N°. 290.
136e Jaargang.
1893
Vrijdag
8 December.
FEUILLETON.
Middelburg 7 December,
DAVENANT.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k n,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prys per kwartaal j.n Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lagerj
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte}
Reclames 40 cent per regel.
By deze oonrant behoort een Bijvoegsel-
es.
LH (OllilYI.
Vh enuometer.
Middelburg 7 Dec. 8 u. vm 42 gr.
m. 12 u. 45 gr., av. 4 u. 45 gr. F.
Verwacht Z. W. wind.
Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, j Advertentiën
te Tholen: w. a. van Nieuwenhuijzen en te Temeuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën j moeten des namiddags te één uur
aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmah, te Rotterdam, de Gebb. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. j aan het bureau hezorgd zjjn, willes
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cee., John F. Jones, opvolger. zp des avonds nog worden opgenomen.
In de middagzitting van de Tweede ka
mer beantwoordden Woensdag, zooals nog in
een deel der oplaag van ons vorig nommer
werd medegedeeld, de ministers Van Tienhoven,
Tak en Pierson de verschillende sprekers.
Over het algemeen werd het bekende re-
geerings-programma nader toegelicht.
De minister van buitenlandsehe zaken be
gon met de verklaring dat hp bp zpne beant
woording trachten zou de eischen derpractijk
te volgen zonder optimisme, waarvan de heer
Van Karnebeek dit kabinet beschuldigde. Bij
de regeering is zeer zeker geljjke ernst aan
wezig als bp dien sprekerfouten zullen door
ieder mensch worden begaan, ook door eene
regeering, maar nooit zal de regeering verzui
men met ernst 's lande zaken te behartigen.
De minister zal niet treden in de physiolo-
gische beschouwingen over partijverhoudingen,
maar, rekenende op de medewerking der
partpen, voortgaan om het werkplan der regee
ring uit te voeren, waaraan zjj meent getrouw
te zpn gebleven, ondanks de verwijten, tot haar
gericht. Regeling der gemeentefinanciën, on
getwijfeld is zp noodig, maar de regeering
meende er mede te moeten wachten tot na
regeling van het rijksbelastingstelsel. Wat de
defensie betreft, verwjjst de regeering naar
haar antwoord in de Eerste kamer, waar zjj
zeide, dat zjj meende, dat nog tjjd voor af
doening daarvan zou gevonden worden.
Wat de richting der regeering aangaat, welke
door den heer De Beaufort bestreden werd, en
de gewraakte woorden van den min. van
binnenl. zaken, dat in de Tweede kamer niet
meer klopt het hart van het land, herhaalde
de minister, dat geene miskenning van de
kamer bedoeld werd. Voor het overige zal die
bewindsman daarop zelf antwoorden.
Wat staatsalmacbt aangaat, daarvan
is geen sprake, wel van staatswerkzaamheid,
gezonde staatswerkzaamheid, die leidt tot
heil, terwjjl staatsalmacbt slechts voert
tot despotisme en slavernjj.
Met betrekking tot de staatswerkzaamheid
verwees de minister naar eene vroegere rede,
waarin hp betoogde, dat die noodwendig voert
tot eenige beperking der vrijheid, tot offers,
maar dit neemt niet weg, dat de wetgever de
bevoegdheid heeft, en daarvan gebruik moet
maken, om tusschenbeide te komen, waar de
toestanden dit eischen. ,De wetgever is ook
reeds herhaalde malen tusschenbeide gekomen,
o. a. ten aanzien van de fabrieken, de drank
wet en besmettelijke ziekte. Toch bljjit er
nog veel te doen over voor volksgezondheid.
Dikwjjls is het gebleken, dat de gemeentebe
sturen in gebreken bljjven aan de eischen der
hiegiène te voldoen-, onmachtig om dit te doen,
bij gemiB aan wettelpke bepalingen. Zoo ook
gaat het met de keuring der levensmiddelen
Een ruim arbeidsveld is inderdaad nog voor
den staat aanwezig.
Wat gezegd is omtrent den maatsehappe-
1 jjken en economischen toestand van den staat
Uit Tiet Engelsch.
VAN
BONTHAL BONE.
DËIË EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Scheiding.
In den brief van Bax werd nader uiteenge
zet hetgeen Davenant over dat geld van
het gouvernement schreefmaar het gewich
tigste was voor Marga de laatste zinsnede,
luidende«Hjj is voornemens Engeland ter
stond te verlaten en heeft ons opgedragen
voor hem te bewaren wat er nog mocht over
schieten na de volvoering zjjner bevelen."
Dit moest dadeljjk beantwoord worden en
dus schreef zjj
s> Waarde heer Davenant, uw brief heeft
mp zeer getroffenmaar hp is onder den in
vloed eener dwaling geschreven. Wilt gjj mjj
eenigszins vergelden wat ik voor u gedaan
heb, verlaat Engeland dan niet, voordat gij
mp gezien hebt. Onder geen andere omstan
digheden kan ik iets van u aannemen.
Margaretha Dragton."
Zjj bracht dien brief zelf op de post, om zeker
te zpn dat hp niet bleef liggen. Des avonds
kwamen Bax en Matson; maar Davenant
is zeker zeer behartigenswaardig. Maar wat
op dit gebied gedaan werd door de regeering,
strekte evenzeer voor de hoogere als voor de
lagere klassen. Dat het nationaal vermogen
tekort schiet voor hervormingen, kan de re
geering niet toegeven. Wel heeft de vermo
gens-belasting minder opgebracht dan de
raming, maar het grootste deel van het natio
naal vermogen zit meer bjj hen, die minder
dan die meer dan f 13,000 bezitten. Men
mag de oogen voorzeker niet sluiten voor het
geen nog te doen valt. Spoed zou zeer zeker
gewenscht zjjn, maar te groote spoed zou het
doel doen missen.
De minister wees op hetgeen de regeering
reeds deed in het belang van de arbeidende
klasse.
Aan den heer Rutgers van Rozenburg, die
der regeering als het ware een examen wilde
afnemen, antwoordde de minister, dat hij
daarop niet op academische wjjze zal ant
woorden. Wat de nooden der gemeenten aan
gaat, de regeering houdt zich bezig met bouw
stoffen te verzamelen om daarin tegemoet te
komen.
De kinderen in Amsterdam, waarvan de heer
Heldt gewaagde, de minister heeft ze dikwjjls
nagegaan en doen nagaan en vaak bevon
den dat de schuld van den ellendigen toestand
dikwjjls aan de ouders lagdat netheid en
orde in het huis ontbraken. Onberaden hu we
lpken, ziedaar ook een oorzaak der ellende,
waaraan de wetgeving niet kan te geruoet
komen. Daartoe kan slechts zedelpke hulp
worden aangewend.
De minister kwam op tegen het verwjjt van
den heer Heemskerk, dat deze regeering niet
edelmoedig is tegenover de werkloozen. Dat
verwjjt is onverdiend. Yan directe inmenging
van Staat of gemeentebestuur kan geen
sprake zjjn; daar moeten particulieren helpen.
Ontwikkeling van ambachts- en vakonderwjjs
bljjft de regeering als een plicht beschouwen.
Opheffing van een of meer universiteiten
wilde de beer Pyttersen, om aan de ellende
in enkele gemeenten tegemoet te komen. De
minister wees daarentegen op de groote voor-
deelen, welke het universitair-onderwps af
wierp, niet alleen voor de hoogere klassen.
Steeds zal de regeering met omzichtigheid
te werk gaan om verbeteringen aan te brengen.
De minister van binnenlandsche zaken ver
dedigde de in de kamer in de laatste dagen
zoo vaak aangevallen woorden, door hem in
Augustus jl. uitgesproken, dat er in de toe
komst voor steeds meerdere belangen opoffe
ringen gevraagd zullen worden van persoonlijke
diensten en van persoonlijke vrjjheid.Hij weesop
het belang van zooveel maatregelen, alsdie
voor de veiligheid in fabrieken, leerplicht, zorg
voor oude werklieden, dienstplicht enz. Nu
op het groote belang van die maatregelen van
de regeeringstafel is gewezen, heeft men daaruit
ten onrechte afgeleid, dat dit een regeerings-
programma was. Maar hoe kan dat, waar de
regeering geen oordeel over die punten had
uitgesproken en duideljjk haar programma van
werkgeving heeft uiteengezet, waaromtrent
overeenstemming bestaat ook tusschen de re
geering en de heeren De Beaufort en Yan
verscheen niet en zjj werd een weinig onge
rust, toen Bax vertelde dat hjj op het kantoor
geweest was en de noodige volmachten ge-
teekend had voor het uitbetalen aan Marga
en nog eenige andere ordersdaarop had hjj
afscheid genomen en niet gezegd of hjj nog
terug kwam.
Zjj bedacht dat hjj den brief te laat zon
ontvangen hebben om nog dien avond te komen
maar den volgenden dag kwam hp zeker.
Die dag verliep echter ook, zonder dat hjj iets
van zich liet hooren, en den volgenden dag
werd haar eigen brief teruggebracht, gemerkt:
Onbestelbaar. Vertrokken zonder adres".
Zonder iets te zeggen begaf mevrouw Hurst
zich naar zjjn woning om te zien of zjj zjjn
adres kon vernemen, maar de hospita wist
niets. Mjjnheer was vertrokken, zonder adres
achter te laten, dat gebeurde zoo dikwjjls en
als men geen geld van de menschen moest
hebben, vroeg men er niet naar. Hjj was een
zeer stil heer; niemand zocht hem op en hjj
scheen geen vrienden te hebben. In éen woord
zjj wisten niets van hem af.
Dit was al wat mevrouw Hurst aan Marga
kon mededeelen. Men liet Bax bevelen achter
om hem te zoeken en keerde met beklemde
harten naar Portland terug. In Londen kon
men niets meer uitrichten en thuis wachtte
de plicht.
Marga was in hare edelste gevoelens gegriefd,
Haar vrouweljjke trots pn waardigheid waren
Houten. Vanwaar dan dat woord Staatsalmacht,
waarvan men zoo herhaalde malen gewaagde
Omtrent de details vat het debat merkte
de heer Tak van Poortvliet het volgende op
De heer Heemskerk meende, dat de werk
loosheid een algemeen karakter droeg en meer
algemeen bestreden moet worden. De minister
bleef echter van opvatting dat zp van localen
aard is en door de gemeenten moet bestreden
worden. Ten aanzien van de regeling der ge
meentefinanciën refereerde de minister zich
aan de rede vau den heer Mees. Aan den heer
Huber antwoordde de minister dat eene volle
dige regeling wordt voorbereid. Voor tjjdeljjke
hulp werd de tusschenkomst der Kamer inge
roepen en verleend, en de regeering meent
dus met recht de verantwoordelijkheid voor
den maatregel ook op de schouders der volks
vertegenwoordiging te mogen leggen. De
grootste ellende schijnt thans voor de gemeenten
voorbjj te zjjnde aangevraagde subsidiën
nemen althans niet toe en eene zeer scherpe
controle wordt uitgeoefend op het beheer der
gemeente-financiën. Dat het subsidie-stelsel op
den duur verkeerd zou werken, gaf de minister
toe en naar spoedige afdoende regeling wordt
gestreefd. Ten aanzien van de defensie wetten
heeft de regeering de data van indiensttreding
veranderd, zoodat daardoor geen stagnatie kan
ontstaan. Ten slotte zeide de minister dat de
regeering is opgetreden met een werkplan,
dat zjj in het belang van de natie acht, en
hoopt uit te voeren in de volgorde waarin het
is aangekondigd.
Thans riep zij de medewerking in van de
Kamer voor eene verbetering, welke nog steeds
is eene voorwaarde voor eene blijvende ver
betering.
De minister van financiën verdedigde zich
tegenover het verwijt van den heer /E. Mackay,
en verklaarde dat, al is de Vermogensbelasting
ook tegengevallen, toch de rechtvaardigheid
betracht is. Van eene goede verbruiksbelas
ting, waarop gewezen werd, is de minister
volstrekt geen tegenstander, maar voor ons
land deugt zjj niet. Het geven van pro
tectie zou aan de werkloosheid niet tegemoet
komenaan den eenen kant zou zp werkloos
heid keeren, aan den anderen kant scheppen.
Van deze regeering zpn dan ook geen pro
tectionistische maatregelen te wachten. Ten
aanzien van de herziening van de personeele
belasting zjjn 's ministers plannen niet ver
anderd. Het is eene omvangrijke matei-ie,
waarmede de minister zich nog steeds bezig
houdt. Eene partieele herziening wil de mi
nister, om voorloopig den druk van vermogens-
en bedrijfsbelasting te verlichten.
Op de vraag, tot welke grens de woning
beschouwd kan worden als grondslag voor het
draagvermogen, verzekerde de minister nog
geen volledig antwoord te kunnen geven. Op
gemerkt werd ook men moet geen belastin
gen afschaffen zonder aequivalent, niet den
druk hier opheffen en hem elders weer ver
zwaren. Volkomen waar. Maar het is den mi
nister niet te verwjjten, dat de vermogensbe
lasting is tegengevallen. Voortdurend heeft
de minister gezocht naar versterking der mid
delen geen oogenblik heeft hjj zpn plicht
gekrenkt en nu had Davenant, om wien zjj al
dien smaad geleden had, haar stil en minach
tend verlaten. Het was bjjca meer dan zjj
dragen kon
Na verloop van eenigen tjjd gewende zjj er
echter een weinig aan en herkreeg iets van
hare vroegere opgewektheid, ofschoon zjj niet
meer dezelfde Marga was als van ouds, vol
geest en leven, ten alle tjjde bereid, den dok
ter met zjjne eigene wapenen te verslaan. De
naam van Davenant werd niet meer genoemd,
daar de dokter hoopte dat zp hem zou leeren
vergetenmaar zjj vergat hem niet en dacht
nu eens vol liefde, dan met toorn aan hem,
doch nooit zonder hoop op verzoening.
In heele kalme oogenblikken peinsde zjj er
wel eens over, of zjj, als alles anders geloopen
ware, ooit achter dat geheim van die vage
herinnering, welke zjj van hem meende te
hebben, zou gekomen zjjn. Dat vraagstuk
was nog al tjjd onopgelost en sedert zjjn ver-
dwjjnen, mengde zich in het aandenken aan
hem steeds dat oude vizioen, dat zij toch nooit
kon vasthouden en waarmede zjj hare herse
nen te vergeefs pijnigde.
Met dankbaarheid nam zjj dus het voorstel
van mevrouw Hurst van om afleiding te zoe
ken in werk ten behoeve der armen, waardoor
zjj weldra volop bezigheid voor lichaam en
geest kreeg en het denken over het leed van
kinderen was het beste middel om haar eigen
leed te vergeten.
uit het oog verloren. Anderhalf jaar heeft hij
gezocht naar versterking en ze gevonden
vroeg hjj. «Dfl.v ware, zu schön gewesen
merkte hjj open die verklaring werd met
gelach begroet.
De minister ontkende voorts hervormingen
tot stand te hebben gebracht die de lagere
standen drukken. Integendeel waren enkelen
wel degeljjk om kapitaalvorming in de hand
te werken. Eveneens kan de minister niet
toegeven, dat 's lands financiën in de toekomst
zorg moeten haren. Zeer zou de minister het
betreuren, wanneer de partieele herziening
van het Personeel niet met 1 Mei '94 in wer
king kon treden, maar dit hangt niet van
hem alleen af. De minister geeft toe, dat sup-
pletoire begrootingen minder doelmatig zijn.
Zjj worden dan ook zooveel mogeljjk beperkt.
Aldus luidden, volgens het verslag in de
Opr. Haarl. Crt., de mededeelingen van de
ministerstafel.
Hierna repliceerden nog de heeren Rutgers,
De Beaufort, Goeman Borgesius en Heemskerk,
die alle hunne ideeën nog nader toelichtten,
doch geen nieuw licht ontstaken.
In de des avonds gehouden zitting werden
de algemeene beschouwingen over de staats-
begrooting voortgezet.
Nadat de heer Huber nogmaals de dringende
noodzakelijkheid had betoogd van de regeling
der gemeente-financiën, leverde de heer Van
Houten nog eene politieke beschouwing, waarin
hjj, met waardeering van de bedoelingen der
regeering in dat opzicht, de handhaving dei-
eenheid onder de liberale partjj bepleitte.
Alle sociale hervormingen moeten binnen de
grens onzer rechtsbeginselen tot stand komen.
In het arbeidersvraagstuk behoort b. v. het
Sweating stelsel te worden beteugeld, maar
aan den anderen kant mag ook het belang
der werkgevers niet uit het oog worden verloren.
Ten opzichte van het welstandskenmerk in
de kieswet vond hp in hetgeen de minister
van financiën heeft gezegd omtrent de grens
vau belastbaarheid van de woning, een goed
aanknoopingspunt met het amendement-Van
der Feltz c. s.
De heer Levy achtte de samenwerking van
de geheele liberale partjj noodig voor verschil
lende hervormingen in het belang van den
arbeidersstand en protesteerde tegen de be
wering van den heer Heemskerk, dat de libe
ralen de souvereiniteit Gods niet zouden er
kennen maar bjj de oplossing van maat
schappelijke en wetenschappelijke vraagstukken
laten wij ons niet leiden door confessioneele
dogma's.
De heer Van Karnebeek verklaarde zich nog
maals tegen de toepassing van socialistische
begrippen in de wetgeving.
De heer ZE. Mackay verklaarde dat, als bij
zondere onderwjjzers socialistische beginselen
op de school huldigen, zij hunne plaats ver
liezen. Overigens bleef hjj het voor antirevo-
lutionnairen beter achten niet te spreken van
het sturen in democratischen geest.
Uit de repliek van den heer De Beaufort
leidde de heer Borgesius af, dat er feiteljjk
tusschen de liberalen geen verschil bestaat
VIER EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Aan den rand van liet graf.
Zoo verliepen de winter en de lente vrij
kalm en maakten plaats voor een heeten zomer,
die vele zieken meebracht.
In de arme buurten van oud Portland, waai
de gezondheidsleer nog niet diep doorgedron
gen was, brak weldra typhus uit en de dok
ter zei«Marga, gjj moogt niet in de buurt
gaan, de koorts ral daar zeer erg worden."
»Maar oom," hernam zp, met iets vau
het oude vuur«hebt gij dan ooit geweigerd
uwe zieken te bezoeken, omdat er gevaar
dreigde
«Wel neen, kind; maar dan zou ik ook
voor den krijgsraad gedaagd zpn, en met
recht. Maar met u is het een heel ander ge
val. Gjj zjjt niet gehouden om gevaar te
loopen."
«Wat zouden mjjne armen zeggen, als zjj
hoorden dat juffrouw Dragton niet hjj hen
durfde komen, uit vrees voor de koorts Ik
zou hun nooit weer onder de oogen durven
komen. Al beu ik geen soldaat, toch ben ik
een soldatenkind, en ik zou mij schamen als
ik op de vlucht ging."
«Een stpfhoofdige vrouw moet altijd haai
zin hebben maar wees voorzichtig. Wjj gaan
een slechten tjjd tegemoet.
«Ik zal alle voorzorgen nemen, wees daar
gerust pp," zei Marga en bracht hare bezoeken
over het begrip van Staatsbemoeiing. Maar
het zal noodig zjjn dat men zich voor elk
bepaald geval op de hoogte stelle in welke
mate de vrijheid zal moeten worden opgeofferd.
Den heer Van Houten waarschuwde hjj tegen
verbrokkeling van de liberale partjj, die het
gevolg zou kunnen worden van de voortzetting
zjjner taktiek van den laatsten tjjd om de
kieswet te vermoorden.
De heer Van der Kaay ontkende dat de
liberalen de wet der meerderheid boven alles
stellen; alleen het staatsbelang stellen zjj hoog.
De heer Harte, verwjjzende naar zjjne bekende
brochure, wilde eene opportunistische toepas
sing van de vrijhandelspolitiek.
De minister van buitenlandBche zaken her
haalde, dat staatsbemoeiing slechts kan steunen
op recht en rechtvaardigheid en lichtte nader
toe wat, vooral door het particulier initiatief,
tot beteugeling der werkloosheid moet worden
gedaan.
Ook de ministers van binnenlandsche zaken
en van financiën lichtten nog korteljjk hunne
vroegere beschouwingen toe omtrent de werk-
loosheidj de gemeente-financiën en de vrij
handelspolitiek.
Het algemeen debat werd daarop gesloten.
De hoofdstukken I Huis der koninginen
II (IIoog e colleges van staat en kabinet der
koningin) werden daarop zonder beraadslaging
goedgekeurd.
Het wetsontwerp, bevattende nadere bepa
lingen omtrent den accpns op de suiker is
Woensdag in de Tweede kamer na een korte
discussie, waarbjj vooral bezwaar werd gemaakt
tegen de overhaasting, waarmede het ontwerp
werd behandeld, aangenomen met 42 tegen 32
stemmen.
Tegen stemden de heeren De Geer, De Ram,
V. d. Kun, Van Alphen, Van Kerkwjjk, Haff-
mans, Bahlman, G.van Dedem, Van der Schrieck,
Tydens, Van den Berch, A3. Mackay, Travaglino,
d'Ansembourg, T. Mackay, Borret, Michiels,
Harte, Reekers, Heemskerk, Dobbelmann, Ver
meulen, Brantsen, De Ras, Walter, Seret,
Van Löben Seis, Mutsaers, Schimmelpenninck
v. d. Oye, Schepel, V. d. Borch en V. d. Velde-
De Eerste kamer kwam ook Woensdag
avond tot hervatting van hare werkzaamheden
bjj een.
Naar aanleiding der door de iamiliën gedane
kennisgevingen van het overijjden der heeren
mr B. van Royen, lid dezer kamer voor Gro
ningen, jhr mr Elout, oud-lid der Eerste kamer,
eD jhr mr Singendonck, oud-griffier van de
Eerste kamer, huldigde de voorzitter elks
diensten, aan het vaderland bewezen, en schetste
hjj in het bjjzondev het moeilpk te herstellen
verlies, geleden door het heengaan van den
ambtgenoot Van Royen, wiens scherpzinnigheid,
jjver, bekwaamheid en onafhankelijk karakter
hem een even nuttigen als rechtmatigen in
vloed verschafte.
De van de Tweede kamer ontvangen wets
ontwerpen werden naar de afdeelingen ver
zonden.
De heer mr E. Fokker kreeg verlof tot een
interpellatie, op nader te bepalen dag, over
als gewoonljjk. Maar zjj weerde verscheiden
jonge dames af, die, aangemoedigd door haar
voorbeeld, ook bij de armen bleven komen,
«Gij hebt kleine broertjes en zusjes thuis
gjj moogt het niet wagen," zei zjj tot dezen'
«Ik heb niets van dien aard."
Na verloop van een maand of zes weken
verklaarden de dokters dat het ergste voorbjj
was en Marga begon behoefte aan rust te ge
voelen. Op een drukkend warmen middag,
terwjjl zij met moeite den steilen weg naar
huis heklom, doemde het vermoeide, droeve
gelaat van Davenant weer voor haar op. De
zon scheen met volle kracht en hare ledema
ten waren als verstijfd en pjjnljjk. Zoodra
zjj thuis was, viel zjj in een stoel neer, te
uitgeput om haar hoed of handschoenen af te
leggen.
«Wat is het hier heerljjk koel, na die
hitte," zei zjj, «bjjna te koel," voegde zjj er
met een rilling bjj.
«Ik hoop dat gjj geen koude gevat hebt,
Marga," zei mevrouw Hurst.
«Neen, ik hen alleen moede, tante." Toen
de dokter thuis kwam en haar nauwkeuriger
ondervroeg, herhaalde zjj steeds«Ik hen zoo
moede."
«Waar zijt gij van middag geweest?"
vroeg hjj, haar pols voelende.
«Alleen bp Steffens en bjj Stone."
«Alleenen alleenin die echte
koortsbolen. In alle geval laebt gjj koudji