ZITTING VAN VRIJDAG 1.0 NOVEMBER 1893.
23
De heer Hammaclier. Mijnheer de voorzitter,
ik wilde hetzelfde voorstel doen dat door den heer
De Smidt ia ingediend.
De voorzitter zegt te gelooven dat de Woensdag
het meest in den smaak der leden valt.
De heer tmcasse. Dan trek ik mijn voorstel in,
daar ik voorzie dat, bij stemming over den dag van
bijeenkomst, dit toch geen meerderheid zou verkrijgen.
De voorzitter. Dan stel ik voor de volgende
zitting te houden op Woensdag '22 November, 's mor
gens te 10 uren.
De heer lie Smidt. Kunnen de heeren uit Schou
wen zoo vroeg wel hier zijn? Ware het niet beter
den aanvang op 11 uur te bepalen
De voorzitter. Ook hiertegen is geen bezwaar.
De vergadering zal dus te elf uur beginnen.
De heer Van tTije Mieterse. In den regel,
mijnheer de voorzitter, liggen de rapporten op den
dag der vergadering ter tafel. Zouden Ged. staten
nu niet goed kunnen vinden het algemeen verslag ten
deze aan de leden toe te zenden.
De voorzitter. Ik moet den heer Van Uije
Pieterse opmerken dat in den regel er geen gelegen
heid is tot toezending. Als er echter tijd is, geschiedt
dit altijd.
De voorzitter. Ik sluit deze bijeenkomst.