N°.
137° Jaargang.
1894
V rijdag
26 Januari.
Deze courant verschijnt d a g e 1 fj k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Pry8 per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen van 17 regels 1.50;
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Middelburg 25 Januari,
Vóór den slag.
Thermometer.
Middelburg 25 Jan, 8 u. vir. 38 gr.
m. 12 a 39 gr., av. 4 u. 40 gr. F.
Verwacht Z. W. wind
Agenten te VliseingenP. Gr. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boltjit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij,
te TholenW. A. van npuwenhunzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Botterdam, de Gebb. Bedintante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen.
Van dezelfde handdie indertjjd zulk
eene belangrijke beschouwing over de kies-
rechtontwerpen schreef onder den titel In
hoofdbeginselen ongewijzigd, en die zich noemt
Een vaderlander, is thans, als vervolg op bet
bovengenoemde, verschenen Voor den slag.
In een inleidend woord verklaart de schrij
ver niemand te verdenken van de arglistige
bedoeling, dat bp de kiesrechthervorming op
de lange baan heeft willen schuiven of door
obstructionisme heeft willen doen stranden.
De vertraging in de afdoening acht hij alles
zins natuurljjk en 'tongeduld en de ergei-
nis van de vurige voorstanders niet gerecht
vaardigd. Nimmer is bp den bedacht-
zamen en tragen gang onzer parlemen
taire machine een groote hervorming haas
tig tot stand gekomen, en zoo ooit, dan
moest bp deze gewichtigste aller hervormin
gen de schjjn worden vermeden, dat zjj met
den stormpas werd doorgedreven. Ook is de
voorstelling, dat zij betrekkelijk eenvoudig
was tot stand te brengen, van eenzijdigheid
niet vrp te pleiten. Eenvoudig voor de over
tuigden ja, niet voor hen wier overtuiging
nog in wording was, Hun moest tjjd worden
gelaten hun bedenkingen te ontwikkelen en
de wederlegging te hooren, gelegenheid ook
gegeven hun vernult en verbeelding den teu
gel te vieren, om betere kiesstelsels te ont
werpen en ter toetse te brengen. Aldus kon
de beslissing behoorlijk, afdoende worden voor
bereid, en zal, Wsnneer ten slotte de meerder
heid gevonden wordt, die meerderheid, zelfs
als zp klem is in getal, krachtig wezen, om
dat haar overwinning niet te danken zal zjjn
aan een ot anderen coup de main, maar aan
een wel voorbereiden en ernstig gevoerden
strjjd, waarin haar onbetwistbare superioriteit
boven al haar tegenstanders zal zpn gebleken.
»Het Nederlandsehe volk heeft, zegt de schrjj-
ver, dan ook met volkomen gelatenheid den
loop der zaken gadegeslagen, en zelfs zjj, wier
politieke kracht schuilt in hun talent van agi-
teeren en rumoer maken, zpn er niet in ge
slaagd, toen tot uitstel besloten was, een ver-
ontwaardigingsbeweging in het leven te roe
pen. De niet uitgekomen voorspellingen en
bedreigingen te dien aanzien hebben wellicht
dit niet bedoelde en niet gewenschte gevolg
gehad, dat vele conservatieven sceptischer dan
ooit zpn geworden ten aanzien dier andere
voorspellingen aangaande de bedenkeljjke ge
volgen eener onvoldoende oplossing der quaes-
tie. Ten onrechte voorzeker. Gelaten zich neer
te leggen bp de onvolledige vervulling van
lang gekoesterde verwachtingen is gansch
iets anders dan geduldig te verbeiden, zoolang
de kans nog bestaat, dat zulke verwachtingen
ten volle worden verwezenijjkt.
«Die kans bestaat zeker en dat gevoelt
men wellicht instinctief al dreigt nog het
gevaar, dat heil wordt gezocht in halve op
lossingen, waardoor aan rechtmatige verlangens
geen bevrediging wordt geschonken en het
vraagstuk aan de orde bljjft, het gevaar waar
tegen ik in mijn vorige brochure waarschuwde.
Die kans bestaaL te meer wellicht wegens de
veelheid der aangeboden oplossingen, die niets
duideljjker toonen dan de hopelooze verwar
ring, de volkomen ontstentenis eener gemeen
schappelijke overtuiging bp hen, die het
regeeringsvoorstel bestrpden. De stoute ver
zekering van den heer Van Houten, nadat hp
twee projectielen in het regeeringskamp had
geslingerd, dat het voorstel-Tak thans geacht
kon worden van de baan te zpn, is dan ook
door de buitenwereld met een meesmuilen
begroet. Tevergeefs toch vroeg zp zich af,
wat dan voor dit veroordeelde voorstel in de
plaats was getreden."
Hierna bespreekt de schrjjver de Algemeene
beschouwingen in de Tweede kamerVrees
voor uitgebreid kiesrechtde Grondwettige
kwestie; de amendementen; het attributieve
kiesrechten de bevriende voorstellen, waarbjj
tal van bedenkingen en opmerkingen worden
gemaakt, die reeds vroeger ook in ons blad
zpn geuit, om ten slotte als de noodzakelijke
oplossing het volgende aan te wjjzen.
De schrpver spreekt zjjne afkeuring uit over
den strjjd der voorstanders van het z.g. attri
butief kiesrecht; welke strpd meer en meer
ontaardt in een tegen den heer Tak persoonljjk.
Men wil tweedracht zaaien onder leden van
het Kabinet, uit de eensgezinde liberale partjj
geboren- Deerniswaardig schouwspel in den
.boezem eener jrartjj, die reeds meermalen haar
kracht gebroken zag door armzalig persoonlijk
gekibbel
Op de homogeniteit van het gausche minis
terie over het kiesrechtvraagstuk laat de
schrpver, aan de hand van de jongste parle
mentaire geschiedenis, het licht vallenhp
herinnert daarbjj aan de bekende verklaringen
op dat punt afgelegd door de ministers Van
Tienhoven, Pierson en Tak zeiven.
»Laten zoo zegt de schrpver latende
voorstanders van een attributief kiesrecht toe
zien, wat zjj doen. Dat zp met hun voorstellen
bljjven in de ljjn, waarlangs in de laatste
jaren de liberale partp zich bewoog, en de
volgers van het ministerieele stelsel daarvan
afwpken, is een voorstelling, die in het licht
der geschiedenis geen stand kan houden. Vol
komen waar is het, dat jarenlang gezagheb-
benden leden der liberale partp dat attributieve
kiesrecht, waarbjj de woning en de capacl
teiten een rol zouden spelen, voor oogen zweefde,
maar even waar is het, dat de partp als zoo
danig noch buiten noch in de kamer ooit ge
poogd heeft die zwevende denkbeelden in eenig
stelsel te belichameneven waar ook, dat de
formule, door den heer Tak reeds voor jaren
uitgesproken, het voorzien in eigen onderhoud
en dat van het gezin grondslag voor kiesrecht,
steeds meer aanhangers heeft gewonnen. Thans
heeft men beproefd de stelsels uit te werken,
waarbjj dan het kiesrecht aan zekere positieve
attributen zou worden gebonden, maar alleen
een blinde ingenomenheid met eigen geestes
producten kan den vinders het oog doen
sluiten voor het feit, dat ze zpn gewogen en
te licht bevonden.
Bp de algemeene beraadslagingen over de
staatsbegrooting heeft de heer Mees het vol
mondig erkend, dat het onderzoek der amen
dementen de voorstellers tot nuchtere, eerlijke
zelfkritiek moest nopen, en wat was het an
ders dan een wanhoopskreet, als deze spreker
daarna de regeering opriep om de taak over
te nemen, waarin de kamerleden waren te
kort geschoten, om een kiesstelsel met wat
bij noemde: een positieven kern, te scheppen?
Dat deze eisch billjjkerwjjs niet kan worden
gesteld, ligt voor de hand. De minister, die
van den aanvang af verklaard heeft, dat alle
pogingen, om een door velen gewenscht attri
butief kiesrecht te toimuleeren, moesten falen,
kan zeker geen aanleiding vinden dit onmo
gelijke te beproeven, nu de machtelooze po
gingen der kamerleden zeiven bewezen hebben,
hoe juist hp heeft gezien. Zoo de Minister dus
weigert aan deze roepstem gehoor te geven,
zal men het dan op een verwerping van het
ministerieele stelsel laten aankomen Zal men
de verantwoordelijkheid voor een negatieve be
slissing durven op zich nemen, terwjjl men
weet iets positiefs daarvoor in de plaats niet
te kunnen geven Eene partp, die een ver
leden heeft en op een toekomst hoopt, zal
zich wel tweemaal bedenken, alvorens dus
haar ministerie te vermoorden en haar eigen
doodvonnis te teekenen. Men heeft gesproken
van a leap in the dark: is er wanhopiger
sprong in het duister denkbaar dan zulk een
negatieve beslissing
Wellicht zpn er te vinden, die tegen een
handhaving van het bestaande kiesstelsel niet
opzien, omdat zij, meer zelfs dan de gevolgen
van zulk een besluit, de nieuwe kiezers vree
zen, die men scheppen wil. Ik voeg er dadelpit
bp, dat ik den nobelen achtergrond dier vrees
niet misken. Niet beduchtheid voor eigen
positie en eigen macht drjjft hen, maar voor
de toekomst van een volk, welks ongeoefende
hand de staatsmacht zal willen dienstbaar
maken aan 't najagen van onbereikbare illu-
siën. Maar hoe zwak dan de dam om de dijk
breuk te keerenBp de algemeene beraad
slagingen over de staatsbegrooting werd
gesproken van die gevaarlijke elementen, die
zich door de voorstelling der zegeningen, door
een alvermogenden staat uit te storten, laten
hypnotiseeren. Met een vernuftig gevonden
slotwoord wendde de heer De Beaufort zich
tot den heer Borgesiushem vragende,
of er van die gebypnotiseerden niet scho
len onder hen, die meer dan 6 maanden onder
eenzelfde dak hebben doorgebracht. Voor de
hand lag de wedervraag, of de bewoners van
de woning-type-De Beaufort tegen die hypno-
tiBeerende invloeden allen gepantserd zijn.
Laat men zich toch evenmin illusiën maken
als schrikbeelden scheppen. Over de macht
van den staat ter vervorming der maatschappij
en ter wegneming van wat men met een af-
schuweljjk barbarisme gewoon raakt «sociale
misstanden" te noemen, is in de volkskringen
zoo ernstig niet nagedacht, en dit allesbe-
heerschende vraagstuk is moeiljjk en ingewik
keld genoeg om de stoutste denkers in verle-
heid te brengen- Men zal het zich moeten
getroosten, als men het kiesstelsel der regee
ring aanvaardt, maar ook als men de meer
beangste gemoederen r-iy willen volgen, dat
men talloos velen opneemt onder het kiesbe-
voegde volk, die zich over de aan den staat
te stellen eischen en de door den staat te be
reiken voordeelen de overdrevendste voorstel
lingen maken. Maar wilde men kiesrecht
alleen voor hen, van wier bezadigde en wel
beraden opvatting over vragen van staats-
mansbeleid en sociale politiek men verzekerd
kan zpn, hoe gering zou niet de uitbrei
ding, neen, hoe belangrijk zou niet de be
perking moeten worden. Dat men niet in
ziet, dat het uitzetten van den kring het
gevaar niet schept, maar vermindertJa,
bestond de meerderheid van ons volk uit voor
rede onvatbare anarchisten en voor goud slechts
aandoenljjke landloopers, de toekomst zou
duister zpn, ook zonder kiesrechthervor
ming, maar zoolang men nog eenig ver
trouwen mag stellen in de macht van het ge
zond verstand op het onbedorven gemoed van
duizenden en duizenden zoolang men nog
gelooven mag, dat de ervaring voor menschen
van goeden wille op den duur zal blijken te
zpn de beste leermeesteres zoo lang men nog
vertrouwen mag, dat belanglooze toewjjding
en oprechte tegemoetkoming niet de booze
hartstochten des volks prikkelt, maar zpn
goede hoedanigheden tot ontwikkeling brengt,
zoolang mag men niet wanhopen aan de
goede gevolgen, die op den duur zullen voort
vloeien uit deze daad van rechtvaardigheid.
Het sociale gevaar is er, ik zal het zeker
niet ontkennen, maar men overwint het niet,
als men met een wantrouwig oog een ieder
aanziet, wiens toon wat kras klinkt en wiens
eischen wat ver gaan, terstond gereed hem
terug te dringen van de plaats, waarop ook
hij zpn stem als staatsburger in het algemeene
koor wil doen hooren. Wel zal men ik
zeg niet het social* gevaar bezweren, maar
het leger der ontevredenen verminderen, als
men zich bereid toont zoo velen maar eenigs-
zins mogeljjk is, invloed toe te kennen op
den gang der zaken, waarvoor zij dan mede-
aansprakeljjken mede-verantwoordelpk worden.
Hen te leiden, hen zoo noodig te bekeeren,
zal eerst mogeljjk worden, als men ze als ge
lijkgerechtigd erkent en hen in staat stelt te
handelen en de gevolgen van hun handelen
te ervaren.
't Is goed niet te overdrpven en het niet
te doen voorkomen, alsof met de invoering
van het uitgebreid stemrecht een schat van
zegeningen over ons volk zal worden uitge
stort. De minister zelf heeft wellicht wat
misbruik gemaakt van de phrase «onmisbare
voorwaarde van blijvende verbetering", waar
over men ten slotte glimlachte of de schouders
ophaalde. Op zichzelf zeer verdedigbaar, deed
echter die -uitdrukking, telkens herhaald en
weinig toegelicht, den indruk ontstaan, als
ware niets noodig dan de invoering van het
uitgebreid stemrecht om terstond alle verbe
teringen in wetgeving en staatsbestuur in het
leven te roepen, waarnaar door zoovelen reik
halzend wordt uitgezien. Wie dit wanen,
zullen zich op teleurstellingen moeten voor
bereiden. Tegenover die onverbeterlijke opti
misten hebben zij gelijk, die de ervaring elders
ten tooneele voeren om te bewijzen, dat het
algemeen of bijna algemeen stemrecht waarlijk
ook menige wrange vrucht heeft opgeleverd.
Maar te ver gaan dezen, als zp daarom, voor
de invoering beducht, bestendiging van een
bekrompen stemrecht verdedigen, datwaarljjk
ook niet louter zegeningen heeft gebracht en
voor de toekomst zooveel heil niet belooft. Eu
driewerf ongeljjk, als zjj op dien grond aaD
een angstige boven een onbekrompen uitbrei
ding de voorkeur geven en dus door census-
geknutsel de gevreesde gevolgen zoeken te
voorkomen. De schaduwzijden van't algemeen
stemrecht zal ook een stemrecht niet missen,
dat eenige tienduizenden, desnoods een hon
derdduizend buitensluit, omdat ze wat bekrom-
pener behuisd zijn dan hun buurman, die hen
in ontwikkeling in geen opzicht overtreft. En
daar komt dan bij, dat de werking van zulk
een stelsel zal gedrukt en belemmerd worden
door de ontevredenheid der tienduizenden
achteruitgezetten, die er onrecht in zien en
willekeur.
Neen, het stemrecht, zooveel mogeljjk voor
allen toegankelijk gemaakt, is geen panacee
tegen alle maatschappeljjke kwalen, het pla
veit den weg naar een Utopia niet, het heeft
zjjn gebreken en zjjn gevaren, maar het is
nu eenmaal het middel, waarmede in den
modernen staat moet worden geregeerd. Het
wordt geëischt door den loop der historische
ontwikkeling, het ligt in de richting van den
tijdstroom en zich daartegen te verzetten is
louter krachtverspilling. De verstandige
staatsman leidt de beweging om haar te be-
heerschen. En dat zal mogelpk bijjken, zoo
lang de massa nog niet misdeeld is van dat
kosteljjke gezond verstand en dat ontvanke-
Ijjke gemoed, dat niet het deel is van door
de fortuin begunstigden en van scherpzinnige
geleerden alleen.
Niets heeft mjj meer verbaasd in het artikel,
waarin de hoogleeraar Fruin tegen de gevaren
van het uitgebreide stemrecht waarschuwde,
dan de argumenten, ontleend aan de jongste
Duitsche en Fransche verkiezingen. De neder
lagen van Clémenceau en De Cassagnac moeten
bewjjzen, dat een zoo goed als algemeen stem
recht van de beste krachten niet gediend is,
maar onbeduidendheden op het schild heft. Ik
kon mjjn oogen nauwelijks gelooven, want mjj
kwam het voor, dat, zoo het Fransche stem
recht met iets geluk kon worden gewenscht,
het wel hiermede was dat het, door het ge
zond verstand voorgelicht, een einde heeft ge
maakt aan de parlementaire loophaan van
twee onverbeterljjke schreeuwleeljjken men
vergunne mjj dat woord die, door eer- en
reelamezucht geleid, op de politiek van hun
vaderland den allernoodlottigsten invloed
hebben uitgeoefend. Het is waar, datzelfde
stemrecht koos een kapper en l'homme-canon,
maar de hoogleeraar had niet mogen
verzuimen hiervan nota to nemen niet
in de plaats dier twee. Ja, het algemeen
stemrecht begaat wel eens een dwaasheid
maar wie durft beweren, dat het beperkte
stemrecht louter wjjsheid baarde Inderdaad,
ook in Duitschland koos het met schitterende
meerderheid een individu als den anti-semiet
Ahlwardt, den spot en de schande van het gan-
sche parlement, zooals de hoogleeraar Fruin zorg
draagt hem te qualificeeren. Volkomen juist,
maar de 396, die dan Ahlwardt beschouwen
als een voorwerp van spot en schande, zjjn
toch ook de uitverkorenen van datzelfde alge
meen stemrecht, dat voor dien enkelen misgreep
wel absolutie mag erlangen. Laat men toch niet
strijden met zulke argumenten. Door middel
van het stemrecht trachten wjj te verkrijgen
zooveel mogelpk een afspiegeling der natie,
en het zou dan ook wel zeer te verwonderen
zpn, als de dwaasheden en de onedele harts
tochten en de bekrompen inzichten, die in de
maatschappjj een groote rol spelen, in haar
geconcentreerde vertegenwoordiging zouden
ontbreken. Maar dat die elementen bjj machte
zouden zjjn de bezadigde, de nobele, de milde
beginselen te overheerschen, die het zout uit
maken der maatschappjj, kan wie nog eenig
geloof heeft in de menschheid, onmogeljjk
aannemen. Wil men dit geloof naïef noemen,
welken naam te vinden voor het geloof van
hen, die de wan ter hand nemen om het kaf
van het koren te scheiden, in de overtuiging,
dat zjj op die wjjze er voor kunnen waken, dat
alleen de elementen van beproefde deugdelijk
heid vertegenwoordiging zullen vinden
Als de meerderheid straks toont iets te be
zitten van dat naïeve geloof in de kracht van
het goede, zonder hetwelk geen staatsman ooit
groote dingen heeft gedaan, dan is de aan
neming verzekerd eener kieswet, gegrond op
de beginselen, waarvoor de regeering pal staat."
De voorstellen van prof. Cort van der Linden,
die den schrpver onbekend waren toen zijne
brochure ter perse lag, bespreekt hjj in een
noot. Volgens hem kwamen zjj te laatdoch
al ware dat niet zoo, als sensatiemakende
nieuwigheid niet alleen, maar ook als theore
tische uiteenzetting voldoen zjj zeer wel; maar
om in concurrentie te treden met het ei van
Columbus, laten zjj, meent hjjaan practischen
eenvoud een weinig te veel te wenschen over.
Bp kon. besluit
is benoemd, bjj het wapen der cavalerie, bjj
het le reg. huzaren, tot eerste-luit. de tweede-
luit. M. E. te Winkel, van het korps; en
is de eerste-luit. J. S. F. van Hoogstraten,
van het le reg. huzaren, op non-activiteit
gesteld.
De St. Grt. bevat de wet van den llen Ja
nuari 1894, houdende nadere bepalingen om
trent den accjjns op de suiker.
Bljjkens een telegram van den gouverneur-
generaal van Nederlandsch-Indie van 24 dezer,
wordt de gouvernements-koffieoogst op Java
voor dit jaar geraamd op 311.140 pikols.
Te 's Gravenhage is Woensdag, in den ouder
dom van 74 jaren, overleden de heer mr W.
ridder van Eappard, staatsraad in buitenge
wonen dienst.
De overledene heeft eene zeer eervolle loop
baan afgelegd in rechterlpke betrekkingen in
Ned.-Indië. in 1852 benoemd tot president
van den Baad van justitie te Padang, verwis
selde hjj dit ambt in 1856 voor dat van om
gaand rechter in de eerste afdeeling op Java,
om een jaar daarna te worden benoemd tot
officier van justitie bjj den Raad van justitie
te Batavia.
In 1861 werd hjj geroepen tot de hooge
betrekking van procureur-generaal bjj het hoog
gerechtshof van Ned.-Indië, tevens advocaat
fiscaal, en vjjf jaar later volgde zjjne benoeming
tot het hoogste reohterljjke ambt in Indië,
dat van president van het hooggerechtshof.
In 1871 werd de heer Van Rappard benoemd
tot lid in den Raad van Ned.-Indië, welk
ambt hjj echter slechts enkele jaren vervulde.
In 1875 nameljjk werd hjj, op zjjn verzoek,
eervol uit 's lands dienst ontslagen.
Een tijd lang was de overledene ook lid der
hoofdcommissie van onderwjjs in Ned.-Indië.
PERSONEELE BELASTING.
Het aangekondigd wetsontwerp tot wijziging
van eenige artikelen der wet op de personeele
belasting is in druk verschenen. Het draagt,
in afwachting eener volledige herziening,
een voorloopig karakter, met handhaving
van de grondslagen der bestaande belasting.
De plaatselijke financiën bljjven voor het
oogenblik ongedeerd, zoodat in de eerste plaats
wordt voorgesteld aftrek wegens talvjjkheid van
het gezin in dier voegen te verleenen, dat het
«totaal van den aanslag" op het kohier, de
opcenten daaronder begrepen, met een zekere
som verminJerd wordt.
De maatregel zal alleen worden toegepast
op huurwaarden beneden 500, welk cjjfer
slechts in de drie gemeenten met eene kom van
36000 tot 48000 zielen (Arnhem, Leiden en
Haarlem), tot f600, en in de vjjf gemeenten
met eene kom van 48000 zielen en meer (Am
sterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Utrecht en
Groningen), tot J 700 stjjgt.
Als leden van het gezin komen in aan
merkingde echtgenoot van den belasting
plichtige, de personen die sedert een vol jaar
met hem samenwonen en hem of zjjne echt
genoot in den eersten, tweeden of derden
graad van verwantschap bestaan, de pupillen,
die sedert een vol jaar bjj hem inwonende
eenig inwonende vrouwelijke dienstbode van
den belastingplichtige, indien hjj (of zjj) we
duwnaar of weduwe is.
De reductie zal, naar het ontwerp, 121/., pet.
per hoofd bedragen, behoudens het hierna te
noemen maximum. Dientengevolge zal een
gehuwd man met 5 inwonende kinderen een
aftrek genieten van 75 pet. van hetgeen hjj
in hoofdsom wegens den grondslag der huur
waarde verschuldigd is. De korting zal dus
bedragen bjj een huurwaarde van f 100,
f 3.75 200, f 7.50, f 300, 11.25; f 400,
t 15f 500, f 18.75 en bjj een huurwaarde
van j 600, f 22.50.
Daardoor zal de schatkist een offer brengen
van f 1.468.000.
Voor de vermindering zullen niet meer dan
leden van het gezin in aanmerking komen.
Blijkt het maximum minder dan 5 te zjjn,
dan zal het wellicht mogelpk wezen de
maximum-bepaling te doen vervallen.
De belasting op deuren en vensters zal
worden afgeschaft voor de aanslagen, waaraan
onder de bestaande wet eene remissie van 2
of 1/3 wordt toegekend. Zoodoende zou de
belasting op deuren en vensters verdwjjnen
voor 263680 belastingplichtigen, van welke
thans 149771 twee-, 113909 een derde remissie
genieten. En voorts wordt bepaald, dat de
woningen, die eene huurwaarde hebben waarop
voor de berekening der waarde van het meu
bilair de factor van vermenigvuldiging 1 van
toepassing is, van den vierden grondslag,
(meubilair) zullen worden ontheven. Deze
voorgestelde vermindering zal ten goede komen
aan 60903 personen.
De som, die het Rijk door een en ander zal
missen, bedraagt te zamen ƒ1.766.000 (nl. het
straks genoemde cjjfer van f 1.468.000, deuren
en vensters f 265.000 en meubilair f 33.000).
Hiervan gaat nog f 109.000 af, naar reden
van de thans reeds toegekende ontheffingen.
Het verlies wordt dus f 1.657.000.
Tot dekking van dat verlies wordt in hoofd
zaak voorgesteld: betere regeling der successie-
en overgangsrechten. Daarvan wordt echter
niet meer verwacht dan j 1.350.000, zoodat
aan de benoodigde som nog f 307.000 ontbreekt.
Deze som wil de minister vinden door een
verhooging van den grondslag meubilair van
1 pet tot 1.15 pet.
De minister herhaalt te slotte dat het zpn
plicht bljjft inmiddels eene algemeene her.
ziening van het personeel voor te bereiden.