N°. 17. 137' Jaargang. 1894 Zaterdag 20 Januari. VOLKSVOEDING. Middelburg 19 Januari, Deze courant verschijnt d a g e 1 f} k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel: Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50 iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. Vh er mom eter. Middelburg 19 Jan, 8 u. vtr. 43 gr. m. 12 tl 47 gr., av. 4 u. 48 gr. F. Verwacht W. wind Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mesidagh Zoo», te Goes A. C. Boluit, firma weduwe A. O. de Jonge, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nleuwenhuuzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de adverientie-bureau's van Nugh V«.n Ditmab,, te Rotterdam, de Gebb.. Belinïahte, te 's Gravenhage, en A. de La Mab, Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjja en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cle., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. ii. {Slot.) Hoewel bij de tegenwoordige prijzen der levensmiddelen, in verband met den dikwijls lagen stand der loonen, eene voldoende re geling der kostrantsoenen met groote moei lijkheden gepaard gaat, zoo is toch in dit opzicht, volgens den heer dr A. J. C. Snij ders, nog groote verbetering mogelijk en kan, behalve in de ongunstigste gevallen, waarbij een zeer laag loon met een talrijk kroost gepaard gaat, bij eene doeltreffende keuze der spijzen zelfs in tamelijk ongunstige om standigheden nog in de behoeften van den arbeider en zijn gezin worden voorzien. Daarbij wordt natuurlijk verondersteld, dat de arbeider in den gunstigen tijd van zijne grootere verdiensten bespaart voor tijden van gebrek. In die veronderstelling neemt de heer Snijden b. v. als gemiddelde verdienste eene som aan van 8 per week, dus ƒ416 per jaar, van welke som een huisgezin, be staande uit man, vrouw en 3 kinderen, z. i. voldoende gevoed kan worden. Bij de berekening der voedingsrantsoenen stelt men gewoonlijk eene vrouw gelijk met 4/s man en 3 kinderen met 2 mannen, zoodat het geheele gezin kan gerekend worden te bestaan uit 3 4/5 volwassen mannen. Na af trek'van het benoodigde voor andere uit gaven kan men bij den arbeidersstand on geveer 70 procent van het inkomen voor de voeding rekenen, zoodat in het veronderstelde geval daarvoor beschikbaar is 291 in het jaar of 79.5 cents per dag voor 34/s persoon, d. i. per volwassen man ongeveer 21 cents. Voor deze som kan men, ook bij de tegen woordige prijzen der levensmiddelen, met esnig overleg der keuze, een rantsoen samen stellen, dat voldoende aan de behoeften der voeding beantwoordt. Men berekent dat een volwassen man bij gemiddelden arbeid dagelijks noodig heeft 105 gram eiwit, 50—90 gram vet en 500 gram koolhydraten. Nu is het natuurlijk zaak om, in overeenstemming met de hier boven gestelde financieele berekening en met de voedingswaarde, voor den werkman rant soenen saam te stellen. En dit kan zeer goed geschieden, \ooral door gebruik te maken van sommige dierlijke voedingsmid delen, zooals karnemelk, vlotemelk, magere kaas, stokvisch, haring enz., die, bij een veel grooter eiwitgehalte, niet veel hooger in prijs zijn dan vele plantaardige spijzen. De heer Snijders geeft daarvan een paar voorbeelden, en wel ten eerste een, bestaande uit 500 gram roggebrood, 200 gram tarwebrood, koffie, zout, 50 gram melk enz., 80 gram vet varken8vleesch, 350 gram aardappelen, 150 gram erwten, 1/4 liter karnemelk, 20 gram boter of veten ten tweede een rant soeu, gevormd, behalve door brood, koffie, zout en melk als bij het eerste, door 500 gram aardappelen, 1 haring, 110 gram, 1/2 liter karnemelk, 70 gram meel, 10 gram stroop en 30 gram boter ot vet. Het eerste rantsoen bevat totaal 107.9 gram eiwit, 61.3 gram vet, 512.8 gram kool hydraten en kost 21 3 centterwijl bij het tweede die cijfers respectievelijk beloopen 103.4; 61.2; 527.9 en 20.7. Nu ligt het voor de hand dat in sommige gezinnen de verdiensten hooger zijn en de keuze van duurdere rantsoenen mogelijk wordt. Maar daartegenover staan veel minder gunstige gevallen, waarbij grootere talrijkheid van het gezin en geringere verdiensten hand aan hand gaan. Zulke gevallen doen zich veelvuldiger voor, vooral in Friesland, waar, als de man alleen in de behoeften van het gezin moet voorzien, het jaarlijksch inkomen niet meer dan ƒ300 k f 325 bedraagt. „Nu moge zegt de heer Snijders het waar zijn, dat men ten plattelande vele levensmiddelen tegen lagere prijzen kan bekomen dan in de steden, doch dit ver schil is niet groot genoeg om bij dergelijke ongunstige toestanden op de gewone wiize voldoende in de behoeften van het gezin te ^oorzien. Loonz ver booging zou daarin slechts ten deele verbetering kunnen brengen en men zal dus bovendien moeten trachten den arbeider voedzame spijzen tegen lagere prijzeu te verschaffen. „Eenigermate zou daartoe reeds de coöpe ratie een doeltreffend middel blijken te zijn, zooals dit dan ook reeds op vele plaatsen met gunstig gevolg is toegepast. De uit gaven voor de voeding worden aanzienlijk lager, als men voor de levensmiddelen niet den gewonen marktprijs, doch de en-gros- prijzen betaalt. Uit het budget van gestichten, gevangenissen, militaire inrichtingen enz., waar de levensmiddelen zooveel mogelijk in het groot worden aangekocht, eigen vee wordt geslacht enz., blijkt duidelijk, welke groote voordeelen daaraan verbonden zijD. De oprichting van coöperatieve vereenigingen, welke zich ten doel stellen om aan het volk de levensmiddelen tegen en-gros-prijzen te verschaffen, zou dus ongetwijfeld een zeer gunstigen invloed op de volksvoeding uit oefenen. „Doch deze maatregel is volstrekt niet altijd en overal uitvoerbaar en in den regel zal men dus tot andere hulpmiddelen zijne toevlucht moeten nemen. „Men heeft tot dit doel reeds meermalen gewezen op het wenschelijke van eene ilgemeene toepassing der vegetarische levens wijze en deze niet slechts als veel doeltref tender, doch ook ala goedkooper afgeschilderd dan de voeding met gemengden kost." Tegen deze levenswijze heeft de heer Snijders echter ernstige bezwaren, ook wat de kosten betreft, omdat plautenkost in deE regel volstrekt niet goedkooper en bovendien veel minder verteerbaar is dan de gemengde. Daarom vestigt de schrijver de aandacht op goedkoopere dierlijke voedingsmiddelen dan de gewone vleeschsoorten. Volgens hem wordt voor de voeding van den onbemiddelde nog al te weinig gebruik gemaakt van vele goedkoope en daarbij toch zeer voedzame, dierlijke voedingsstoffen, die veel beter in staat zijn om de dure vleeschsoorten te ver vangen, dan de verbazende massa's plant aardige spijzen, welke gewoonlijk op de tafel van den werkman verschijnen. De heer Snijders heeft daarbij in de eerste plaats het oog op het slachtafval, zooals lever, hart, nier, tong, enz. en verder het paarde- en konijne-vleesch. Tegen dergelijke voedingsmiddelen bestaat bij velen een zeker vooroordeel, dat volkomen zonder grond is. Runder- en varkenslever, hart, nier, enz. die zeer smakelijk kunnen toebereid worden en zelfs door meergegoeden als lekkernij worden genuttigd, bevatten evenveel eiwit als vleesch en zijn zeer goed verteerbaar, terwijl de prijs veel geringer is. Vervangt men in het eerstgenoemd rantsoen de 80 gram varkensvleesch door 100 gram lever, dan verschaft men zich, tegen bijna de helft van den prijs (3.5 cents), eene hoe veelheid eiwit, die de helft meer bedraagt (19.6 gram). Verder weidt de heer Snijders uit over het paardevleesch,als een uitstekend voedingsmid del, waarvan het gebruik steeds toeneemt, ook in ons land; over tamme konijnen, waarvan het gebruik in ons land nog zeer weinig in zwang is, en waarvan het vleesch een uit stekend voedingsmiddel mag heeten en dat algemeen tegen zeer lagen prijs verkrijgbaar is. Visch, o. a. rog, spiering, bliek, schel- visch, haring, alikruiken en mosselen, is z. i, ook zeer aan te bevelen voor volksspijs. Aanvoer van vleesch, in bevroren toestand, van elders ware zeer aanbevelenswaardig, vooral uit Australië en Amerika, waar, hoofdzakelijk ten behoeve van de wol- eu leder-industrie, zulke verbazende kudden vee gefokt, of in het wild in zulke massa's worden aangetroffen dat jaarlijks ontzaglijke hoeveelheden vleesch, voldoende om eene aanzienlijke bevolking te voeden, renteloos verloren gaan. In Nederland heeft men daarvan tot heden nog veel te weinig pro fijt getrokken. „Dit is zeer te betreuren, zegt de heer Snijders, met het oog op de volksvoeding, daar de onbemiddelde er door in staat zou gesteld worden zijn eiwitrantsoen, bij lageren prijs, aar.zienljjk fe verbeteren. Pjj «en prijs van 35 cents per kilogram voor het bevroren schapenvleesch, zou men in het eerstgenoemde rantsoentje 80 gram varkens, vleesch kunnen vervangen door 100 gram bevroren vleesch, waardoor het eiwitrantsoen zou stijgen tot 111.4 gram, terwijl de prijs van het dagrantsoen zou dalen tot 18.4 cents. Men kan met vrij groote zekerheid aan nemen, dat ook bij on3 te lande znlk eene onderneming levensvatbaarheid zou blijken te bezitten en ook voor de ondernemers eene winstgevende industrie zou worden. Op kleinere schaal werd in den aanvang van het jaar 1892 eene proef genomen met den invoer van bevroren schelvisch uit Noor wegen naar Amsterdam. Aanvankelijk be stond tegen het gebruik eene zeker veroor deel, doch toen verschillende verbruikers verklaard hadden, dat de bevroren visch van uitstekende hoedanigheid was, werd de voor raad met graagte verkocht. Groote exem plaren schelvisch werden verkocht voor 20 cents. Het zou dus van zeer groote beteekenis voor de volksvoeding zijn, als deze industrie met alle mogelijke middelen gesteund en bevorderd werd en zij zou des te meer kans op levensvatbaarheid hebben, daar zulk eene onderneming, op grootere schaal uitgevoerd, zeer winstgevend blijkt te zijn." Wij zullen den heer Snijders niet verder volgen bij zijn betoog omtrent de inrichting van zulk eene onderneming, omdat dit miD- der het hoofddoel raakt, waarom wij op zijn beschouwing de aandacht vestigen. Aan ondernemende manner* sij de lezing van zijn betoog over dit punt zeer aanbevolen. Bij de verdere bespreking van het vraagstuk der voeding wijst ook de heer Snijders op de zeer onvoldoende verhouding tusschen de verschillende voedingsbestanddeelen in ons gewone tarwe- en roggebrood en behandelt hij de kwestie der voedingswaarde van sui ker. De voeding daarmee acht hij in som mige opzichten eene dwaasheid suiker zal zich z. i. bij de voeding moeten bepalen tot de rol van genotmiddel en, hoe gewichtig ook als zoodanig, zich niet kunnen verhef fen tot den rang van voedingsmiddel. Om nu van al die zaken het volk goed op de hoogte te brengen, de meisjes en vrouwen uit de volksklasen te leeren begrijpen welke waarde sommige voedingsmiddelen hebben, hoe zij met weinig geld een goed maal kun nen samenstellen, acht de heer Snijders vooral noodig oprichting van volksscholen voor het onderricht in de huishoudleer of het ver strekken van dit onderwijs als aansluiting aan de volksschool, dus in den vorm van „kosteloos herhalingsonderwijs", waar de dochters uit de volksklasse bekend gemaakt worden met de voornaamste zaken, die op de huishouding betrekking hebben en dus ook met de keuze en de toebereiding der spijzen „Want, zegt de schrijver, de graagte, waar mede de spijzen genuttigd worden, hangt niet alleen af van den aard der spijzen zelf, doch ook zeer veel van de wijze, waarop zij toebereid worden. Dikwijls kan eene spijs, die, hoe voedzaam ook, niet in den smaak valt, door eene andere wijze van toebereiding in een aangenaam gerecht veranderd worden. Eerst door nadere bekendheid met de eischen der voeding en door eene nauw keurige berekening van hare kosten, kan de vrouw uit de volksklasse in staat gesteld worden om, althans zooveel mogelijk, te woekeren met de geringe middelen, die haar gegeven zijn. In Duitschland zijn dergelijke avondhuis houdscholen reeds in vele steden opgericht ten behoeve van den werkmansstand en zij vinden aldaar groote waardeering." Aan deze nuttige inrichtingen is het slot van het opstel des heeren Snijders gewijd; en hij wijst daarbij, aan de hand van dr Prausnitz, op de huishoudschool, verbonden aan de staalfabriek van Friedrich Krupp te Essen, waar de dochters van de arbeiders en van de bedienden na haar veertiende jaar kosteloos eene practische opleiding in de huishouding ontvangen. Het onderwijs daar «trpkt zjch uit overtoebereiding der spijze», inmaken van groenten en vruchten, bewaren van levensmiddelen in voorraad, inkoop van levensmiddelen, tuinbouw met betrekking tot de groententeelt en verder: wasschen, man gelen, strijken, herstellen van klêederen en ondergoed en allerlei huishoudelijke bezig heden. Hierbij wordt vooral gelet op toebereiding van een eenvoudigen, doch voedzamen kost. Niet slechts de toebereiding zelve echter wordt hierbij in aanmerking genomen, doch de leerlingen worden ook nauwkeurig bekend gemaakt met de hoeveelheden der afzonder lijke voedingsmiddelen, benoodigd voor een bepaald aantal personen, de hoeveelheden die voor eiken maaltijd vereischt worden enz De leerlingen moeten geregeld boekhouden over hetgeen voor eiken maaltijd gebruikt wordt, over de som, die daarvoor betaald wordt enz. Dit alles wordt opgeteekend in een dagboek, dat de leerlingen na afloop van den cursus behouden en waarin zij later als huisvrouwen steeds eene nuttige handleiding hebben, die haar de inlichtingen verschaft, wat en hoe zij moeten koken. Uitstekende resultaten zijn met die volks- huishoudscbolen verkregenomdat de leer lingen leeren hoe zij, ook met betrekkelijk geringe middelen, een degelijken, voedzamen en smakelijken kost kunnen bereiden, en hoe zij de overige De belangstelling voor dit vraagstuk kon dan ook veel grooter zijn dan zij nu is voor menig ander, lang niet zoo gewichtig, tracht men veel meer de gemoederen in be weging te brengen. Vooral mannen van gezag en invloed, die de volksbelangen zich aantrekken, of althans daaraan zich moesten gelegen laten liggen, dienen dr Snijder's opstel te lezen. En waar het niet te wachten is dat in den eersten tijd van overheidswege in de door hem aangegeven richting iets gedaan zal worden, dienen particulieren de handen aan het werk te slaan. Als straks in onze omgeving eene inrich ting als Ons huis eens tot stand mocht komen, wat wij van harte hopen, dan is er ook op het gebied der volksvoeding nog wel wat te doen om daarin verbetering te brengen. Voor het eerst sinds vele jaren is zoo schrijft het Vad. de opbrengst der R jj k s- middelen bij de raming teruggebleven en is de opbrengst merkbaar lager dan vooraf gaande jaren. Het is zaak de beteekenis van dit verschijnsel tot juiste proportiën terug te brengen. Dan mag allereerst worden aange- huishouding zoo voordeelig teekend, dat de totaalopbrengst, ƒ114.876.000 mogelijk kunnen inrichten. j bedragende, iets meer is dan die van 1890, Jammer is het dat de Maatschappij tot Nut ze 114.436.000 beliep, en dat de jaren van 't algemeen, blijkens het op de jongste alge-1891 5" 1892 c«fe/"' F 8 i van 117.635.000 en 119.473.000, ten deele meene vergadering met groote meerderheid P I, te danken hadden aan de exceptioneel ruime genomen besluit, tot oprichting van zulke opbrengst van -t successierecht 13.667.000 scholen niet wil medewerken. en f 15.048.000). Hadde dit recht in 1893 even Dergelijke maatschappijen of vereenigingen ruim gevloeid als in 1892, de raming zou met moesten juist met steun van het rijk of ge- j meer dan 3 millioen zjjn overschreden, meenten deze belangrijke zaak ter hand j Intusschen, een feit is dat de uitkomst nemen. Het geldt hier eene volkszaak bij teleurstellend is en 838.000 beneden de ra- uitnemendheid. Hoe beter een volk gevoed ming bleef- In de allereerste plaats is daarvoor is, hoe flinker het zal zijn. Bevordering der aansprakelijk de vermogensbelasting,die, bp een j J* i j v l raming van f 5.730.000 over de 8 maanden» kennis van ae voedingsleer en der huishou- ,e - AAA slechts f 4.743.000 opleverde. Nu gaat natuur- delijke bezigheden kan in hooge mate mee- ]gk niet aaUj geip de tegenparts en ook een werken om den arbeidersstand eenigermate anevvi.ien<ie;ijkate oppositie in enkele meer op te heffen uit den veelal treurigen toestand, bevriende persorganen doet, hiervan den waarin hij thans verkeert. j minister rechtstreeks of zjjdelings een verwjjt En als staat en gemeenten waken tegen, te maken. Toen ter toelichting van het wets- vervalsching en bedrog in de levensmiddelen, doen zij ontegenzeggelijk een goed werk, vooral waar tegenwoordig de zucht naar goedkoope waar als gevolg van te geringe verdiensten vaak het groote pu bliek niet kieskeurig doet zijn in de keuze van zijne waren en menig leverancier, daarop speculeerend, er toe dringt slechte waar aan den man te brengen. j In hoofdtrekken maakten wij onze lezers bekend met het zeer lezenswaardig opstel van den heer Snijders. Dat het bestrijding zou ondervinden lag voor de hand. Wij zullen niet spreken van die welke uitgaat van hen, die in alles wat voor en over de volksklassen wordt gezegd, zij het ook met de beste be doeling en dat niet strookt met hunne ideeën, slechts eene poging zien om de waarde van die klasse te veruleinen. En dat mag men allerminst van een man als de heer Snijders vermoeden. Juist belangstelling voor de lagere klassen, wier strijd om het bestaan zoo moeilijk is, dreef hem tot het geven van nuttige wenken omtrent hetgeen op éen voornaam puntde voeling gedaan zou kunnen worden teneinde aan dien strijd te gemoet te komen. Toch zijn er bedenkingen geopperd, die ook overweging verdienen. In hoever nl. zijne berekeningen èu omtrent de verdiensten van een gezin èa bij de samenstelling der rantsoenen juist zijn, kunnen wij echter niet beoordeelen; maar al valt daarop af te dingen, toch verdient zijne beschouwing ernstige overweging. Nog te weinig wordt op de volksvoeding gelet. Bij al wat tegenwoordig de aandacht ontwerp het roerend vermogen moest geschat worden, moest worden gewerkt met enkele stellige gegevens en met een reeks van onbekenden. H et resultaat was onzeker, maar niemand kon toen aanwjjzen in hoeverre fouten waren begaan. En thans is de critiek in de weer, om den minister zjjn berekenin gen te verwjjten, en te roemen in eigen pro fetische gave, die 't wel voorzien had Is werkeljjk het nationaal vermogen, of lie ver de som der vermogens boven de 13,000 overschat De toekomst zal het moeten leeren. Zoo het eerste jaar der vermogensbelasting teleurstellend is, de toekomst kan 't misschien beter maken, als men, door de ervaring inge licht, fouten der uitvoering vermjjdt en enkele wetteljjken grondslagen der belasting verbe tert. Intusschen is de uitkomst der verdere be lastinghervorming uit een financieel oogpunt niet teleurstellend. De grondbelasting, ge raamd op 11.590.000, gaf 11.614.000; het gedistilleerd, raming 25.200.000, bracht op 25.755.000de registratie- en hypotheek rechten, gedrukt door 't uitstellen van vele overdrachten in de eerste 4 maanden des jaars brachten toch f 5.150.000 en 503,000 op by ramingen van 5.710.000 en 545.000. De zeepaccjjns gaf 555.000 bjj ramiDg van 500.000. Een voor ons onverklaarbaar ver - schjjnsel is slechts, dat de zoufaccjjns, niette genstaande het heet dat de sluikerjj is ver minderd, zoo allerbelangrjjkst bjj de raming is teruggebleven 2.047.000 bjj een raming van 2.160.000.) Van verschillende der ongewijzigd gebleven belastingen is de opbrengst niet ongunstig, nl. invoerrechten ƒ5,835,000, tegen 5,771,000 in 1892, suikeraccjjns ƒ8,735,000 (dus boven de verplichte 8Ys millioen), tegen ƒ7,762,000, wjjnaccjjns 1,850,000, tegen J 1,833,000, bie ren en azjjnen ƒ1,203,000, tegen ƒ1,131,000 (een buitengew. stijging), geslacht ƒ3,057,000, vraagt, bekleedt zij eene zeer geringe plaats, tegen/8 035,,000,zegelrechter3^26 J)00, tegen niettegenstaande zij een hoofdrol in onze f3,213,000 de raming was ƒ60,000 te hoog), pos- 6 tenjen ƒ7,154,000 (of met de nog te innen ïn- maatschappij vervult. komsten ƒ7,386,000), tegen ƒ6,983,000 (of met Wij blijven m Nederland tegenover derge- inkomgten ala bov^n ƒ7,220,000), telegrafen Ijjke vraagstukken zoo lang op éen standpunt ƒ1,383,000, tegen ƒ1,351,000 en loodsgelden "staan; wij zijn niet gemakkelijk warm te ƒ1,433,000, tegen ƒ1,383,000. Een mindex verbljjdeud verschijnsel je de teruggang v&jj

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1