D. STIGTER. N°. 7. 137" Jaargang. 1894 Dinsdag 9 Januari. Middelburg 8 Januari, Deze courant verschijnt d a g e 11] k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bij voegt e', zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel; Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen* van 17 regels 1.50 iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. III Dl) li I! I IKiSIIIK (III IMM. Th erin ometer. Middelburg 8 Jan, 8 u. vu 31 gr. m. 12 u. 32 gr- av. 4 u. 30 gr. F. Verwacht Z. O. wind Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Rruiningen F. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Mooij, Adverteattën te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën moeten des namiddags te één uur aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Botterdam, de Gebr. Belinpante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zijn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daüke Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen. Ken laatste herinnering zij tot de kiezers in het district Goes gericht; om hen aan te sporen morgen (Dinsdag) aan de ver kiezing voor een lid der Tweede kamer deel te nemen en hun stem uit te brengen op den heer De stembus wordt te vier uren gesloten. Te elfder ure heeft de Standaard nog een uitvoerig pleidooi geleverd ter aanbeveling van den door de anti-revolutionnaire kies- vereeniging gestelden candidaat. Wij zien daaruit o. a. dat de redactie bij een nagerecht aan zure boven zoete appeleD de voorkeur geeft. Wij gelooven dit gaarne, en zouden van haren gastronomischen smaak ook niet anders verwacht hebben. Maar of zij, gezeten aan een weivoorzienen disch, alle hooidgerechten, zelfs die bijzonder in haai sma vk vallen, zou laten passeeren ot ze slechts even aanroeren, alleen om ten slotte aan zure appelen zich te goed te doen, dat be twijfelen wij. En dit geschiedt nu bij de verkiezing in het district Goes. Den strijd tusschen haar en den Prot. Noord-Brabanter, het orgaan van den nu ge stelden candidaat, over de democratische richting, waarin gestuurd moet wordenal wat door haar nog onlangs geschreven werd en van zooveel sympathie voor de wetsont werpen-Tak getuigde, laat zij nu links liggen den kennelijken stiijd van den candidaat der party tegen die ontwerpen roert zij ter loops slechts aan. En wat die candidaat als lid der Eerste kamer misschien zou doen, wanneer die ontwerpen eenmaal in de Tweede kamer mochten aangenomen zijn, wordt met kennelijke bedoeling op den voorgrond ge schoven. Maar toch blijkt uit het betoog dat de redactie niet geheel gerust is; want zij schrijft „En nu is het wel volkomen waar, dat juist een man van zulk een verleden en begaafo met zoo groote talenten, in de actieve poli tiek veel remmen en stremmen kan, indien hij zijn persoonlijk inzicht te veel laat af wijken van den stroom der opinie, die in het land door onze partij gaat maar hier over is óns geen heerschappij gegevendie ook deze dingen leidt en regelt is God de Heere." Deze woorden bevestigen, dunkt ons, ge- fa eel wat wij schreven, en doen duidelijk uit komen welke diepe klove er nog blijft bestaan tusschen de twee groote mannen der partij, een klove die men niet verbergen kan, al schrijft de Standaard nog zulke warme op stellen als in zijn jongste nommer. Bedenkingen tegen een octrooiwet. Aan een door den beer mr E. Fokker saam- gestelde, heden in de vergadering van de Kamer van koophandel en fabrieken alhier overge legde, memorie, houdende bedenkingen naar aanleiding van eene aan het departement van waterstaat opgemaakte nota betreffende eene octrooiwet, is bet volgende ontleend: Het denkbeeld, dat ten grondslag ligt aan Patent- of Octrooiwetten, om te beloonen de moeiten en zorgen, de geldeljjke opoffering en niet 't minst bet genie van hem, die aan bet algemeen belang een dienst bewjjst door het uitvinden van nieuwe verbinding van stof of kracht uit de natuur, van werktuigen of voor werpen, heeft veel aantrekkeljjks.Kon inderdaad zonder nadeel voor het algemeen belang hjj die het verdient en naarmate hjj het verdient beloond worden, hetzjj rechtstreeks uit de staats kas, hetzy doordien de wet hem het behalen van een redeljjk voordeel kunstmatig mogeljjk maakt, het algemeen belang en de billykheid beiden zouden vorderen dat den uitvinder die belooning werd toegekend of verzekerd. Doch al aanstonds springt in het oog dat niet aan de landgenooten maar aan de menschheid de dienst wordt bewezen, terwijl voorde bepaling der hoegrootheid van de belooning geen ge gevens Mn de hand te doen zjja. Daarbjj komt, a at geld niet de eenige belooning, niet de juiste maatstaf voor appreciatie van verdienste is, terwjjl niet op elk gebied de verdienste door octrooi beloond kan worden, zoodat juist voor de meest belangrijke en verdienstelijke uitvin dingen (of ontdekkingen) vaak de octrooiwet niet helpt om loon naar verdienste te ver schaffen, en bovendien dikwerf niet de ver dienstelijke uitvinder maar de handige specu lant met het voordeel uit de octrooiwet gaat strijken. De overwegingen zouden veel van haar kracht verliezen, zoo de uitvinder inderdaad een eigen domsrecht had op zyne uitvindingmen zou dan de bezwaren en gebreken van eene wette lijke regeling zooveel mogelijk moeten opheffen of verminderen, maar toch altijd verplicht bljj- ven dat recht te erkennen en te beschermen. Doch van een eigendoms recht kan moeilijk sprake zjjn geen enkele octrooiwet trouwens erkent eigendom, want alle wetten ver- leenen slechts eene tjjdeljjke bescherming, een monopolie of privilege, tegen betaling meestal van een niet onbelangrijke jaarljjksche retri butie. De beweerde analogie met den zgn. letterkundigen eigendom, met het auteursrecht is reeds door Micbiel Chevalier wederlegd. Trouwens ook de nota grondt zich niet op eigendomsrecht, maar op billijkheid en alge meen belang. Daarmede komt men op practisch terrein zjj, die een octrooiwet wenschen, hebben aan te toonen dat het mogelijk is eene wet te maken, welke èn tot bet doel leidt (namel. winst als belooning verzekeren aan hem die dit verdient als uitvinder), èn het algemeen belang niet schaadt of althans in mindere mate benadeelt dan het voordeel bedraagt, dat yoor het algemeen belang uit bescherming of uitlokking van uitvindingen kan voortspruiten. En die taak vcor de verdedigers van octrooi- wetten in 't algemeen is zwaar; want in con- fëBSO is het, dat elke octrooiwet dit nadeel voor bet algemeen belang medebrengt, dat het mono polie pry sver hooging bevordert of prijsverlaging tegenhoudt; zjj moeten dus aan toonen dat tegenover dit nadeel een grooter voordeel staat. Of zou het soms niet in confesso zijn, dat elke octrooiwet den prjjs van de beschermde stoffen, voorwerpen of werktuigen hooger houdt dan die-by vrye mededinging zou zjjn Men heeft wel eens de tegenwerping gemaakt dat de octrooiwetten juist tot prijsverlaging leiden, daar zy uitvindingen bevorderen, terwyl uit vindingen leiden tot beter koop en productie doch aangenomen dat eene octrooiwet te maken zou zjjn, welke inderdaad het doen van uitvindingen en den vooruitgang der nijverheid bevordert zoo is daarmede nog allerminst bewezen, dat het monopolie niet de prijsver laging tegenhoudt. Immers gesteld, door een nieuwe vinding vermindert de productieprijs van eenig artikel met 20%de geoctrooieerde verlaagt den prys met 5% en neemt 15% als extra-winstnu wordt toch zoolang het octrooi duurt ongeveer 15% te veel betaald als een gevolg van het door de octrooiwet verleend monopolie. En wie zal beslissen, wie zal als zeker vaststellen, dat zekere uitvinding (of verbetering) niet zou gedaan zyn, zoo een octrooiwet niet had bestaanwilde men het doen van uitvindingen bevorderen zonder dit nadeel (buitensporige prys wegens de winst voor den geoctrooieerde) te veroorzaken, zoo zou men niet een monopolie moeten verleenen maar een nationale of internationale belooning uitreiken aan den uitvinder. Al aanstonds wordt ontkend, niet zoozeer dat eene octrooiwet tot het doen van uitvin dingen prikkelt hoewel het bewjjs niet te leveren is dat zonder octrooiwet eene bepaalde uitvinding niet zou gedaan zyn als wel dat de octrooiwetten in 't belang der ny verheid of der ny veren zou zyn. Ten betooge het volgende: I. Bjjna nooit is eene uitvinding dadelyk volmaakt; zij wordt in den regel nuttig eerst nadat de practyk de verbeteringen heeft aan gewezen, welke zy moet ondergaan, om ge heel bruikbaar te zjjnverbeteringen worden voortdurend uitgevonden, doch meer en meer naarmate de oorspronkelijke uitvinding ruimer toepassing kan vinden en octrooien bevorderen die ruime toepassing niet, gaan haar veeleer tegen. Elke verbetering is metterdaad eene nieuwe uitvinding. Beschermt men nu den oorspronkelyken uitvinder, dan dient men ook den uitvinder der vfybetenng door een octrooi te beschermen. En dan staan die verbeteraars met hun octrooien aan den oorspronkeljjken uitvinder in den weg en beletten zij dezen om zyn eigen uitvinding tot volmaking te brengen. In hoeverre nu het ontwerp voor eene nieuwe Nederlandsehe octrooiwet deze moeilykheid heeft opgelost zien wy nader. II. Octrooien, welke door verschillende uit. vinders genomen /'j kunnen op hetzelfde of nagenoeg hetzelfde voorwerp betrekking hebben en tot allerlei bedenkelijke verwikkelingen aanleiding geven. Als voorbeeld worde hier gewezen op het verhaalde aangaande Edison- Swan, de microphoon, de cellulose, by Mouton Vragen des Tijds 1890.) Hoezeer een octrooiwet een bloeiende indu strie kan in gevaar brengen, valt mede te leeren uit het proces, dat de Nederlandsehe margarine- industrie in Engeland beeft moeten voeren. III. Octrooien zyn vooral voor eene zich snel ontwikkelende industrie schadel jjk. Zouden zóóvele groote verbeteringen in zóo korten tjjd van algemeene toepassing hebben kunnen worden onder eene octrooiwet, als in de laatste jaren in Nederland zonder octrooiwet het geval is geweest met de margarineboter- en de beet wortelsuikerfabrieken Zoo ieder geoctrooi eerde eerst 15 jaren alleen van zyn octrooi moet kunnen profiteeren ook voor elke ver betering, of zoo niemand een verbetering mag toepassen zonder een license verkregen te hebben, welke hy eerst na langdurige onder handelingen over den prys ot na een proces van den rechter zal kunnen bekomen, kan een ny verheid niet zoo snelle vorderingen maken als ten onzent margarine-boter en beetwortel suiker-industrie wisten te maken. Is het bewys niet te leveren dat zonder octrooiwet een bepaalde uitvinding niet zou zjjn gedaan, en is dit bewys dus niet van de voorstandera te vergen, wèl kan van de voor standers gevorderd worden het bewys dat de ny verheid in Nederland door de afschaffing der octrooiwet met 1 Jan. 1870 schade heeft geledendat sedert 1870 de Nederlandsehe ny verheid tegenover die in het buitenland in ongunstiger positie is gekomendat zy na 1870 niet of minder dan voor 1870 is vooruit gegaan dat »it wdes in hoofdzaak of geheel te wjjten is aan de afschaffing der octrooien. Wel verre dat dit bewys geleverd zou zijn is veeleer het omgekeerde bewezen. Men zie Mouton (Vragen des Tijds 1890, voorts verslag Nijverheid 1889). Het behoeft wel geen betoog dat de protectionistische maatregelen vooral in België, Duitschland en Frankryk hier niet buiten ïekening mogen gelaten worden; immers niemand zal ontkennen dat die protectie voor onze industrie meer nadeel dan voordeel heeft opgeleverd. Evenmin mogen buiten rekening worden gelaten de omstandigheid dat onze bodem noch kolen noch jjzer oplevert en dat wy een be weegkracht als watervallen of snelstroomende rivieren missen. Dat onder deze omstandigheden ons klein land niet aan de spits der nijverheid staat en de groote uitvindingen niet hier te lande wordenjjgedaan, is waarlyk niet te wjjten aan gemis van eene octrooiwet. Octrooiwetten zyn niet in het belang dei- consumenten, niet in dat der nijverheid. Som mige uitvinders,die tevens nyveraars zjjn, zullen er van profiteeren, doch 't meest zullen voor deel hebben de bestuurders van patent-bureau's (zooals wy er een bezitten onder bestuur eerst van de heeren Huet en Schimmel de groote promotors der octrooi-beweging van de laatste jaren later alleen van mr Schimmel) als mede de octrooi-jagers en speculanten, die azen op octrooien, met processen dreigen wegens beweerde inbreuk op hun octrooi en in octrooien handel drijven en eindelyk de consortia die een monopolie op groote schaal gaan exploi- teeren. (Slot volgt). In het Girfe-artikel van prof. Cort van dei- Linden over de aanhangige kiesrecht-ontwerpen, geeft hy eenige punten aan, waardoor eentj verzoening tot stand zou te biengen zjjn tus schen voor- en tegenstanders. Volgens hem zouden kiezer moeten worden 1° de werklieden, die geregeld aibeid hebben en zonder bedeeling zekeren tjjd loon ontvin gen, wat bewezen zou moeten worden door de verklaring van de werkgevers of hunne ge machtigden, onder controle van burgemeester, havenmeesters, wijkmeesters of bevolkings-agen ten. 2°. Zij die regelmatig een bedryfuitoefenen; ter nadere bepaling zou hier de continuïteit van woning dienst doen, die voor hen, welke een regelmatig bedrjjf uitoefenen, een behoefte is dus zij, die bjjv. gedurende twee jaren regelmatig eenig bedryf hebben uitgeoefend, een huis of een gedeelte van een huis in gebruik hebben gehad, en niet meer dan drie. malen van woning zyn verwisseld in de zeld zame grensgevallen zal de beslissing b. v. dooi de uitspraak van 2 of 3 buren niet moeilyk zyn. 3°. Lieden met onregelmatigen arbeid, maar die toch een redelyk vast bestaan hebben bijv. kruiers, stuwers, losse boerenarbeiders, sjouwerlieden enz. Dezen zullen de keus heb ben zich te laten indeelen by de eerste of de tweede categorie. Zjj zullen, bij herhaalde verplaatsing, moeten bewjjzen, dat zij gedurende zekeren tjjd van het jaar loon hebben ontvan gen. 4°. De groep van kleine renteniers of van hen, die van pensioenen of ljjfrenten leven, die zullen moeten bewjjzen een zeker minimum inkomen te hebbem. 5°. Zy, die voldoende belasting betalen en jaarlijks eene aanvrage doen, onder overlegging van quitantie des ontvangers. Het Hand., dat zelf indertijd kenteekenen aan de band deed, daar het zich niet geheel met die van den minister Tak van Poortvliet kon vereenigen, is met de kenteekenen van den hoogleeraar ten zeerste ingenomen. Het blad uit de hoop dat't zjj vanwege de regeering, 't zjj van de zjjde der Kamerleden een ver zoenend voorstel, op de aangegeven denk beelden steunende, zal worden ingediend. De N. II. Crt. schrijft ook met waardeerin g van deze poging tot verzoening. Een geheel ander oordeel velt de Amst D. v. N. Men behoeft het artikel slechts even door te zien, zegt de iedactie, om er de fouten in te ontdekken van drieërlei censuseen woningcensus, een vermogenscensus en een belastingcensus, terwjjl de bewjjsmiddelen voor den welstand der arbeidende klasse aangeno men, voor zoover zjj, zooals ten aanzien dei- onregelmatige arbeiders, niet totaal onuitvoer baar zyn, tal van bevoegden zullen uitsluiten en tot grove willekeur van de zjjde der patroons aanleiding zullen kunnen geven. Uitgesloten nl. zouden worden o. a. allen, die gedurende zekeren tyd het ongeluk hadden geen werk te vindenen de kiesbevoegdheid van de overigen zou feiteljjk voor een goed deel afhangen van den patroon, daar deze den werkman zjjn kiesrecht kan ontnemen door hem te ontslaan vóór de wetteljjke termjjn is verloopen, gedurende welken hjj geregeld loon moet hebben ontvangen. »Prof. v. d. Linden's artikel, aldus besluit het blad, heeft alleen eenige waarde als een nieuw maar vrij overbodig bewjjs dat er, althans onder de bestaande grondwet, geen ander redeljjk kenteeken is te vinden dan dat hetwelk de heer Tak heeft aangegeven". Zoo ongeveer oordeelt ook het Vad.»Het is zeker principieel het beste wat nog is uit gevonden, zegt het blad, maar bet ljjkt ons verbazend omslachtig, minder practisch en ge varen opleverend voor knoeierjj". In het Sociaal Weekblad levert de heer W. M. fl. Anten te 's Gravenhage een be schouwing, waarvan de conclusie luidtHet Nieuwe Malthusianisme is het krachtigste middel tot bestrijding van de sociaal-democratie. Zooals bekend is, aldus vangt dit opstel aan, bevelen sociaal-democraten den staat van hunne vinding als eene inrichting aan, waar ieder een tegen werkloosheid en dergeljjke ellende gevrywaard zal wezen wy kunnen dezer da gen, nu die ellende zich wederom zoo nijpend doet voelen, uit alle bladen vernemen, dat zij met het aanprjjzen hunner staatsinrichting weer bjjzonder jjverig in de weer zjjn. Maar al te zeer is de wanhopig-ontevreden gebrek- ljjder en werklooze geneigd, naar die voor spiegelingen van een gelukstaat voor het stof felijk welzjjn te luisteren. Maar voor hen, die den sociaal-democrati- schen staat niet wenschen of niet te verwezen lijken achten is, meent de heer Anten, het tegengaan van de vermeerdering der bevolking eene zeer gewichtige zaak. Men kan dat doel pogen te bereiken door 1° Emigratie. 2° Uitstel van het huweljjk (vol gens Malthus). 3° Het Nieuw-Malthusianisme. Dat emigratie aan groote bezwaren onder hevig is, die zjjne toepassing voor een groot deel van de bevolking eenvoudig onmogeljjk maken, dat meent de schryver als bekend te mogen onderstellen. Dat uitstel van het huweljjk de prostitutie en andere maatscbappeljjke kwalen in de hand werkt, is, zegt hjj, zeker wel de meest be kende van alle waarheden. Bljjft dus over het Nieuw-Malthusianisme. De schryver zegt niet te behooren tot hen, die hierin een algemeen geneesmiddel voor alle materieele ellende zien. Maar hjj meent toch dat die ellende zonder toepassing van het Nieuw-Malthusianisme niet nit den weg te ruimen is. By kon. besluit is benoemd tot notaris binnen het arr. 's Gravenhage, ter standplaats de gemeente Warmond, J, F. S. Frylinck, candidaatnotariB aldaar is aan dr P, J. H, Cuypera, op zjjn verzoek eervol ontslag verleend als leeraar bjj de nor maalschool voor teëkenonderwijzers en als leeraar bjj de school voor kunstnijverheid. De minister van justitie brengt in de St. Ct. in herinnering dat zjj, die tot den Neder- landschen adel behooren, gehouden zjjn aan het departement van justitie kennis te geven van de in hunne geslachten plaats gehad heb bende geboorten, huweljjken en sterfgevallen, door inzending van gelegaliseerde volledige afschriften van de in de registers van den burgeljjken stand ingeschreven akten. De minister van binnenlandsche zaken heeft het verbod van het vervoer van kalveren,jon ger dan zes maanden, naar Friesland, uit den kring omvattende de provinciën Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg, Gelderland, Overjjssel, Drenthe en Groningen opgeheven. De St. Ct. bevat een kon. besl. van den 23sten December 1893, tot uitvoering van art. 3 4 der wet van 2 October 1893 (Staatsblad no. 149) tot heffing der bedrjjfsbelasting. Daarbjj is bepaald dat kosten van schatting bedragen voor elke schatting en voor de ge zamenlijke deskundigen, die daarvoor zyn aan gewezen en tot de schatting hebben medege werkt, twee gulden van elke som van honderd gulden of gedeelten van dien, der huur van net gehuurde perceel of, indien de belasting plichtige de eigenaar is, der kadastrale huur waarde van het kadastraal perceel, met bepa ling dat die kosten voor elk perceel de som van twintig gulden niet zullen te boven gaan. De minister van justitie heeft, ingevolge zijne bjj de behandeling der staatsbegrooting gedane toezegging, aan de Tweede kamer doen toekomen bet verslag der staatscommissie ter voorbereiding aan eene wetteljjke regeling der vicarie-stichtingen, welke com missie tevens in opdracht had een rechtskun dig onderzoek in te stellen naar den oorsprong, den vroegeren en den tegenwoordigen staat dier stichtingen in de onderscheidene deelen des lands. Bljjkens de bjj dat verslag overgelegde bjj» lagen is de meerderheid der commissie altjjd van gevoelen geweest, dat de vicarie-goederen oorspronkelijk stichtings-goederen waren, en dit ook zyn gebleven, na de invoering der reformatie. Die goederen zjjn niet geschonken aan de kerk, noch aan eenige parochiale gemeente» maar zjj zyn byeengebracht als zelfstandige fondsen, om uit de opkomsten daarvan te voorzien in het onderhoud der geesteljjken, die tde zielmissen en andere kerkeljjke dien sten verrichten op het altaar, waaraan die goederen waren verbonden. De minderheid der staatscommissie was van meening dat de vicarie-goederen eigendom zyn van den staat. Daarom kwam bet baar beter voor den staat tot eigenaar van alle vicarie-goederen te ver klaren en het beheer dier goederen derhalve onmiddeljjk aan de regeering op te dragen. De mail uit Oost-lndië, Zaterdag ontvangen» is gedateerd 5 December. Volgens het verslag der voornaamste ge beurtenissen in bet gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van 8 tot en met 20 November jl., ondervonden in Groot-Atjeh onze posten geen overlast van het vjjandeljjk vuur. Met de werkzaamheden in bet voorterrein en aan de wegen kon ongestoord worden voort gegaan, terwjjl ook de transporten en pa trouilles in hunne dienstverrichtingen door den vijand met rust werden gelaten. T. Djoban Pahalawan zette den veldtocht tegen de kwaadwilligen in de XXVI Moekim voort, gesteund door geschutvuur van de posten en eene sectie berg-artillene. Tjot-Paklat kon daardoor den 9en November ontruimd en Tjot- Rang door onze troepen bezet worden, bjj welke gelegenheid éen mindere gewond wera. Den 12en November vermeesterden onze bondgenooten alle overige nabjj Tjot-Rang en Boemgtjala gelegene vjjandeljjke versterkingen en werd den 16en d. a. v. te Passer Tjot-Rang eene kleine bezetting infanterie gelegd, het geen aan T. Nja Bantah de gelegenheid gaf den volgenden dag een begin te maken met het opwerpen van twee vooruitgeschoven en door eigen volk te bewaken posten. De sagi der XXVI Moekims van vjjanden gezuiverd zjjnde, rukte T. Djohan Pahalawan in den avond van 19 November met een 100tal volgelingen de XXII Moekims binnen en richtte hy zich, gesteund door geschutvuur uit onzen post Lambaroe, tegen kampong Bada, die den 20en d. a. v. in zjjne handen viel. De gezondheidstoestand was als gevolg vsa

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1