Jilt
N°. 251
136' Jaargang.
1893
Dinsdag
24 October.
FEUILLETON.
Onze oudste.
Middelburg 23 October.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
4 Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel; Bij abonnement lager;
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimto;
Reclames 40 cent per regel.
Kot el le van FRIDA SCHAUZ.
Uit het Duitsch.
Jjetteren en nunst,
MIDDELBl ll(.Si;iH 11)1 HAM.
w
Thermometer. Agenten te VlissingenP. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boldit, firma weduwe A. C. de Jonge, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Moou, Advertentiën
Middelburg 23 Oct. 8 u. vm 53 gr. te TholenW. A. van Neewenhuiïzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën i moeten dés namiddags te één uur
m. 12 u. 60 gr-, av. 4 u. 57 gr. F. j aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebr. Belinïante, te 's Gravenbage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam, aan bet bureau bezorgd zjjn, willen
Verwacht N. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen.
Onlangs is door de regeering vernietigd een
besluit van Ged. staten van Groningen en een
van hetzelfde college der provincie Overjjsel,
waarbg afwjjzend werd beschikt op eene aan
vrage om eene rijksbijdrage ten behoeve van
scholen, onderhouden door Gereformeer
de kerken. De regeering kende tegelijker
tijd krachtens.de onderwijswet aan die scholen
subsidie toe.
Deze beslissing der regeering trekt begrij
pelijker wijze in kerkelijke kringen zeer de
de aandacht.
Zoo is o. a. de Vaderlander al zeer ontstemd
over dit besluit. Het wjjdt daaraan een uit
voerig opstel. Na eerst te hebben herinnerd, dat
de christelijke gereformeerde kerk met de Ned.
gereformeerde kerk is samengevloeid en te
hebben gewezen op het betoog, o, a. van de
Gemeentestem, dat daaruit een nieuw lichaam
is ontstaan en beide afzonderlijk bestaan heb
bende kerken zijn verdwenen om plaats te
maken voor een nieuw kerkverband, geeft het
blad het besluit en voegt daaraan het volgende
toe
»Wat ons inl dit besluit zoo zonderling
voorkomt, is niet alleen de toekenning door
de regeering van rechtspersoonlijkheid aan al
die gereformeerde kerken, maar het zjjn vooral
de gronden, waarop die rechtspersoonlijkheid
wordt toegekend.
«Er heeft tusschen de twee genoemde gere
formeerde kerken een samenvloeiing plaats
gehad. Maar de regeering doet alsof daarvan
niets tot haar kennis is gekomen. Zjj ziet in
de nu opgetreden gereformeerde kerken te
Warffum en elders slechts de voormalige
christelijk afgescheiden gemeente, die ten
tweeden male een anderen naam aannam.
Volgens die beschouwing heeft er geen fuzie
plaats gehad, geen samenvloeiing, maar is de
Ned. gereformeerde (doleerende) kerk in de
christelijke gereformeerde geabsorbeerd, wat
natuurlgk geheel iets anders is.
»Wjj gelooven dan ook niet, dat dit de
bedoeling is geweest van de mannen, die de
zoogenaamde «samenvloeiing" tot stand wisten
te brengen. Hun bedoeling was het wel dege
lijk, dat er een nieuwe «kerk" zou optreden,
bestaande uit de leden der voormalige «christe
lijke" en «Nederlandsehe" gereformeerde
kerken.
«Het moet voor hen, die wjj nu nog weer
eens ««doleerenden"" zullen noemen, een
pijnljjk gevoel wezen, dat de regeering zich
zoo vergist heeft in dat werk der samen
vloeiing en verbroedering.
«En wat moeten de christelijke gereformeerden
wel denken, die nu uit den mond der regee
ring vernemen, dat zjj gebleven zjjn, die zjj
waren (alleen met een kleine naamsverandering,
daar zg ophielden christelijke gereformeerden
te heeten) en dat zjj al die «doleerende" hebben
geabsorbeerd 1"
De Vaderlander is zoo ontstemd over het
besluit, dat het aan bijbedoelingen gaat denken
bjj de regeering en wel aan een poging om
1.
Reeds als zesjarig kind werd zg door hare
ouders, broertjes en zusjes en dienstboden veel
meêr «onze oudste" genoemd dan met haar
eigen schoonen doopnaam Geertruida toege
sproken.
Reeds toen hield zg met haren bgna onna-
tuurlgken ernst en de haar eigen bezadigdheid
toezicht op vjjf jongere kinderen haar eigen
broertje en zusje en dan nog de drie arme
kinderen, die na den plótselingen dood hunner
beide ouders door den heer Bachman in huis
genomen waren. Het was een heel besluit
voor den jeugdigen ambtenaar en zjjne niet
zeer sterke jonge vrouw maar de overledenen
waren haar broeder en zgn zuster geweest en
dus werd de groote taak een eenvoudige,
natuurlijke plicht. De twee kinder-klaver-
bladen pasten zeer goed bjj elkaar, zg geleken
op elkaar als vogels uit éen nesthier zoowel
als ginds waren de meisjes blond en de
jongens donker, gene tenger, blank, met
blauwe oogen, deze bruin, forsch en levendig,
Later kwamen er nog een paar bjj het halve
jlozjjn en dus was het geen wonder dat de
de stemmen der gereformeerden" te winnen
voor de kieswet. Het noemt de handelwijze
ongeoorloofd en uit de hoop, dat de regeering
in de Tweede kamer deswege terecht zal
worden gezet.
Opmerkelijk is het dat de Standaard over
het besluit nog heeft gezwegenja dat nog
niet opnam. Ook in de Heraut kwam er nog
niets over voor. Wel heeft onlangs de Standaard
weergevende wat in de generale synode der
gereformeerde kerken, onlangs te Dordrecht
gehouden, is geschied' zeer duidelijk verklaard,
dat de gereformeerde kerken hun heil niet
mogen zoeken in de wet van 1855 en desnoods
liever rechteloos moeten big ven staan dan
krachtens die wet erkenning te vragen als
vereeniging.
Op deze verklaring wjjzende, meent de Va
derlander, dat nu ook geen rijkssubsidie moet
worden aanvaard, dat krachtens de wet van 1855
wordt toegekend. Nu toch heeft men het zon
derlinge schouwspel, dat de «gereformeerde"
Synode verbiedt rechtspersoonlijkheid voor een
«kerk" aan te vragen en ter zelfder tjjd een
»kerk" subsidie vraagt en verkrijgt, omdat zjj in
de oogen der regeering die rechtspersoonlijk
heid bezit op grond van de wet.
De Bazuin, het blad van den predikant
Gispen en van de school te Kampen, maakt
met ingenomenheid van het besluit gewag en
zegt: »Wjj hebben op 'toogenblik een regee
ring, die naar rechtvaardigheid streeft en
welwillend is, zoodat, op grond van andere
overwegingen, bg koninkljjk besluit, de be
slissing van bedoelde Gedeputeerde staten is
vernietigd, en de rjjksbjjdrage over 1892 alsnog
aan de scholen in kwestie zal uitgekeerd
worden. Dit is dus op 't oogenblik een klein
streepje, misschien een groote en dikke in de
toekomst, door de rekening van sommigen,
die het bjj zichzelven al voor uitgemaakt hiel
den, dat de gereformeerde kerken in Neder
land rechteloos zgn.
«Niemand kan echter met zekerheid zeggen
waartoe de kerkeljjke hartstocht in de toekomst
nog leiden zal. Onze landgenooten zgn bgna
eenstemmig in hun weerzin tegen wat zjj noe
men de Calvinistische leer, en in het bjjzonder
tegen de gemeenten, die nu den naam dragen
van de Gereformeerde kerken in Nederland.
Openbare vervolging gaat op 't oogenblik niet.
Maar de kerken rechteloos maken, en met een
beroep op de landswet, ze voor de keus te
stellen om of het barakter als kerk te verzaken
of rechteloos te zijn, dat te beproeven is blijk
baar een gedachte, die in de harten leeft."
Mr Everwjjn Lange, te Amsterdam, gaf dezer
dagen het volgende plan aan voor emigratie
van landbouwers naar Transvaal
Voor jonge OBgehuwde landbouwers zullen,
tegen borgtocht hier te lande, de reiskosten
worden betaald. In Transvaal worden zjj twee
jaren bjj een boer in de leer gedaan. Vervolgens
krjjgen zjj, als hun leermeesters tevreden over
hen zgn, een stuk grond met huis in huur en
bedrijfskapitaal, zooveel mogelgk in natura.
Daarvoor betalen zg een matige pacht en moeten
hun schuld (reiskosten) delgen en het bedrijfs
kapitaal teruggeven. Ten slotte krjjgen zjj het
land in eeuwigdurende erfpacht; zij kunnen
kleine Geertruida, met een zekere -deftigheid,
een weinig voorbarig een gevoel van verant
woordelijkheid kreeg, als de oudste van zo®
velen.
In tegenstelling met al die kleinen werd
zjj «de oudste" genoemd. «De oudste is er
immers bjj dat klonk alsof den kinderen
ook ver van het ouderoog niets zou overko
men. - «Niet waar, oudste, gjj zult wel even
op broertje passen zei moeder op dien toon
van kalm, vereerend vertrouwen, dat een klein
meisje veel eerder tot getrouwe plichtsbetrach
ting noopt dan bevelen of straffen. «Onze
oudste gaat tóch niet schreien", klonk het als
zg zich gestooten had, of gevallen was, «wat
zouden de kleintjes daarvan zeggen
En werkeljjk dan bedwong zjj zich en kon
zelfs heel gauw weer lachen, al had zjj pjjn,
dat moedige kleine ding.
Hadden de jongens een stuk Speelgoed zoek
gemaakt, dat nu juist dringend noodig was,
omdat men het niet vinden kon, dan heette
het: «Vraag het onze oudste maar, die zal het
wel zoeken!" En zjj vond het altjjd.
Nooit zou vader op de gedachte komen, een
der jongeren, die toch zoo weinig met haar
in leeftjjd verschilden, een boodschap te laten
doen. Alleen de oudste wist waarde courant,
de pantoffels en de sigarenkoker behoorden, of te
vinden waren.
Het was alsof men den maatstaf van den
afstand tusschen haar en de andere kinderen
het niet koopen, eensdeels om hun allerlei
lasten te besparen en anderdeels om de stjj ging
van de waarden der gronden die mr E. L.
stellig voorziet ten voordeele der geldschie
ters te laten komen.
In deze onderneming ziet de heer E. L. een
goede geldbeleggingvoor Transvaal de winst
van goede werkkrachten, en voor vele Neder-
landsche mannen toekomst.
«De markt toch", zegt hjj, «is in Transvaal
nog beperkt, er is wéinig export, en daarom
is een veelzjjdig boerenbedrijf, de verbouwing
van een aantal producten wenscheljjk. Nu heb
ben cultuur-maatschappjjen; geschoeid op de
leest der Oost-Indische, in Transvaal geen kans
op welslagen, maar wel is Transvaal voor dat
veelzjjdig boerenbedrijf geschikt voor den
enkelen landbouwer, hij zjj pachter of eigenaar.
«De grond is vruchtbaar, het klimaat prach
tig van de hoofdproducten valt er tweemaal
in het jaar te oogsten. Behalve de voortbren-
selen van onzen Hollandschen bodem gedgen
er allerlei tropische gewassen, althans op be
schutte plaatsen. Voor de veeteelt is in Trans
vaal een onbegrensd gebied. Heel Transvaal is
weidegrond. Er zgn wel bezwaren, maar geen
overwegende. De bevolking en derhalve ook de
behoeften nemen toe de middelen van vervoer,
de spoorwegen kunnen niet uitblgven en de
ossenwagen is nog zoo verwerpelijk niet."
En toch zegt mr E. L., den Nederlandschen
boer niet onvoorwaardelijk te kunnen aanbe
velen met zjjn gezin, op eigen risico, daarheen
te gaan, en wel, omdat hjj zeker is, dat de
Nederlandsche boer er in de eerste jaren niet
dan ellende zal ljjden, Hjj is er vreemd, kent
klimaat en seizoenen niet, zal den grond, dien
hjj koopen wil, omdat bjjna geheel Transvaal
particulier eigendom is, zeer duur moeten be
talen, heeft irrigatiewerken aan te leggen,
waar hjj geen verstand van heeft enz.
V andaar het boven ontwikkelde plan, waar
van wjj ons, met het oog op de eigenaardige
toestanden in Transvaal, niet veel voorstellen,
waar al zoovelen schipbreuk leden. En waar
zal men de geldschieters vinden voor zulk eene
onderneming
Dezer dagen slaakte, in de Heldrings Bode
het orgaan der bekende gestichten te Zetten
de directeur dier gestichten, de heer H.
Pierson de volgende verzuchting
«De zwaarste last is op dit oogenblik wel
de vermogensbelas ting.
«Het is waarljjk belangwekkend na te gaan,
wie die eigenljjk wel betaalt. Zjj is voor de
rjjken bedoeld, zooveel is zeker. Maar die
rjjkeren houden er doorgaans niet van, zich
ontberingen op te leggen. Zjj zoeken dan
het allereerst bezuiniging, door overtollige
uitgaven af te schaffen. En wat is overtol-
liger dan philantropie Zoo gebeurde het,
dat, na het invoeren van de vermogensbelasting,
het Kinderhuis in ééne week bjj de honderd
gulden aan jaarljjksche bjjdragen verloor. Door
de tijdsomstandigheden was men genoodzaakt
zich te bekrimpenHet geld kan maar ééns
worden uitgegeven!
«Het is zeer waarmaar wie betaalt dan
ten slotte deze belasting 1
«Voor een groot deel Talitha Bethel, Steen
verlor en had, zooveel scheen zjj hun door haar
bezadigdheid in jaren vooruit te zgn.
De kinderen beseften dat weldra evenzeer
als de ouders. Het was zonderlingzjj be
minden elkaar, stoeiden, kibbelden en vochten
onder elkaar als echte broeders en zusters
maar de oudste stond daar altjjd buiten. De
kleinen leerden haar spoedig als iets bijzonders
beschouwenzg leerden haar gehoorzamen,
zich naar haar schikken, maar ook steeds
offers van haar verlangen en aannemen als
iets dat van zelf sprak. Yiel er iets te deelen,
dan was niets natuurlijker dan dat de oudste
deelde en weinig of niets voor zich zelf hield.
Eiken twist moest zjj beslechten en er kwam
geen einde aan het vragen en klagen, waar
mede men zich tot haar wenddezij was den
kinderen onontbeerlijk als een oude, trouwe
zorg en dit te meer daar de moeder altjjd te
veel in het allerkleinste opging om alles voor
de anderen zjjn.
Het gezag der oudste bleek op onbegrij
pelijke wjjze tegenover haren oudsten pleeg
broeder, die haar het meest in leeftjjd nabjj
kwam, een wilden, ongezeggelgken knaap,
vol guitenstreken en onbuigzaamheid. Het
kleine persoontje had een allerliefste, ofschoon
vrjj neuswjjze manier, om de les te lezen, die
den verstokten zondaar eindelgk tot berouw
bracht.
Menige aandoenlijke bekentenis, waarmede
de ondeugende Rolt het hart van zgn strengen
beek en andere liefdadige instellingenvoor
een groot deel de diaconieën en andere in
richtingen van armenzorg die zeer goed voelen,
dat zjj minder krjjgen dan vroeger, en dit
met den naderenden winter maar al te zeer
ondervinden zullen".
Naar aanleiding van (lie verzuchting schreef
de Vaderlander zeer terecht.
«Treurig om de stichtingen, die getroffen
worden. Maar - treurig niet minder om de
personen, die hier de stichtingen ljjden laten.
«Het beginsel van de jongste belastingher
vorming was toch, van de zwakkere schouders
den last op de sterkere schouders over te
wentelende last daar voornamelijk te doen
rusten waar meer draagkracht mocht worden
verondersteld.
«En wat men nu van nog doeltreffender
regeling moge beweren, niemand kan ontken
nen, dat de minister van finantiën aan dit
edel beginsel trouw gebleven is.
«Is het nu niet een veeg teeken voor de
vermogenden, dat zjj met kalme oogen konden
aanzien, dat de last door zwakker schouders
dan de hunne gedragen werd, maar dat zjj,
nu hjj hen drukt, hem aanstonds overwentelen
op ellendigen en ljjdendenmet zjjn druk
liefdadige instellingen en gestichten bezwaren?
«Gewis, dat doen vele edelen in den lande
niet. Maar zjj, die er toe in staat zjjn, zjj, die
zich alzoo de kosten, ten behoeve van het al
gemeen belang op te brengen, vergoeden, mogen
wel onderzoeken, welke waarde hun weldaden
tot hiertoe hadden, uit welk beginsel tot hiertoe
door hen welgedaan is, en uit wier beurs zjj
eigenljjk weldeden. En dan zal allicht de slot
som voor de hand liggen wjj hebben den
armen welgedaan, doordien de armen voor ons
hun accgnspenningen voor zout en zeep, enz.
opbrachten, in ieder gevalvan de weldadig
heid van het koninkljjk der hemelen, die zich
toonde in het «penningske der weduwe" die
zich zelve offers weet op te leggen zjjn de
zoodanigen ver af."
Bjj kon. besluit
zgn zooals in een deel der oplaag van
ons vorig nommer werd gemeld benoemd
tot voorzitter, burgerljjke leden en hunne
plaatsvervangers van den militieraad voor de
lichting der nationale militie van 1894 in de
provincie Zeeland
tot voorzitter mr P. J. F. van Voorst Vader,
lid der Provinciale statentot zgn plaatsver
vanger mr G. Lucasse, lid der Provinciale
staten; tot lid dr A. van der Swalme, lid van
den gemeenteraad van Middelburgtot zgn
plaatsvervanger mr A. P. Snouck Hurgronje,
lid van den gemeenteraad van Middelburg
is pensioen verleend ad f 188 's jaars aan
H. J. van Dort, schipper 1ste klasse bjj de
visscherjj-politie op de Schelde en Zeeuwsche
stroomen en aan J. G. R. van Haersolte, inge
nieur-verificateur van het kadaster, ad ƒ2334.
Daar het opnieuw gebleken is, dat de
visschers nog niet algemeen bekend zgn met
het voorgeschreven sein tot het vragen van
gemeenschap door een Nederlandsch visschers-
vaartuig met een Nederlandschen oorlogsbodem
en omgekeerd, worden reeders en eigenaren
pleegvader bestormde, sproot voort uit den
zachten dwang, door de oudste uitgeoefend,
Voor Rolfs geheele leven was het van het
grootste gewicht dat zjj door haar geestkracht
den luiaard, die een afkeer van werken had,
bjjna in een lievelings-scholier veranderde.
De boeken en het langzame leerstelsel ver
veelden den vluggen jongenhg wist altjjd
vooruit wat er komen zou, maar zjjn les
kende hjj nooit. Er waren reeds een paar
maal klachten over hem ingekomen; toen
trok de oudste zich de zaak aanhet baatte
nietshg moest werken en leeren. Zjj riep
hem vier, vjjf maal op zgn kamer, droeg hem
zjjne boeken achterna, overhoorde hem zjjne
lessen, keek zgn schriften na en liet hem
niet los voor dat alles af wasdit hield zjj
vol, zoolang zjj met hare kleine stapjes den
gang zjjner jongensstudies kon volgen en latei-
liet hjj het er uit eigen beweging niet op
aankomen dat hjj ter wille van zoo'n kleinig
heid de oogen voor dien schranderen meisjes
blik moest neerslaan. Niemand was wel te
moede als de oudste,boos op hem was, en hjj
vooral niet, die gewoon was in alle zjjne
kleine aangelegenheid haar raad en bgstand
te vragen, op haar te vertrouwen en, als haar
bjjzondere gunsteling, ook af en toe haar be
scherming in te roepen tegen den vaak een
weinig al te opvliegenden pleegvader.
De oudste, die nooit veel pleizier in spelen
of kinder dwaasheden, of kinderachtigheden
van visschersvaartuigen er in hun belang aan
herinnerd, dat dit sein bestaat uit twee vlag
gen, de nationale en eene andere, onder elkan
der geheschen, de nationale vlag de bovenst*.
Een officier schrijft uit Kota Radja (Atjeh)
aan zjjn familie hier te lande o. a. het volgende
«Het heeft dezen zomer hier verschikkeljjk
geregend en gewaaid. Dit weer was minder
aangenaam voor de troepen. U zult nl. wel
reeds in de couranten gelezen hebben, dat
een Atjehsch hoofd, Toekoe Oemar Melaboeh,
dezelfde baas waar we intertjjd te Tenom die
Niserogeschiedenis mee gehad hebben, nu
zoete broodjes gaat bakken en met een bende
van 800 man de vjjandeljjke Atjehers uit
een vrjj groot gebied buiten onze postenlinie
heeft gedreven. Daarvan hebben wjj gebruik
gemaakt en eenige belangrijke punten bezet
en Atjehsche bentings geslecht, waaronder het
beruchte Kaloet, dat ons verleden jaar zoo
veel dooden en gewonden gekost heeft. Toekoe
Melaboeh is nu weer naar huis, doch zjjn
werk wordt thans door andere bevriende
hoofden voortgezet.
«Eet ve-drjjven van den vjjand gaat boven alle
verwachting gemakkeljjk, er wordt slechts wei
nig gevochten. Het bljjkt, dat het gros der be
volking van kampongs, grenzende aan de bui
tenzijde der postenlinie, ons niet ongenegen is
en de vijandelijkheden bgna alleen bedreven
werden door zwervende benden, die het der
gezetenen Atjehsche bevolking ook dikwjjls
lastig maakten. Zoo zullen langzaam de Atjehers
wel ons beschavend gezag gaan aannemen. Het
gaat anders wel zeer langzaam.
«Zoo zjjn de roovers, die onlangs, zooals u
bekend is, het stoomschip Rajah hebben afge-
loopen, gevangen genomen door den Rajah van
Simpong Olim op de Noordkust, doch die
meneer maakt nog steeds geen aanstalten om
ze uit te leveren mogeljjk zal hier weer een
expeditie noodig zgn. Het is wel een practisch
idee Atjehers tegen Atjehers te laten vechten.
De officieren vinden het echter minder aange
naam de posten te gaan bezetten, die Toekoe
Oemar voor hen genomen heeft en de Atjehers
te hooren bluffen «Wg hebben het veroverd,
de orang kompanie (zoo worden de Hollandera
nog steeds genoemd) konden het niet".
(Hbld.)
Na gehouden examen is als nommer een
op de voordracht voor de betrekking van
kapelmeester bjj het vierde regiment infanterie
geplaats de heer D. Couwenhoven van het 8e
regiment en niet, zooals wjj op gezag van een
onzer correspondenten meldden, de heer De
Pauw, die in 't geheel niet op de voordracht
voorkomt.
De heer Couwenhoven zal echter eene even-
tueele benoeming niet aanvaarden, doch kapel
meester bg het 8e bljjven.
De heer J. C. van Slee, predikant te
Deventer, is door Tejjler's genootschap te
Haarlem bekroond met de gouden medaille,
wegens zjjne beantwoording van de prjjsvraag
over de geschiedenis der Collegian ten of Rjjns-
burgers.
had gehad, scheen, nadat zjj op haar veertiende
jaar, door hare stervende moeder, op plechtige
wjjze als de beschermster der weezen benoemd
was, voor goed met al die onschuldige genoe
gens gebroken te hebben. Met waarljjk hei
ligen ernst nam zjj het wel en wee van al
de kinderen ter hartezjj scheen thans be-
heerscht te worden door een sterk besef der
verantwoordelijkheid van haar «leeftijd" waren
de leer- en werkuren voorbjj, dan was zjj bjj
de kinderen en gaf vaak aan de dienstbo
den wenken, hoe dit of dat gedaan moest
worden, wat vroeger alleen door haar moeder
bedacht werd.
Zoo werd zjj meer en meer een onontbeer
lijk persoon in huisde afstand tusschen
haar, die met den dag bezadigder scheen te
worden, en de anderen, die juist door haar
zorgen lang kinderen bleven, nam van liever
lede toezjj werd in de ware beteekenis van
het woord vroeg oud. Ja, wanneer men onder
jong zjjn, uitgelatenheid, zorgeloosheid, leven
digheid verstaat, dan is zij inderdaad nooit
jong geweest. Ook de genoegens der jeugd,
de kort schitterende bedwelming van dans en
spel bleven haar vreemd.
Eens kwam zeer vluchtig de vraag ter
sprake of zjj naar bals zou gaan, doch daar de
dokter haar voor hare lengte vrjj bleek en
smal vond, was de vader het met dezen eens
dat het nog tjjd had totdat de twee andere
meisjes volwassen waren, Zjj had hiermede