PROVINCIALE STATEN TAN ZEELAND.
ZITTING VAN DINSDAG 7 NOVEMBER 1893.
3
Avondzitting van 7 November. Opening der vergade
ring; onderzoek der geloofsbrieven en beëediging nieuw
lid; mededeeling ingekomen stukken; voorstellen van
Gedeputeerde staten bepaling van den dag der volgende
bijeenkomst.
Voorzitter jbr mr W. M. de Brauw.
Tegenwoordig 41 leden, de heeren Pompe van Meer-
dervoort, Van Deinse, Dronkers, Van Woelderen, Van
Voorst Vader, Thomaes, Snijders, Kakebeeke, Ham-
macher, De Casembroot, Van Rompu, J. A. Bolle, W.
C. de Smidt, Fokker, Moes, Van Lyriden, Van Teijlin-
gen, Moerdijk, Henneqnin, Buteux, Van Waesberghe
Janssens, De Bats, Heijse, Den Boer, Noordijke, De
Jonge, Huveis, Vader, Fruijtier, IJsebaert, Van Uije
Pieterse, Van der Beke Callenfels, Lucasse, M. Bolle,
Hollestelle, Vader, Van Bunren, Van der Meer, Van
der Bilt, Van der Lek de Glercq en Siegers.
De -voorzitter opent deze najaarsvergadering in
naam der koningin en zegt het volgende
De Staten van Zeeland hebben een zwaar verlies
geleden door den dood van den heer Snöuck HurgroDje,
die ruim 28 jaren lid van deze vergadering was en
sedert Juli 1871 deel uitmaakte van het college van
Gedeputeerde staten.
Dit is een zeer zwaar verlies, niet alleen omdat de
overledene gedurende zoo langen tijd zijne krachten
heeft gewijd san de behartiging van de belangen onzer
provincie en dus volkomen op de hoogte der zaken
was, maar ook en vooral omdat bij iemand was van
groote werkkracht en groote bekwaamheid, een man
van initiatief, bereid met raad en daad ieder bij
te staan die het goede wilde, door en door eerlijk,
trouw en onbaatzuchtig, met een zeldzaam eenvoudig
en oprecht karakter.
Als hij eene zaak in handen en voor zijne rekening
nam, wist ieder dat die zaak in de beste handen was
en alle kans van slagen had. En als hij het woord
opvatte, voelde ieder zich gedwongen met aandacht
te luisteren, wegens de helderheid van voorstellingen
redeneering, de beslistheid en de scherpzinnigheid die
zijne adviezen steeds kenmerkten.
Het is een onwaardeerbaar voorrecht, dat een man
van dien stempel zijne beste krachten, ik mag wel
zeggen, zijn gebeele leven aan deze provincie heeft
willen wijden en het ij onze plicht, meer dan dit, het
is ons allen eene behoefte in dit oogenblik getuigenis
af te leggen van onze dankbaarheid voor alles wat bij
in het belang van Zeeland heeft verricht.
De leden geven van hunne instemming met het ge
sprokene blijk.
De voorzitter stelt aan de orde de geloofsbrieven
van het nieuw gekozen lid in het district Middelburg
en benoemt tot leden van de commissie van onderzoek
de heeren Hammacher, Lucaese en M. Bolle.
Gedurende den tijd, dat de commissie zich met het
onderzoek onledig houdt, worden de werkzaamheden
geschorst.
Ter vergadering teruggekeerd, brengt de heer Ham
macher namens de commissie rapport uit.
Uit het rapport blijkt:
dat de door de wet gevorderde bescheiden zijn
overgelegd
Bijvoegsel van de Middelburgsclie Courant van Dinsdaj
dat in het hoofdkiesdistrict Middelburg bij eerste
stemming zijn uitgebracht 3392 stemmen, waarvan 39
van onwaarde
dat daarvan op zich hebben vereenigd de heer P. J.
Siegers 1697 en eenige andere heeren 1642 of minder
stemmen;
dat de heer P. J. Siegers de volstrekte meerderheid
der geldig uitgebrachte stemmen verkregen heeft en
alzoo verkozen is
dat hij de bij de wet gestelde vereischten bezit.
De commissie stelt alzoo voor den beer Siegers toe
te laten.
Overeenkomstig dit rapport besluit de vergadering
tot toelating van den heer Sieg-erg.
De heer Siegers wordt door den griffier binnen
geleid en legt in handen van den voorzitter de ver-
eischte eeden af.
De voorzitter wenscht den heer Siegers geluk
met zijn benoeming en noodigt hem uit in het midden
der leden plaats te nemen.
Oader dankbetuiging van den voorzitter wordt
de commissie van onderzoek ontbonden.
Da voorzitter doet mededeeling van de volgende
ingekomen stukken:
Koninklijk besluit, houdende goedkeuring der
begrootiog van de enkel provinciale en huishoudelijke
inkomsten en uitgaven voor 1891.
Koninklijk besluit, houdende goedkeuring van
de besluiten der Staten
1. tot wijziging der begrooting van de enkel pro
vinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor
1893
2. tot intrekking van het besluit betreffende eene
geldleening ad 60.000, en tot het aangaan van eene
geldleening ad f 120.000;
3. tot het doen uitzetten van kasgeld op prolongatie;
c. Koninklijk besluit, houdende goedkeuring der
begrooting van de enkel provinciale en huishoudelijke
inkomsten en uitgaven voor 1894
d. Koninklijk besluit, houdende goedkeuring van
het gemeenschappelijk besluit der Staten van Zeeland
en Noord Brabant tot oprichting van het waterschap
de Damespolder en tot vaststelling van een reglement
voor dat waterschap.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
e. Brief van den minister van Binnenlandsche zaken,
hondende mededeeling vau hetgeen is uitgetrokken op
de rijksbegrooting voor kosten van het provinciaal
bestuur van Zeeland, voor zooveel het rijksbestuur is,
dienst 1894.
Deze brief wordt op de griffie gelegd ter kennisne
ming van de leden.
Namens Gedeputeerde statea doet de -voorzitter
de volgende mededeelingen
a dat omtrent den post ad 500, voorkomende
onder hoofdstuk IX der uitgaven op de provinciale
huishoudelijke begrootingen van 1892 en 1893, ter
bestrijding van behoeften, welke hare omschrijving
niet vinden in de artiken dier begrootingen, sedert de
laatst gehouden zomervergadering niet is beschikt
6 dat geen onderhandsche aanbestedingen sedert de
zomervergadering hebben plaats gehad.
Daarna legt de voorzitter over de'vólgende voor
stellen van Gedeputeerde staten
a om diligent verklaard te worden in zake het
adres van J. Mulder e. s., ambtenaren bij den pro
vincialen -waterstaat, om bij overlijden aan hunne
weduwen en weezen een pensioen te ver-
leenen.
1U November 1893. 1