IleMrgsclie Courant
Buitengewoon Hommer
Middelburg 44 October.
Gemeenteraad van Middelburg.
VAN DE
VAN
Maandag 16 October 1893, no. 244*.
Vergadering van heden, Zaterdag, middag
te 21/2 uur.
(Slot).
Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer, burge
meester.
Afwezig de heeren A. P. Snouck Hurgronje
en Van Dunne, beiden met kennisgeving.
De voorzitter stelt alsnu aan de orde de
vraag Zal de raad de commissie, in de vorige
vergadering benoemd inzake het droogdok,
handhaven al of' niet
De heer Snijders brengt een en ander in
het midden om den raad te doen besluiten
niet den arbeid der commissie ongedaan te
maken en van de door haar ingewonnen in
lichtingen partij te trekken. Hij zegt o. a.
het volgende
Art. 27 der concessie -uitbreiding
(Hand. gemeenteraad 14 April 1875) zegt
»De heeren V. Z. D. verbinden zich hunne
»firma in deze gemeente te vestigen en daar
»eene werf voor reparatie en uitrusting van
»schepen te exploiteeren."
Indien deze verbintenis alleen op de firma
V. Z. D. en niet op hunne opvolgers rust,
dan zullen eveneens alle andere artikelen alleen
op de firma V. Z. D. toepasselijk zijn en zal
b.v. art. 22, houdende verlof tot waterloozing
in het stadsriool, geacht moeten worden alleen
ten behoeve der firma V. Z. <fc D. te zjjn ver
leend en niet op hunne opvolgers over te gaan.
De maatschappij Schelde schijnt evenwel
die meening te zjjn toegedaan, want zjj heeft
de werf met toebehooren niet gekocht.
Met die werf wordt bovendien op onbegrij-
peljjke wijze omgesprongen, in de eerste
vergadering der commissie met burg. en weth.
op Maandag jl. bracht de burgemeester een
kadastrale kaart ter tafel, onderteekend dooi
den beëedigden rijks-landmeter, den heer Hil-
dernisse, waaruit moest worden afgeleid dat
reeds een splitsing der verschillende perceelen,
waaruit de werf bestaat, had plaats gehad en
een deel daarvan op de fabriek van gesterili
seerde melk was overgegaan. Twee leden dei-
commissie werden gecommitteerd een onderzoek
in te stellen naar de overeenkomst die aan
die splitsing ten grondslag ligt. Dinsdag
hielden de twee leden zich daarmede bezig
en toen in de tweede vergadering, op Woens
dag jl., mondeling rapport daarover door hen
werd uitgebracht, achtte de voorzitter het door
hen medegedeelde zoo belangrjjk, dat hun op
zjjn voorstel met algemeene stemmen werd
opgedragen het opstellen van een schriftelijk
rapport. Dit rapport kon nog niet ter tafel
worden gebracht, omdat de commissie na
Woensdag niet weder bij elkander is geweest.
Art. 19 der voornoemde concessie luidt o. a
»zoodra het dok in het bezit mocht komen
van anderen dan van adressant of zijne erven,
zal het maximum der tarieven goedgekeurd
moeten worden door het gemeentebestuur"
en »het dok zal zijn ten gebruike van alle
schepen en zullen deze met eigen volk, van
welke werf ook, mogen nagezien of hersteld
worden".
Eene bespreking van dit artikel in de eerste
vergadering der commissie gaf aanleiding tot
het opvragen door burg. en weth. van de
kamer van koophandel en fabrieken van de
jaar-staten van het dok, ter beoordeeling in hoe
verre industrieelen binnen deze gemeente, als
bjjv. de firma V. d. Klip en Jolmers, billijke aan
spraak kunnnen maken op voorziening in hunne
belangen, wanneer eene Maatschappjj als de
Schelde eigenares wordt van het dok. Bedoelde
jaarstaten werden Woensdagavond met een
gewaardeerd schrijven van den voorzitter dei-
Kamer aan de commissie overgelegd en in
handen gesteld van een der leden, zonder dat
de daaruit af te leiden conclusion in behan
deling konden komen uithoofde de commissie
sedert Woensdagavond niet meer met burg.
en weth. vergaderd is geweest.
Ik zou te wijdloopig worden wanneer ik
hier nog meer bijvoegde. Ik zou anders nog
op de hoogst noodige bespreking eener ver
goeding van f 1500 en andere gewichtige
punten kunnen wijzen maar ik vertrouw, dat
het medegedeelde moge volstaan om den raad
te overtuigen, dat de leden der commissie met
den meest mogelijken spoed en ernst hunne
taak wenschen te volbrengendat, al moge
de Maatschappij de Schelde van geene wijzi
gingen willen hooren voordat de gemeente het
eenige middel om die te eischen, uit handen
zal hebben gegeven, om daarna zonder twijfel
in niets toe te stemmen waardoor haar eigen
belang ook maar eenigszins zou kunnen wor
den bedreigd, de raad voor zichzelf er belang
bij heeft, vóór de beslissing omtrent het voor
stel van burg. en weth. omtrent alle punten
zooveel mogelijk te worden ingelicht, en dat
de leden der commissie het zeer zouden moe
ten betreuren, indien hun arbeid ten halve
door hen moest worden gestaakt.
De heer E. P. Schorer twijfelt niet aan den
ernst en ook niet aan den spoed der commissie.
Hij waardeert dit zeer en gelooft lat haar
werk niet nutteloos behoeft te zijn, omdat, als
tot niet-naasting besloten is, over een nieuw
contract kan onderhandeld worden.
De gemeente heeft geen recht nu eene
contractwijziging te vorderen en of' men nu
weken of maanden wacht, er is aan dien
toestand niets te veranderen.
De heer Snijders wijst er op dat door de
commissie belangrijke ontdekkingen zijn ge
daan, die in een schriftelijk rapport moeten
medegedeeld worden. Hij spreekt daarom het
vertrouwen uit dat de raad nu geen beslissing
zal nemen.
Alsnu wordt gestemd over de vraagof de
commissie zal.=i>lijven gehandhaafd. Met 9
tegen 6 stemmen wordt die ontkennen d
beantwoord.
Y o r stemmen de heeren Gratama, Jeras,
Snijders, Van der Swalme, Den Bouwmeester
en Koole.
Thans komt het voorstel van burg. en weth.
tot naasting van het dok aan de orde.
De heer De Stoppelaar deelt mede dat het
hem genoegen deed dat de Schelde het dok
gekocht heeft; hij meent dat die firma het
dok flink zal exploiteeren en is het volkomen
eens met het advies der Kamer van Koophan
del om de Schelde het dok te gunnen.
Spreker wijst er ook op dat de Schelde be
reid is sommige haken en oogen in het con
tract weg te nemen. Hij zal dus tegen
naasting stemmen.
De heer Snijders deelt mede dat, nu zjjn
voorstel is verworpen, hij geen deel meer zal
nemen aan de discussiën enhij tevens zjjn
ontslag neemt als lid van den raa,d.
De voorzitter meent dat eene teleurstelling
een lid van den raad niet tot zoodanig besluit
moet brengen.
De heer Snjjders zegt ongeveer 25 jaren lid van
den raad geweest te zjjn; meer dan eens is hjj
persoonljjk beleedigd en achteruit gezethjj
heeft zich daarover nooit beklaagdnu echter
geldt het een beginsel
Hjj besluit met te zeggen dat hjj niet zal
qualificeeren welke redenen tot zulk eene be
handeling der zaak geleid hebben.
De heer Snijders verlaat alsnu
de vergadering.
De heer Tak bespreekt het voorstel van
burg. en weth.
Hjj is het daarmede niet eens en gelooft
dat de berekening der ontvangsten niet juist
is. Burg. en weth. rekenen f 5000 te ont
vangen, 4000 van de Zeeland en /"1000 van
anderen.
Hjj vraagt of het wijs is om bjj bespreking
eener industrieele zaak voor vier vijfden te
rekenen op éen klant.
Afgescheiden van de vraag wat de toestand
worden zal van de Zeeland,bljjft het ook nog een
open vraag of te Ylissingen geen dok zal
gebouwd worden.
De heer Tak zet nader nog uiteen dat het
z. i. niet aangaat dat de gemeente industrieele
zaken drjjf't. De gasfabriek en de duinwater
leiding maken daarop eene uitzondering,
omdat daarbjj het algemeen belang is betrok
ken.
Afgescheiden van het nadeel, dat van naas
ting voor de gemeente het gevolg wezen zal,
gelooft spreker nog dat de omvang van eene
exploitatie van het dok voor de gemeente te
groot is. Hjj stelt in het licht dat met een
dokdirecteur, met een wedde van ƒ250, en
eenige sjouwers het dok nooit goed is te ex
ploiteeren.
Hjj zal daarom tegen het voorstel van burg,
en weth. stemmen.
De heer E. P. Schorer sluit zich geheel aan bjj
hetgeen door den heer Tak is aangevoerd.
Hjj bespreekt verder nog de kwestie van de
regeling van loozing van dokwater. Die rege
ling is onvolledig, wat volgens mededeeling
van den wethouder Den Bouwmeester tot
onaangename en schadelijke gevolgen aanlei
ding geven kan.
Hjj vraagt of die kwestie van zooveel be
lang is om daarvoor het dok te naasten. Hjj
ontkent dat, te meer waar de Schelde wel
bereid zal zijn om de gemeente hierin ter
wille te zjjn.
Wat aangaat de vraag of herstellingen aan
het natte dok ten laste zouden komen van
de gemeente of' van den eigenaar van het dok,
constateert de heer Schorer dat naar zjjne
meening het zonneklaar is dat het onderhoud
van het natte- zoowel als van het droge-dok
komt voor rekening van den eigenaar.
Op grond van een en ander verklaart hij
zich tegen het voorstel van burg. en weth.
De heer Van der Swalme zal voor het voor
stel van burg. en weth. stemmen, al is dit
tot zjjn leedwezen.
Hjj zou gaarne met de andere richting mede-
gegaan zjjn en op minneljjke wjjze de ver-
Schillende kwesties uit den weg trachten te
ruimen. Na den brief van de Schelde kan dit
nu z. i. niet meer.
Spreker wjjst erop dat indertijd de gemeente
eene halve ton toestond voor het dok en bo
vendien nog een groot terrein in het midden
der stad.
De goede verwachtingen, die men toen van
het dok koesterde, zjjn niet verwezenlijkt en
nu heeft de Schelde het dok voor een zeer
lagen prjjs gekocht.
De Schelde wil nu niet onderhandelen voor
de kwestie der naasting is afgedaan en dit
geeft spreker reden om te gelooven dat een
later overleg, als men 'tmes uit de handen
gegeven heeft, niet veel belooft.
De waterloozingskwestie weegt ook bjj spre
ker, evenals de financieele zjj de van het
vraagstuk, maar hjj is toch te angstig voor
hetgeen van de welwillendheid van de Schelde
te wachten is.
De heer Den Bouwmeester is voor naasting
van het dok. Wanneer het dok niet genaast
wordt is de geme.mte gebonden door een con
tract dat, naar hij meent, niet zoo gemakkelijk
is te veranderen.
Spreker gelooft zeker dat het dok uitstekend
zal geëxploiteerd worden, maar wjjst erop dat
de gemeente bjj niet-naasting aan handen en
voeten gebonden is.
Het contract bevat leemten, die nadeelig
voor de gemeente zjjn, en bjj de zekerheid
dat dit contract niet kan gewjjzigd worden,
dient de raad het dok te naasten.
Z. i. dient de gemeente meesteres, te zjjn op
haar eigen terrein.
Mocht de gemeente het dok naasten, dan
kan zjj het later verkoopen onder andere be
palingen dan thans gelden.
Spreker wijst erop dat de Schelde het dok
dringend noodig heeft en bjj een nieuwen
verkoop zjj 't waarschjjnljjk weer koopen zal.
De heer Koole vereenigt zich met de heeren
Yan der Swalme en Den Bouwmeester.
Hij stelt nog in het licht dat, waar men
zich voor 100 jaren bindt, het niet aangaat
af te hangen van personen, die 't nu heel
goed met ons meenen, maar die na korter of
langer tjjd door anderen vervangen kunnen
worden.
De heer Gratama zal tegen naasting zich
verklaren. Hjj meent dat de gemeente geen
industrieele zaken mag exploiteeren indien het
algemeen belang dit niet vordert. Z. i. is het
dok geen algemeen belang. Het zal ook geen
voordeel voor de gemeente opleveren, wat uit
de geschiedenis van het dok duidelijk bljjkt.
De heer Brevet acht het een groot bezwaar
bjj het naasten van het droogdok dat er cala
miteiten kunnen komen die de gemeente op
zware kosten kunnen jagen.
De berekening van burg. en weth. kan vol
komen juist zjjn, maar dan staat het vast dat
er geen cent is uitgetrokken voor mogeljjke
latere rampenverder is voor 250 geen be
kwaam dokmeester te vinden.
Spreker wjjst er eindeljjk nog op dat ge
wezen is op het slechte contract, maar z. i.
is dat contract niet zoo slecht als de heer
Snjjders wilde doen voorkomen. Hjj stelt in
het licht dat in dat contract verschillende
bepalingen voorkomen, die voorkomen dat de
gemeente ten deze aan handen en voeten zou
gebonden zijn.
De heer P. G. Sprenger meent dat, waar
hjj als lid van den raad meent dat naasting
schadelijk is voor de gemeente, hij, ofschoon
bij de Schelde betrokken, toch vrjjheid heeft
over de zaak te stemmen.
De voorzitter antwoordt nog aan den heer
Tak dat burg. en weth. meenen dat de ge
meente wel degeljjk een dok zou kunnen exploi
teeren, wat ook in andere plaatsen geschiedt.
Hij stelt in het licht dat die exploitatie kan
geschieden zooals burg. en weth. hebben voor
gesteld en wjjst op het groote belang dat de
gemeente baas bljjft in eigen huis.
Den heer Schorer wjjst de voorzitter erop
dat de loozing van het dokwater zeer schade-
Ijjke gevolgen hebben kan, terwjjl hjj den
heer Gratama opmerkt dat het exploiteeren
van het dok door de gemeente volgens hem
wel een algemeen belang te achten is.
Ook stelt de voorziter nog in 't licht dat de
exploitatie van het dok wel voordeel kan op
leveren.
Wat betreft de oprichting van een dok te
Vlissingen vraagt de voorzitter of de gemeente
niet meer pressie kan uitoefenen als zjj mees
teres is van het dok dan wel wanneer het
in handen is eener firma.
Eindeljjk toont hjj nog aan dat de exploitatie
niet moeiljjk ishet voornemen zou wezen om
dat op dezelfde manier te doen als te Rotter
dam, Antwerpen en Amsterdam geschiedt, waar
ook geen vast personeel in dienst der ge
meente is.
Hierna wordt tot stemming overgegaan.
Met 11 tegen 3 stemmen wordt het voorstel
van burg. en weth. verworpen en tot
niet naasting besloten.
Voor stemmen de heeren Van der Swalme,
Den Bouwmeester en Koole.
Alsnu wordt aan de orde gesteld de be
noeming van eene commmissie van drie leden
om met de Schelde te onderhandelen over
een nieuw contract.
De heer Jeras vraagt of die commissie wer
ken zal met burg. en weth. of buiten dat
college om. Hjj acht het beter dat de com
missie met burg. en weth. samen werke.
De voorzitter zegt dat het denkbeeld van
burg. en weth. is dat de commissie zal wer
ken buiten burg. en weth. om.
Daar is de heer Tak tegenhjj acht het
alleszins gewenscht dat burg. en weth. met
de commissie zullen samenwerken.
Hij stelt voor aan burg en weth. op te
dragen in overleg met een commissie uit den
raad de onderhandelingen met de Schelde te
voeren.
De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje
vraagt waarvoor eigenijjk de commissie noodig
is. Hjj gelooft dat bu-g. en weth. zich wel
met de Schelde in contact kunnen stellen.
De voorzitter wjjst op de discussie, in de
vorige zitting ten deze gevoerd, waaruit bljjkt
dat de raad eene commissie wenschte.
Daarop wordt het voorstel van den heer
Tak zonder hoofdeljjke stemming aangenomen.
Alsnu wordt overgegaan tot de benoeming
der commissie.
Tot eerste lid der commissie wordt be
noemd deheermrK. W. Brevet met 7 stemmen.
De heer Yan Dunné verkrjjgt 5 stemmen en
de heer Schorer eene stem. Een briefje is
blanco.
Tot tweede lid wordt benoemd de keer F. J.
van Dunné met 9 stemmen. De heer Schorer
krijgt er 4 en de heer P. G. Sprenger eene
stem.
Tot derde lid wordt benoemd de heer mr
E. P. Schorer met 8 stemmen. Op den heer
Koole zijn 3 stemmen uitgebracht, terwjjl de
heeren Tak en Van der Swalme ieder 1 stem
op zich vereenigen en een briefje blanco is.
De heer Schorer maakt bezwaar het lidmaat
schap aan te nemen op grond dat hjj geene
commissie noodig acht.
Alsnu wordt tot eene nieuwe stemming
overgegaan. Daarbjj verkrijgt niemand de vol
strekte meerderheid. Op den heer Jeras zjjn 5,
op den heer Koole 4, op de heer Gratama 3
stemmen uitgebracht en eene stem op de heeren
Tak en Van der Swalme. Een briefje is blanco.
Bjj tweede vrjje stemming wordt de keer
Jeras met 10 stemmen benoemd; de heer Koole
verkrjjgt 4 stemmen.
De heeren Brevet en Jeras nemen de benoe
ming aan.
Hierna wordt de zitting gesloten.
Stoomdrukker^ D. G. Kröber jr\—Middelburg