10
ZITTING VAN VRIJDAG 10 NOVEMBER 1893.
schikt is tot het maken van een steiger, die met ieder
getij te bereiken is
dat, bij het vervallen van de destijds geopperde be
zwaren, adressanten vrijheid hebben gevonden, deze
zaak andermaal aan uw oordeel te onderwerpen;
dat adressanten dit destemeer wagen, wijl de ernstige
pogingen van particulieren om een stoomtram Elle
woutsdijk—Goes aan te leggen zijn afgestuit, doordien
geen enkel communicatie-middel met de overzijde be
staat, wat destemeer te bejammeren is, nu de landbouw,
sedert jaren zoo kwijnend, steeds meer achteruitgaat,
bij gebrek aan dusdanige verkeermiddelen
dat adressanten mitsdien in het belang van het
algemeen zich tot uwe vergadering wenden met het
zeer dringend, doch beleefd verzoek deze zaak alsnog
aan een nauwgezet onderzoek te doen onderwerpen,
en te besluiten aan of bij de haven alhier een aan
legplaats voor de provinciale stoombooten te doen
aanbrengen, opdat Zuid-Beveland langs dezen weg
beter verkeer kunne vinden met België en Zeeuwsch-
Vlaandeien en de landbouwers zoodoende meer uit
hun isolement verlost worden.
Dit adres was onderteekend C. Eindhout Jz., en
302 anderen.
2o. Geeft te kennen
de gemeenteraad van Ovezand s
dat deze raad in kennis is gesteld met een aan uw
collegie ingezonden verzoekschrift van ingezetenen van
Ellewoutsdijk, Driewegen, Overzand en Oudelande tot
bevordering der plaatsing van een steiger of aanleg
plaats te Ellewoutsdijk aan den Westhavendam
dat het zonder twijfel waarheid is dat de geheele
gemeente Ovezand belang heeft bij het plaatsen van
een steiger hetzij te Ellewoutsdijk, hetzij te Borssele
dat echter het oostelijk deel meer belang heeft bij
een steiger te Ellewoutsdijk als zijnde daarmede door
goede kunstwegen verbonden, terwijl:
het westelijk deel meer belang heeft bij een steiger
te Borssele wegens meerdere nabijheid, en zoonoodig
ook over 's Heerenhoek door kunstwegen bereikbaar;
dat de gemeenteraad van Ovezand alzoo voor het
oostelijk deel dezer gemeente instemming betuigt met
het ingezonden adres tot plaatsing van een steiger te
Ellewoutsdijk en bij eventueele plaatsing daarvan be
paaldelijk de wenschelijkheid uitspreekt dat het be
staande roeibootenveer te Borssele behouden blijft.
3o. Geett eerbiedig te kennen
De raad der gemeente Ellewoutsdijk;
dat de raad met genoegen heeft vernomen dat door
ingezetenen uit belanghebbende gemeenten tot uwe
vergadering op nieuw het verzoek is gericht om aan
de haven dezer gemeente eene aanlegplaats voor de
provinciale booten te maken
dat de gemeenteraad, in de overtuiging dat het aan
brengen van zoodanige aanlegplaats zeer zou zijn in
het algemeen belang en zeer bevorderlijk zijn zou aan
den bloei dezer en naburige gemeenten, bij deze zijne
volle adhaesie aan gemeld rekwest betuigt;
dat hij dit nog des te meer doet dewijl de destijds
ondeivonden bezwaren schijnen nit den weg geruimd
te zijn en de ligging dezer gemeente en zijne verbin
ding door goede wegen ran alle deelen van Zuid-
Beveland het maken van een steiger aan de in het
rekwest bedoelde plaats het meest gewenscht maakt
dat de raad alsnog hoopt dat uwe vergadering, bij
het bespreken dezer aangelegenheid, het drukke vee-
vervoer uit deze gemeente naar België niet uit het
oog zal verliezen.
Redenen waarom
de raad der gemeente Ellewoutsdijk zich tot uwe ver
gadering wendt met het eerbiedig verzoek tot het
maken van de gevraagde aanlegplaats te besluiten,-
waardoor eene gunstige verbinding met België en
Zeeuwsch Vlaanderen zou zijn tot stand gebracht.
do Geeft beleefd te kennen
De gemeenteraad van Driewegen
Gezien het aan uwe vergadoiing ingediend adres van
ingezetenen van Ellewoutsdijk, Driewegen, Ovezand en
Oudelande, tot het verkrijgen van een aanlegplaats
voor de provinciale stoombooten te Ellewoutsdijk;
Overwegende dat deze gemeente zeer veel belang
heeft bij de plaatsing van een steiger, hetzij te Elle
woutsdijk, hetzij te Borssele, en tot de daarstelling
van een steiger te Borssele niet kan worden besloten,
zag de raad dezer gemeente gaarne dat dan te Elle
woutsdijk een steiger kan worden geplaatst.
De brief van Burgemeester en Weihouders van
Ellewoutsdijk, dd. 3 October 11. luidt:
Wij veroorloven ons de vrijheid UEGA. hierbij be
leefd te kennen te geven dat
in het verzoekschrift van belanghebbende inge
zetenen uit deze en omliggende gemeenteu tot het
aanbrengen aan of bij de haven alhier van een steiger
ten dienste der provinciale stoombooten, in 1892 aan de'
Provinciale staten ingezonden, door die adressanten, in
tegenstelling met de meening van de door UEGA.
gehuorde deskuudigen, a!s zou de reis der booten van
Vlissingen, via EllewoutsdijkTerneuzen en omge
keerd, aanmerkelijk worden verlengd, is beweerd dat
de duur dier reizen zooal niet minder, hoogstens den
tijd der tegenwoordige rouie (via Borssele) eischen
zou
b. voor die bij dat verzoekschrift uitgesproken be
wering echter alleen was te vermelden het feit dat
zulks de zeer vaste overtuiging was van de alhier
gestationeerde schippers, waaronder de veei schippers
die de reis naar Terneuzen enz. sedert onheugelijke
jaren onder elke weêrsgesteldheid en bij elk getij
hadden gemaakt
c de dezer dagen genomen proeven de juistheid
van de toen door adressanten uitgesproken bewering
alleszins hebben bewezen.
Dat toch door den heer J. C. van Hattum van Elle
woutsdijk en Driewegen te 's Gravenhage tot het
naken van watertochtjes op de Schelde, gedurende
zijn verblijf in deze gemeente, alhier tijdelijk is gesta
tioneerd geweest een stoombootje, van klein model
en van veel minder snelheid dan de tegenwoordige
provinciale booten.
Dat o. a. bij een toen expres tot dit doel gemaakte
reis van Vlissingen, via EllewoutsdijkTerneuzen, bij
half getij, aangevangen te Vlissingen op hetzelfde
oogenblik als waarop de provinciale boot uit die plaats
vertrekt via Borssele naar Terneuzen, gebleken is dat
de provinciale boot de haven van Terneuzen 17 minu
ten eerder binnenliep dan bet bootje van den heer
Van Hattum voornoemd.
Dat, wanneer men hierbij in aanmerking neemt dat
I. bij de haven te Ellewoutsdijk evenveel minuten
is stil gehouden als de provinciale boot te Borssele
behoefde tot het afzetten en opnemen van passagiers
II. de provinciale boot een diepgang van voet
en het bedoelde schroefstoombootje een van 7 voet
bezit, waardoor zekerheidshalve van Ellewoutsdijk op
Terneuzen met grooteren bocht gevaren werd
III. laatstgemeld bootje op den afstand van Vlissin
gen—Boisseie, door mindere snelheid, reeds 8§ minuut
had verspeeld
men in elk geval tot de o. i. zeer juiste gevolgtrekking
komen moet dat de bewering als zou de ieis Vlissin
genTerneuzen via Ellewoutsdijk langer duren dan
via Borssele, hetgeen bovendien vroeger door geen
enkele proef bewezen is, geheel en al als vervallen