N°. 5.
137° Jaargang.
1804
Zaterdag
6 Januari.
Deze courant verschijnt d a g e ly k s,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
De man van het oogenblik.
Middelburg 5 Januari,
UIT STAD EN PROVINCIE.
tiiDDiiBiiii.snii courant.
Thermometer. i Agenten te VlissingenP. Gr. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Kruiningen P. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Moou, Advertentiën
Middelburg 5 Jan, 8 u. vm 11 gr. te Ttolen: W. A. van Nieuwenhduzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën j moeten des namiddags te één uur
m. 12 u. 13 gr-, av. 4 u. 22 gr. F, aan, evenals de advertentie-bureau's van Nugh Van Ditmar, te Rotterdam, de Geer. Beltneante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Verwacht Z. O. wind Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zij des avonds nog worden opgenomen,
Hebben wij in onze vorige opstellen op
verschillende gronden aangetoond dat de nu
van anti-revolationnaire zijde in het distriet
Goes gestelde candidaat onmogelijk de man
van het oogenblik wezen kanvoor het over -
groote deel der aanhangers van zijne partij,
nti dezen een geheel andereu weg willen be
wandelen en de aanneming der kieswetvooi-
stellen op het voetspoor van dr Kuypei
uitdrukkelijk wenschen, voor al wat vrij
zinnig en liberaal denkt is zijn caudidatuui
van zelf geheel verwerpelijk.
Hij, de scherpe bestrijder van de liberale
partijde heftige tegenstander van de open
bare school; de man, die van toenadering
nooit heeft willen weten zal zelf ook geen
enkele stem van de tegenpartij verlangen.
Een gelukkig besluit was het daarom van
de liberale kiesvereenigingen in het district
Goes om tegenover zulk een candidaat, in
de gegeven omstandigheden, niet stil te zit
tentrots geleden neerlagen den moed niet
op te geven.
En nog gelukkiger vonden wij de keuze
van den candidaat, den heer 1). Stigter,
iemand, dien men met recht den man van het
oogenblik mag noemen
De heer D. Stigter is een self-made man
die al wat hij aan kennis bezit meerendeels
te danken heeft aan eigen energie, aan ziju
helder verstand, aan zijne toewijding voor dt
algemeene zaak.
En de school, waarin hij zich zeiven vormde,
is juist voor het grootste deel geweest daar,
waar men thans een poging doet om hem af
te vaardigen ter Tweede kamer.
In verschillende betrekkingen heeft hij
jaren lang in Goes geleefden eene daarvan
stelde hem juist in de gelegenheid, o. a. door
zijn aanraking met velen uit den boerenstand,
de toestanden in Beveland, te leeren kennen
bij uitnemendheid.
Volksman in zijn hart, trok de volkszaak
hem steeds aan. En wie thans ijvert voor
eene democratische richting in ons staatsbe
stuur, vindt in dezen voorstander der aan
hangige kieswetten den juisten man.
Menig opstel van zijn hand, in populairen
vorm geschreven, getuigt van zijn algemeene
kennis; terwijl het overbodig mag heeteu
voor hen, die letten op zijn huidige maat
schappelijke positie, om veel uit te wijden
over zijne bekendheid met onze staathuis
houding en onzen politieken toestand.
Dat hij ook de belangen der landbouwers
een goed hart toedraagt, en in deze verre
staat boven zijn tegenstander, dit weten velen
Waar hij slechts kon brak hij voor die
belangen een lans. Nog dezer dagen is eraan
herinnerd hoe op zijn voorstel in de ver
gadering van 6 April 1891 der kiesvereeni-
ging Goes, waarin het ontwerp-manifest der
Liberale Unie besproken werd, besloten werd
te trachten daarin de volgende clausule op
te nemen: Ten behoeve van de landbouwers-
belangen worde het pachtcontract nader bij de
wet geregeld en worden maatregelen in over
weging genomen om den stand der boereneige-
naren te beschermen en uit te breiden
In zijne toelichting wees de heer Stigter
die in '90 als secretaris van de tweede af-
deeling van het Landbouw-congres had ge
fungeerd op de stemmen, die uit den
boezem der vergadering van die afdeeling
van verschillende kanten waren opgegaan,
om aan te toonen, hoeveel de pachtcontracten
voor het belang der landbouwers en voor
een grootere bruto-opbrengst te wenscben
overlieten.
Het niet minder belangrijk punt: de
bescherming der boeren-eigenaren, bespraK
de heer Stigter bij dezelfde gelegenheid.
De toenemende vermindering der boeren-
eigenaren, in verband met de uitwonende
bezitters, die misschien niet eens hun land
bezit nauwkeurig weten te liggen, bedreigt
de algemeene welvaart, en die der provin
cie-steden in 't bijzonder. Daarom is het
hoog noodig dat ook voor dit onderwerp
maatregelen in overweging worden genomen.
Ook voor Zeelandook voor Goes is dit
onderwerp van veel belang.
Ongeveer een millioen gulden toch vaD
de opbrengst der vruchtbare Zeeuwsche
gronden wordt jaarlijks over de grenzen
onzer provincie gezonden en het is duidelijk,
hoezeer het verblijf dier (thans uitwonende)
grondbezitters in en om de Zeeuwsche
steden allen winkelierswerkbazen enz. enz.
in één woord allen kringen ten goede zoude
komen. Voor die practische onderwerpen
gevoelt de nijvere burger belangstelling
daarom dient die soort politiek in 's lands
vergaderzaal met onverflauwden ijver ter hand
genomen te worden.
Wat baat den Friezen, den Zeeuwen de
vruchtbare grond, als de arbeidevruchten in
te schrale mate den ondernemers, den arbei
ders ten deel vallen, als de opbrengst elders
wordt verteerd door hen, die zich bijna
geheel aan de lasten der samenleving
onttrekken
En al behaalde de heer Stigter destijds
in de Liberale Unie geen overwinning, ge
heel zonder vrucht was zijne bespreking
niet. In de laatste algemeene vergadering
derzelfde Time, waarin bij monde van prof.
mr Drucker het debat over de vraag welke
hervormingen op sociaal-gebied behooren,
uit het oogpunt der liberale politiek, liet
eerst aan de orde te komen werd iDgeleid,
verklaarde de inleider o. m.„Dringend
noodig is de herziening van de verhouding
tusschen landheer en pachter" enz.
Allen, die de algemeene vergadering der
Zeeuwsche landbouw-maatschappij, den 17en
Juni 1891 te Colijnsplaat gehouden, bij
woonden, herinneren zich zeker nog de uit
stekende inleiding van den heer D. Stigter
van deze voor den landbouw hoogst belang
rijke vraagpunten, waarbij, zooals wij te
zijnertijd uitvoerig in ons blad hebben
gemeld evenzeer zijn kennis van zaken
als zijne belangstelling voor de pachters in
het duidelijkst licht kwam.
En daarom heeft juist zijne candidatuur
zooveel waarde voor een landbouwend
district als Goes.
Tegenover de practische kennis van den
heer Stigter, den invloed, dien hij in het
belang van den landbouw, in de volksver
tegenwoordiging zou kunnen uitoefenen,
moeten, dunkt ons, voor een groot deel de
eiscben der hoogere politiek, die onze
tegenstanders er toe dry ven om hun candi
daat op den voorgrond te stellen, zwichten.
Een laatste punt, waarop wij nog even
willen wijzen, is dit dat de heer D. Stigter
geen partijman is, en dit ook als vertegenwoor
diger niet zijn zal, in de slechte beteekenis van
het woord. Vrijzinnig, liberaal is hij stellig,
maar zijn hart neigt meer naar de oplossing
van sociale dan naar die van politieke
kwesties.
Zooals hij eenmaal schreef in zijn lezens
waardig geschriftje ff aar de dubbeltjes van
daan komen f) zoo zal hij, wij zijn er vast van
overtuigd, ook zijn taak als volksvertegen
woordiger opvatten, niet uitsluitend „als de
woordvoerder eener partij, maar als de nede
rige dienaar der wetenschap, die, opsporend
het verband tusschen oorzaak en gevolg, als
een onschendbare koning staat boven de par
tijen, die, zoekend de volle waarheid en
rechtvaardigheid, voor allen gelijk is".
Voor dien bekwamen, practischen, flinken
man vragen wij steun bij allen, die in de
Tweede kamer de volksbelangen willen be
hartigd zien door een, die ze door studie en
ervaring van nabij kent.
Wij vragen voor hem in 't bijzonder en
voor de zaak, waarvoor zij meermalen zich
met zooveel ijver op de bres stelden, bij de
liberalen in het district Goes warmte en
toewijding.
Tot het uiterste te strijden, zelfs met een
Ia een correspondentie aan de Telegraaf
t) Door de Maatschappij tot Nut van he,t
Algemeen als volksgeschrif't uitgegeven.
neerlaag in bet verse! k, is mannenwerk.
Maar toch zouden wij willen vragenstaat
de zaak zoo wanhopend als sommigen het
willen doen voorkomen
Het is waar: in 1888, den 6en Maart, werd
de van anti-revolutionnaire zijde thans ge
stelde candididaat gekozen met 2194 van
de 3597 uitgebrachte stemmen, en verkreeg
jhr mr W. Six er 1321maar hoezeer de
omstandigheden later gewijzigd zijn bleek
wel in 1890, toen den 18en Maart de heer
mr L. W. C. Keuchenius gekozen werd met
slechts 1548 van de 2772 geldige stemmen
terwijl de heer J. H. C. Heijse, de liberale
candidaat, er 1153 verkreeg.
Het verschil was dus geringer.
En thans zijn de omstandigheden nog
geheel anders.
De anti-rèvolutionnairen kunnen onmogelijk
voor hun candidaat nu nog zoo warm zyn
als vroeger voor een democraat, een man
naar Knyper's harte als Keuchenius.
De katholieken steunen hen ditmaal niet.
En daarbij komt dat onze partijgenooten
als candidaat hebben iemand, in het district
bekend, die een groot deel van zijn leven
daar doorbrachten dien tal van personen,
in Goes en op het platteland, van uitste
kende zijde kennen.
Dat nog eenmaal het oude vuur ontwake
en dat alle liberalen zich nog eens beijveren
om een groot aantal stemmen te vereenigen
op den heer D. STIGTER.
Gisteren werd door de N. Rolt. Ct gemeld
dat twee beruchte inbrekets, na een vijfjarig
verbljjf in de gevangenis te Scheveningen,
weder in de maatschappij zyn teruggekeerd
en zich te Rotterdam hadden gevestigd. Het
blad noemde die personen met naam en toe
naam en andere bladen volgen heden dit
voorbeeld getrouwelijk na.
Wjj zouden willen vragen of dit nu de weg
is om zulke menschen te verbeteren Deze
personen, die door eene langdurige gevange
nisschap hunne schuld hebben geboet, wel
licht betere indrukken hebben gekregen en
thans met de beste bedoelingen bezield zyn,
worden nu allerwege gesignaleerd en het wordt
hun moeielyk, zoo niet onmogelijk gemaakt
om op eerlijke wjjze hun brood te verdienen.
Reeds meermalen wezen wy er op dat de
maatschappij veelal er zelve de schuld van is
dat ontslagen gevangenen, ofschoon 't hun
ernst was hun gedrag te verbeteren, geen
ander middel dan het plegen van een misdrijf
overblyft om zich voedsel en een onder-dak
te verschaffen.
W aar de politie in elke gemeente, waar ont
slagen gevangenen zich vestigen, daarvan ken
nis bekomt en zich meestal op zeer delicate
wyze gedraagt om het verleden dezer menschen
niet aan de groote klok te hangen, ljjkt het
ons niet menschlievend en ook vrjj wel on-
noodig dat een nieuwsblad zich beijvert om
zulke lieden te brandmerken en den weg tot
verbetering als 't ware af te snjjden.
Door den minister van koloniën is, blijkens
de Handelingen der Eerste kamer, in de ver
gadering van 29 December jl. onze gedragslijn
in Atjeh volgenderwijs geschetst.
»Mynheer de voorzitter! Nog een enkel
woord over Atjeh. De geachte afgevaardigde
heeft namelijk gesproken van eene zwenking,
die daar zou hebben plaats gehad, en dit
noopt mij nog met een enkel woord de aldaar
gevolgde politiek toe te lichten. Reeds bij
eene vorige gelegenheid heb ik er op gewezen,
dat door den krjjg in Atjeh de priesterparty
op den voorgrond is getreden, en de wettige
hoofden van het land op den achtergrond zyn
gedrongen. Het is de priesterpaitij, die het
verzet onder de bevolking gaande houdt. Onze
politiek moet er op gericht zyn om de macht
van de wettige hoofden weder te doen toene
men, de priesters te doen terugkeeren tot de
plaats, die zjj in normale omstandigheden in
namen, en de bevolking er toe te brengen niet
langer in den strjjd, maar in de werken des
vredes heil te zoeken.
»De gang van zaken heeft zich in den laat-
sten tjjd in die richting bewogen, gedeeltelijk
tengevolge van omstandigheden die buiten
onze macht lagen, het ontvallen aan de pries
terparty van krachtige persoonlijkheden, die
er in meerdere of mindere mate de ziel van
uitmaakten. In de verhouding tusschen de
priesterpartij en de wettige hoofden teekende
zich eene verandering, die denken doet aan
hetgeen in Nederland met opzicht van onze
partyen wordt uitgedrukt door het kernachtige
woord »om".
»De stryd tegen de benden der oelema's is
begonnen in de XXV moekims. Daar zyn
sommigen, de willekeur, de knevelarijen der
met de krygskas op de been gehouden benden
moede, met dezen slaags geraakt. De schoon
zoon van het hoofd van de VI moekims, een
man die ook overigens in de sagi der XXV
moekims relatiën heeft met adat-hoofden het
is bekend dat hjj aan ons bestuur bewyzen
van goede gezindheid wenschte te geven
heeft zich aan het hoofd van de beweging
gesteld, en het is hem gelukt de benden van
de oelama's uit de XXV moekims te ver
drijven. Dit voorbeeld is gevolgd in de XXVI
moekims. De hoofden, gesteund door Toekoe
Oemar, thans Toekoe Djohan Pahalawan,
hebben daar de benden der oelama's aange
tast en zijn er ook in geslaagd ze te ver
jagen. Op dit oogenblik wordt de strijd ge
voerd in de derde sagi van Groot-Atjeh, in
de XXII moekims, en ook daar is men reeds
een heel eind gevorderd.
»Het ligt, dunkt my, voor de hand, dat de
politiek, die ik hier by eene vorige gelegen
heid heb trachten aan te duiden, medebrengt
om in de gegeven omstandigheden de adat-
hoofden te steunen in den stryd tegen de
oelama-benden. De geachte afgevaardigde uit
Zuid-Holland vroeg bij eene vorige gelegen
heid waar bljjtt toch de artillerie Wij heb
ben hier reeds zooveel geld gegeven voor
artillerie en bemerken er niets van. Ik geloof,
dat de geachte spreker nu de artillerie heeft
gehoord, en het antwoord op zyne vraag ge
geven is. Ook het voor het oogenblik bezet
ten van bentings buiten de linie heeft geen
ander doel gehad dan om den stryd tegen de
oelama-benden te steunen.
»Wat moet er nu verder in dezelfde richting
gebeuren In het gebied, dat men van
oelama-benden zal hebben schoongeveegd, zal
aan de adathoofden moeten worden overge
laten verder de orde en rust te handhaven.
Onze troepen zullen" in garnizoen moeten
bljjven binnen de geconcentreerde stelling
alleen voor zooveel noodig zullen zij de adat-
hoofden moeten steunenzij zullen zooveel
mogeljjk mobiel moeten worden gehouden, om
terstond gebruikt te kunnen worden waar zy
noodig zyn, maar overigens blyven zy dit
is het plan in garnizoen binnen de gecon
centreerde stelling."
Van den heer E. Bos, predikant der Holl.
Chr. Geref. gemeente te Luctor Phillips Co,
in Kansas, ontving de Stand, nog een schrij
ven, waarin weder meegedeeld wordt welk een
treurig fiasco de emigratie naar Colorado maakte.
Wat bleek toch, schrjjft de heer B. o. a., om
trent de kolonie Rilland, die dan nog in de
minst ongunstige conditie was
»Dat onze iandgenooten aldaar in volslagen
armoede verkeerden.
Dat ze zamen op twee gezinnen na uit de
hand der barmhartigheid onzer kerkgemeen
schap zouden moeten leven tot op den volgenden
oogst, anno 1894. Dat deze armoede aan geene
bijzonderheid hoegenaamd te wjjten is. Geen
droogte geen watervloed geen hagelgeen
ongeluk hoegenaamd.
«Dat het land aldaar bepaald onvruchtbaar
is natuurlyk schraal, en, wat elkeen kan
zien vóornameljjk in dezen tyd, de grond vol
van alkali".
Ten zeerste waarschuwt de schryver dan ook
om gehoor te geven aan eventueele voorslagen
van den heer Henry of zynen agent Van
Angelbeek.
Bij kon. besluit is benoemd tot leeraar aan
de R. H. B. S. te Helmond de heer P. C. van
Stappen te 's Gravenhage.
de Engelsche journalist en schryver Henry
Vizctelly, die behalve door verscheidene zelf
standige werken zich verdienstelijk maakte
door de Engelsche vertaling van Zola's romans.
Voor deze overzetting moest hy echter met
gevangenisstraf boeten.
Donderdag heeft aan het departement van
buitenlandsche zaken te 's Gravenhage de
uitwisseling plaats gehad der akten van be
krachtiging van de op 4 November 1893 tusschen
Nederland en Rusland gesloten overeenkomst
tot wederzydsche uitlevering van misdadigers.
Letteren en Kunst.
Het Philharmonisch, orkest is voornemens
zyn tienjarig bestaan in den zomer van dit
jaar te Scheveningen te vieren, en wel door
een driedaagsche muziekfeest.
Te Bonn is op 37-jarigen leeftijd gestor
ven Heinrich Hertz, die zich als natuurkundige
reeds had bekend gemaakt.
Te Heatheijands bjj Londen, ia overleden
Wij vestigen de aandacht onzer lezers
in Middelburg op de kennisgeving, dat
de Vereeniging ter bevordering van animale
koepokinenting alhier Dinsdag a tusschen
drie en vier uur eene buitengewone zit
ting houden zal teneinde gelegenheid te ge
ven tot inenting en herinenting.
De meer dan felle vorst der laatste dagen
heeft de wateren in en om onze gemeente
met een flinke dikke ijskorst bedekt, die den
liefhebbers van 't ijsvermaak gelegenheid te
over geeft die prettige en gezonde sport te
beoefenen. Ofschoon het ijzig koud was, zagen
wjj gisteren en heden reeds de voorloopers op
vesten en watergangen bezigzij waren het
spreekwoord zeker gedachtig dat strenge
meesters niet lang regeeren.
Het ijs leek goed hard en de kleine oneffen
heden, een gevolg van het luttele beetje sneeuw
dat viel doch ontdooide, zullen, wanneer er
wat drukker gereden is, zeker spoedig ver
dwenen zyn. s
Naar wij vernemen zullen Zaterdag ver
moedelijk de «baanvegers" worden toegelaten.
De jjsclub Walcheren heeft, blijkens eene in
dit nommer voorkomende advertentie, ook haar
baan voor de leden geopend.
Te Terneuzen werd Donderdag namid
dag de ijsbaan van de ysclub Terneuzen
opengesteld. Op de spiegelgladde baan, voor
het grootste gedeelte beschut voor den hevigen
wind, bewogen zich zeer vele leden, allen
tevreden over de inrichting.
Zoolang de vorst duurt bljjft de baan eiken
dag open,
Op den 1 Januari 1893 waren in de ge
meente Middelburg aanwezig 8090 m. en
9651 vr. of samen 17741 personen.
Dit aantal vermeerderde in den loop des
jaars door vestiging met 542 m. en 624 vr.
en door geboorte met 270 m. en 278 vr., alzoo
in het geheel met 812 m. en 902 vr. of 1714
personen.
Daarentegen verminderde dit door vertrek
van 535 m. en 625 vr. en door overlijden van
170 m. en 192 vr. of samen met 705 m. en
817 vr. of totaal 1522 personen.
De bevolking is alzoo vermeerderd met 107
m. en 85 vr. of 192 personen en bestond op
1 Januari 1894 uit 8197 m. en 9736 vr. of
17933 personen.
Met ingang van 1 Jan. zyn: de heeren
P. C. Stewart Schultz en P. J. Siegers, onder
dankbetuiging, eervol ontslagen als leden der
commissie van toezicht op het Vervoer van
landverhuizers te Vlissingen; in hunne
plaats als zoodanig benoemd de heeren J. P.
Vermaas, arts, en F. H. J. Wibaut, lid der
Kamer van koophandelen als leden van
voornoemde commissie herbenoemd de heeren
Jos. van Raalte, J. Wilkens en J. C. de Ruy-
ter de Wildt.
Als eene zeer groote zeldzaamheid meldt
men ons dat by den landbouwer J. de Visser
te Domburg een varken is geslacht, dat
733 pond weegt.
Men schrjjft ons uit Arnemuiden:
De liberale kiesvereenigingen in het hoofd
kiesdistrict Goes hebben eene goede keuze
gedaan door den heer D. Stigter tot candidaat
voor het lidmaatschap der Tweede kamer te
proclameeren en alle vooruitstrevende en vrjj*
zinnige mannen, van welke godsdienstige over
tuiging ook, die zich verklaren tegen dwang en
overheersching op elk gebied, moeten in hun
welbegrepen eigenbelang zulk een candida
tuur uit al hun macht helpen bevorderen.
Vooral de landbouwstand in Zeeland heeft
ernstige, vastberaden en helderdenkende ver
dedigers voor zjjn belangen noodig en zy, die
de met oordeel en volkomen kennis van zaken
geschreven artikelen over landbouwtoestanden
van de hand des heeren D. Stigter gelezen
hebben, zullen moeten erkennen dat geen
landbouw-kiezer in het hoofdkiesdistrict Goes
mag aarzelen zjjn stem te geven aan den
heer D. Stigter.
Van harte hopen wjj daarom, dat alle libe
ralen, ja alle minderheden in het hoofdkies
district Goes vast aaneengesloten zullen op
trekken om aan den heer D. Stigter een zetel
te bezorgen in het parlement, waarvan hjj een
sieraad belooft te zjjn. Nog enkele dagen
resten ons mogen wjj ons deze weinige oogen-
blikken ten nutte maken om ondanks het
duistere werken der tegenpartij alle krach tea