N°. 296.
136" Jaar ga».
1893
Vrijdag
15 December.
Middelburg 14 December.
£T
o«
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal *n Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regeU Bij abonnement lagerj
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels f 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimtej
Reclames 40 cent per regel
UIT STAD EN PROVINCIE.
MIDDELBI l((.S(lli; (III KAM.
Thermometer. Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Mooij, j A(l»ertentlfin
Middelburg 14 Dec. 8 u. vm 46 gr. te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Yerder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën j moeten des namiddags te één nuf
m. 12 u. 48 gr., av. 4 u. 46 gr. F. aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebk. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de La Mae Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zjjn, willes
Verwacht N. wind. j Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen.
Ue interpellatie iu (1e Eerste kamer
over de marinehaven te
Vlisaingen.
Meer uitvoerig dan de verslagen in de bladen,
geven natuurlijk de Handelingen ons te lezen
wat bjj die interpellatie door den heer mr E.
Fokker en den Minister van waterstaat is gezegd.
Om het groote belang, dat bjj deze kwestie
onze naaste omgeving heeft, en om een duide
lijk inzicht in deze zaak te helpen verkrij
gen, meenen wjj onzen lezers, vooral die in
Vlissingen en Middelburg, een genoegen te
doen met hier, uit die Handelingen, te laten
volgen wat van beide zijden is gezegd.
De heer mr E. Fokker, lid der Eerste
kamer voor Zeeland, zeide dan: Mynheer de
voorzitter l Ik begin met aan de Kamer mjjn
dank te betuigen voor het aannemen van mijn
voorstel, dat de Kamer inlichting vrage welke
de voornemens der regeering zjjn ten aanzien
van de marinesluis en marinehaven te Vlis
singen. De bedoeling van de vraag wensch
ik met een enkel woord toe te lichten.
In 1875 werd op de begrooting voor den
aanleg van staatsspoorwegen 3 ton uitgetrok
ken ter betaling van eerste termjjnen van de
werken voor het in orde brengen van de ma
rinehaven en de marinesluis te Vlissingen.
Nadat de post was aangenomen had in het-
aelfde jaar de eerste uitbesteding plaats ten
bedrage van xuim een ton.
Het werk was daarmede niet voltooid, en
maar de meening van sommigen in Zeeland,
'laat ik ze desnoods maar ongeduldigen noemen,
ging dat werk lang niet vlug genoeg van de
hand.
Dit gaf den heer Van Eek in December 1878
aanleiding om aan de regeering te vragen of
er niet wat meer spoed achter de zaak gezet
kon worden. De toenmalige minister van
waterstaat, handel en njjverheid zeide dat er
geen urgentie bestond, maar dat men van eene
s> bedaarde voltooiing" zich verzekerd kon
houden.
In 1880 hadden er weder twee aanbestedin
gen plaatseene tot voltooiing van de mari
nesluis en eene voor het bouwen van sluis
wachterswoningen, als 't ware le couronnement
de Védifice. Tot 1882 was voor die zaken
eene gezamenljjke som van ruim 13 ton be
steed.
Na dien tjjd is aan het werk niets meer
gedaan. Omdat het voltooid was Neen,
jnjjnheer de voorzitter, want in 1880 wist men
het aldestjjds was reeds gebleken, dat het
werk, zooals het geprojecteerd was, niet bruik
baar was. Na 1880 heeft men er geen geld
meer aan ten koste willen leggen, behalve
voor wat baggerwerk in de buitenhaven in
1885 en 1886. Het werk zou later, zoo heette
het steeds, worden afgemaakt, maar er was
geen haast by. Kennelyk zag men tegen de
betrekkelyk aanzienlijke uitgaaf op, welke
nader nog voor de voltooiing noodig was ge
bleken.
In Zeeland heeft men dat met leede oogen
aangezien maar men meende zich bij de
uitspraak van de opvolgende regeeringen, dat
er geene urgentie was, te moeten nederleggen.
Wat is nu gebeurd in den loop van Novem
ber jl.?
Toen is in de couranten eene aanbesteding
aangekondigd van het leggen van een dam
aan de zeezyde vóór de buitensluisdeur van
de marinesluis. Een vreemd feit inderdaad,
dat ons de vraag op de lippen brengtwat
heeft dit te beteekenen Zal daardoor de
geheele sluis voor goed onbruikbaar gemaakt
worden? Het is op deze gronden dat ik de
vrijheid heb genomen een voorstel te doen,
welks aanneming my in de gelegenheid zou
stellen de bekende vragen tot den minister
te richten.
Nadat de Minister van waterstaat
de heer Lely, zich bereid had verklaard dade
ljjk te antwoorden, zeide hjj het volgende
Mynheer de vooizitterIk ben gaarne bereid
Op de vragen, die de geachte afgevaardigde de
Welwillendheid heeft gehad my eergisteren
avond over te reiken, dadeljjk te antwoorden
De zaak, die het hier betreft, is hoogst een
voudig. Zooals de gachte afgevaardigde reeds
heeft medegedeeld, is in Vlissingen indertjjd
eene tweede sluis gemaakt. Het is bekend
dat tusschen de Schelde en het kanaal van
Walcheren, meer speciaal de binnenhaven te
Vlissingen, eene groote dubbele sluis bestaat
en dat men indertjjd het wenscheljjk heeft
geacht, voornameljjk met het oog op eene
mogeljjke uitbreiding van het handelsverkeer,
te Vlissingen eene tweede sluis als reserve-
sluis er bij te maken. Daarvoor kwam in
aanmerking de marinesluis, die destijds alleen
als keersluis dienst deed, welke toen is ver
bouwd tot schutsluis. Tevens is toen de marine
haven gewijzigd.
Zooals de geachte afgevaardigde reeds heeft
medegedeeld, beeft de sluis echter nimmer aan
hare stemming kunnen beantwoorden. Korten
tijd nadat de sluis tot stand was gekomen, bleek
namelijk dat de voorhaven dier sluis te kort
was, althans niet voldoende was ingericht, ten
gevole waarvan voor de sluisdeuren een groote
golfslag en deining plaats hadden, waardoor
niet alleen het binnenkomen van de schepen
moeilyk, haast onmogelyk, maar ook het ge
bruik van de sluis bezwaarljjk en zelfs gevaar
lijk werd. De deuren klapperden toen zoo
danig, dat men gemeend heeft die te moeten
vastzetten. Daarop zjjn de buiten- of vloed
deuren gestempeld, en met kettingen vastge
maakt. Den juisten datum waarop dit ge
beurde kan ik thans niet opgeven, omdat mjj
de tijd ontbroken heeft om dat na te zoeken.
Ik heb echter reeds in de stukken van 1882
gevonden dus 11 jaar geleden dat daar
van toen reeds sprake was.
Daar de sluis sinds jaren niet meer gebruik
werd, heeft men tevens het op diepte houden
der voorhaven nagelaten, welke voortdurend
is aangeslibd, zoodat er thans voor de sluis eene
sliblaag ligt van vier meter dikte.
De bestaande toestand komt dus hier op
nederdat de schutsluis niet wordt gebruikt
en niet kan gebruikt worden, omdat de deuren
zjjn vastgezet en zich bovendien eene dikke
sliblaag voor die deuren gevormd heeft.
Ik heb laten onderzoeken of de sluis in
bruikbaren toestand kan worden gebracht. Het
is mij gebleken dat dit zeer wel mogeljjk is
door uitbouwing en wjjziging van de haven-
dammen.
Eene voorloopige begrooting heeft aangetoond,
dat daarvoor noodig zou zijn eene uitgaaf van
minstens 3'/3 ton. Waar nu op het oogenblik
aan het gebruik van twee sluizen geene be
hoefte is, heb ik geene aanleiding kunnen vin
den om aan de Vertegenwoordiging voorstellen
te doen tot eene zoo belangrijke uitgaaf. Maar
waar de mogelijkheid bleek dat de sluis te
eeniger tijd aan haar doel zou kunnen beant
woorden, kon vanzelf niet tot opruiming wor
den overgegaan, maar is het de aangewezen
weg om de sluis in den hestaanden toestand
te behouden, en daaraan slechts zooveel te
besteden als voor het noodzakelijk onderhoud
wordt vereischt. Dit onderhoud kan echter niet
achterwege bljjven, omdat de sluis als water-
keering dient.
Nu zjjn in de loop der tjjden de buiten- en
vooral de binnen-ebdeuren in een toestand
gekomen, die noodzakelijk vernieuwing eischt;
zelfs werd het noodig geoordeeld daarmede
niet lang meer te wachtende kosten van
herstelling dier deuren waren op 28.000
geraamd.
Waar het nu niet waarschijnlijk is dat in
de eerste jaren de sluis in gebruik gesteld zal
worden, en in ieder geval, alvorens dit kon
geschieden, enkele tonnen gouds besteed
moeten worden, kwam mjj eene uitgaaf van
f 28.000 voor gewoon onderhoud vrjj belang
rijk voor en heb ik laten onderzoeken of de
sluis niet op eenvoudiger en minder kostbare
wyze in waterkeerenden toestand behouden
kon worden.
Het is mjj daardoor gebleken dat dit kan
geschieden door ter plaatse van de buitendeu
ren een aarden dam te leggen, welke even
tueel weder opgeruimd kan worden en waar
door dus omtrent een eventueel toekomstig
gebruik der sluis niets geprsejudiciëerd wordt.
Het leggen van den dam nu kost ongeveer
3500 en op grond daarvan heb ik daaraan
de voorkeur gegeven b'oven het vernieuwen
der deuren, waarmede eene uitgaaf van 28.000
gemoeid zou zyn.
De heer F o k k e r toonde zich door deze
mededeelingen niet bevredigd. Hy zeide: Bjj
het relaas van den minister, wien ik mjjn
dank betuig, dat hjj zich bereid heeft ver
klaard reeds heden te willen antwoorden op
de interpellatie, heeft hy op den voorgrond
gesteld dat de sluis te beschouwen is als eene
reservesluis. Naar ik meen, te recht. Maar
men moet zich omtrent de beteekenis van het
woord «reserve" eene goede voorstelling maken
Ik kan namelijk volstrekt niet toegeven dat
de tweede sluis is gemaakt voor het geval de
eerste voor de scheepvaart onvoldoende mocht
worden, dat die sluis zou gemaakt zjjn, omdat
er verwachting bestond dat de scheepvaart
zoo druk zou worden dat men het met éene
sluis niet af kon. Ik meen veeleer dat de
sluis gebouwd is, omdat men het gevaar wilde
voorkomen dat, indien de eenige voor zee
schepen bruikbare sluis van het kanaal door
Walcheren, aan de buitenha ven van VlissingeD,
defect werd, de communicatie met de zee voor
geheel Walcheren totaal onmogel jjk zou worden.
En bjj die beteekenis van het woord «reserve"
- - een tweede sluis voor geval de eerste on
klaar wordt, niet eene hulpsluis voor geval
de eerste het werk alleen niet afkan vervalt
hetgeen in het midden gebracht is door den
minister. Was de tweede sluis gebouwd met
het oog op verwacht meer verkeer, ik zou
kunnen toegeven, dat bljjkens de ervaring na
1875 de vermeerdering van verkeer nog niet
zoo groot is dat dit door twee sluizen moet
bediend kunnen worden. Maar de sluis is ge
bouwd als veiligheidsmaatregel.
Is nu aangetoond geworden dat de omstan
digheden sedert veranderd zjjn, zoo dat de
veiligheidsmaatregel,welke vroeger noodzakelijk
werd geacht, nu niet meer noodig zou zyn
Het tegendeel is waar.
In 1875 was het kanaal van Walcheren ook
aan de zyde van Veere voor zeeschepen bruik
baar. Desnoods kon men destjjds dus aan de
zyde van Veere met een zeeschip het kanaal
verlaten. Maar ten gevolge van stroomverleg-
ging en vérondieping in de buitenhaven te
Veere, in de Zandkreek en in het Veergat is
die uitgang aan de zyde van Veere voor zee
schepen niet meer bruikbaar.
Wanneer zeeschepen het kanaal te Vlissingen
zjjn binnengekomen en de sluis wordt daarna
defect, dan kunnen zjj er niet meer uit, nu de
uitweg langs Veere is verlamd. Als er nu een
ongeluk gebeurt aan de eenige bruikbare sluis,
terwij de tweede sluis niet bruikbaar gemaakt
maar door een dam afgesloten is, dan zjjn
Middelburg en Vlissingen niet meer voor zee
schepen te bereiken. Ik mag er wel op wjj-
zen dat de staat, door dit werk aanvankeljjk
te maken maar niet te voltooien, voor de ge
meente Vlissingen een uitweg (uit het zooge
naamd natte dok door de voormalige marine
sluis) heeft afgesneden, die vroeger bestond.
Bovendien al is het verkeer niet zóo toege
nomen als men gehoopt en verwacht had, in
de laatste jaren is de toestand te Vlissingen
toch zeker heel wat verbeterd. Ik wjjs op
den aanzienlijken aanvoer Tan petroleum, op
de Hull-booten, op het groot vertier aan de
fabriek de Schelde. Voor al deze belangen
zou het onklaar worden van de eenige
sluis een ramp zjjn, zoo de marinesluis in
onbruikbaren staat wordt gelaten. In plaats
van de reservesluis te laten wat zjj is, zou
men er veeleer alles aan moeten doen wat de
scheepvaart eischtde omstandigheden eischen
nu niet minder maar meer dringend dan in
1875 dat de veiligheidsmaatregel niet achter
wege bljjve.
Nu meen ik uit den mond des ministers
vernomen te hebben, dat die dam allerminst
te beschouwen is als een begin van finale
afsluiting. Ik neem akte van die verklaring,
want mijne bedoeling met mjjn optreden was
zeer zeker ook, te voorkomen dat de" regeering
zich later zou kunnen beroepen op een fait
accompli, zou kunnen verwyzen naar den in
1893 gelegden dam als een onwederlegbaar
bewjjs dat men toen reeds tot finale afsluiting
had besloten.
In 1882 heeft de maatschappij de Schelde
aan de regeering afstand gevraagd van de sluis
met verzoek er een droogdok van te mogen
maken. Heeft de regeering toen geantwoord
met genoegen Volstrekt niet. De regeering
heeft gezegdneen, daartegen bestaan niet
alleen technische bezwaren, maar ook de be
langen van de scheepvaart vorderen het behoud
der sluis als reservewjj kunnen uw verzoek
niet inwilligen. Men gaf toen uitdrukkelijk
als motief voor de afwjjzingde sluis moet
als reserve voor de scheepvaart bewaard bljjven.
Een later verzoek van de Schelde werd in 1890
of 1891 met dezelfde motieven afwjjzend be
antwoord. Is het wonder dat de houding van
den tegenwoordigen minister in deze groote
teleurstelling verwekt?
Nu komt bjj de kwestie van de sluis ook
die van de haven, die in 1857 door de gemeente
aan de regeering werd afgestaan met eenige
gronden erom heen, voor zoover de gemeente
op een en ander rechten kon doen gelden.
Bjj contract werd bepaald, dat de haven voor
handel en scheepvaart beschikbaar zou bljjven
dat zjj onbruikbaar zou gemaakt worden, kon
de gemeente destyds zeker niet vermoeden.
In hoeverre de gemeente uit die overeen
komst eene vordering tegenover den staat kan
doen gelden, behoef ik hier niet te bespreken,
want dit is eene kwestie, welke bjj den rech
ter te huis behoort Doch hier kan ik toch
e: mjj zeker wel op beroepen dat het nooit de
bedoeling van partjjen is geweest dat de staat,
zoo die haven van inlichting ging veranderen,
die onbruikbaar zou mogen maken.
De deskundigen hebben zich in 1875 ver
gist in plaats van sluis en Raven, die bruik
baar waren, beter te maken, zjjn beide on
bruikbaar geworden door toedoen der regeering.
En nu legt de regeering er zelfs een dam in;
De gemeente kan en zal daarin niet berusten.
Ik meen dan ook de verzekering te kunnen
geven, dat, wanneer de regeering mocht bljjven
vasthouden aan het plan om die haven ontoe-
gankeljjk te maken of te houden, zoodat de
gemeente van de werken, die zy uit kracht
van of in verband met het contract va* 1875
aangelegd heeft, geen profijt zal hebben,
Vlissingen zich in rechten tegen den staat zal
doen gelden. Of dit met succes zal gebeuren,
kan thans hier geheel buiten beoordeeling
blyven.
Terwijl ik den minister dank zeg voor zjjn
antwoord, neem ik tegelykertyd nogmaals akte
van zjjne verklaring, dat het niet de bedoeling
is om de sluis onbruikbaar te maken, dus dat
ook, ondanks het leggen van den dam, de
kwestie van de voltooiing eene opene vraag
bljjft.
Ik betreur het echter dat de regeering geen
termen heeft gevonden de sluisdeuren thans
reeds te herstellen. Men meene niet, dat men
hier met een nieuw werk te doen heeftde
sluisdeuren aan de binnenzyde bestaan reeds
sedert de marine te Vlissingen zeteldezjj
zyn 50 a 60 jaren oud en zijn door den tand
des tjjds onbruikbaar geworden. In plaats
van die deuren in orde te brengen vindt men
goed om er een dam voor te leggen. Ik acht
dat niet een onderhouden van rjjkswerkan,
zooals men dit van het rjjk mag verwachten.
Waar Vlissingen sedert 1875 op de voltooiing
van hare sluis wacht, is het eene groote te
leurstelling, dat men in 1893 moet ervaren,
dat het gewone onderhoud er niet meer af
kan, en men onverantwoordelijke maatregelen
neemt om zich zelfs van het gewone onder
houd der sluis te bevrjjden.
Ten slotte zeide de Minister van wa
terstaat: Slechts een enkel woord naar aan
leiding van hetgeen de geachte afgevaardigde
uit Zeeland zooeven heeftin het midden gebracht.
Het is volkomen juist, dat de sluis als reservesluis
kan dienen voor het geval de andere bezwijkt.
Maar omtrent de noodzakelijkheid van zulk
eene reservesluis is twjjfel gewettigd, wanneer
men bedenkt dat in IJmuiden nimmer eene
reservesluis heeft bestaan. Evenwel, welke
opvatting men ook moge hebben van de be
stemming der sluis, dit maakt geen onderscheid
in de beoordeeling van den bestaanden toe
stand. Die toestand is deze dat de sluis niet
gebruikt wordt en niet gebruikt kan worden,
en dat eene uitgaaf van minstens 31/., ton en
minstens een jaar werktjjd vereischt worden
om de sluis bruikbaar te maken. In dien
toestand doet het er weinig toe wat de be
stemming van de sluis zou geweest zyn, bjj
de beoordeeling van de vraag, of een dam in
de sluis dan wel nieuwe ebdeuren gemaakt
moesten worden om de sluis waterkeerend te
houden.
De geachte afgevaardigde schijnt geen be
zwaar tegen het voortbestaan van den tegen
woordigen toestand te hebben, maar heeft den
wensch te kennen gegeven, dat de regeering
de noodige voorstellen zou doen om de sluis
bruikbaar te maken. Ik zou mjj evenwel niet
verantwoord achten, om in de tegenwoordige
omstandigheden eene dergeljjk belangrjjke uit
gaaf aan te vragen voor het uitvoeren van een
werk, waaraan op dit oogenblik volstrekt geen
behoefte bestaat.
De interpellatie was hiermee afgeloopen.
Bjj kon. besluit is jhr mr F. P. van der
Hoeven, buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister van H. M. de koningin te .Berljjn, in
geljjke hoedanigheid overgeplaatst naar Wee-
nen, en jhr mr D. A. W. van Tets van Gou-
driaan, minister-resident met den persoonlijken
titel van buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister van H. M. de Koningin te Konstan-
tinopel, benoemd tot buitengewoon gezant en
gevolmachtigd minister van H. M. de koningin
te Berlyn.
Verder is de commies der telegraphie van
de le kl. J. C. Tersteeg benoemd tot onder
directeur der telegraphie.
verzekering van werklieden, het denkbeeld
om eene rijksinstelling tot verzekering in het
leven te roepen en deze als eene afdeeling
aan de rijkspostspaarbank te verbinden.
By de voorgenomen wettelijke regeling van
de consignatie zal ook het denkbeeld in over
weging worden genomen om de rijkspostspaar
bank dienstbaar te maken aan de belegging
en de administratie van de in de consignatie
kas gestorte gelden.
In zjjn Memorie van Antwoord op het ver
slag betreffende de Vestingbegrootin g
verklaart de minister van oorlog, dat de con
clusie der commissie voor de stelling van
Amsterdam geheel met zjjn gevoelen strookt,
en dringt bjj op spoedige voltooiing der stel
ling aan. Het onderzoek der waterverschaffing
heeft geleid tot de conclusiën, dat de verschil
lende aanbevolen wjjzen geen van alle bruik
baar water kunnen geven.
De begrooting kan met f 88.000 verminderd
worden op grond van besparingen der vorige
dienstjaren.
Door den minister van justitie is aan de
Tweede Kamer een afschrift toegezonden van
het rapport der Staatscommissie ter voorbe
reiding eener wetteljjke regeling van het
onderwerp der vicarie-stichtingen en van het
afzonderlijk rapport van de leden der Staatscom
missie mr. B. J. Lintelo baron De Geer van
Jutphaas en W. van Beuningen, benevens
voor de bibliotheek der Kamer tien exem
plaren van de door de leden dier Staatscom
missie uitgebrachte afzonderlijke rapporten
over de vicariegoederen in de verschillende
deelen des lands.
De regeering heeft te kennen gegeven dat
bjj haar reeds een onderweip van ernstig on
derzoek uitmaakt mede in verband met hare
reeds vroeger gebleken voornemens tot het in
het leven roepen van maatregelen in zake de
Bljjkens kennisgeving van den commis
saris der koningin in onze provincie is
aan den Districts-veearts te Dordrecht verlof
verleend van 2 Januari tot en met 28 Febru
ari e. k., tot het bjjwonen van den cursus in
bacteriologie; en zal zyn dienst gedurende
dien tjjd worden waargenomen door den Dis
tricts-veearts te Breda.
Morgen, Vrydag, middag te twee uren
houdt de gemeenteraad van Vlissingen eene
openbare vergadering.
Daarin zullen overleggingen gedaan worden
en zyn aan de orde verschillende benoemingen,
nl. van een lid in het algemeen armbestuur,
regenten over het burger weeshuis en gasthuis,
een lid in de commissie voor de Zeemans- en
Visschersbeurs, twee onderwijzers aan school
B en een onderwyzer aan school C.
Voorts komen ter tafel voorstellen van burg.
en weth.tot onderhandschen verkoop van
gemeentegrondtot onderhandsche verpach
ting van eenige perceelen gemeentegrond tot
het wederom voor 3 jaren verhuren van het
sted. badhuis en van de exploitatie der zee
baden aan G. Boogaart met een daartoe
betrekkelyk adres van de Maatsch. tot expl.
van gronden; tot verhooging der assurantie
van school B tot verkoop van f 14000 sted.
gev. schuld voor den koers van 22%; idem
van J 3000 ingeschreven Grootboek der 3ya
Nat. schuldtot rooien en verkoopen van
eenige boomen op den MiddelburgVlissing-
schen ryweg; tot goedkeuring der begrooting
voor dien ryweg; tot behandeling van het
2de supl. kohier hoofd, omslag voor 1893tot
afstand van een kamer ten raadhuize voor de
commissie van aanslag in de bedrijfsbelasting
tot het geven van den naam >Cljj verstraat"
aan de 2de zy straat van de Hobein straattot
4de wjjziging der gemeentebegrooting voor
1893en tot het geven van vergunning aas
J. Bullee tot het uithangen van een bord aan
zyn woning aan de Groote Markt.
Ten overstaan van den notaris Liebert is
Dinsdag te Goes publiek verkocht een woon
huis en meubelmagazyn van den heer Thewes,
voor /"3050, en een woonhuis van den heer
Kools, voor ƒ2150, beide aan den heer F. J.
Kraanen te Bergen op Zoom voor het R. C. P.
armbestuur aldaar. (De Z.)
De heer H. Jager te Haamstede is tot
onderwyzer te Ter Aar benoemd en heeft voor
zyne benoeming te St. Annaland bedankt.
Bjj kou. besluit is aan M. Luteyn Mazure te
Oostburg, op verzoek, met ingang van 1
Januari, eervol ontslag verleend als plaatsver
vangend districts-veearts.
Men schrjjft ons uit Oostburg
Het Mosterdzaadje is de nederige naam eener
alhier bestaande vereeniging van jonge dames,
die zich ten doel stellen het vervaardigen, door
haarzelven, van kleedingstukken ten behoeve
der armen. De daartoe benoodigde stoffen
worden aangekocht uit de bjjdragen der be«
gunstiger» en begunstigster», Dezen ware#