N°. 290. 136e Jaargang. 1893 Vrijdag 8 December. FEUILLETON. Middelburg 7 December, DAVENANT. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k n, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prys per kwartaal j.n Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lagerj Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte} Reclames 40 cent per regel. By deze oonrant behoort een Bijvoegsel- es. LH (OllilYI. Vh enuometer. Middelburg 7 Dec. 8 u. vm 42 gr. m. 12 u. 45 gr., av. 4 u. 45 gr. F. Verwacht Z. W. wind. Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, j Advertentiën te Tholen: w. a. van Nieuwenhuijzen en te Temeuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën j moeten des namiddags te één uur aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmah, te Rotterdam, de Gebb. Belintante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. j aan het bureau hezorgd zjjn, willes Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cee., John F. Jones, opvolger. zp des avonds nog worden opgenomen. In de middagzitting van de Tweede ka mer beantwoordden Woensdag, zooals nog in een deel der oplaag van ons vorig nommer werd medegedeeld, de ministers Van Tienhoven, Tak en Pierson de verschillende sprekers. Over het algemeen werd het bekende re- geerings-programma nader toegelicht. De minister van buitenlandsehe zaken be gon met de verklaring dat hp bp zpne beant woording trachten zou de eischen derpractijk te volgen zonder optimisme, waarvan de heer Van Karnebeek dit kabinet beschuldigde. Bij de regeering is zeer zeker geljjke ernst aan wezig als bp dien sprekerfouten zullen door ieder mensch worden begaan, ook door eene regeering, maar nooit zal de regeering verzui men met ernst 's lande zaken te behartigen. De minister zal niet treden in de physiolo- gische beschouwingen over partijverhoudingen, maar, rekenende op de medewerking der partpen, voortgaan om het werkplan der regee ring uit te voeren, waaraan zjj meent getrouw te zpn gebleven, ondanks de verwijten, tot haar gericht. Regeling der gemeentefinanciën, on getwijfeld is zp noodig, maar de regeering meende er mede te moeten wachten tot na regeling van het rijksbelastingstelsel. Wat de defensie betreft, verwjjst de regeering naar haar antwoord in de Eerste kamer, waar zjj zeide, dat zjj meende, dat nog tjjd voor af doening daarvan zou gevonden worden. Wat de richting der regeering aangaat, welke door den heer De Beaufort bestreden werd, en de gewraakte woorden van den min. van binnenl. zaken, dat in de Tweede kamer niet meer klopt het hart van het land, herhaalde de minister, dat geene miskenning van de kamer bedoeld werd. Voor het overige zal die bewindsman daarop zelf antwoorden. Wat staatsalmacbt aangaat, daarvan is geen sprake, wel van staatswerkzaamheid, gezonde staatswerkzaamheid, die leidt tot heil, terwjjl staatsalmacbt slechts voert tot despotisme en slavernjj. Met betrekking tot de staatswerkzaamheid verwees de minister naar eene vroegere rede, waarin hp betoogde, dat die noodwendig voert tot eenige beperking der vrijheid, tot offers, maar dit neemt niet weg, dat de wetgever de bevoegdheid heeft, en daarvan gebruik moet maken, om tusschenbeide te komen, waar de toestanden dit eischen. ,De wetgever is ook reeds herhaalde malen tusschenbeide gekomen, o. a. ten aanzien van de fabrieken, de drank wet en besmettelijke ziekte. Toch bljjit er nog veel te doen over voor volksgezondheid. Dikwjjls is het gebleken, dat de gemeentebe sturen in gebreken bljjven aan de eischen der hiegiène te voldoen-, onmachtig om dit te doen, bij gemiB aan wettelpke bepalingen. Zoo ook gaat het met de keuring der levensmiddelen Een ruim arbeidsveld is inderdaad nog voor den staat aanwezig. Wat gezegd is omtrent den maatsehappe- 1 jjken en economischen toestand van den staat Uit Tiet Engelsch. VAN BONTHAL BONE. DËIË EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Scheiding. In den brief van Bax werd nader uiteenge zet hetgeen Davenant over dat geld van het gouvernement schreefmaar het gewich tigste was voor Marga de laatste zinsnede, luidende«Hjj is voornemens Engeland ter stond te verlaten en heeft ons opgedragen voor hem te bewaren wat er nog mocht over schieten na de volvoering zjjner bevelen." Dit moest dadeljjk beantwoord worden en dus schreef zjj s> Waarde heer Davenant, uw brief heeft mp zeer getroffenmaar hp is onder den in vloed eener dwaling geschreven. Wilt gjj mjj eenigszins vergelden wat ik voor u gedaan heb, verlaat Engeland dan niet, voordat gij mp gezien hebt. Onder geen andere omstan digheden kan ik iets van u aannemen. Margaretha Dragton." Zjj bracht dien brief zelf op de post, om zeker te zpn dat hp niet bleef liggen. Des avonds kwamen Bax en Matson; maar Davenant is zeker zeer behartigenswaardig. Maar wat op dit gebied gedaan werd door de regeering, strekte evenzeer voor de hoogere als voor de lagere klassen. Dat het nationaal vermogen tekort schiet voor hervormingen, kan de re geering niet toegeven. Wel heeft de vermo gens-belasting minder opgebracht dan de raming, maar het grootste deel van het natio naal vermogen zit meer bjj hen, die minder dan die meer dan f 13,000 bezitten. Men mag de oogen voorzeker niet sluiten voor het geen nog te doen valt. Spoed zou zeer zeker gewenscht zjjn, maar te groote spoed zou het doel doen missen. De minister wees op hetgeen de regeering reeds deed in het belang van de arbeidende klasse. Aan den heer Rutgers van Rozenburg, die der regeering als het ware een examen wilde afnemen, antwoordde de minister, dat hij daarop niet op academische wjjze zal ant woorden. Wat de nooden der gemeenten aan gaat, de regeering houdt zich bezig met bouw stoffen te verzamelen om daarin tegemoet te komen. De kinderen in Amsterdam, waarvan de heer Heldt gewaagde, de minister heeft ze dikwjjls nagegaan en doen nagaan en vaak bevon den dat de schuld van den ellendigen toestand dikwjjls aan de ouders lagdat netheid en orde in het huis ontbraken. Onberaden hu we lpken, ziedaar ook een oorzaak der ellende, waaraan de wetgeving niet kan te geruoet komen. Daartoe kan slechts zedelpke hulp worden aangewend. De minister kwam op tegen het verwjjt van den heer Heemskerk, dat deze regeering niet edelmoedig is tegenover de werkloozen. Dat verwjjt is onverdiend. Yan directe inmenging van Staat of gemeentebestuur kan geen sprake zjjn; daar moeten particulieren helpen. Ontwikkeling van ambachts- en vakonderwjjs bljjft de regeering als een plicht beschouwen. Opheffing van een of meer universiteiten wilde de beer Pyttersen, om aan de ellende in enkele gemeenten tegemoet te komen. De minister wees daarentegen op de groote voor- deelen, welke het universitair-onderwps af wierp, niet alleen voor de hoogere klassen. Steeds zal de regeering met omzichtigheid te werk gaan om verbeteringen aan te brengen. De minister van binnenlandsche zaken ver dedigde de in de kamer in de laatste dagen zoo vaak aangevallen woorden, door hem in Augustus jl. uitgesproken, dat er in de toe komst voor steeds meerdere belangen opoffe ringen gevraagd zullen worden van persoonlijke diensten en van persoonlijke vrjjheid.Hij weesop het belang van zooveel maatregelen, alsdie voor de veiligheid in fabrieken, leerplicht, zorg voor oude werklieden, dienstplicht enz. Nu op het groote belang van die maatregelen van de regeeringstafel is gewezen, heeft men daaruit ten onrechte afgeleid, dat dit een regeerings- programma was. Maar hoe kan dat, waar de regeering geen oordeel over die punten had uitgesproken en duideljjk haar programma van werkgeving heeft uiteengezet, waaromtrent overeenstemming bestaat ook tusschen de re geering en de heeren De Beaufort en Yan verscheen niet en zjj werd een weinig onge rust, toen Bax vertelde dat hjj op het kantoor geweest was en de noodige volmachten ge- teekend had voor het uitbetalen aan Marga en nog eenige andere ordersdaarop had hjj afscheid genomen en niet gezegd of hjj nog terug kwam. Zjj bedacht dat hjj den brief te laat zon ontvangen hebben om nog dien avond te komen maar den volgenden dag kwam hp zeker. Die dag verliep echter ook, zonder dat hjj iets van zich liet hooren, en den volgenden dag werd haar eigen brief teruggebracht, gemerkt: Onbestelbaar. Vertrokken zonder adres". Zonder iets te zeggen begaf mevrouw Hurst zich naar zjjn woning om te zien of zjj zjjn adres kon vernemen, maar de hospita wist niets. Mjjnheer was vertrokken, zonder adres achter te laten, dat gebeurde zoo dikwjjls en als men geen geld van de menschen moest hebben, vroeg men er niet naar. Hjj was een zeer stil heer; niemand zocht hem op en hjj scheen geen vrienden te hebben. In éen woord zjj wisten niets van hem af. Dit was al wat mevrouw Hurst aan Marga kon mededeelen. Men liet Bax bevelen achter om hem te zoeken en keerde met beklemde harten naar Portland terug. In Londen kon men niets meer uitrichten en thuis wachtte de plicht. Marga was in hare edelste gevoelens gegriefd, Haar vrouweljjke trots pn waardigheid waren Houten. Vanwaar dan dat woord Staatsalmacht, waarvan men zoo herhaalde malen gewaagde Omtrent de details vat het debat merkte de heer Tak van Poortvliet het volgende op De heer Heemskerk meende, dat de werk loosheid een algemeen karakter droeg en meer algemeen bestreden moet worden. De minister bleef echter van opvatting dat zp van localen aard is en door de gemeenten moet bestreden worden. Ten aanzien van de regeling der ge meentefinanciën refereerde de minister zich aan de rede vau den heer Mees. Aan den heer Huber antwoordde de minister dat eene volle dige regeling wordt voorbereid. Voor tjjdeljjke hulp werd de tusschenkomst der Kamer inge roepen en verleend, en de regeering meent dus met recht de verantwoordelijkheid voor den maatregel ook op de schouders der volks vertegenwoordiging te mogen leggen. De grootste ellende schijnt thans voor de gemeenten voorbjj te zjjnde aangevraagde subsidiën nemen althans niet toe en eene zeer scherpe controle wordt uitgeoefend op het beheer der gemeente-financiën. Dat het subsidie-stelsel op den duur verkeerd zou werken, gaf de minister toe en naar spoedige afdoende regeling wordt gestreefd. Ten aanzien van de defensie wetten heeft de regeering de data van indiensttreding veranderd, zoodat daardoor geen stagnatie kan ontstaan. Ten slotte zeide de minister dat de regeering is opgetreden met een werkplan, dat zjj in het belang van de natie acht, en hoopt uit te voeren in de volgorde waarin het is aangekondigd. Thans riep zij de medewerking in van de Kamer voor eene verbetering, welke nog steeds is eene voorwaarde voor eene blijvende ver betering. De minister van financiën verdedigde zich tegenover het verwijt van den heer /E. Mackay, en verklaarde dat, al is de Vermogensbelasting ook tegengevallen, toch de rechtvaardigheid betracht is. Van eene goede verbruiksbelas ting, waarop gewezen werd, is de minister volstrekt geen tegenstander, maar voor ons land deugt zjj niet. Het geven van pro tectie zou aan de werkloosheid niet tegemoet komenaan den eenen kant zou zp werkloos heid keeren, aan den anderen kant scheppen. Van deze regeering zpn dan ook geen pro tectionistische maatregelen te wachten. Ten aanzien van de herziening van de personeele belasting zjjn 's ministers plannen niet ver anderd. Het is eene omvangrijke matei-ie, waarmede de minister zich nog steeds bezig houdt. Eene partieele herziening wil de mi nister, om voorloopig den druk van vermogens- en bedrijfsbelasting te verlichten. Op de vraag, tot welke grens de woning beschouwd kan worden als grondslag voor het draagvermogen, verzekerde de minister nog geen volledig antwoord te kunnen geven. Op gemerkt werd ook men moet geen belastin gen afschaffen zonder aequivalent, niet den druk hier opheffen en hem elders weer ver zwaren. Volkomen waar. Maar het is den mi nister niet te verwjjten, dat de vermogensbe lasting is tegengevallen. Voortdurend heeft de minister gezocht naar versterking der mid delen geen oogenblik heeft hjj zpn plicht gekrenkt en nu had Davenant, om wien zjj al dien smaad geleden had, haar stil en minach tend verlaten. Het was bjjca meer dan zjj dragen kon Na verloop van eenigen tjjd gewende zjj er echter een weinig aan en herkreeg iets van hare vroegere opgewektheid, ofschoon zjj niet meer dezelfde Marga was als van ouds, vol geest en leven, ten alle tjjde bereid, den dok ter met zjjne eigene wapenen te verslaan. De naam van Davenant werd niet meer genoemd, daar de dokter hoopte dat zp hem zou leeren vergetenmaar zjj vergat hem niet en dacht nu eens vol liefde, dan met toorn aan hem, doch nooit zonder hoop op verzoening. In heele kalme oogenblikken peinsde zjj er wel eens over, of zjj, als alles anders geloopen ware, ooit achter dat geheim van die vage herinnering, welke zjj van hem meende te hebben, zou gekomen zjjn. Dat vraagstuk was nog al tjjd onopgelost en sedert zjjn ver- dwjjnen, mengde zich in het aandenken aan hem steeds dat oude vizioen, dat zij toch nooit kon vasthouden en waarmede zjj hare herse nen te vergeefs pijnigde. Met dankbaarheid nam zjj dus het voorstel van mevrouw Hurst van om afleiding te zoe ken in werk ten behoeve der armen, waardoor zjj weldra volop bezigheid voor lichaam en geest kreeg en het denken over het leed van kinderen was het beste middel om haar eigen leed te vergeten. uit het oog verloren. Anderhalf jaar heeft hij gezocht naar versterking en ze gevonden vroeg hjj. «Dfl.v ware, zu schön gewesen merkte hjj open die verklaring werd met gelach begroet. De minister ontkende voorts hervormingen tot stand te hebben gebracht die de lagere standen drukken. Integendeel waren enkelen wel degeljjk om kapitaalvorming in de hand te werken. Eveneens kan de minister niet toegeven, dat 's lands financiën in de toekomst zorg moeten haren. Zeer zou de minister het betreuren, wanneer de partieele herziening van het Personeel niet met 1 Mei '94 in wer king kon treden, maar dit hangt niet van hem alleen af. De minister geeft toe, dat sup- pletoire begrootingen minder doelmatig zijn. Zjj worden dan ook zooveel mogeljjk beperkt. Aldus luidden, volgens het verslag in de Opr. Haarl. Crt., de mededeelingen van de ministerstafel. Hierna repliceerden nog de heeren Rutgers, De Beaufort, Goeman Borgesius en Heemskerk, die alle hunne ideeën nog nader toelichtten, doch geen nieuw licht ontstaken. In de des avonds gehouden zitting werden de algemeene beschouwingen over de staats- begrooting voortgezet. Nadat de heer Huber nogmaals de dringende noodzakelijkheid had betoogd van de regeling der gemeente-financiën, leverde de heer Van Houten nog eene politieke beschouwing, waarin hjj, met waardeering van de bedoelingen der regeering in dat opzicht, de handhaving dei- eenheid onder de liberale partjj bepleitte. Alle sociale hervormingen moeten binnen de grens onzer rechtsbeginselen tot stand komen. In het arbeidersvraagstuk behoort b. v. het Sweating stelsel te worden beteugeld, maar aan den anderen kant mag ook het belang der werkgevers niet uit het oog worden verloren. Ten opzichte van het welstandskenmerk in de kieswet vond hp in hetgeen de minister van financiën heeft gezegd omtrent de grens vau belastbaarheid van de woning, een goed aanknoopingspunt met het amendement-Van der Feltz c. s. De heer Levy achtte de samenwerking van de geheele liberale partjj noodig voor verschil lende hervormingen in het belang van den arbeidersstand en protesteerde tegen de be wering van den heer Heemskerk, dat de libe ralen de souvereiniteit Gods niet zouden er kennen maar bjj de oplossing van maat schappelijke en wetenschappelijke vraagstukken laten wij ons niet leiden door confessioneele dogma's. De heer Van Karnebeek verklaarde zich nog maals tegen de toepassing van socialistische begrippen in de wetgeving. De heer ZE. Mackay verklaarde dat, als bij zondere onderwjjzers socialistische beginselen op de school huldigen, zij hunne plaats ver liezen. Overigens bleef hjj het voor antirevo- lutionnairen beter achten niet te spreken van het sturen in democratischen geest. Uit de repliek van den heer De Beaufort leidde de heer Borgesius af, dat er feiteljjk tusschen de liberalen geen verschil bestaat VIER EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Aan den rand van liet graf. Zoo verliepen de winter en de lente vrij kalm en maakten plaats voor een heeten zomer, die vele zieken meebracht. In de arme buurten van oud Portland, waai de gezondheidsleer nog niet diep doorgedron gen was, brak weldra typhus uit en de dok ter zei«Marga, gjj moogt niet in de buurt gaan, de koorts ral daar zeer erg worden." »Maar oom," hernam zp, met iets vau het oude vuur«hebt gij dan ooit geweigerd uwe zieken te bezoeken, omdat er gevaar dreigde «Wel neen, kind; maar dan zou ik ook voor den krijgsraad gedaagd zpn, en met recht. Maar met u is het een heel ander ge val. Gjj zjjt niet gehouden om gevaar te loopen." «Wat zouden mjjne armen zeggen, als zjj hoorden dat juffrouw Dragton niet hjj hen durfde komen, uit vrees voor de koorts Ik zou hun nooit weer onder de oogen durven komen. Al beu ik geen soldaat, toch ben ik een soldatenkind, en ik zou mij schamen als ik op de vlucht ging." «Een stpfhoofdige vrouw moet altijd haai zin hebben maar wees voorzichtig. Wjj gaan een slechten tjjd tegemoet. «Ik zal alle voorzorgen nemen, wees daar gerust pp," zei Marga en bracht hare bezoeken over het begrip van Staatsbemoeiing. Maar het zal noodig zjjn dat men zich voor elk bepaald geval op de hoogte stelle in welke mate de vrijheid zal moeten worden opgeofferd. Den heer Van Houten waarschuwde hjj tegen verbrokkeling van de liberale partjj, die het gevolg zou kunnen worden van de voortzetting zjjner taktiek van den laatsten tjjd om de kieswet te vermoorden. De heer Van der Kaay ontkende dat de liberalen de wet der meerderheid boven alles stellen; alleen het staatsbelang stellen zjj hoog. De heer Harte, verwjjzende naar zjjne bekende brochure, wilde eene opportunistische toepas sing van de vrijhandelspolitiek. De minister van buitenlandBche zaken her haalde, dat staatsbemoeiing slechts kan steunen op recht en rechtvaardigheid en lichtte nader toe wat, vooral door het particulier initiatief, tot beteugeling der werkloosheid moet worden gedaan. Ook de ministers van binnenlandsche zaken en van financiën lichtten nog korteljjk hunne vroegere beschouwingen toe omtrent de werk- loosheidj de gemeente-financiën en de vrij handelspolitiek. Het algemeen debat werd daarop gesloten. De hoofdstukken I Huis der koninginen II (IIoog e colleges van staat en kabinet der koningin) werden daarop zonder beraadslaging goedgekeurd. Het wetsontwerp, bevattende nadere bepa lingen omtrent den accpns op de suiker is Woensdag in de Tweede kamer na een korte discussie, waarbjj vooral bezwaar werd gemaakt tegen de overhaasting, waarmede het ontwerp werd behandeld, aangenomen met 42 tegen 32 stemmen. Tegen stemden de heeren De Geer, De Ram, V. d. Kun, Van Alphen, Van Kerkwjjk, Haff- mans, Bahlman, G.van Dedem, Van der Schrieck, Tydens, Van den Berch, A3. Mackay, Travaglino, d'Ansembourg, T. Mackay, Borret, Michiels, Harte, Reekers, Heemskerk, Dobbelmann, Ver meulen, Brantsen, De Ras, Walter, Seret, Van Löben Seis, Mutsaers, Schimmelpenninck v. d. Oye, Schepel, V. d. Borch en V. d. Velde- De Eerste kamer kwam ook Woensdag avond tot hervatting van hare werkzaamheden bjj een. Naar aanleiding der door de iamiliën gedane kennisgevingen van het overijjden der heeren mr B. van Royen, lid dezer kamer voor Gro ningen, jhr mr Elout, oud-lid der Eerste kamer, eD jhr mr Singendonck, oud-griffier van de Eerste kamer, huldigde de voorzitter elks diensten, aan het vaderland bewezen, en schetste hjj in het bjjzondev het moeilpk te herstellen verlies, geleden door het heengaan van den ambtgenoot Van Royen, wiens scherpzinnigheid, jjver, bekwaamheid en onafhankelijk karakter hem een even nuttigen als rechtmatigen in vloed verschafte. De van de Tweede kamer ontvangen wets ontwerpen werden naar de afdeelingen ver zonden. De heer mr E. Fokker kreeg verlof tot een interpellatie, op nader te bepalen dag, over als gewoonljjk. Maar zjj weerde verscheiden jonge dames af, die, aangemoedigd door haar voorbeeld, ook bij de armen bleven komen, «Gij hebt kleine broertjes en zusjes thuis gjj moogt het niet wagen," zei zjj tot dezen' «Ik heb niets van dien aard." Na verloop van een maand of zes weken verklaarden de dokters dat het ergste voorbjj was en Marga begon behoefte aan rust te ge voelen. Op een drukkend warmen middag, terwjjl zij met moeite den steilen weg naar huis heklom, doemde het vermoeide, droeve gelaat van Davenant weer voor haar op. De zon scheen met volle kracht en hare ledema ten waren als verstijfd en pjjnljjk. Zoodra zjj thuis was, viel zjj in een stoel neer, te uitgeput om haar hoed of handschoenen af te leggen. «Wat is het hier heerljjk koel, na die hitte," zei zjj, «bjjna te koel," voegde zjj er met een rilling bjj. «Ik hoop dat gjj geen koude gevat hebt, Marga," zei mevrouw Hurst. «Neen, ik hen alleen moede, tante." Toen de dokter thuis kwam en haar nauwkeuriger ondervroeg, herhaalde zjj steeds«Ik hen zoo moede." «Waar zijt gij van middag geweest?" vroeg hjj, haar pols voelende. «Alleen bp Steffens en bjj Stone." «Alleenen alleenin die echte koortsbolen. In alle geval laebt gjj koudji

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1