ZITTING VAN WOENSDAG 22 NOVEMBER 1893.
31
begrooting die van zulken overwegenden invloed zijn
op de geheele raming van kosten, dat het geen be-
teekenis zou hebben, bedenking te maken tegen het
bedrag, voor de aardewerken in de begrooting gesteld,
uithoofde van eenige onzekerheid omtrent enkele dni-
zende kubieke meters grond.
Bovenbouw.
Van de geheele begrooting is natuurlijk de raming
van den bovenbouw het meest belangrijk. Deze werd
uitgetrokken tot een bedrag van 513.762.
Het is te betreuren, dat in de begrooting door het
comité geen analyse wordt gegeven van de eenheids
prijzen, gesteld per 1 M. lengte voor het veldspoor,
en het spoor in bestrating.
Hiervoor vindt men in de begrooting eenvoudig
gesteld respectievelijk de cijfers 8 en 11.50.
Afzonderlijk is in rekening gebracht, zoo ik de
raming wel begrijp, het aanvoeren van het materieel
langs den weg, het leggen van het spoor, het leggen
van bogen met de levering der contrarails, idem van
de wissels, enz., alsmede de levering en het vervoer
van ballast.
Bovenbedoelde prijzen zjjn dus bedoeld de prijzen
van aankoop en vervoer, tot op het werk, van de be-
noodigde materialen voor het maken van het spoor.
Het met nauwkeurigheid stellen der eenheidsprijzen
dier materialen is van het grootste gewicht, daar de
invloed daarvan op het bedrag van het eindcijfer der
begrooting overwegend is.
Uit de bescheiden, door den concessionaris overgelegd,
zijn de hoeveelheden materialen, voor den bovenbouw
noodig, bekend.
Deze hoeveelheden gaven bij onderzoek geen aan
leiding tot overwegende bedenkingen.
Omtrent de thans bestaande gemiddelde eenheids
prijzen, heb ik in België inlichtingen ingewonnen bij
een der groote staal- en ijzerfabrieken.
De verkregen inlichtingen heb ik de eer hierbij te
voegen, als bijlage no 1.
Na verhooging der opgegeven prijzen, met 2.50
per 1000 KG. voor inladeD in de haven te Terneuzen,
vervoer te water en lossen te Zierikzee of aan het
Zijpe, kom ik in ronde cijfers tot de volgende een
heidsprijzen: 10C0 KG. rail ft 2.50, 1000 KG. lasch-
platen f 71.50, 1000 KG. dwarsliggers f 59.50, 1000
KG. bouten, enz. 119.50.
Voor gietijzer was ik nog niet in de gelegenheid
fabrieksprijzen te verkrijgen ik meen stellig niet te
laag te ramen, door dit materiaal te stellen op 150
de 1000 KG.
De hoeveelheden door dit comité aanhoudende, kom
ik dan tot de volgende raming voor 1000 M. lengte
veldspoor40110 KG. stalen rail ad f 52,50 de 1000
KG. 2107,351282,5 KG. stalen laschplaten ad f 71,50
de 1000 KG. f 91,70; 30105 KG. stalen dwarsligger
ad f 59,50 de 1000 KG. 1721,25 en 2390,5 KG.
ijzeren bouten enz. ad f 119,50 de 1000 KG. f 285,66;
samen 4275,96
of per 1 M. veldspoor 4.27J, stel in ronde cijfers
4.30 en voor 1000 M. lengte spoor in bestrating
57681 KG. staal voor rail en contrarail ad 52.50 de
1000 KG. 3028.521S40 KG. staal voor laschplaten
ad 71.50 de 1000 KG. f 131.5630105 KG. staal
voor dwarsliggers ad f 59.50 de 1000 KG. f 1791.25
5075.5 KG. ijzer voor bouten enz. ad f 119.50 de
1000 KG. 606.2526208 KG. gietijzer voor klossen
enz. ad 150 de 1000 KG. 3931.20Bamen 9488.78,
ot per 1 M. spoor in bestrating 9.49, stel in ronde
cijfers 9 50.
De verschillen met de door het comité gestelde cijfers
zijn belangrijkte weten 3.70 lager per 1 M. veld
spoor en 2 lager per 1 M. spoor in bestrating.
Bij de berekening der kosten voor 1M. spoor, zooals
gesteld door het comité, moeten derhalve zeer afwijkende
hooge staal- of ijzerprijzen gebrnikt zijn.
Volgens de begrooting is er in het geheel 47940 M.
lengte veldspoor en 3760 M. lengte spoor in bestrating.
Tegen de boven door mij becijferde eenheidsprijzen,
zou daardoor eene verlaging van het eindcijfer moge
lijk zijn van 47940 x 3.7 - f 177.378 en 3760 X 2
7.520, samen 184.898.
Kom ik derhalve tot een veel geringer bedrag voor
den ijzeren en stalen bovenbouw, zoo meen ik daaren
tegen, dat de prijs voor den ballast met vervoer aan
merkelijk te laag is gesteld, waar deze met vervoer
slechts is bepaald op f 1.20 per M3.
Ik zou den prijs voor goeden ballast met vervoer
op niet minder dan f 2 durven stellen.
In het geheel benoodigd zijnde 29.560 M3 ballast,
zou de begrooting uit dien hoofde te vermeerderen zijn
met 29.560 x 0.8 23.648.
Dat voor het hierboven door mij beweerde omtrent
de min juiste prijzen van staal en ballast grond bestaat
zal uw college duidelijk worden, wanneer ik in herin
nering breng, dat bij den aanleg van den stoomtram
weg Breskens—Maldeghem de stalen spoorstaven, met
laschplaten en bouten, werdenaangenomen door de
firma F. Krupp voor f 49.83 per 1000 kilogram.
De firma in België, die ik nu raadpleegde, schreef
toen ook in, slechts even boven het bedrag, door Krupp
bedongen.
Het enkel leveren van den ballast te Breskens, zon
der vervoer langs de lijn, werd toen aangenomen
voor f 1.94 de M3.
Bij deze uiteenloopende cijfers tussehen het comité
en volgens mijne meening ten opzichte van de prijzen
voor den stalen en ijzeren bovenbouw en den ballast,
meen ik, dat voorshands kan worden afgezien van
verschillen van minder gewicht, opgevallen bij verge
lijking van de raming met de situatieteekeningen, en
op posten der raming van minder ingrijpenden invloed
Alleen zou er nog op kunnen gewezen worden, dat
de prijs voor de halve wissels te laag gesteld schijnt.
Kunstwerken.
Daargelaten de aanleg der havenwerken met steigers
aan het Zijpe, zoo aan de zijde van Bruinisse als aan
die van St. Phiiipsland (niet in de begrooting opge
nomen als ten laste gedacht van het rijk), zijn de
kunstwerken, in het tramontwerp opgenomen, niet be
langrijk; te zamen zijn zij geraamd voor de geheele
lijn,zóo in Zeeland als in Noord Brabant, op ƒ25.406.
Zij bestaan voornamelijk in verzwaren en verlengen
van duikers, het maken van keermuurtjes, afrasteringen,
eenige brugjes enz.
Voor ieder kunstwerk is in de begrooting slechts
een bedrag in eens uitgetrokken.
Voor een eenigszins deugdelijke beoordeeling der
begrooting op dit onderdeel, zijn derhalve de gegevens
niet aanwezig.
Iatussehen zijn destijds schetsen van de meerderheid
dezer kunstwerken overgelegd, waaruit althans va n
de hoofdzaak blijken kan.
Daarop afgaande, zijn die kunstwerken globaal ge
raamd, en werd dezerzijds gekomen tot eenigszins
andere cijters dan in de begrooting genoemd.
In het geheel kwam ik voor de kunstwerken in
Zeeland tot een bedrag van f 23.745daarbij niet
begrepen de meerdere kosten der voorziening van den
tramweg in de kom van St. Phiiipsland en de kosten
der eventueel noodige kunstwerken bij doorsnijding