>4 Woensdag 3 Januari. N°. 2. 137" Jaargang, 1893. Middelburg 2 Januari, Deze courant verschijnt d a g e 1 Ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per kwartaal ia Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. Wat beeit de maatschappij van ben te wekten Letteren en Kunst. ME (01 RIM. Thermometer. Middelburg 2 Jan, 8 u. vit, 31 gr. m. 12 u. 84 gr., av. 4 u. 29 gr. F. Verwacht N. O. wind Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoo», te GoesA. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijx, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te TholenW. A. van Niehwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentièn aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebb. Belintante, te 's Gravenbage, en A. de La Mm Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor bet Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan bet bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. ii. (Slot.) Ook in Nederland deed zich in het afge- Ioopen jaar de drang naar maatschappelijke en politieke hervormingen meer en meer gevoelen maar te midden van de gewichtige staatkundige en sociale beroeringen in de andere rijken, de ernstige bewegingen, die daar vielen waar te nemen, kon ons land rustig zich wijden aan de voldoening aan de meest dringende eischen van het oogenblik. Daar zijn er die met ernstig hoofdschudden, met wrevel de stappen gadeslaan, welke in die richting zijn gezet. Maar tegenover hen staan anderen die zich beklagen, omdat die stappen huns inziens te bescheiden zijn, of nkt spoedig genoeg tot stand komen. Den eersten zouden wij willen vragen of het niet hoog tijd werd, ook in ons laud, om rechtvaardigheid te betrachten in menig opzicht en ol het niet een verstandige politiek mag heeten, aan dien drang gehoor te geven langs geleidelijken weg, opdat wij behoed blijven voor de hevige schokken, waaraan menig nabuur bloot staat Wanneer bij die klagenden^vaak omdat zij niets begrijpen van den ernst der tijden, of daarvoor ter wille van eigenbelang liefst doof zich houden, slechts eenig begrip heerschte omtrent de etschen, die eene ge zonde samenleving stelt, zij zouden Diet lan ger pruttelen en mokken, en zich verzetten tegen verbeteringen, die toch eenmaal komen moeten nu langs vreedzamen weg, later wel licht langs dien van het geweld. Eu den meer voortvarenden, hun die, zoo als wij, spoediger de baan zouden willen af leggen, om heerschende misstanden op te hetfen, grieven weg te nemen, mag het niet ontgaan, hoe er toch te roemen valt op menige hervorming op belastinggebied, waarnaar jaren lang te vergeefs is gestreefd. Hoe eene ver mogensbelasting is ingevoerdeene bedrijfs- belas'ing tot stand is gebracht; altemaal nieuwe regelingen, die aan misstanden te gemoet komen en gegrond zijn op het goede beginselhet oude, het slechte te hervormeu op het fondament der rechtvaardigheid. Als wij nagaan hoe log en hoe zwaar de staatsmachine zich in ons land beweegt, valt er voor ons, in anderer oog al te voortva renden, te roemen en beklagen wij ons liefst niet, vooral wanneer wij tenuis nemen van teleurstellingen, die bare bezwaren met zich brengen, —dat eene herziening der personeele belasting zich nog liet wachten. Evenmin zullen wij ons nu nog verdiepen in het nut oi het nadeel van de vertraging, die eene nieuwe kiesrechtregeling ondervond. Nog Rechts korte tijd en eene beslissing moet vallen. Wie weet of de gelegenheid tot langduriger overweging geeu bekeerling heeft gemaaktof zij niet in dit opzicht hsre Jioogst nuttige zijde had Op dit gewichtig punt van poLtitke her vorming legt 1893 een gewichtige schuld op de schouders van zijn opvolger. Geeu panacée voor alle kwaleu zien wij in de nu door de regeering voorgestelde rege ling, maar wel een goede stap in de juiste ^•ic hting, die de algemeene belangstelling voor sociale vraagstukken zal opwekken en een prikkel worden kan tot geleidelijke her vorming. Nieuwe partij-schakeeringen op politiek gebied zullen een gevolg zijn van de te wachten herziening. Het jaar 1893 heeft in deze duidelijke vingerwijziugen gegeven. Ook de liberale partij staat op een be langrijk keerpunt. Zij zal ontegenzeggelijk eene gedaanteverwisseling ondergaan er zal scheiding onder hare aanhangers plaats hebben. En toch zouden wij willen vragen of het ook dan niet zaak wezen zou dat dezen meer zochten naar punten van aan raking dan naar punten van verwijdering. Zoo radicaal kan men niet zijn in zijne op vattingen op politiek gebied of men wordt t>u of spoedig daarin overtreffende gren tusschen het meer of minder vait ook zoo moeilijk te trekken. ilet afgeloopen jaar heelt opnieuw geleerd dat er in de liberale party nog kracht ge noeg zit tot hervoimen; en de daad van een minister Tak van Poortvliet om eene nieuwe kieswet in te dienen, getuigt van een goed vertrouwen in een groot deel zijner partijgenooten. En al ontmoet hij daarbij I ook teleurstelling van een zijde, waarvan hij die het allerminst zou hebben verwacht, naast hem scharen zich toch ontegenzeggelijk velen, die recht geven om ook in de toekomst op hen te bouwen. Maar wat wij als een te waard eeren gevolg van de nieuwe partij-verhouding met vreugde tegemoet zien, het is de machtige invloed tot opwekking van ijver en toewijding, dien de nieuwe partij-schakeering op de aanhangers der liberale beginselen in 't alge meen, op de trage elementen, de wankel- moedigen, de halfslachtigen, in het bijzonder zal uitoefenen. Want wat meer toewijding, wat minder vasthouden aan eigen persoonlijke inzichten, zal van velen meer dan ooit gevorderd worden, zoodra 1894 odb schenkt wat 1893 nog onvervuld liet. Wii hebben slechts te herinneren aan een paar voorbeelden uit eigen omgeving; aaa den val, tengevolge van onverantwoordelijke lauwheid van eukele liberale leden der Pro vinciale staten, van een jhr mr W. Six als lid der Eerste kamer; aan de keuze van een lid vau Ged. staten in hetzelfde college, toen met wat meer krachtsinspanning, wat meer zelfverloochening en ernst, om zaken boven personen te stellen, een liberaal den zetel van wijlen den zoo verdienstelijken mr N. J. C. Snouck Hurgronje zou hebben iDgenomeD. Wij hebben eenvoudig te wijzen op de verkiezing voor een lid dier Staten in het district Middelburg, toen, al erkennen wij den grooten en bewonderenswaardigen ijver van zoovele liberalen, naar onze innige overtuiging de overwinning zou behaald zijn, wanneer slechts eeuigen zich niet onthouden hadden om nooit te wettigen redenenredenen die aan het strengst clericalisme doen denken of aan invloeden van veel te persoonlijken aard. Wij behoeven niet anders dan in onze ge dachten terug te roepen zoo menige verkie zing in ons land, waar honderden kiezers van verre bleven uit onverschilligheid. En wie aan dat alles gedachtig is zal van zelf moeten erkennen dat een prikkel om zich wat meer in te spannen, veel meer ijver ten toon te spreiden, voor onze partij genooten lang niet overbodig ia. Het feu sacré schijnt vaak verdwenen te zijn. Dit op te wekken en aan te wakkeren verwachten wij dat vooral 1894 doen zal. En wanneer wij dan een nieuw tijdperk op politiek gebied zijn ingetreden, dan zal ook een nieuwe aera op sociaal terrein zijn aangebroken. Veel grond ligt nog braak, die ten nutte van het algemeen zou kunnen worden bearbeid. Deze regeering doet veel, gesteund als zij ook wordt door de Centrale commissie voor de statistiek, door haar in het leven geroepen, doch zij kan zich slechts tot voorbereiden bepalen. En voorbereid zijn tal van ge wichtige zaken; maar wij leven in een tijd perk van overgang dat het hoogst moeilijk maakt krachtig de hand aan het werk te slaan. Eerst als dit voorbij isals er vast heid gekomen zal zijn in het richtsnoer, dat eene regearing heeft te volgen, dan eerst kan er met vrucht gearbeid worden. Laat ons hopen dat uit den nuheerschen den chaos een meerderheid geboren worde, die, op vrijzinnigen, ruimen grondslag ge vestigd, aan Nederland gezonde, rechtvaar' dige wetten zal geven. Het laatst van het vorige jaar schonk ons een kijkje in don boezem der zich noemende hervormers bij uitnemendheid. Maar het „herziet u zelf" schijnt voor hen wel in de allereerste plaats geschreven. Niets dfn bittireteleurstelling. In plaas van toewijding aan1 de algemeene zaak, sprekende uit warme belangstelling, verliep men zich in kleinigheden, in onderlinge veeten, in een strijd over futiliteiten. Om, zooals wij in ons vorig nommer schreven, te arbeiden tot heil der men8chbeid, om den mensch materi eel, moreel en intellectueel op te heffen, daartoe is heel wat andersheel wat meer noodig dan ruw geweld te prediken ot onderling te strijden over nietigheden. En er iB in Nederland in dit opzicht nog zoo veel te doen. Moge 1894 ons in deze eene belangrijke schrede vooruitbrengen; en mogen wij, als wij ons neerzetten om daarvan in losse trekken de geschiedenis te boekstaven kunnen gewagen van samenwerking en toe wijding, vooral onder de aanhangers der liberale partij. Daar ligt voor hen nog een schoone toe komst l Over den voorzitter der Tweede kamer, den heer Gleichman, wiens taak de laatste weken zeker alles behalve benijdenswaardig wasj schrjjft de Haagsche correspondent der Zutph. Courant het volgende »Zonder een voorzitter als mr Gleichman zou de Tweede kamer voor Kerstmis nog niet ge reed gekomen zjjn. Volgens de letter van het reglement van orde is rijn macht gering. Ieder heeft het recht om zoncfer verlof der vergade ring tweemaal over hetzelfde onderwerp het woord te voeren, en zoolang een lid niet bui ten de orde gaat, kan de voorzitter hem niet het stilzwijgen opleggen, al spreekt hjj ook nog zoo langdradig en al is het discours ook nog zoo vervelend en onbelangrijk. Maar een voorzitter als mr Gleichman weet de vergade ring te beheerschen. In den regel behoeft hjj een spreker, die van den tjjd een misbruik maakt, slechts een oogenblik met zjjn afkeu rende blikken aan te zien om hem tot bezin ning te brengen. Is dat niet voldoende, dan staat de geachte spreker er aan bloot, dat hjj öf het beleefde verzoek moet hooren om tocb niet te veel in herhalingen te treden, öf na het uitspreken zjjner rede in zeer beleefde be woordingen een kleine reprimande krijgt. Nu eens wordt den leden op'het hart gedrukt het gegeven voorbeeld niet te volgen en vooral, waar het zaken van niet zoo overwegend be lang geldt, beknoptheid in acht te nemen, dan eens bepaalt de voorzitter er zich toe om met nadruk mede te deelen, hoeveel sprekers nog zjjn ingeschreven en als dat alles nog niet helpt, dreigt hjj met nieuwe avondzittin gen, waarop de meeste leden al heel weinig gesteld schjjnen te zjjn. Schiet ook dat mid del te kort, dan moet een motie tot sluiting der debatten dienst doen. Wel is waar gaat dat nooit van den voorzitter uit, maar ik zou niet durven beweren, dat hjj nooit otte nim mer een wenk geeft, dat voor de motie de geschikte tjjd gekomen is." Bjj kon. besluit is benoemd tot rechter in de arr.-rechtbank te Assen mr E. Pelinck, thans rechter in de arr.-rechtbank te Win schoten. De minister van waterstaat, enz. brengt in de St. Ct. ter kennis van belanghebbenden, dat in de maand Maart van het jaar 1894 een vergelijkend onderzoek zal plaats hebbeu van candidaten, dingende naar een getuig schrift van voldoend afgelegd examen voor opzichter van 'srjjks waterstaat. Voor nadere inlichtingen verwjjzen wjj naar de St. Ort. UIT ATJEH. Volgens de jongste mail heeft Toekoe Djo- han tien vijandelijke bentings in de XXII Moekims veroverd en de kampong Kajoelé bezet. Bjj de gevechten heeft hjj één doode en negen gewonden bekomen. De Sumatr. Crt. bevat in een [schrijven van den 24n uit Kotta-Radja het volgende Toekoe Njaq Blang, de sjahbandar van Pedir, kwam den lOn alhier aan, om zjjne opwachting by den Gouverneur te maken en eenige gunsten te vragen. Tevens bracht hjj tal van brieven van den pretendent-sultan aan de hoeloebalangs in Groot-Atjeh mede, waarin om geld, zelfs veel geld, en om achterlaadgeweren met bjj- behoorende patronen verzocht werd. Te Kemala schjjnt dus gebrek aan alles te heerschen, ter- wjjl de goede verstandhouding tusschen den sultan en zjjnen oom en voormaligen voogd, Toeankoe Haschim, niet meer schjjnt te bestaan. De sultan doet thans alles buiten Haschim om. Tot dusver is niet gebleken dat de sultan, dan wel de andere hoofden te Kemela recht streeks betrokken zjjn in den strjjd tusschen Toekoe Djohan c. s. eenerzjjds en de vjjande- ljjke party anderzjjds, in de laatste maanden in Groot-Atjeh gevoerd. Het mag een zeer verstandige maatregel van den generaal Deykerhoff genoemd worden, dat hjj voornoemden pangeran Hoesin (een oom van den pretendent-sultan) aan de zjj de der onzen aan het pacificatie-werk in het Toeng- koebsche heeft doen deelnemen de gewapende volgelingen van den Atjehschen groote, ten getale van pl. m. vjjftig man, worden mede door het bestuur onderhouden. Duidelyk valt iedereen in het oog, dat op het operatieveld Toekoe Djohan meer vorde ringen maakt dan Toekoe Neq c. s., hetgeen men voornamelijk daaraan toeschrjjft, dat gene milder dan deze is in het beloonen van zjjne onderhoorigen. Bovendien schrydt Toekoe Djohan aan de spits zjjner zegevierende krjj- gers steeds persoonlyk mede, hetgeen niet al- tjjd van de andere Atjesche hoofden kan wor den gezegd. De houding der laatsten zou Toe koe Djohan dan ook de opmerking hebben doen maken, dat bovenbedoelde hoofden ge schikter zjjn voor renteniers dan voor krijgs oversten. Daarentegen loopt het gerucht, dat Toekoe Djohan nu en dan de vjjandeljjke hoofden met dollars beschiet. De Java Bode schrjjft in haar Mail-Over zicht het volgende Wat er in Atjeh gebeurt,„blijft alles even vreemd. Toekoe" Öemar gaa,t voert met de' eene vesting voor en de andere na in te nemen en den vjjand teverdrjjven op eene wjjze, die onwillekeurig zou doen denken dat er wat achter zat, ware het niet dat hjj zich zelf voortdurend aan het vuur der tegenpartjj bloot stelde en dat ook aan zjjne zyde dooden en gewonden vielen. Met de XXVI Moekims is hjj reeds geheel klaar en volgens de laatste berichten drong hjj in de XXII Moekims tot Anagaloeng door, zoodat wjj over eenigentyd even ver kunnen zjjn als wjj jaren geleden waren, met dit onderscheid dat wjj toen eene boven onze krachten gaande krygsmacht daar voor noodig hadden en thans alleen geld en munitie hebben te verstrekken, met welke beide zaken onze bondgenooten niet zuinig omgaan. Voor een goed begrip van den tegen- woordigen toestand en van de kansen op eene geheele onderwerping van de Kemala-partjj, moet men op de hoogte wezen van de poli tieke onderhandelingen, die aan de krijgsver richtingen ten grondslag liggen en zonder twjjfel nog voortdurend werden gevoerd, doch waarvan de bijzonderheden niet bekend zjjn. Aan oningewjjden schijnt het tot nog toe ver kregen resultaat zeer voldoende, al stuit de wjjze, waarop het verkregen werd, den echten krjjgsman tegen de borst. De troebelen in Tamiang zjjn geëindigd, en het hoofd, dat daar de zyde der Atjehers koos en wel over een paar honderd menschen gezag oefende, is met zjjn geslacht van dat gezag vervallen verklaard. Nja Makum zelf echter, die door zjjn inval op ons gebied de oorzaak was der onlusten, is naar Modjopaid en Perlaq ontsnapt, welke rjjkjes niet meer tot de Oostkust van Sumatra behooren, wes halve de 'resident van dit gewest met den militairen commandant naar Kotta-Radja| is gegaan, teneinde met den gouverneur aldaar te overleggen hoe men het genoemde bende hoofd onschadelijk kan maken. Tot nog toe viel op dit punt van samenwerking niet vee te bespeuren en scheen men om en om reeds tevreden wanneer Nja Makam uit het eene gewest naar het andere getrokken was, al be hoorden niet beiden tot ons gebied. Wat reeds lang werd voorzien, is gebeurd de invoering van de ongeveer twintig jaar geleden gemaakte nieuwe bepalingen op den rechtstoestand der Chineezen, die den lsten Januari 1894 zou plaats hebben, is uitgesteld, en daar er niet is bjj gezegd tot hoe lang mag men er op rekenen dat van dit uitstel wel afstel zal komen. By het nemen van de voorbereidende maatregelen voor de invoering bleek de vroeger reeds beweerde onbruikbaar heid der bepalingen, die in het familieleven der Chineezen diep ingrypen. In het Bat. Hbld wjjdt iemand, die zich Pitt teekent, eene algemeene beschouwing aan den toestand in Atjeh, die als tegenstelling met het bovenstaande, ooit gehooid mag worden, Hy begint met de menschen, die voor een verraad van onze bondgenooten vreezen, gerust te stellen. Toekoe Oemar heeft zich nu de Kemala-partij voor goed tot vijand gemaakt hy kan zich daarbjj niet meer aansluiten. En wat zou men ons kunnen doen Kotta-Radja verrassen Maar dat is te dwaas, die stelling is onneembaar voor de Atjehers. Waarom Toe koe Oemar zich bjj ons aangesloten heeft, is nog niet te zeggen. Wjj hebben hier te doen met eene zeldzame persoonlijkheid, die zich, om tot nog toe voor ons niet te doorgronden redenen, bjj de party der Hollanders heeft aangesloten, doch in zjjn optreden zoover is gegaan dat terugkeer tot de Atjehsche oor logsparty niet meer denkbaar is." En dan, de gemakkelijke overwinningen en het welslagen van Toekoe Oemar moeten ons niet te zeer verbazen. De schrjjver geeft ons de verklaring. »Het geheele geheim zit daarin, dat Toekoe- Oemar vecht zooals de omstandigheden zulks meebrengen, terwjjl wjj ons volgens de rege len der tactiek en velddienst laten doodschie ten en niet anders dan met verliezen eenig resultaat zullen bereiken. Hoe vecht dan de Atjeher? Wel, geachte lezer, op eene zeer leuke manier. Doordrongen van de waarheid, dat een boom of een aarden wal beter tegen een kogel kan dan een men- scheljjk lichaam, vertoont hjj zich nooit. Aoh- ter een walletje of bamboe-versterking ligt hjj te vuren, maar steekt zelfs zjjn hoofd er niet boven uit. Dat is nu juist niet de manie* van zuiver richten en geeft aanleiding dat hy weinig kans van treffen heeft. Het is dan ook dikwyls gevaarljjker door hen op groote dan op kleine afstanden beschoten te worden. Maar zjjne manier heeft het voordeel, dat hjj door op den vjjand eeh overstelpend vuur te onder houden, allicht fecuigen raakt en zelf weinig verliezen krjjgt, doordat hy zich bjjna niet blootgeeft. En nu onze manier van optreden. Het zal wel geen verder betoog behoeven, dat wjj met onze aaneengesloten manschappen en stukken geschut met paarden en militairen een groot en gemakkelyk te raken doel opleveren, ter wjjl onze opvatting overpersoonljjken moed niet toelaat, dat we gedurende het geheele gevecht verstoppertje spelen. En nu de moraalwie de meeste patronen heeft en maar geduldig bljjft schieten, wint het, zoo doet Toekoe Oemardoor ons ruim van patronen voorzien, bljjft hjj maar vuren, totdat de tegenpartjj door gebrek aan munitie, honger of andere oorzaken moet aftrekken. Nimmer zal hjj op eene vjjandeljjke stelling storm loopen, wel wetende, dat het slechts eene kwestie van geduld is, om op zjjn doode gemak de verlaten benting binnen te wandelen. Wy juist omgekeerd na flinke salvo's en tirailleurvuur te hebben afgegeven, gaan we na een kort snelvuur, dat tegen den goed verschansten vjjand niets uitwerkt, over tot den stormaanval. Hierbjj krjjgen wjj altjjd onze dooden en gewonden, en niet zelden draait zoo'n bestorming op een ecbèc uit, om dat de stelling te sterk is, niet genoeg ver kend is, of omdat de stormaanval te slecht door artillerie-vuur is voorbereid. Onze hoofd fout van 1873 af. En nog zjjn wjj nietwyzer. In het jongste nommer van Eigen Haard deelt de heer J. A. Tours een en ander mede over de gestichten te Haarlem en Heemstede van de Christ. Vereeniging voor de verpleging van lijders aan vallende ziekten. Eenige illu straties van gebouwen en omgeving zjjn daarbjj gevoegd. De Nieuwe Bott. Crt herdacht 1 Januari haar vjjftigjarig bestaan. In haar eerste nom mer herinnerde de gewezen hoofdredacteur, dr I. A. Lamping het ontstaan en den toenemenden bloei van het bladterwjjl de tegenwoordige hoofdredacteur, de beer dr J. Zaayer Azn daarop een woord van hulde aan dr Lamping liet volgen. Den stichter der courant, den heer H. Nijgh, werd zjjn portret, in olieverf geschilderd door den heer Wylacker te Rotterdam, aangeboden, vergezeld van een oorkonde. Naar aanleiding van de benoeming tot adjunct-commies aan het ministerie van binnenlandsche zaken van den beer A. Pit, zegt de N. Bott. Ct., dat daardoor is voorzien in eene sinds etteljjke maanden bestaande vacature in de afdeeling, waarvan de heer Victor de Stuers, als referendaris, het hoofd is. De nieuwbenoemde adjunct-commies zal ge roepen zjjn om inzonderheid mede te werken aan het artistieke gedeelte, aan wat do staats-almanak noemt »zorg voor monumenten «n gedenkstukken van geschiedenis en kunst,"

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1894 | | pagina 1