N°. 286. 136" Jaargang. 1893 i Maandag 4 December. LAATSTE BERICHTEN. Middelburg 2 December, Brieven uit de Hofstad. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal *n Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels f 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Reclames 40 cent per regel. By deze oourant behooren 2 Bijvoegsels. ODYSSEUS. HIDDlllll IN.Sfilll (III IliM. Thermometer. Middelburg 2 Dec. 8 u. vm 37 gr. m. 12 u. 37 gr- av. 4 u. 37 gr. F. Verwacht N. W. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, j Advertentiën te Tbolen"W. A. van Nieu wenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën moeten des namiddags te één uur aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Botterdam, de Gebr. Belintante, te 's Gravenbage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam, j aan bet bureau bezorgd zjjn, willes Hoofdagenten voor bet Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübe Cee., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen. 1 December 1893. De reclame is voor ons, Nederlanders, een uitbeemsehe plant, waarvan wel eens stokjes in onzen grond worden gepoot, docb deze schieten hier nauwelijks wortel, en brengen zjj het al zoover, groote boomen ziet men ev niet van groeien. Zjj acclimatiseeren hier blijkbaar niet. En van een rijken oogst uit dien boomgaard is iu den Hollandschen tuin dan ook geen sprake. Op een Holloway, die jaarlijks duizenden en tienduizenden aan re clame besteedde en vele veelvouden daarvan in zjjn beurs zag terugkeeren, zoodat hg door zjjn reclame meermalen milliónair werd; op een zeep-fabrikant, zooals er thans bezig zijn hetzelfde middel om schatrijk te worden toe te pasBen, kan ons landje niet wijzen. Het bljjft hier altijd bij reclame in miniatuur. Wij, Hollanders, die ons zeiven zoo gaarne een brevet van allerlei bgzondere deugden uit reiken, schrjjven ook de afwezigheid van echte, g rootsche reclame liefst aan een van die goede hoedanigheden toe, waarvan wjj ons inbeelden het monopolie te bezitten. De «oud-Hollandsche gastvrijheid" is éen van ■deze, al wordt die meer door traditie dan op grond van actueele ieiten geprezen, en al is de lof daarover grooter in onzen eigen mond dan in dien van vreemdelingen, die dan toch allereerst de bewijzen van haar bestaan zouden moeten ondervinden. Die oud-Hollandsche gastvrijheid is in elk geval een zeer voor zichtige, die zich niet geeft dan na deugdelijke informatiën en zich in den regel schuil houdt zoodra de verkregen inlichtingen wjj zen op een verschil in stand tusschen den gemankeer- den gastheer en den bjj slot van rekening niet genooden gast ten nadeele van dezen laatsten, en evenzeer indien de positie van dezen een ■wat meer dan gewone, alledaagsche ontvangst noodzakelijk zou maken. Want onze gastvrij heid moge oud-Hollandsch zijn, zij is het dan in den zin van ouderwetsch, geen of althans niet voldoende rekening houdend met de eischen van tegenwoordige comfort. «Neem het een- v oudige voor lief" is veelal het opschrift op het uithangbord onzer gastvrijheid, en daar mede wordt niet zelden een gemis van echte, ware gastvrijheid vergoelijkt, en de gast moet zich dan tevreden stellen met den wil die o, zoo goed is voor de daad, die nogal eens wat te wenschen laat. En in geen geval is gastvrijheid iets specifiek Hollandsch, zooals wjj het, elkander napratende, willen doen voorkomen iu het buitenland wordt die deugd minstens evenzeer aangetroffen, en daar wordt zjj beoefend op een wjjze, die de superioriteit van de Hollandsche soort niet altijd doet uitkomen. (Woorden van Wilhelm Graff, muziek van Max Bruch). Ieder, die, de wereld van proza somwijlen litoede, zich nu en dan tot de poëzie wendt om op haar gebied ontspanning van den geest of nieuwe levenskracht te zoeken, weet dat men de poëtische voortbrengselen in verschil lende soorten verdeelt, en dat de epische poëzie een van de oudste daarvan is. In de Grieksche letterkunde treedt het Epos, het dichterljjk verhaal waarin op kalme wijze een aanschouwelijke voorstelling wordt gegeven van eene belangrijke gebeurtenis, voor ons iu zijne- hoogste volmaaktheid opin de beide gedichten de Ilias en de Odyssea, hoewel niet geheel in hunnen oorspronkelijken vorm bewaard gebleven, erkent men tot op den huidigen dag de onovertroffen voorbeelden dier dichtsoort, en in hun schepper Homerus den vader van het Epos. Hoewel de twee dichtwerken in toon, taal en versbouw in het algemeen overeenkomen, mag men vrjj zeker aannemen dat de Odyssea behoort tot een tjjd, waarin het sociale en godsdienstige leven meer ont wikkeld was, zoodat men het ontstaan van dit werk in een lateren tjjd moet stellen dan het ontstaan der Ilias. Over Homerus, den man die ons als de dichter genoemd wordt, heeft men geen zekere kennissommigen houden vast aan een historisch persoon die beide zan gen heeft samen gesteld; neemt men aan dat Verder hebben we in ons getuigschrift van Hollandsche voortreffelijkheid nog de «goede trouw" met groote letters vermeld, alsof die hier te lande in grootere mate bestond en van zuiverder gehalte ware dan in den vreemde. Aan de schandelijke bedriegerijen, die jaren lang in den boterhandel plaats hadden, waar door de uitvoerhandel van boter zoo goed als verloopen is, denkt men liefst niet. De west- landsche tuinders, die hun voor het huiten- land bestemde groenten- en aardappelen- bezendingen voor een aanzienlijk deel uit afval en loof deden bestaan en zóó zelve zich den weg voor export afsloten, worden bij het ophemelen van onze goede trouw dan toch zeker buiten mededinging gehouden En heb ben wjj zonder goede reden onze taal verrjjkt met het echt Hollandsche woord »flesschen- trekkers"? Of is dit soms de vertaling van een vreemd woord, dat dan ook alleen op vreemdelingen toepasselijk is? De vele slacht offers van dat gilde kunnen hierover meepraten. In een andere, als echt Hollandsch aange duide deugd wordt dan ook wel de oorzaak gezocht waarom de reclame-plant bij ons zoo weinig tiert. Reclame is maar bluf, zeggen zij, die zich er niet van bedienen, en dan be weren zjj, dat de oud-Hollandsche soliditeit voor zichzelve spreekt en geen loftrompet noodig heeft om bekend en gewaardeerd te worden. Uit onze van spreekwoorden echte dooddoeners zoo wel voorziene taal komen zjj dan aandragen met een «goede wjjn be hoeft geen krans," alsof de qualité superieure ook aan een flesch zonder étiquette te her kennen ware. De wjjnkooper, die dat spreek woord tot zjjn ljjfspreuk maakte vóór zjjn waar alom bekend en geprezen was, zou vermoedelijk met een steeds aangroeiend getal fusten bljjven zittenjuist om zjjn waar bekend te maken en, dus als ze werkelijk goed is alom te doen prjjzen, is in meerdere of mindere mate reclame noodig. De aandacht trekken en op zich gevestigd houden, dat is het geheim, vooral bij de, naar beweerd wordt, steeds toe nemende concurrentie. Dat in ons land nog zoo weinig dien over- komstig gehandeld wordt is, geloofik, minder toe te schrjjven aan een overtuigd zjjn van de macht der soliditeit, al wil men het zoo doen voorkomen, dan aan een andere Hollandsche hoedanigheid, die men wel niet gaarne als zoodanig erkent maar die niettemin bjj Hol landers maar al te veel gevonden wordt. Ik bedoel een verkeerde zuinigheid, een krenterig heid, die doet opzien tegen het flink in den zak tasten, ook al is dit het middel om geld te verdienen. Aan speculatiën in allerlei vreemde spoor wagen en andere ondernemingen hebben wjj. Nederlanders, ons niet onbetuigd gelaten, maar het speculeeren op de deugdelijkheid van onze eigen waar, waarvan we dan toch zoo door drongen zijn, durven we niet aan. Een schuchtere, behoedzame poging om ook eens mede te doen aan reclame, merken we zoo nu en dan eens op, maar zjj js al tjj dop zóo kleine schaal ondernomen, dat zjj, als zjj al slaagt. in den tjjd van Homerus de schrijfkunst nog niet heeft kunnen bestaan of althans niet voor literarische doeleinden werd gebezigd, dan wordt het moeiljjk ons van de verbreiding van zoo groote epische gedichten (samen meer dan 1300 regels) een begrip te vormen. Docb in de laatste jaren hebben verscheidene geschied- vorschers niet zonder goede gronden beweerd, dat reeds Homerus zijn gedichten heeft opge schreven, en in dat geval laat het zich ver klaren, dat zjj, die van de mondelinge voor dracht dier zangen een beroep maakten, de woorden des dichters zich hebben eigen ge maakt met behulp van geschreven exemplaren. De epische gedichten toch waren hoofdzakelijk voor de voordracht bestemdrondreizende zangers droegen ze voor op feesten en derge lijke bijeenkomsten, en dit is de weg geweest, langs welke het grootste gedeelte der Griek sche natie met het werk van den meester bekend is geworden. Dit werk is het fundament geweest der Grieksche beschavingHomerus heeft op het zedeljjk en het staatsleven dei- Grieken een zoo grooten invloed gehad, dat wjj er ons niet over moeten verwonderen, dat men hem door tempels en altaren heeft geëerd, En thans nog, ongeveer 28 eeuwen later mis schien, doen de Homerische gedichten hunnen invloed op onze beschaving gevoelen. Even onzeker als de tjjd, waarin hjj leefde, is het vaderland van den dichterover de eer hem onder hare burgers te tellen streden de meest verschillende steden; doch dit mag met recht eene bjjzaak genoemd worden, welke door toch slechts luttel voordeel brengt. Troost daarvoor vinden de voorzichtige ondernemers dan vermoedelijk ook weer in een Hollandsche spreekwjjze, die, in strjjd met de werkelijkheid, leert dat juist «een klein winstje een zoet winstje" is. Het wordt hier al beschouwd als een groot- sche reclame, indien een winkelier eens een bijzondere uitstalling voor zijn ramen maakt. Zoo kan men er dezer dagen weer eenige be wonderen in onze winkelstraten, naar aanlei ding van het St. Nicolaasfeest ondernomen. Wel hebben de meesten van die uitstallingen met dit feest niets gemeen dan den tijd van bestaan, maar zjj vinden toch daarin hun oor sprong en dienen tevens ter opluistering daar van. Wie zou bgv. kunnen raden dat Sinterklaas wordt gehuldigd in een voorstelling van een uitgaande school, waarvan de leerlingen elkaar met sneeuwballen werpen en de «meester" dit spel aanziet, leunende over de ouderwetsche onderdeur en rookende zjjn pijp Niettemin trekt deze groep in een sneeuwlandschapje natuurljjk zeer de aandacht. Nu, er zjjn wel vertooningen voor winkelramen te zien, waarvan het minder begrijpelijk is, hoe zjj aldoor een opeengepakte juenschenmassa big ven aan trekken en boeien. En niet een steedB afwis selend publiek; integendeel big ven dezelfde toeschouwers elkaar tjjden lang het beste plaatsje betwisten, het dichtst bg het venster, zoodat de verdere voorbijgangers de hoop op geven ook nog eens iets te zien te krjjgen van al het moois, waaraan de eersten zich al zoo lang staan te vergapen. Tot troost voor hen, die van verre staan, moge strekken, dat er eigenljjk niets bgzonders te zien is, niets dan éen draailichtje voor een paar spiegeltjes, een poppetje voorstellende een heer, die zjjn hoed afneemt, of iets de-rgeliiks. Als men het aan ieder van die gestadige bewonderaars afzon derlijk vertoonde er zijn heel veel groote menschen en zelfs deftige heeren en dames onder hen zouden zij het nauweljjks een blik waardig keuren, maar zoo in de straat werkt op hen de zonderlinge en in uitwerking inderdaad groote influence dlune foule Of nu dergelijke reclames van invloed zjjn op den omzet in de magazgnen en winkels valt te betwijfelen. Als zij invloed daarop uitoefenen zou ik denken dat het een niet gewenschte is, een in de verkeerde richting, want die muur van kijklustigen houdt de kooplustigen van de deur. Intusschen hebben de Haagsche winkeliers over het algemeen niet te klagen dezer dagen. Er worden goede zaken gedaan en wat voor hen een niet gering voordeel is in dezen tjjd veelal a contant. Dat zjjn onze leveranciers in gewone tgden van bun klanten- stadgenooten niet gewend. Dat een enkele er in de St. Nicolaasdrukte wel eens inloopt, zelfs door contante betaling, bleek echter nog zeer onlangs uit een geval, dat ook al tot het genre «flesschentrekken" moet gerekend worden. In een groote zaak van manufacturen en dameskleederen alhier kwam een schgnbaar nette dame voor een tameljjk bedrag inkoopen doen, die zjj terstond betaalde. Bg het verlaten van den winkel om naar haar voor de deur wachtend huurrjjtuig te gaan viel haar oog op een damescostuum, dat haar zoo goed beviel dat zij het, na aan passing en goed-bevinding kocht voor f 70. Daar haar beurs nu uitgeput was en zjj, die buiten Den Haag woonde, de japon toch wilde medenemen, verzocht zjj dat iemand vanwege den winkelier haar zou vergezellen, aan wien zij dan het verschuldigde zou ter hand stellen. Het eerste geschiedde. Ook het laatste Onderweg deed de «dame" het rjjtuig stil houden bjj een apotheker, aan haar metgezel vertellende dat deze een kennis van haar was. Zjj steeg uit en ging binnen, het jonge mensch in bet rjjtuig achterlatende. Den baar onbe kenden apotheker maakte zjj wjjs, dat de jon geling in bet rjjtuig leed aan de kwaal, door Bilderdjjk als «de ziekte der geleerden" be zongen, waarom bg nu en dan, zoo ook thans weer, hoog noodig zekere kunstbewerking moest ondergaan. Den apotheker wist zjj eindelgk over te halen, door een beroep op hare onbe kendheid in de residentie, om die bewerking te verrichten en daarop deed zjj den winkel jongen uitstggen, zeggende: «bier kunt ge geholpen worden" en zjj reed verder met de japon. De jongen dacht zjjn geld te krjjgen, doch zag na eenig wachten in een kamer achter de apotheek, een man binnenkomen, gewapend met een instrument dat men niet noemt, en deze noodigde hem uit tot de aanwending daarvan zjjn medewerking te verleenen.Tableau! Tram Brouwershaven-Steenbergen. Schiller in verhand met het gedicht zelf zoo juist is uitgedrukt Immer zerreiszet den Kranz des Homer uud zahlel die Yater Des vollendeten ewigen Werkt! Hat es doch eine Mutter nur, nnd die Ziige der Mutter, Deine unsterblichen Züge, Natur! Op eenvoudige, natuurlijke, ware wjjze toont Homerus ons in levendige trekken een wereld, waarachter hg zelf zich verborgen houdt. De karakters zijner helden, wel overeenkomend in hun grondtrekden heldenmoed, bezitten alle een bgzonderen trek waardoor zg zich onder scheiden. En de rjjke, heldere, welluidende en schilderachtige taal komt hem uitmuntend te stade. Men heeft in den loop der tgden her haaldelijk gepoogd den Griekschen Homerus in andere talen over te zetten, doch zeer zelden bleef de oorspronkelgke kunstvorm daarbij eenigszins bewaard. Een overzicht dier verta lingen vindt men in de voorrede van de Ilias van mr C. Yosmaer. Behalve deze noemen wij de vertaling van Joh. H. Yosz in het Duitsch. Waartoe deze mededeelingen zal men vra gen. De lezer, die zich herinnert wat wij hoven dit opstel schreven, zal onze bedoeling raden. Binnen kort toch wordt te dezer stede voor de tweede maal een compositie uitgevoerd, welker belangrijkheid zonder eenige voorafgaande her innering wellicht aan sommigen zouden ontsnap pen. Odysseus heet het werk van Max Bruch, dat Tegenover het anonyme stuk, waarvan wjj gisteren melding maakten, is het een voor recht te kunnen meedeelen dat de leden dei- Provinciale staten van Zeeland heden een drietal geteekende adressen ontvingen met verzoek het voorstel van Gedeputeerde staten inzake het verleenen van een subsidie ten behoeve van den ontwerpen tramweg van Brouwershaven naar Steenbergen aan te nemen. Het eene adres is afkomstig uit Zierikzee en bevat de handfeekeningen van 111 ingezete nen uit die stad. Zjj verklaren daarin o. a. «dat het tot stand komen van dien weg het eenige middel is om aan den toestand van isolement, waarin alleen dit deel der provin cie verkeert, een einde te maken «dat, waar het in het algemeen geldt, dat verbetering van communicatie-middelen leidt tot vooruitgang en welvaart, dit zeer zeker het geval is voor deze gemeente en deze eilanden; «dat dan ook de adressanten op het tot stand komen van die verbinding met den vasten wal al hun hoop gevestigd hebben, omdat zij daardoor zich het uitzicht geopend zien, dat er verbetering komt in den staat van achter uitgang, waarin deze streek tengevolge van dat isolement verkeert." Tot oefening en Uitspanning zal worden ten gehoore gebrachtOdysseus («de toornen de") een der dapperste helden uit den Tro- jaanschen krijg, de hoofdpersoon, naar wien het jongste der Homerische gedichten is ge noemd. Verplaatst de Ilias ons in den Trojaan- schen oorlog zeiven, in de Odyssea is die ge ëindigd en wordt de terugkeer bezongen van een der Grieksche helden, die door zijn ver- standigen raad en zjjn krachtig optreden zoo veel tot Troja's val had medegewerkt. Laat ons in korte trekken den inhoud der Odyssea nagaan in verband met de gedeelten, die Wilh. Graff eraan beeft ontleend. Wjj be palen ons thans tot den tekst van het uit te voeren werk. Odysseus dan, nadat hij na de verwoesting van Troja met de andere Grieken is wegge trokken, verliest aan de Thraoische kust tal zijner makkers, en wordt, als hjj daarna het voorgebergte Malea wil voorbijvaren, door stor men overvallen die hem na negen dagen aan de kust van Libyë in het land der Lotopbagen brengen. Dit land is bjj Odysseus' omzwervingen het laatste historische puntde verdere vaart gaat naar eene in het westen gelegen phan- tastische wonderwereld, die geographisch niet is aan te wjjzen. In het land der Cyclopen gekomen, waar de menschenverslindende reus Polyphemus, zoon van den god Poseidon, woont, weet Odysseus door list hem van het gezicht te berooven, zoodat hij en zijn makkers ge lukkig ontkomen, doch Poseidon, Polyphemus' Dinsdag 19 December door de Zangvereenigingj vader, van nu aan op Odysseus vertoornd, hem Een tweede adreB gaat uit van een 45tal leden der coöperatieve stoomzuivelfabriek Luc- tor et Emergo te Zonnemaire. Zjj wjjzen uitdrukkeljjk op het feit dat bjj jjagang of mist het hun onmogeljjk is aan de vaste afnemers de als uitmuntend bekend staande boter op tjjd af te leveren, waardoor de clien tèle zeer zal verminderen, omdat zij zich elders in andere deelen van Nederland, die aan de spoorwegen liggen, van boter zullen voorzien, hetgeen niet anders dan schadelijk en nadeelig voor de onderteekenaars en dus ook voor de landbouwers kan zijn. In het derde adres, onderteekend door 45 leden van de coöperatieve stoomzuivel-fabriek De duif te Nieuwerkerk, wordt gewezen op de volgende feiten »a. dat bjj eventuëelen jjsgang of mist, zjj door daarmede gepaard gaande stremming der stoombootvaarten hunne afnemers piet geregeld van hunne puike roomboter zullen kunnen voorzien, waardoor hun clientele moet ver loopen en zij een onmogeljjke concurrentie te voeren hebben tegen bevoorrechte leveranciers, die aan 't spoor wonen, en dat de op te richten tramonderneming hun zeer veel zal ontlasten van het nu zoo dure melkvervoer naar en van de fabriek, wat van zoo overwegenden invloed is, dat op de zomervergadering van landbouw te Tholen in Juni 11. de inleider der bespreking «over cöo- peratieve zuivelfabrieken" het bestaan of niet bestaan van dergeljjke coöperatie daarvan af- hankeljjk stelde." Adressanten beschouwen daarom de totstand koming der tramverbinding van zeer groot belang. Voor de overige rubrieken, o. a. Uit stad en provinciebet Algemeen overzicht en de Be knopte mededeelingen, het buitenland betref fende, zie men het bjj voegsel. Koewaclit. Voor de betrekking van hoofd der school alhier, waaraan een jaarwedde van f 800 verbonden is, hebben zich 14 sollicitanten aangemeld. Arnhem. Vrjjdag werd door den chef van het militair hospitaal alhier aan den sergeant majoor schrijver P. de Voogd de bronzen medaille voor 12jarigen trouwen dienst uitgereikt. Keulen. Volgens de Kölnische Ztg. is de Boelgaarsche officier Iwanoff wegens een moordaanslag, tegen vorst Ferdinand beraamd, gearresteerd. De aanslag werd twee dagen vóór de aankomst van het ljjk van graaf Hartenau te Sofia toevallig ontdekt. Iwanoff werd op de vlucht achterhaald en bekende volledig. gaat vervolgen, opdat bjj ver zal bljjven vali zjjn vaderland Ithaca. Daar in het vaderland wacht zjjne gade, de jonge en schoone Penelope, hem twintig jaren lang, terwjjl haar huis bestormd wordt doof minnaars, die om hare hand dingen. Haar zoon Telemachus, in zjjne verontwaardiging over de verkwisting van zjjns vaders goederen door de losbandige vrjjers en bekommerd over de lang durige afwezigheid van zijn vader, is met hulp van de godin Athene met moed tegen de min naars opgetreden, en gaat vervolgens onder geleide dier godin naar Pylos om bjj Nestor en naar Lacedaemon om bjj koning Menelaus onderzoek te doen naar zjjn vader, Dit wordt verhaald in de eerste vier zangen (de geheele Odyssea is in 24 zangen verdeeld), en hierin treedt Odysseus niet persoonlijk op, maar staat hij ons toch altijd voor den geest, zoodat onze belangstelling in den held er niet te minder om is. Penelope's smart over de afwezigheid van echtgenoot en zoon is bjj Max Bruch uit gedrukt in n°. V, waar zjj een gebed opzendt tot Atrytone (bijnaam van Athene «de onbe- dwongene"). Op listige wjj ze wist zjj evenwel de minnaars,die voortdurend sterker aandrongen dat zij een keuze zoude doen, op te houden tot Odysseus zoude terugkeeren, wat zjj vast geloofde. Steeds antwoordde zjj eerst het lijk kleed voor haren schoonvader Laërtes te moeten afweven, doch des nachts had zjj den arbeid van den dag te niet gedaan, zoodat zjj niet 1) Tochter dit Kronion dochter van Krone»' zoon Zet».

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1