-Hollandsche
boer. Kan 't krachtiger en zelfstandiger
Wat het betoog van den heer Michiels be
treft, die stelsel tegenover stelssel wilde
plaatsen, vroeg de minister dezen of hjj meent
dat iemand, die geen belasting betaalt, geen
welstand kan genieten, en of iemand, die wel
belasting betaalt, per se welstand geniet.
Wanneer de aanhangige wet tot wjjziging
van de personeele belasting wordt aangenomen,
zou voor 265000 aangeslagenen de belasting
verdwjjnen, eu daarmede ook het kiesrecht.
Verkeerd ware het daarom het kiesrecht af
hankelijk te stellen van een belasting-census,
want naarmate belasting-wjjziging plaats had,
zou kiesrecht-verandering volgen.
Terugkomen op een belasting-census acht de
regeering dan ook gevaarlijk.
De heer De Mejjier meende dat zjj, die in
de bedrijfsbelasting betalen, daarmede een
bewjjs van welstand geven, maar hjj vergete
niet dat ieder zich in de bedrijfsbelasting kan
laten aanslaan. Het amendement van den
heer De Mejjier zou dan ook juist kiezersteelt
in de hand werken en daarom gaf de minister
hem in overweging het terug te nemen. Daarbij
zullen door dat amendement de inwonende
zonen, commensalen en bedienden van het
kiesrecht worden uitgesloten. Wanneer de
heer De Mejjier de woorden nog eens nagaat,
zal hjj misschien wel tot een andere redactie
komen.
Een duidelpker omschrpving van het woord
woning" kan de regeering niet geven. Met
genoegen zag zjj de poging daartoe van de
heeren V. d. Feltz en Sanders. Tegen enkele
woorden wil de minister niet opkomen. Wan
neer de Kamer meent dat daardoor eene ver
betering in de wet wordt gebracht, zou de
regeering zich met die amendementen wel
kunnen vereenigen, al ontveinst zjj zich de be
zwaren niet, die ook uit de voorgestelde
omschrpving kunnen voortvloeien. De regeering
moet dan ook eischen een duidelpke omschrp
ving van het begrip woning. De beslissing
laat de regeering aan de Kamer over.
Door de regeering wordt overgenomen een
ondergeschikt amendement van de heeren
Toen de stilte in huis hersteld was, vroeg
een der spelers, zich uitrekkende«Zullen wjj
onze partjj nog uitspelen?"
«Wel ja."
En even als oude paarden, die weer gewillig
in het gareel gaan loopen, namen zjj gedwee
hunne kaarten weer op.
Vincent zag hen met verontwaardiging aan
hun onverschilligheid voor zjjn eigen leed
griefde hem. Zjj schenen niets te begrjjpen
van het bjjna bovenmenscheljjke offer dat hjj
bracht. Zjj schenen in dit alles niets te zien
dan een vraagstuk, dan politiek en het voor
deel dat hun partjj er uit zou kunnen trekken.
Ter wjj 1 hjj zich hoe langer hoe meer in zjjn
somber gepeins verdiepte kwam de oude pal
frenier, dien hjj van nacht zoo mishandeld
had, heel bescheiden binnen om te zeggen dat
de heer Thadeus, de houtvester der domeinen
van Dolina, hem verlangde te spreken over
een geheel persoonljjke zaak.
«De heer Thadeus Vincent kende hem
wel bp naam en iedereen wist dat hjj slechts
hoogst zelden een bezoek aflegde. Maar was
die gisteren niet op de bruiloft geweest
«Laat hem binnen komenzei hjj op een
toon, waaruit verbazing en ergernis tevens
spraken.
De aanblik van dat eerlpke gelaat kalmeerde
hem reeds dadeljjk, toen het zich in de deur
vertoonde; hp begreep dat er een vriend bp
he« kwam e» dat er aehter die breed* borst
Mackay en Van Alphen op de alin. 3 en 4
van art. 4.
Ten slotte verklaarde de minister nog hens da
het haar wensch is, om, onder bovengenoemde
reserve, tot overeenstemming te komen. De
regeering verlangt niets liever dan tegemoet
te komen aan billjjke verlangens van de Kamer
voor zooverre dit met hare beginselen mogelpk
is. Haar doel is te verwezenlijken wat in het
waarachtig belang des lands wordt vereischt,
Bjj kon. besluit
is aan jhr F. E. M. van Alphen, op zjjn
verzoek, eervol ontslag verleend als lid van den
Raad van state, met dankbetuiging
is den heer J. R. G. de Veer, administrateur
van financiën en lid van den Raad van beBtuur
in de kolonie Cura9ao, thans met verlof hier
te lande, op zjjn verzoek eervol ontslag uit
's lands dienst verleend.
Volgens een telegram aan de N. B. Crt.
uit Atjeh heeft te Melaboeh een treffen plaats
gehad, waarbjj wjj 7 dooden en 17 gewonden
hadden, onder welke 2 officieren, die zwaar
gewond werden.
Melaboeh, op de Westkust van Sumatra, in
het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden,
is sinds geruimen tjjd een gevaarljjke post.
In den loop van het vorige jaar kregen wjj
telkens berichten, dat onze versterking, de
schepen in de baai en sloepen, die langs de
kust voeren, beschoten werden. Een waar
rooversnest mag het heeten. In het verslag
omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het
gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden,
loopende van 3 tot en met 15 Januari,
het laatste verslag, dat de mail ons gebracht
heeft, lezen wjj«Zoowel te Melaboeh als te
Poela Raja zjjn de toestanden zeer bevredi
gend. Elders Lr Westkust, valt op politiek
gebied meer en meer toenadering van de zjjde
der hoofden op te merken."
Dat het verslag wel deed, van geene toe
nadering der hoofden te Melahoeii te gewagen,
bewjjst het bovenstaand bericht.
Indien bjj de waardebepaling voor de ver
mogensbelasting de waarde van vast goed ge
steld wordt op het 15voud der belastbare
opbrengst van de gebouwde en ophet20?oud
van die der ongebouwde eigendommen, kan
deze opbrengst worden verminderd met hetgeen
volgens den laatst bekenden jaarljjkschen omslag
voor polder- en waterschapslasten meer wordt
betaald dan daarvoor bjj de regeling der be
lastbare opbrengst is afgetrokken. In dien
dezelfde eigenaar ook pereeelen bezit, waarvoor
aan polder- en waterschapslasten minder wordt
betaald dan bjj de regeling der belastbare
opbrengst is afgetrokken, bljjft dit buiten aan
merking.
Deze uitlegging, die naar wjj vernemen,
door den minister van financiën aan de ambte
naren der registratie is medegedeeld, weer
spreekt de opvatting van mr. Sprenger van
Ejjk. Deze toch gaf onder no. 47 van zjjn toelich
ting op de wet op de vermogensbelasting als
zjjn gevoelen te kennen, dat het wel de be
doeling der wet zou zjjn, het meerdere met
het mindere te compenseeren en alzoo alleen
en die eerlpke oogen een medeljjdende ziel
huisde. Hjj sprong eensklaps op, stak hem de
hand toe en zei: «Waaraan heb ik de eer te
danken
«Het is inderdaad de eerste maal, dat
ik bjj u kom, injjnheer Rayski, maar ik ge
loof dat wjj elkaar, althans van hooren zeggen,
wel kennen. Kan ik u een oogenblik alleen
spreken vroeg hjj, op de speeltafel wjjzende.
«Zeer gaarne, als gjj mjj wilt voorgaan."
Bjj het betreden der kleine eetzaal overzag de
heer Thadeus met éen blik de heele inrichting.
Hjj zag hoe keurig alles geschikt was. Hef
servies netjes op een blad, voor den terugkeer
der echtelieden, en naast al die goed over
dachte toebereidselen, het ontdane gelaat, de
verslagen houding van den heer des huizes.
Hjj nam plaats en begon, zonder inleiding,
zjjn toehoorder vlak in de oogen ziende «Mijn
heer Rayski, hebt gjj gisteren in vollen ernst
en zonder bjj gedachte er van afgezien om te
leven met de vrouw die gjj gekozen hadt?"
Een donkere blos overtoog het gelaat van
Vincent. «Gjj denkt zeker dat ik slechts on
der den invloed van den wjjn gehandeld heb
stamelde hjj.
«Ik begrjjp uw toorn", ging de hout
vester voort. «Tymofté heeft schandeljjk co-
medie met u gespeeldmaar Sofronya is daarom
niet schuldig en als het arme kind zich mis
schien een weinig gestreeld gevoeld heeft in
haar jjdelljeid, bjj het denkbeeld van uw vrouw
rekening te houden met hetgeen voor al de
goederen meer is te betalen dan in den leg
ger is afgetrokken [N. Butt. Ct.\
Hei kazerneleven.
In eene Dinsdag avond te Amsterdam
gehouden vergadering van de afd. «Amster
dam" van den Ned. Dienstplichtbond hield,
zooals wjj in een vorig nommer in het kort
hebben gemeld, de heer C. K. Elout, een
jeugdig journalist, die persoonljjk zijn dienst
plicht vervult, eene voordracht over het kazer
neleven.
Omtrent die voordracht schrjjft men ons uit
de hoofdstad.
Uitgangspunt waren eenige over dit onder
werp in het Hbld., onder het opschrift »Oude
kerels en recruten", geplaatste causerieën,
welke destjjds tot in de hoogste militaire
kringen de aandacht hadden getrokken. Spreker
wees er in de eerste plaats op, dat onder de
tegenwoordige omstandigheden bjjna uitslui
tend personen uit de lagere standen in de
kazernes worden aangetroffen, en dat hun, die
in de kazerne leven, uit den aard der zaak
een groot deel hunner vrjjheid wordt benomen.
Vooral is dat onaangenaam voor hen, die van
het platteland komen, daar voor hen de omge
ving in het garzinoen geheel anders is dan
de gewone.
Hierbjj komt dat de dienst hun niet aan
genaam wordt gemaakt. Allerlei dingen worden
van hen gevergd, zonder dat zjj het waarom
begrjjpen, terwjjl de kleeding, en vooral de
afmetingen daarvan, veel te wenschen overlaat-
Bjj de exercitie is het intellectueel peil van
velen een bezwaar maar de meesten zjjn toch
niet zoo dom, dat zjj met ruwheid moeten
worden behandeld, en oordeelkundig zjjn de
instructeurs bjj hun optreden niet. Een groote
paedagogische kennis kan vaa de instructeurs
niet worden verwacht, maar toch mag men
eischen, dat niet alle recruten behandeld worden,
alsof zjj de domste schepselen der aarde waren.
Daardoor zjjn vele instructeurs zoo ruw moge
lpk, en de bepaling dat een officier bjj de in
structie tegenwoordig moet zjjn, geeft weinig,
daar de toeziende officier natuurlpk niet kan
hooren, hoe bard de soldaten eener ver van
hem staande klasse worden uitgescholden, hoe
hard daar wordt gevloekt.
Bovendien zjjn niet alle officieren doordron
gen van de noodzakelijkheid dat schelden en
vloeken vermeden moet worden. Vandaar
dat in de kazerne een woordenboek gemaakt
wordt, waarmede men op den Zeedjjk te
Amsterdam zich kan, verweren. Maar kan
het anders Spreker geloofde van wel, en
betwistte dat er in zulk een ruwheid voor
deel zit. Het nadeel kon hjj aantoonen.
De indruk der ruwheid geeft aanleiding tot
spontane uitingen van ontevredenheid, niet
over de uitbranders, maar over de inkleeding
ervan. En dat komt niet eens, maar voortdurend
voor. Vandaar een onaangename en moede-
looze geest, ten tegenzin tegen den dienst,
welke daardoor impopulair en dus geschaad
wordt.
Toch mag men dezen toestand den offi
cieren niet te zwaar aanrekenen, want, al
te worden, moet zjj daarvoor nu wel zwaar
boeten Denk aan de schande, de beleediging,
die zjj bjjna tegenover het heele land onder
gaan heeft. Zp is werkeljjk zeer beklagens
waardig, het arme kind. Ik heb haar zoo even
gezien. Zjj zit in een hoek gedoken en wil
geen woord spieken. Haar moeder is radeloos."
De oogen van Vincent werden vochtig.
«Hebt gjj haar gezien vroeg hjj en
kon zich niet meer goed houden,
De houtvester beschreef hem tot in de
kleinste bijzonderheden zjjn bezoek aan de
pastorie en de aanleiding daartoede vlucht
van Binia, haar weigering om den seminarist
te huwen, de genegenheid, die Yanck en zij
voor elkaar koesterden en den tegenstand van
den priester. Terwijl hjj sprak, zag hij dat
de trekken van Vincent zich ontspanden en
dat zjjn gelaat ophelderde.
«Maar", riep deze eensklaps uit, «als
Yanck met Binia trouwde, zouden wjj van den
seminarist ontslagen zjjn".
«Natuurlpk, daar wilde ik juist op komen.
Gjj hebt het lot dier twee jonge menschen
geheel in uwe hand; gjj moet den priester tot
andere gedachten brengen."
«Na hetgeen er voorgevallen is, kan ik
immers niet bp hem teruggaan en hier, in een
gesprek onder vier oogen, zou ik vreezen mjj
driftig te makenO als gjj zoudt willen?...."
«Als ik wat zou willen
«Bjj ons onderhoud tegenwoordig zjjn'
zjjn dat lieden van meerdere ontwikkeling en
beschaving, de paedagogische kennis ontbreekt
hun, on <?,eze is noodig omdat zjj de karakters
moeten vervormen.
Een ander middel tegen het genoemde kwaad
zou zjjn de invoering van den persoonlijken
dienstplicht. Met een herinnering aan zjjn
vroeger gedrukte causerie over dit punt, be
toogde spreker minder op idealen dan wel op
practische gronden van den persoonlijken
dienstplicht heil te verwachten. Een demora
liseerenden invloed vreesde hjj niet, juist om
het verschil in ontspanning bjj de hoogere
standen. Kazernevrees is niet veel meer dan
watervrees.
En de bezwaren, met het oog op de studie
der miliciens uit andere standen, kunnen
worden ondervangen door een regeling als die
voor het reservekader. Verder wees hp er op
dat, ook met het oog op de taak van het leger
ten aanzien van het handhaven der openbare
orde, het gewenscht is het leger niet uitslui
tend saam te stellen uit die kringen, welke
het meest in aanraking komen met de
kringen welke de openbare orde bedreigen.
Ook zou de persoonljjke dienstplicht het
leger maken tot een vereeniging van het volk,
van alle standen, waardoor het leger een
machtig middel tot bewaring van den onder-
iingen vrede zou worden. (Luid applaus).
De bekende sociaal-democraat Reens vroeg
of tot dat doel een uitgave van meer dan 50
millioen noodig was, en of men niet op
gemakkeljjker wjjze de standen kon vereeni
gen door ze op te heffen. Verder betoogde hjj
dat het militairisme in strjjd is met den gods
dienst, en vroeg hjj den inleider uitdrukkeljjk
of' hjj dat niet moest toestemmen.
Een ander spreker bestreed de woorden van
Reens, en merkte verder op, dat in de kazernes
meer ontbreekt dan de inleider beweerde, bv. de
middelen om zich geheel te reinigen.
De heer Groeneveld betoogde, dat de in
leider zich op een practisch standpunt had
gesteld, en de heer Reens op een idealistisch.
Kerkeljjke vrjjheidsliefde is hier grooter dan
elders, en met de ons gegeven wapenen mo
gen wjj ons verdedigen. Ons leger is geen
militairistisch leger, het staat niet, als de
legers van Napoleon, in éen hand, maar is
een volks1 eger.
Spreker betoogde verder dat het vloeken,
hoe afkeurenswaardig ook, een in ons land
onder alle standen zeer verspreid gebrek is.
Professor Van den Es bracht hulde aan den
inleider. Bpzonder had hem getroffen de op
merking over de mindere geschiktheid van de
instructeurs, daar hjj bjj de vrjjwillige oefe
ningen dezelfde ervaringen had opgedaan.
De instelling van het reservekader achtte hjj
een grooten stap in de^goede richting.
Kapitein Lansdorp meende dat de heer
Elout vroeger beter had gedaan zich te be
klagen over enkele door hem aangehaalde
staaltjes van yloeken, en ried alle in de
zaal aanwezige jongelieden aan, dat wel te
doen als zjj later dezelfde ervaring opdeden
en daardoor mede te werken tot wering van
het kwaad.
De heer Elout ontkende, tegenover den heeï
Uwe tegenwoordigheid zou mjj beletten een
dwaasheid te begaan. Ach mjjnheer Thadeus)
wees nu heelemaal goed. Kom van daag bjj
mjj eten met Yanck, dan zal ik een bode te
paard naar de pastorie zenden, om Tymofté
te verzoeken hier te komen, dan zjjn wjj met
ons drieën om hem te ontvangen."
De heer Thadeus lachte fijntjes en zei niet
neen.
«Heerljjk, gjj neemt het aan 1 Ik wan
trouw mij zei ven te veel en zou in staat zjjn
alles te doen mislukken,"
«Wel mogeljjk, gij hebt misschien geljk
en zoo'n drietal zal zeker indrilk op hem maken,"
Terwjjl de beide heeren deze afspraak maak
ten, hadden de spelers hun robber geëindigd en
zaten thans zeer smakeljjk te ontbjjten, deden
suiker in de koffie met room, smeerden hunnë
boterhammen, en praatten over nietigheden;
alsof er niets gebeurd was.
»Hé," riep plotseling een hunner, «waar
ia Rayski gebleven
Op dit oogenblik opende de veearts de deur
om zjjn gast uit te laten.
«Zeg Vincent," riep een der bruidsjonkers
met een vollen mond, «gjj kunt ten allen
tjjde over mjj beschikken, om naar den bis
schop te gaan. Ik ken zjjn Eerwaarde bp
zonder goed en maak mjj sterk dat ik uw
zaak evengoed in orde krjjg als ik deze party
gewonnen hebEenige bijzonderheden moet
gjj mjj nog opgeven. Wees zoo goed die