ZITTING VAN WOENSDAG 22 NOVEMBER 1893. 47 Bij eene kortstondige afsluiting der vaart moeten thans soms 500 a 600 beesten wachten; dat kost gemiddeld ƒ4 per stuk in de week; en welk een belangrijk cijfer maakt zulks niet uit, al is het dat de opsluiting slechts drie weken duurt. Doch het is niet slechts deze schade die de boer betaaltdoor den aanvoer in eens, bij open water, wordt bovendien de marktprijs gedrukt gedurende onderscheidene weken en de énorme verliezen, daaruit ontstaande, zouden voorkomen wor den door de tram. In antwoord aan een lid, door wien twijfel geopperd wordt omtrent den zesweekschen invloed van 600 beesten op de Rotterdamsche markt, waar wekelijks 1300 a 1400 stuks vee verhandeld wordt, drukt spreker zijn leedwezen uit dat men zijne ver zekering niet schijnt te willen aannemen en herinnert, dat onder de opgaven van den aanvoer tot zelfs gras kalveren begrepen zijn hij verklaarde nadrukkelijk dat zelfs gedurende een geruimen tijd van het jaar de markt te Rotterdam dsor het SchouwenDuive- landsche vee wordt beheerscht. Tegen de bedenkingdat het subsidiecijfer te hoog is wordt door een lid derzelfde aldeeling aangevoerd dat men schrikken zou als het cijfer van de kosten der Wester-Scheldevaart eens openbaar werd en dat SchouwenDuiveland daarvan toch geenerlei voordeel trekt. In eene andere afdeeling gaf nog een lid als zijn gevoelen te kennendat men in deze zaak niet te angstvallig moest wezen om het gevraagde subsidie toe te staan, daar het hier zulk eene belangrijke onderneming geldt en zulks te eerder, omdat met het toestaan van rentelooze voorschotten voor kunstwegen dikwijls zoo lichtvaardig omgespron gen werd. Een lid van een andere afdeeling wenschte daarentegen, dat ook deze subsidie liever aan de ver betering van wegen zou worden besteed en heeft een principieel bezwaar tegen het toestaan der gevraagde som door de provincie, als subsidie, omdat zijns inziens daardoor gebroken wordt met het stelsel van renteloos voorschot, tot hiertoe door haar gevolgd. In de nota, hiervoren bedoeld, vangt de steller aan met op te merkenAls het werkelijk waar is dat de ontworpen tramonderneming een levensbehoefte is voor de inwoners van Schouwen en Duiveland en deze bovendien voorziet in een bepaalde behoefte, dan maakt de ondersleuning, toegezegd door de verschillende open bare lichamen welke bij de zaak belang hebben, een tegenovergestelden indruk. Om rechtvaardig te zijn, diende men te onderscheiden1". Vervolgens worden bedoelde bijdragen ieder afzonderlijk nagegaan en ten slotte, resumeerende, geconstateerd onder adat van de belangstelling in den ontworpen tramweg door de daarbij betrokken gemeenten, polders of waterschappen niet voldoende is gebleken1". In eene afdeeling werden hieromtrent mede breedvoerige beschouwingen in bet midden gebracht. Zoo werd gewezen op Zierikzee, dat met eene bevolking van plus minus 7000 inwoners slechts f 500 heeft toegezegd, terwijl Bruinisse met eene bevolking van 2300 zielen en Brouwershaven met 1500 inwoners respectievelijk f 300 en f 400 zullen geven. Ook meende men dat dit betzelfde geval is met de polders. Zoo heeft de Anna Jacoba, groot 700 hectaren, f 200 toegezegd en zal Schouwen, dat 9000 hectaren groot is, maar f 250 geven. Een lid noemde het verkeerd, dat aan den calamiteuzen polder Brui nisse geene bijdrage was gevraagd omdat die calami- teus is, en meende dat, waar, tengevolge van de tot stand koming dezer tramverbinding de waarde van de gronden in dien polder, evenals in niet-calamiteuze polders, zal toenemen, ook de eigenaren iu dezen polder verplicht waren, evenals die der andere polders, bij te dragen. Ook werd gezegd dat men het ten zeerste betreurde dat de provincie Noord-Brabant het baar gevraagde subsidie heeft geweigerd, zoodat genoemde provincie bij bet tot stand komen der onderneming in het bezit zal komen van plus minus 14 kilometer tram weg, voor een groot deel daargesteld met financieelen steun onzer provincie. In antwoord op de in deze afdeeliDg aangevoerde bedenkingen werd in de eerste plaats gewezen op het verkeerde om het geven van subsidie voor nuttige onder nemingen afhankelijk te stellen van de gelijkmatigheid der bijdragen, die door de naaste belanghebbenden worden toegezegd, aangezien men altijd goed- en min der goedgezinde besturen vindt. Zoo zijn er ook in het vierde district, naast belanghebbende polders en gemeenten die zeer weinig, enkelen die zelfs niets voor de aldaar bestaande tramverbinding hebben bij gedragen. Voor wat betreft de opmerking over de bijdrage van het waterschap Schouwen werd herin nerd aan de hooge polderlasten, die aldaar door de ingelanden betaald moeten worden. Verder aan de omstandigheid, dat dit waterschap vroeger calamiteus was en slechts eenige jaren geleden is vrijverklaard, zoo dat het thans nog gedeeltelijk te zorgen heeft voor het reservefonds, dat ingevolge de wet moet geformeerd worden. En wat de andere polders betreft, kan men gerust aannemen dat, waar die niet genoeg willen bij dragen, dit geschiedde omdat de gemeenten, waarin zij gelegen zijn, een evenredig hoog bedrag hadden toe gezegd. Behalve do in vorenbedoelde nota uitvoerig om schreven bezwaren en de hiervoren opgenoemde be denkingen tegen het hooge bedrag van het aange vraagde subsidie, het groote belang van de tramver binding voor Schouwen en Duiveland en de onevenredige bijdrage van polders en gemeenten, werden door bet lid, in den aanvang van dit verslag bedoeld, in zijne afdeeling zoowel de genoemde punten als zijne overige bezwaren ontwikkeld als volgtIn de eerste plaats stelt hij de vraag: is die tramverbinding daadwerkelijk zoo groote levensbehoefte en dan wijst hij op de communicatie, die door drie snelvarende stoombooten van Zierikzee op Rotterdam en dus van Schouwen Duiveland met Holland wordt daargesteld, terwijl, wanneer de Spoorbootmaatschappij doet wat men met het oog op de provinciale subsidie van f 24000 in billijkheid ten gerieve en bate van bet reizend publiek kan vergen, eene derde reisgelegenheid voor de gehaaste reizigers naar Holland daar is. Zal men die snelvarende booten, wier reis tegen zeer lage tarieven plaats heeft, gaan verlaten om de veel duur dere tram naar Holland te nemen, wiens reisduur niet zooveel korter zal zijn? Zullen de passagiers, die de reis van Zierikzee naar Rotterdam thans voor 3 in retour le klasse kunnen doen met retourbewijs dat drie maanden geldig is, vijf gulden gaan betalen voor een retour 2e klasse met de tram? Ik betwijfel bet. Zullen de veehandelaars, die nu f 1.25 per stuk vet vee van Zierikzee naar Rotterdam betalen, den daarbij voor het vee gemakkelijken waterweg verlaten om voor vermoedelijk meer geld met de tram te gaan? Zullen de fabriekanten de suikerbieten, dat product, thans voor hoogstens hetzelfde tarief als de tram zal vragen, aangevoerd, den waterweg doen verlaten die deze landbouwvrucht tot vóór hunne fabrieken brengt, om die met de tram te doen vervoeren, welk trans port veel meer lastig en omslachtig zal zijn Ik ge loof het niet. Maar bovendien, het komt mij voordat het comité zelf niet veel van dat vervoer verwacht, want in de zeer globale berekening van kosten is niets uitgetrokken voor de daarstelling van emplacementen bij de stations; de aan te voeren wagenvrachten bieten moeten toch immerB ten allen tijde kannen worden ontladen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 51