ZITTING VAN WOENSDAG 22 NOVEMBER 1893.
65
De heer Haven. Ik kan mij zeer goed vereeni-
gen met bet denkbeeld van het geaohte lid uit Vlis-
singen om de beslissing uit te stellen tot de zomer
vergadering. Wanneer wij heden over een balt uur
oi van avond bijeenkomen zou het iets hebben van
een loterij, waarbij het alleen erop zal aankomen of
zij, die thans vertrekken moeten, tot de vóór of wel
tot de tegenstanders behooren. Goed ware het, de
zaak nog eens rijpelijk te overdenken en daarom tot
de zomerzitting te wachten.
De heer Van der Silt. Ik zou in overweging
willen geven een naderen dag te bepalen voor een
bijeenkomst nog in deze najaarszitting. Wilde men over
een half uur ot van avond vergaderen dan zouden wij
eerstens niet handelen in den geest der wet en tweedens
zouden wij ook tot geen ander resultaat komen, daar de
stemming dezelfde uitkomst zou hebben dan deze.
De voorzitter. Ik weosch tbans in stemming te
brengen de vraag of de vergadering de volgende week
bijeen zal komen of dat zij de zaak wil aanhouden
tot de zomervergadering.
Met 26 tegen 7 stemmen wordt goedgevonden in de
volgende week bijeen te komen.
Tegen stemmen de heeren Van Uije Pieterse, De
Jonge, Siegers, Van Woelderen, Pompe van Meerder-
voort, Huvers en Van Rompu.
Bij deze stemming zijn aiwezig de heeren Moes,
Moerdijk, IJsebpert, De Smidt en Hammacher.
De heer J. A, Bolle. Mijnheer de voorzitter, mag
ik u beleefd in overweging geven om de vergadering
niet op een marktdag bijeen te roepen.
De heer lHoerdyke. Ik heb de eer voor te stellen
a. Maandag te vergaderen.
De heer Pompe van Heerdervoort. Dan zal
ik verhinderd zijn.
De voorzitter. Wat denken de heeren van
Woensdag
De heer "fan der Have. Dan zal ik niet kunnen
tegenwoordig zijn.
De heer fan Uije Pieterse. Mynheer de voor
zitter, u is steeds zoo beleefd de leden der Staten te
raadplegen over den dag, waarop weder vergaderd
worden zal, en dat waardeer ik natuurlijk zeer. Maai
is het niet, volgens de wet dat de dag door u bepaald
wordt? Ik geloot van ja.
De voorzitter wjjst op de 2de alinea van art. 11
vau bet reglement van orde, welke aan de vergadering
de bevoegdheid geeft zelve den tijd der volgende
bijeenkomst te bepalen, eene bevoegdheid waarvan zij
menigmaal gebruik maakt en die moeiljjk aan eene
vergadering kan ontzegd worden. Hij stelt nn voor
de volgende bijeenkomst te houden op Maandag 4
December om éen nur.
Hiertegen zijn geene bekendingen.
Daarop sluit de voorzitter de vergadering.
Bljvaegsel van 4e MUMelbargeelte cozrant van Dinsdag 13 December 18*3.
17