N°. 137° Jaargang. 1894 V rijdag 26 Januari. Deze courant verschijnt d a g e 1 fj k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Pry8 per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen van 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. Middelburg 25 Januari, Vóór den slag. Thermometer. Middelburg 25 Jan, 8 u. vir. 38 gr. m. 12 a 39 gr., av. 4 u. 40 gr. F. Verwacht Z. W. wind Agenten te VliseingenP. Gr. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boltjit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW. A. van npuwenhunzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Botterdam, de Gebb. Bedintante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. Van dezelfde handdie indertjjd zulk eene belangrijke beschouwing over de kies- rechtontwerpen schreef onder den titel In hoofdbeginselen ongewijzigd, en die zich noemt Een vaderlander, is thans, als vervolg op bet bovengenoemde, verschenen Voor den slag. In een inleidend woord verklaart de schrij ver niemand te verdenken van de arglistige bedoeling, dat bp de kiesrechthervorming op de lange baan heeft willen schuiven of door obstructionisme heeft willen doen stranden. De vertraging in de afdoening acht hij alles zins natuurljjk en 'tongeduld en de ergei- nis van de vurige voorstanders niet gerecht vaardigd. Nimmer is bp den bedacht- zamen en tragen gang onzer parlemen taire machine een groote hervorming haas tig tot stand gekomen, en zoo ooit, dan moest bp deze gewichtigste aller hervormin gen de schjjn worden vermeden, dat zjj met den stormpas werd doorgedreven. Ook is de voorstelling, dat zij betrekkelijk eenvoudig was tot stand te brengen, van eenzijdigheid niet vrp te pleiten. Eenvoudig voor de over tuigden ja, niet voor hen wier overtuiging nog in wording was, Hun moest tjjd worden gelaten hun bedenkingen te ontwikkelen en de wederlegging te hooren, gelegenheid ook gegeven hun vernult en verbeelding den teu gel te vieren, om betere kiesstelsels te ont werpen en ter toetse te brengen. Aldus kon de beslissing behoorlijk, afdoende worden voor bereid, en zal, Wsnneer ten slotte de meerder heid gevonden wordt, die meerderheid, zelfs als zp klem is in getal, krachtig wezen, om dat haar overwinning niet te danken zal zjjn aan een ot anderen coup de main, maar aan een wel voorbereiden en ernstig gevoerden strjjd, waarin haar onbetwistbare superioriteit boven al haar tegenstanders zal zpn gebleken. »Het Nederlandsehe volk heeft, zegt de schrjj- ver, dan ook met volkomen gelatenheid den loop der zaken gadegeslagen, en zelfs zjj, wier politieke kracht schuilt in hun talent van agi- teeren en rumoer maken, zpn er niet in ge slaagd, toen tot uitstel besloten was, een ver- ontwaardigingsbeweging in het leven te roe pen. De niet uitgekomen voorspellingen en bedreigingen te dien aanzien hebben wellicht dit niet bedoelde en niet gewenschte gevolg gehad, dat vele conservatieven sceptischer dan ooit zpn geworden ten aanzien dier andere voorspellingen aangaande de bedenkeljjke ge volgen eener onvoldoende oplossing der quaes- tie. Ten onrechte voorzeker. Gelaten zich neer te leggen bp de onvolledige vervulling van lang gekoesterde verwachtingen is gansch iets anders dan geduldig te verbeiden, zoolang de kans nog bestaat, dat zulke verwachtingen ten volle worden verwezenijjkt. «Die kans bestaat zeker en dat gevoelt men wellicht instinctief al dreigt nog het gevaar, dat heil wordt gezocht in halve op lossingen, waardoor aan rechtmatige verlangens geen bevrediging wordt geschonken en het vraagstuk aan de orde bljjft, het gevaar waar tegen ik in mijn vorige brochure waarschuwde. Die kans bestaaL te meer wellicht wegens de veelheid der aangeboden oplossingen, die niets duideljjker toonen dan de hopelooze verwar ring, de volkomen ontstentenis eener gemeen schappelijke overtuiging bp hen, die het regeeringsvoorstel bestrpden. De stoute ver zekering van den heer Van Houten, nadat hp twee projectielen in het regeeringskamp had geslingerd, dat het voorstel-Tak thans geacht kon worden van de baan te zpn, is dan ook door de buitenwereld met een meesmuilen begroet. Tevergeefs toch vroeg zp zich af, wat dan voor dit veroordeelde voorstel in de plaats was getreden." Hierna bespreekt de schrjjver de Algemeene beschouwingen in de Tweede kamerVrees voor uitgebreid kiesrechtde Grondwettige kwestie; de amendementen; het attributieve kiesrechten de bevriende voorstellen, waarbjj tal van bedenkingen en opmerkingen worden gemaakt, die reeds vroeger ook in ons blad zpn geuit, om ten slotte als de noodzakelijke oplossing het volgende aan te wjjzen. De schrpver spreekt zjjne afkeuring uit over den strjjd der voorstanders van het z.g. attri butief kiesrecht; welke strpd meer en meer ontaardt in een tegen den heer Tak persoonljjk. Men wil tweedracht zaaien onder leden van het Kabinet, uit de eensgezinde liberale partjj geboren- Deerniswaardig schouwspel in den .boezem eener jrartjj, die reeds meermalen haar kracht gebroken zag door armzalig persoonlijk gekibbel Op de homogeniteit van het gausche minis terie over het kiesrechtvraagstuk laat de schrpver, aan de hand van de jongste parle mentaire geschiedenis, het licht vallenhp herinnert daarbjj aan de bekende verklaringen op dat punt afgelegd door de ministers Van Tienhoven, Pierson en Tak zeiven. »Laten zoo zegt de schrpver latende voorstanders van een attributief kiesrecht toe zien, wat zjj doen. Dat zp met hun voorstellen bljjven in de ljjn, waarlangs in de laatste jaren de liberale partp zich bewoog, en de volgers van het ministerieele stelsel daarvan afwpken, is een voorstelling, die in het licht der geschiedenis geen stand kan houden. Vol komen waar is het, dat jarenlang gezagheb- benden leden der liberale partp dat attributieve kiesrecht, waarbjj de woning en de capacl teiten een rol zouden spelen, voor oogen zweefde, maar even waar is het, dat de partp als zoo danig noch buiten noch in de kamer ooit ge poogd heeft die zwevende denkbeelden in eenig stelsel te belichameneven waar ook, dat de formule, door den heer Tak reeds voor jaren uitgesproken, het voorzien in eigen onderhoud en dat van het gezin grondslag voor kiesrecht, steeds meer aanhangers heeft gewonnen. Thans heeft men beproefd de stelsels uit te werken, waarbjj dan het kiesrecht aan zekere positieve attributen zou worden gebonden, maar alleen een blinde ingenomenheid met eigen geestes producten kan den vinders het oog doen sluiten voor het feit, dat ze zpn gewogen en te licht bevonden. Bp de algemeene beraadslagingen over de staatsbegrooting heeft de heer Mees het vol mondig erkend, dat het onderzoek der amen dementen de voorstellers tot nuchtere, eerlijke zelfkritiek moest nopen, en wat was het an ders dan een wanhoopskreet, als deze spreker daarna de regeering opriep om de taak over te nemen, waarin de kamerleden waren te kort geschoten, om een kiesstelsel met wat bij noemde: een positieven kern, te scheppen? Dat deze eisch billjjkerwjjs niet kan worden gesteld, ligt voor de hand. De minister, die van den aanvang af verklaard heeft, dat alle pogingen, om een door velen gewenscht attri butief kiesrecht te toimuleeren, moesten falen, kan zeker geen aanleiding vinden dit onmo gelijke te beproeven, nu de machtelooze po gingen der kamerleden zeiven bewezen hebben, hoe juist hp heeft gezien. Zoo de Minister dus weigert aan deze roepstem gehoor te geven, zal men het dan op een verwerping van het ministerieele stelsel laten aankomen Zal men de verantwoordelijkheid voor een negatieve be slissing durven op zich nemen, terwjjl men weet iets positiefs daarvoor in de plaats niet te kunnen geven Eene partp, die een ver leden heeft en op een toekomst hoopt, zal zich wel tweemaal bedenken, alvorens dus haar ministerie te vermoorden en haar eigen doodvonnis te teekenen. Men heeft gesproken van a leap in the dark: is er wanhopiger sprong in het duister denkbaar dan zulk een negatieve beslissing Wellicht zpn er te vinden, die tegen een handhaving van het bestaande kiesstelsel niet opzien, omdat zij, meer zelfs dan de gevolgen van zulk een besluit, de nieuwe kiezers vree zen, die men scheppen wil. Ik voeg er dadelpit bp, dat ik den nobelen achtergrond dier vrees niet misken. Niet beduchtheid voor eigen positie en eigen macht drjjft hen, maar voor de toekomst van een volk, welks ongeoefende hand de staatsmacht zal willen dienstbaar maken aan 't najagen van onbereikbare illu- siën. Maar hoe zwak dan de dam om de dijk breuk te keerenBp de algemeene beraad slagingen over de staatsbegrooting werd gesproken van die gevaarlijke elementen, die zich door de voorstelling der zegeningen, door een alvermogenden staat uit te storten, laten hypnotiseeren. Met een vernuftig gevonden slotwoord wendde de heer De Beaufort zich tot den heer Borgesiushem vragende, of er van die gebypnotiseerden niet scho len onder hen, die meer dan 6 maanden onder eenzelfde dak hebben doorgebracht. Voor de hand lag de wedervraag, of de bewoners van de woning-type-De Beaufort tegen die hypno- tiBeerende invloeden allen gepantserd zijn. Laat men zich toch evenmin illusiën maken als schrikbeelden scheppen. Over de macht van den staat ter vervorming der maatschappij en ter wegneming van wat men met een af- schuweljjk barbarisme gewoon raakt «sociale misstanden" te noemen, is in de volkskringen zoo ernstig niet nagedacht, en dit allesbe- heerschende vraagstuk is moeiljjk en ingewik keld genoeg om de stoutste denkers in verle- heid te brengen- Men zal het zich moeten getroosten, als men het kiesstelsel der regee ring aanvaardt, maar ook als men de meer beangste gemoederen r-iy willen volgen, dat men talloos velen opneemt onder het kiesbe- voegde volk, die zich over de aan den staat te stellen eischen en de door den staat te be reiken voordeelen de overdrevendste voorstel lingen maken. Maar wilde men kiesrecht alleen voor hen, van wier bezadigde en wel beraden opvatting over vragen van staats- mansbeleid en sociale politiek men verzekerd kan zpn, hoe gering zou niet de uitbrei ding, neen, hoe belangrijk zou niet de be perking moeten worden. Dat men niet in ziet, dat het uitzetten van den kring het gevaar niet schept, maar vermindertJa, bestond de meerderheid van ons volk uit voor rede onvatbare anarchisten en voor goud slechts aandoenljjke landloopers, de toekomst zou duister zpn, ook zonder kiesrechthervor ming, maar zoolang men nog eenig ver trouwen mag stellen in de macht van het ge zond verstand op het onbedorven gemoed van duizenden en duizenden zoolang men nog gelooven mag, dat de ervaring voor menschen van goeden wille op den duur zal blijken te zpn de beste leermeesteres zoo lang men nog vertrouwen mag, dat belanglooze toewjjding en oprechte tegemoetkoming niet de booze hartstochten des volks prikkelt, maar zpn goede hoedanigheden tot ontwikkeling brengt, zoolang mag men niet wanhopen aan de goede gevolgen, die op den duur zullen voort vloeien uit deze daad van rechtvaardigheid. Het sociale gevaar is er, ik zal het zeker niet ontkennen, maar men overwint het niet, als men met een wantrouwig oog een ieder aanziet, wiens toon wat kras klinkt en wiens eischen wat ver gaan, terstond gereed hem terug te dringen van de plaats, waarop ook hij zpn stem als staatsburger in het algemeene koor wil doen hooren. Wel zal men ik zeg niet het social* gevaar bezweren, maar het leger der ontevredenen verminderen, als men zich bereid toont zoo velen maar eenigs- zins mogeljjk is, invloed toe te kennen op den gang der zaken, waarvoor zij dan mede- aansprakeljjken mede-verantwoordelpk worden. Hen te leiden, hen zoo noodig te bekeeren, zal eerst mogeljjk worden, als men ze als ge lijkgerechtigd erkent en hen in staat stelt te handelen en de gevolgen van hun handelen te ervaren. 't Is goed niet te overdrpven en het niet te doen voorkomen, alsof met de invoering van het uitgebreid stemrecht een schat van zegeningen over ons volk zal worden uitge stort. De minister zelf heeft wellicht wat misbruik gemaakt van de phrase «onmisbare voorwaarde van blijvende verbetering", waar over men ten slotte glimlachte of de schouders ophaalde. Op zichzelf zeer verdedigbaar, deed echter die -uitdrukking, telkens herhaald en weinig toegelicht, den indruk ontstaan, als ware niets noodig dan de invoering van het uitgebreid stemrecht om terstond alle verbe teringen in wetgeving en staatsbestuur in het leven te roepen, waarnaar door zoovelen reik halzend wordt uitgezien. Wie dit wanen, zullen zich op teleurstellingen moeten voor bereiden. Tegenover die onverbeterlijke opti misten hebben zij gelijk, die de ervaring elders ten tooneele voeren om te bewijzen, dat het algemeen of bijna algemeen stemrecht waarlijk ook menige wrange vrucht heeft opgeleverd. Maar te ver gaan dezen, als zp daarom, voor de invoering beducht, bestendiging van een bekrompen stemrecht verdedigen, datwaarljjk ook niet louter zegeningen heeft gebracht en voor de toekomst zooveel heil niet belooft. Eu driewerf ongeljjk, als zjj op dien grond aaD een angstige boven een onbekrompen uitbrei ding de voorkeur geven en dus door census- geknutsel de gevreesde gevolgen zoeken te voorkomen. De schaduwzijden van't algemeen stemrecht zal ook een stemrecht niet missen, dat eenige tienduizenden, desnoods een hon derdduizend buitensluit, omdat ze wat bekrom- pener behuisd zijn dan hun buurman, die hen in ontwikkeling in geen opzicht overtreft. En daar komt dan bij, dat de werking van zulk een stelsel zal gedrukt en belemmerd worden door de ontevredenheid der tienduizenden achteruitgezetten, die er onrecht in zien en willekeur. Neen, het stemrecht, zooveel mogeljjk voor allen toegankelijk gemaakt, is geen panacee tegen alle maatschappeljjke kwalen, het pla veit den weg naar een Utopia niet, het heeft zjjn gebreken en zjjn gevaren, maar het is nu eenmaal het middel, waarmede in den modernen staat moet worden geregeerd. Het wordt geëischt door den loop der historische ontwikkeling, het ligt in de richting van den tijdstroom en zich daartegen te verzetten is louter krachtverspilling. De verstandige staatsman leidt de beweging om haar te be- heerschen. En dat zal mogelpk bijjken, zoo lang de massa nog niet misdeeld is van dat kosteljjke gezond verstand en dat ontvanke- Ijjke gemoed, dat niet het deel is van door de fortuin begunstigden en van scherpzinnige geleerden alleen. Niets heeft mjj meer verbaasd in het artikel, waarin de hoogleeraar Fruin tegen de gevaren van het uitgebreide stemrecht waarschuwde, dan de argumenten, ontleend aan de jongste Duitsche en Fransche verkiezingen. De neder lagen van Clémenceau en De Cassagnac moeten bewjjzen, dat een zoo goed als algemeen stem recht van de beste krachten niet gediend is, maar onbeduidendheden op het schild heft. Ik kon mjjn oogen nauwelijks gelooven, want mjj kwam het voor, dat, zoo het Fransche stem recht met iets geluk kon worden gewenscht, het wel hiermede was dat het, door het ge zond verstand voorgelicht, een einde heeft ge maakt aan de parlementaire loophaan van twee onverbeterljjke schreeuwleeljjken men vergunne mjj dat woord die, door eer- en reelamezucht geleid, op de politiek van hun vaderland den allernoodlottigsten invloed hebben uitgeoefend. Het is waar, datzelfde stemrecht koos een kapper en l'homme-canon, maar de hoogleeraar had niet mogen verzuimen hiervan nota to nemen niet in de plaats dier twee. Ja, het algemeen stemrecht begaat wel eens een dwaasheid maar wie durft beweren, dat het beperkte stemrecht louter wjjsheid baarde Inderdaad, ook in Duitschland koos het met schitterende meerderheid een individu als den anti-semiet Ahlwardt, den spot en de schande van het gan- sche parlement, zooals de hoogleeraar Fruin zorg draagt hem te qualificeeren. Volkomen juist, maar de 396, die dan Ahlwardt beschouwen als een voorwerp van spot en schande, zjjn toch ook de uitverkorenen van datzelfde alge meen stemrecht, dat voor dien enkelen misgreep wel absolutie mag erlangen. Laat men toch niet strijden met zulke argumenten. Door middel van het stemrecht trachten wjj te verkrijgen zooveel mogelpk een afspiegeling der natie, en het zou dan ook wel zeer te verwonderen zpn, als de dwaasheden en de onedele harts tochten en de bekrompen inzichten, die in de maatschappjj een groote rol spelen, in haar geconcentreerde vertegenwoordiging zouden ontbreken. Maar dat die elementen bjj machte zouden zjjn de bezadigde, de nobele, de milde beginselen te overheerschen, die het zout uit maken der maatschappjj, kan wie nog eenig geloof heeft in de menschheid, onmogeljjk aannemen. Wil men dit geloof naïef noemen, welken naam te vinden voor het geloof van hen, die de wan ter hand nemen om het kaf van het koren te scheiden, in de overtuiging, dat zjj op die wjjze er voor kunnen waken, dat alleen de elementen van beproefde deugdelijk heid vertegenwoordiging zullen vinden Als de meerderheid straks toont iets te be zitten van dat naïeve geloof in de kracht van het goede, zonder hetwelk geen staatsman ooit groote dingen heeft gedaan, dan is de aan neming verzekerd eener kieswet, gegrond op de beginselen, waarvoor de regeering pal staat." De voorstellen van prof. Cort van der Linden, die den schrpver onbekend waren toen zijne brochure ter perse lag, bespreekt hjj in een noot. Volgens hem kwamen zjj te laatdoch al ware dat niet zoo, als sensatiemakende nieuwigheid niet alleen, maar ook als theore tische uiteenzetting voldoen zjj zeer wel; maar om in concurrentie te treden met het ei van Columbus, laten zjj, meent hjjaan practischen eenvoud een weinig te veel te wenschen over. Bp kon. besluit is benoemd, bjj het wapen der cavalerie, bjj het le reg. huzaren, tot eerste-luit. de tweede- luit. M. E. te Winkel, van het korps; en is de eerste-luit. J. S. F. van Hoogstraten, van het le reg. huzaren, op non-activiteit gesteld. De St. Grt. bevat de wet van den llen Ja nuari 1894, houdende nadere bepalingen om trent den accjjns op de suiker. Bljjkens een telegram van den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indie van 24 dezer, wordt de gouvernements-koffieoogst op Java voor dit jaar geraamd op 311.140 pikols. Te 's Gravenhage is Woensdag, in den ouder dom van 74 jaren, overleden de heer mr W. ridder van Eappard, staatsraad in buitenge wonen dienst. De overledene heeft eene zeer eervolle loop baan afgelegd in rechterlpke betrekkingen in Ned.-Indië. in 1852 benoemd tot president van den Baad van justitie te Padang, verwis selde hjj dit ambt in 1856 voor dat van om gaand rechter in de eerste afdeeling op Java, om een jaar daarna te worden benoemd tot officier van justitie bjj den Raad van justitie te Batavia. In 1861 werd hjj geroepen tot de hooge betrekking van procureur-generaal bjj het hoog gerechtshof van Ned.-Indië, tevens advocaat fiscaal, en vjjf jaar later volgde zjjne benoeming tot het hoogste reohterljjke ambt in Indië, dat van president van het hooggerechtshof. In 1871 werd de heer Van Rappard benoemd tot lid in den Raad van Ned.-Indië, welk ambt hjj echter slechts enkele jaren vervulde. In 1875 nameljjk werd hjj, op zjjn verzoek, eervol uit 's lands dienst ontslagen. Een tijd lang was de overledene ook lid der hoofdcommissie van onderwjjs in Ned.-Indië. PERSONEELE BELASTING. Het aangekondigd wetsontwerp tot wijziging van eenige artikelen der wet op de personeele belasting is in druk verschenen. Het draagt, in afwachting eener volledige herziening, een voorloopig karakter, met handhaving van de grondslagen der bestaande belasting. De plaatselijke financiën bljjven voor het oogenblik ongedeerd, zoodat in de eerste plaats wordt voorgesteld aftrek wegens talvjjkheid van het gezin in dier voegen te verleenen, dat het «totaal van den aanslag" op het kohier, de opcenten daaronder begrepen, met een zekere som verminJerd wordt. De maatregel zal alleen worden toegepast op huurwaarden beneden 500, welk cjjfer slechts in de drie gemeenten met eene kom van 36000 tot 48000 zielen (Arnhem, Leiden en Haarlem), tot f600, en in de vjjf gemeenten met eene kom van 48000 zielen en meer (Am sterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Utrecht en Groningen), tot J 700 stjjgt. Als leden van het gezin komen in aan merkingde echtgenoot van den belasting plichtige, de personen die sedert een vol jaar met hem samenwonen en hem of zjjne echt genoot in den eersten, tweeden of derden graad van verwantschap bestaan, de pupillen, die sedert een vol jaar bjj hem inwonende eenig inwonende vrouwelijke dienstbode van den belastingplichtige, indien hjj (of zjj) we duwnaar of weduwe is. De reductie zal, naar het ontwerp, 121/., pet. per hoofd bedragen, behoudens het hierna te noemen maximum. Dientengevolge zal een gehuwd man met 5 inwonende kinderen een aftrek genieten van 75 pet. van hetgeen hjj in hoofdsom wegens den grondslag der huur waarde verschuldigd is. De korting zal dus bedragen bjj een huurwaarde van f 100, f 3.75 200, f 7.50, f 300, 11.25; f 400, t 15f 500, f 18.75 en bjj een huurwaarde van j 600, f 22.50. Daardoor zal de schatkist een offer brengen van f 1.468.000. Voor de vermindering zullen niet meer dan leden van het gezin in aanmerking komen. Blijkt het maximum minder dan 5 te zjjn, dan zal het wellicht mogelpk wezen de maximum-bepaling te doen vervallen. De belasting op deuren en vensters zal worden afgeschaft voor de aanslagen, waaraan onder de bestaande wet eene remissie van 2 of 1/3 wordt toegekend. Zoodoende zou de belasting op deuren en vensters verdwjjnen voor 263680 belastingplichtigen, van welke thans 149771 twee-, 113909 een derde remissie genieten. En voorts wordt bepaald, dat de woningen, die eene huurwaarde hebben waarop voor de berekening der waarde van het meu bilair de factor van vermenigvuldiging 1 van toepassing is, van den vierden grondslag, (meubilair) zullen worden ontheven. Deze voorgestelde vermindering zal ten goede komen aan 60903 personen. De som, die het Rijk door een en ander zal missen, bedraagt te zamen ƒ1.766.000 (nl. het straks genoemde cjjfer van f 1.468.000, deuren en vensters f 265.000 en meubilair f 33.000). Hiervan gaat nog f 109.000 af, naar reden van de thans reeds toegekende ontheffingen. Het verlies wordt dus f 1.657.000. Tot dekking van dat verlies wordt in hoofd zaak voorgesteld: betere regeling der successie- en overgangsrechten. Daarvan wordt echter niet meer verwacht dan j 1.350.000, zoodat aan de benoodigde som nog f 307.000 ontbreekt. Deze som wil de minister vinden door een verhooging van den grondslag meubilair van 1 pet tot 1.15 pet. De minister herhaalt te slotte dat het zpn plicht bljjft inmiddels eene algemeene her. ziening van het personeel voor te bereiden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1