Jilt N°. 251 136' Jaargang. 1893 Dinsdag 24 October. FEUILLETON. Onze oudste. Middelburg 23 October. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. 4 Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel; Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen van 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimto; Reclames 40 cent per regel. Kot el le van FRIDA SCHAUZ. Uit het Duitsch. Jjetteren en nunst, MIDDELBl ll(.Si;iH 11)1 HAM. w Thermometer. Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boldit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Moou, Advertentiën Middelburg 23 Oct. 8 u. vm 53 gr. te TholenW. A. van Neewenhuiïzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën i moeten dés namiddags te één uur m. 12 u. 60 gr-, av. 4 u. 57 gr. F. j aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebr. Belinïante, te 's Gravenbage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam, aan bet bureau bezorgd zjjn, willen Verwacht N. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen. Onlangs is door de regeering vernietigd een besluit van Ged. staten van Groningen en een van hetzelfde college der provincie Overjjsel, waarbg afwjjzend werd beschikt op eene aan vrage om eene rijksbijdrage ten behoeve van scholen, onderhouden door Gereformeer de kerken. De regeering kende tegelijker tijd krachtens.de onderwijswet aan die scholen subsidie toe. Deze beslissing der regeering trekt begrij pelijker wijze in kerkelijke kringen zeer de de aandacht. Zoo is o. a. de Vaderlander al zeer ontstemd over dit besluit. Het wjjdt daaraan een uit voerig opstel. Na eerst te hebben herinnerd, dat de christelijke gereformeerde kerk met de Ned. gereformeerde kerk is samengevloeid en te hebben gewezen op het betoog, o, a. van de Gemeentestem, dat daaruit een nieuw lichaam is ontstaan en beide afzonderlijk bestaan heb bende kerken zijn verdwenen om plaats te maken voor een nieuw kerkverband, geeft het blad het besluit en voegt daaraan het volgende toe »Wat ons inl dit besluit zoo zonderling voorkomt, is niet alleen de toekenning door de regeering van rechtspersoonlijkheid aan al die gereformeerde kerken, maar het zjjn vooral de gronden, waarop die rechtspersoonlijkheid wordt toegekend. «Er heeft tusschen de twee genoemde gere formeerde kerken een samenvloeiing plaats gehad. Maar de regeering doet alsof daarvan niets tot haar kennis is gekomen. Zjj ziet in de nu opgetreden gereformeerde kerken te Warffum en elders slechts de voormalige christelijk afgescheiden gemeente, die ten tweeden male een anderen naam aannam. Volgens die beschouwing heeft er geen fuzie plaats gehad, geen samenvloeiing, maar is de Ned. gereformeerde (doleerende) kerk in de christelijke gereformeerde geabsorbeerd, wat natuurlgk geheel iets anders is. »Wjj gelooven dan ook niet, dat dit de bedoeling is geweest van de mannen, die de zoogenaamde «samenvloeiing" tot stand wisten te brengen. Hun bedoeling was het wel dege lijk, dat er een nieuwe «kerk" zou optreden, bestaande uit de leden der voormalige «christe lijke" en «Nederlandsehe" gereformeerde kerken. «Het moet voor hen, die wjj nu nog weer eens ««doleerenden"" zullen noemen, een pijnljjk gevoel wezen, dat de regeering zich zoo vergist heeft in dat werk der samen vloeiing en verbroedering. «En wat moeten de christelijke gereformeerden wel denken, die nu uit den mond der regee ring vernemen, dat zjj gebleven zjjn, die zjj waren (alleen met een kleine naamsverandering, daar zg ophielden christelijke gereformeerden te heeten) en dat zjj al die «doleerende" hebben geabsorbeerd 1" De Vaderlander is zoo ontstemd over het besluit, dat het aan bijbedoelingen gaat denken bjj de regeering en wel aan een poging om 1. Reeds als zesjarig kind werd zg door hare ouders, broertjes en zusjes en dienstboden veel meêr «onze oudste" genoemd dan met haar eigen schoonen doopnaam Geertruida toege sproken. Reeds toen hield zg met haren bgna onna- tuurlgken ernst en de haar eigen bezadigdheid toezicht op vjjf jongere kinderen haar eigen broertje en zusje en dan nog de drie arme kinderen, die na den plótselingen dood hunner beide ouders door den heer Bachman in huis genomen waren. Het was een heel besluit voor den jeugdigen ambtenaar en zjjne niet zeer sterke jonge vrouw maar de overledenen waren haar broeder en zgn zuster geweest en dus werd de groote taak een eenvoudige, natuurlijke plicht. De twee kinder-klaver- bladen pasten zeer goed bjj elkaar, zg geleken op elkaar als vogels uit éen nesthier zoowel als ginds waren de meisjes blond en de jongens donker, gene tenger, blank, met blauwe oogen, deze bruin, forsch en levendig, Later kwamen er nog een paar bjj het halve jlozjjn en dus was het geen wonder dat de de stemmen der gereformeerden" te winnen voor de kieswet. Het noemt de handelwijze ongeoorloofd en uit de hoop, dat de regeering in de Tweede kamer deswege terecht zal worden gezet. Opmerkelijk is het dat de Standaard over het besluit nog heeft gezwegenja dat nog niet opnam. Ook in de Heraut kwam er nog niets over voor. Wel heeft onlangs de Standaard weergevende wat in de generale synode der gereformeerde kerken, onlangs te Dordrecht gehouden, is geschied' zeer duidelijk verklaard, dat de gereformeerde kerken hun heil niet mogen zoeken in de wet van 1855 en desnoods liever rechteloos moeten big ven staan dan krachtens die wet erkenning te vragen als vereeniging. Op deze verklaring wjjzende, meent de Va derlander, dat nu ook geen rijkssubsidie moet worden aanvaard, dat krachtens de wet van 1855 wordt toegekend. Nu toch heeft men het zon derlinge schouwspel, dat de «gereformeerde" Synode verbiedt rechtspersoonlijkheid voor een «kerk" aan te vragen en ter zelfder tjjd een »kerk" subsidie vraagt en verkrijgt, omdat zjj in de oogen der regeering die rechtspersoonlijk heid bezit op grond van de wet. De Bazuin, het blad van den predikant Gispen en van de school te Kampen, maakt met ingenomenheid van het besluit gewag en zegt: »Wjj hebben op 'toogenblik een regee ring, die naar rechtvaardigheid streeft en welwillend is, zoodat, op grond van andere overwegingen, bg koninkljjk besluit, de be slissing van bedoelde Gedeputeerde staten is vernietigd, en de rjjksbjjdrage over 1892 alsnog aan de scholen in kwestie zal uitgekeerd worden. Dit is dus op 't oogenblik een klein streepje, misschien een groote en dikke in de toekomst, door de rekening van sommigen, die het bjj zichzelven al voor uitgemaakt hiel den, dat de gereformeerde kerken in Neder land rechteloos zgn. «Niemand kan echter met zekerheid zeggen waartoe de kerkeljjke hartstocht in de toekomst nog leiden zal. Onze landgenooten zgn bgna eenstemmig in hun weerzin tegen wat zjj noe men de Calvinistische leer, en in het bjjzonder tegen de gemeenten, die nu den naam dragen van de Gereformeerde kerken in Nederland. Openbare vervolging gaat op 't oogenblik niet. Maar de kerken rechteloos maken, en met een beroep op de landswet, ze voor de keus te stellen om of het barakter als kerk te verzaken of rechteloos te zijn, dat te beproeven is blijk baar een gedachte, die in de harten leeft." Mr Everwjjn Lange, te Amsterdam, gaf dezer dagen het volgende plan aan voor emigratie van landbouwers naar Transvaal Voor jonge OBgehuwde landbouwers zullen, tegen borgtocht hier te lande, de reiskosten worden betaald. In Transvaal worden zjj twee jaren bjj een boer in de leer gedaan. Vervolgens krjjgen zjj, als hun leermeesters tevreden over hen zgn, een stuk grond met huis in huur en bedrijfskapitaal, zooveel mogelgk in natura. Daarvoor betalen zg een matige pacht en moeten hun schuld (reiskosten) delgen en het bedrijfs kapitaal teruggeven. Ten slotte krjjgen zjj het land in eeuwigdurende erfpacht; zij kunnen kleine Geertruida, met een zekere -deftigheid, een weinig voorbarig een gevoel van verant woordelijkheid kreeg, als de oudste van zo® velen. In tegenstelling met al die kleinen werd zjj «de oudste" genoemd. «De oudste is er immers bjj dat klonk alsof den kinderen ook ver van het ouderoog niets zou overko men. - «Niet waar, oudste, gjj zult wel even op broertje passen zei moeder op dien toon van kalm, vereerend vertrouwen, dat een klein meisje veel eerder tot getrouwe plichtsbetrach ting noopt dan bevelen of straffen. «Onze oudste gaat tóch niet schreien", klonk het als zg zich gestooten had, of gevallen was, «wat zouden de kleintjes daarvan zeggen En werkeljjk dan bedwong zjj zich en kon zelfs heel gauw weer lachen, al had zjj pjjn, dat moedige kleine ding. Hadden de jongens een stuk Speelgoed zoek gemaakt, dat nu juist dringend noodig was, omdat men het niet vinden kon, dan heette het: «Vraag het onze oudste maar, die zal het wel zoeken!" En zjj vond het altjjd. Nooit zou vader op de gedachte komen, een der jongeren, die toch zoo weinig met haar in leeftjjd verschilden, een boodschap te laten doen. Alleen de oudste wist waarde courant, de pantoffels en de sigarenkoker behoorden, of te vinden waren. Het was alsof men den maatstaf van den afstand tusschen haar en de andere kinderen het niet koopen, eensdeels om hun allerlei lasten te besparen en anderdeels om de stjj ging van de waarden der gronden die mr E. L. stellig voorziet ten voordeele der geldschie ters te laten komen. In deze onderneming ziet de heer E. L. een goede geldbeleggingvoor Transvaal de winst van goede werkkrachten, en voor vele Neder- landsche mannen toekomst. «De markt toch", zegt hjj, «is in Transvaal nog beperkt, er is wéinig export, en daarom is een veelzjjdig boerenbedrijf, de verbouwing van een aantal producten wenscheljjk. Nu heb ben cultuur-maatschappjjen; geschoeid op de leest der Oost-Indische, in Transvaal geen kans op welslagen, maar wel is Transvaal voor dat veelzjjdig boerenbedrijf geschikt voor den enkelen landbouwer, hij zjj pachter of eigenaar. «De grond is vruchtbaar, het klimaat prach tig van de hoofdproducten valt er tweemaal in het jaar te oogsten. Behalve de voortbren- selen van onzen Hollandschen bodem gedgen er allerlei tropische gewassen, althans op be schutte plaatsen. Voor de veeteelt is in Trans vaal een onbegrensd gebied. Heel Transvaal is weidegrond. Er zgn wel bezwaren, maar geen overwegende. De bevolking en derhalve ook de behoeften nemen toe de middelen van vervoer, de spoorwegen kunnen niet uitblgven en de ossenwagen is nog zoo verwerpelijk niet." En toch zegt mr E. L., den Nederlandschen boer niet onvoorwaardelijk te kunnen aanbe velen met zjjn gezin, op eigen risico, daarheen te gaan, en wel, omdat hjj zeker is, dat de Nederlandsche boer er in de eerste jaren niet dan ellende zal ljjden, Hjj is er vreemd, kent klimaat en seizoenen niet, zal den grond, dien hjj koopen wil, omdat bjjna geheel Transvaal particulier eigendom is, zeer duur moeten be talen, heeft irrigatiewerken aan te leggen, waar hjj geen verstand van heeft enz. V andaar het boven ontwikkelde plan, waar van wjj ons, met het oog op de eigenaardige toestanden in Transvaal, niet veel voorstellen, waar al zoovelen schipbreuk leden. En waar zal men de geldschieters vinden voor zulk eene onderneming Dezer dagen slaakte, in de Heldrings Bode het orgaan der bekende gestichten te Zetten de directeur dier gestichten, de heer H. Pierson de volgende verzuchting «De zwaarste last is op dit oogenblik wel de vermogensbelas ting. «Het is waarljjk belangwekkend na te gaan, wie die eigenljjk wel betaalt. Zjj is voor de rjjken bedoeld, zooveel is zeker. Maar die rjjkeren houden er doorgaans niet van, zich ontberingen op te leggen. Zjj zoeken dan het allereerst bezuiniging, door overtollige uitgaven af te schaffen. En wat is overtol- liger dan philantropie Zoo gebeurde het, dat, na het invoeren van de vermogensbelasting, het Kinderhuis in ééne week bjj de honderd gulden aan jaarljjksche bjjdragen verloor. Door de tijdsomstandigheden was men genoodzaakt zich te bekrimpenHet geld kan maar ééns worden uitgegeven! «Het is zeer waarmaar wie betaalt dan ten slotte deze belasting 1 «Voor een groot deel Talitha Bethel, Steen verlor en had, zooveel scheen zjj hun door haar bezadigdheid in jaren vooruit te zgn. De kinderen beseften dat weldra evenzeer als de ouders. Het was zonderlingzjj be minden elkaar, stoeiden, kibbelden en vochten onder elkaar als echte broeders en zusters maar de oudste stond daar altjjd buiten. De kleinen leerden haar spoedig als iets bijzonders beschouwenzg leerden haar gehoorzamen, zich naar haar schikken, maar ook steeds offers van haar verlangen en aannemen als iets dat van zelf sprak. Yiel er iets te deelen, dan was niets natuurlijker dan dat de oudste deelde en weinig of niets voor zich zelf hield. Eiken twist moest zjj beslechten en er kwam geen einde aan het vragen en klagen, waar mede men zich tot haar wenddezij was den kinderen onontbeerlijk als een oude, trouwe zorg en dit te meer daar de moeder altjjd te veel in het allerkleinste opging om alles voor de anderen zjjn. Het gezag der oudste bleek op onbegrij pelijke wjjze tegenover haren oudsten pleeg broeder, die haar het meest in leeftjjd nabjj kwam, een wilden, ongezeggelgken knaap, vol guitenstreken en onbuigzaamheid. Het kleine persoontje had een allerliefste, ofschoon vrjj neuswjjze manier, om de les te lezen, die den verstokten zondaar eindelgk tot berouw bracht. Menige aandoenlijke bekentenis, waarmede de ondeugende Rolt het hart van zgn strengen beek en andere liefdadige instellingenvoor een groot deel de diaconieën en andere in richtingen van armenzorg die zeer goed voelen, dat zjj minder krjjgen dan vroeger, en dit met den naderenden winter maar al te zeer ondervinden zullen". Naar aanleiding van (lie verzuchting schreef de Vaderlander zeer terecht. «Treurig om de stichtingen, die getroffen worden. Maar - treurig niet minder om de personen, die hier de stichtingen ljjden laten. «Het beginsel van de jongste belastingher vorming was toch, van de zwakkere schouders den last op de sterkere schouders over te wentelende last daar voornamelijk te doen rusten waar meer draagkracht mocht worden verondersteld. «En wat men nu van nog doeltreffender regeling moge beweren, niemand kan ontken nen, dat de minister van finantiën aan dit edel beginsel trouw gebleven is. «Is het nu niet een veeg teeken voor de vermogenden, dat zjj met kalme oogen konden aanzien, dat de last door zwakker schouders dan de hunne gedragen werd, maar dat zjj, nu hjj hen drukt, hem aanstonds overwentelen op ellendigen en ljjdendenmet zjjn druk liefdadige instellingen en gestichten bezwaren? «Gewis, dat doen vele edelen in den lande niet. Maar zjj, die er toe in staat zjjn, zjj, die zich alzoo de kosten, ten behoeve van het al gemeen belang op te brengen, vergoeden, mogen wel onderzoeken, welke waarde hun weldaden tot hiertoe hadden, uit welk beginsel tot hiertoe door hen welgedaan is, en uit wier beurs zjj eigenljjk weldeden. En dan zal allicht de slot som voor de hand liggen wjj hebben den armen welgedaan, doordien de armen voor ons hun accgnspenningen voor zout en zeep, enz. opbrachten, in ieder gevalvan de weldadig heid van het koninkljjk der hemelen, die zich toonde in het «penningske der weduwe" die zich zelve offers weet op te leggen zjjn de zoodanigen ver af." Bjj kon. besluit zgn zooals in een deel der oplaag van ons vorig nommer werd gemeld benoemd tot voorzitter, burgerljjke leden en hunne plaatsvervangers van den militieraad voor de lichting der nationale militie van 1894 in de provincie Zeeland tot voorzitter mr P. J. F. van Voorst Vader, lid der Provinciale statentot zgn plaatsver vanger mr G. Lucasse, lid der Provinciale staten; tot lid dr A. van der Swalme, lid van den gemeenteraad van Middelburgtot zgn plaatsvervanger mr A. P. Snouck Hurgronje, lid van den gemeenteraad van Middelburg is pensioen verleend ad f 188 's jaars aan H. J. van Dort, schipper 1ste klasse bjj de visscherjj-politie op de Schelde en Zeeuwsche stroomen en aan J. G. R. van Haersolte, inge nieur-verificateur van het kadaster, ad ƒ2334. Daar het opnieuw gebleken is, dat de visschers nog niet algemeen bekend zgn met het voorgeschreven sein tot het vragen van gemeenschap door een Nederlandsch visschers- vaartuig met een Nederlandschen oorlogsbodem en omgekeerd, worden reeders en eigenaren pleegvader bestormde, sproot voort uit den zachten dwang, door de oudste uitgeoefend, Voor Rolfs geheele leven was het van het grootste gewicht dat zjj door haar geestkracht den luiaard, die een afkeer van werken had, bjjna in een lievelings-scholier veranderde. De boeken en het langzame leerstelsel ver veelden den vluggen jongenhg wist altjjd vooruit wat er komen zou, maar zjjn les kende hjj nooit. Er waren reeds een paar maal klachten over hem ingekomen; toen trok de oudste zich de zaak aanhet baatte nietshg moest werken en leeren. Zjj riep hem vier, vjjf maal op zgn kamer, droeg hem zjjne boeken achterna, overhoorde hem zjjne lessen, keek zgn schriften na en liet hem niet los voor dat alles af wasdit hield zjj vol, zoolang zjj met hare kleine stapjes den gang zjjner jongensstudies kon volgen en latei- liet hjj het er uit eigen beweging niet op aankomen dat hjj ter wille van zoo'n kleinig heid de oogen voor dien schranderen meisjes blik moest neerslaan. Niemand was wel te moede als de oudste,boos op hem was, en hjj vooral niet, die gewoon was in alle zjjne kleine aangelegenheid haar raad en bgstand te vragen, op haar te vertrouwen en, als haar bjjzondere gunsteling, ook af en toe haar be scherming in te roepen tegen den vaak een weinig al te opvliegenden pleegvader. De oudste, die nooit veel pleizier in spelen of kinder dwaasheden, of kinderachtigheden van visschersvaartuigen er in hun belang aan herinnerd, dat dit sein bestaat uit twee vlag gen, de nationale en eene andere, onder elkan der geheschen, de nationale vlag de bovenst*. Een officier schrijft uit Kota Radja (Atjeh) aan zjjn familie hier te lande o. a. het volgende «Het heeft dezen zomer hier verschikkeljjk geregend en gewaaid. Dit weer was minder aangenaam voor de troepen. U zult nl. wel reeds in de couranten gelezen hebben, dat een Atjehsch hoofd, Toekoe Oemar Melaboeh, dezelfde baas waar we intertjjd te Tenom die Niserogeschiedenis mee gehad hebben, nu zoete broodjes gaat bakken en met een bende van 800 man de vjjandeljjke Atjehers uit een vrjj groot gebied buiten onze postenlinie heeft gedreven. Daarvan hebben wjj gebruik gemaakt en eenige belangrijke punten bezet en Atjehsche bentings geslecht, waaronder het beruchte Kaloet, dat ons verleden jaar zoo veel dooden en gewonden gekost heeft. Toekoe Melaboeh is nu weer naar huis, doch zjjn werk wordt thans door andere bevriende hoofden voortgezet. «Eet ve-drjjven van den vjjand gaat boven alle verwachting gemakkeljjk, er wordt slechts wei nig gevochten. Het bljjkt, dat het gros der be volking van kampongs, grenzende aan de bui tenzijde der postenlinie, ons niet ongenegen is en de vijandelijkheden bgna alleen bedreven werden door zwervende benden, die het der gezetenen Atjehsche bevolking ook dikwjjls lastig maakten. Zoo zullen langzaam de Atjehers wel ons beschavend gezag gaan aannemen. Het gaat anders wel zeer langzaam. «Zoo zjjn de roovers, die onlangs, zooals u bekend is, het stoomschip Rajah hebben afge- loopen, gevangen genomen door den Rajah van Simpong Olim op de Noordkust, doch die meneer maakt nog steeds geen aanstalten om ze uit te leveren mogeljjk zal hier weer een expeditie noodig zgn. Het is wel een practisch idee Atjehers tegen Atjehers te laten vechten. De officieren vinden het echter minder aange naam de posten te gaan bezetten, die Toekoe Oemar voor hen genomen heeft en de Atjehers te hooren bluffen «Wg hebben het veroverd, de orang kompanie (zoo worden de Hollandera nog steeds genoemd) konden het niet". (Hbld.) Na gehouden examen is als nommer een op de voordracht voor de betrekking van kapelmeester bjj het vierde regiment infanterie geplaats de heer D. Couwenhoven van het 8e regiment en niet, zooals wjj op gezag van een onzer correspondenten meldden, de heer De Pauw, die in 't geheel niet op de voordracht voorkomt. De heer Couwenhoven zal echter eene even- tueele benoeming niet aanvaarden, doch kapel meester bg het 8e bljjven. De heer J. C. van Slee, predikant te Deventer, is door Tejjler's genootschap te Haarlem bekroond met de gouden medaille, wegens zjjne beantwoording van de prjjsvraag over de geschiedenis der Collegian ten of Rjjns- burgers. had gehad, scheen, nadat zjj op haar veertiende jaar, door hare stervende moeder, op plechtige wjjze als de beschermster der weezen benoemd was, voor goed met al die onschuldige genoe gens gebroken te hebben. Met waarljjk hei ligen ernst nam zjj het wel en wee van al de kinderen ter hartezjj scheen thans be- heerscht te worden door een sterk besef der verantwoordelijkheid van haar «leeftijd" waren de leer- en werkuren voorbjj, dan was zjj bjj de kinderen en gaf vaak aan de dienstbo den wenken, hoe dit of dat gedaan moest worden, wat vroeger alleen door haar moeder bedacht werd. Zoo werd zjj meer en meer een onontbeer lijk persoon in huisde afstand tusschen haar, die met den dag bezadigder scheen te worden, en de anderen, die juist door haar zorgen lang kinderen bleven, nam van liever lede toezjj werd in de ware beteekenis van het woord vroeg oud. Ja, wanneer men onder jong zjjn, uitgelatenheid, zorgeloosheid, leven digheid verstaat, dan is zij inderdaad nooit jong geweest. Ook de genoegens der jeugd, de kort schitterende bedwelming van dans en spel bleven haar vreemd. Eens kwam zeer vluchtig de vraag ter sprake of zjj naar bals zou gaan, doch daar de dokter haar voor hare lengte vrjj bleek en smal vond, was de vader het met dezen eens dat het nog tjjd had totdat de twee andere meisjes volwassen waren, Zjj had hiermede

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1