Woensdag w M 4 October. N°. 234. 136" Jaargang. 1893 Middelburg 3 October. Het droogdok te Middelburg. "onderwijs. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel; Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen; van 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Reclames 40 cent per regel. MODELBOUW ((ILIUM. Thermometer. Agenten te VlissingenP. G. de Vïy Mestdagh Zoon, te Goes A. C. Boluit, firma weduwe A. C. de Jonge, te KrainingenF. v. d. Peul, te ZierikzeeA. C. de Mooij, j Advertentiën Middelburg 3 Oct. 8 u. vm. 53 gr. te TholenW. A. van Nieu wenkui jzen en te TemeuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën j moeten des namiddags te één uur m. 12 u. 58 gr-, av. 4 u. 56 gr. F. j aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Gebb. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam, j aan het bureau bezorgd zjjn, willen Verwacht Z. West. wind. j Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjg en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen. Morgen zal de gemeenteraad van Middel burg bijeenkomen ter bespreking van een voor onze stad hoogst belangrijke kwestie de al of niet naasting van het droogdok. Met groote belangstelling wordt voorzeker een beslissing in deze tegemoet gezien en geen wonder. Dat droogdok vertegenwoordigt een stuk geschiedenis van onze stad, dat spreekt van blijde verwachtingen en droeve teleurstellin gen van dagen van voorspoed, die helaas 1 gevolgd werden door meerdere vol tegen spoed. Wie zich nog herinnert, hoe den 15 Juli 1874, dank zij den energieken handelingen van een ondernemend man, op wien Mid delburg met vertrouwen het oog vestigde, de raad volgaarne, en wel met 13 tegen 4 stemmen, zijn steun verleende om dat dok tot stand te brengenwie zich nog voor den geest haalt de blijde inwijding van dit droogdok en hoe den 30en Juni 1876 het in onze stad alles vol vreugde was, een schoone stoet langs de straten trokdie zal onwillekeurig zich gestemd gevoelen tot ernst, nu de ervaring der latere jaren aan al die schoone verwachtingen den bodem heeft ingeslagen. En die ernst kan niet anders dan tot omzichtigheid aansporennu men op het punt staat een besluit te nemen, dat voor de gemeente-finanoiën, maar ook voor de nijverheid in Middelburg van grooten invloed zijn moet. De schoone voorspiegelingen, de meest rooskleurige verwachtingen, maar nog erger de zekerste berekeningen omtrent de toe komst leden alle schipbreuk. Wij behoeven het toch waarlijk niet te verbloemen, dat, ai kunnen wij ons niet beroepen op cijfers, wijl die, als particulier eigendom, niet te onzer beschikking zijn, het zoo vast staat als een paal boven water dat de onderneming van het droogdok niet voordeelig is geweest. Onder bet licht van al die feiten, rekening houdende met de niet te loochenen waarheid dat de financieele toestand van Middelburg niet toelaat zich in gewaagde ondernemingen te steken, waarbij het algemeen belang niet in die mate is betrokken dat het nut verre opweegt tegen een eventueel geldelijk vei- lies, meenen wij dat de raad morgen niet anders zal kunnen en mogen doen dan de gedachte om tot naasting over te gaan te laten varen. Dat men de kwestie onderzocht heeft, niet klakkeloos den verkoop van dat droogdok heeft toegelatenwie zal dit wraken Het zou tegen het belang der gemeente ge weest zijn, wanneer men de zaak niet van verschillende kanten had bekeken en over wogen in hoever de mogelijkheid bestond uit naasting eenig voordeel voor de stad te behalen. En het was daarom goed dat over die zaak eens het volle licht opging en zij van verschillende kanten werd bezien. Maar wie met aandacht de over deze kwestie uitgebrachte rapporten heeft ge lezen, zal, naar onze meening, tot de conclusie moeten komen dat aan naasting een risico is verbonden, die de gemeente niet op zich nemen magen dat het oneindig beter is dit droogdok te laten in die handen, waarin het zich op dit oogenblik bevindt. Wat zou de gemeente met het droogdok moeten doen Het idee om het in erfpacht of huur af te staan wordt zelfs door de meerderheid van het dagelijksch bestnnr, die voor naasting gestemd is, verworpen, „omdat zoodoende weêr te veel van de door haar gewenscht geachte onafhankelijkheid zou worden prijs gegeven." Dit daargelaten, omdat wij niet begrijpen, waarom men tegenover een huurder niet zulke voorwaarden zou kunnen stellen, waardoor aan dat bezwaar zou kunnen wor den tegemoet gekomen, betwijfelen wij ten sterkste of daarvoor zich wel éen lief hebber zou opdoen. De gemeente zelve zou het droogdok dus moeten exploiteeren, hetgeen, volgens die zelfde meerderheid, op .eenvoudige, goed- koope doch doelmatige wijze mogelijk is." Zoooals zij haar plan ten deze ontvouwt, zal niemand ontkennen dat het zeer een voudig ismen drage slechts het technisch beheer op aan den gemeente-bouwmeester of den havenmeestermen stelle agenten aan, die voor het droogdok werkzaam zijn, en klaar is de zaak. Aldus heet het op papier, maar nu in de praktijk. Afgescheiden van de vraag in hoever het gewenscht is zoo veel takken van dienst in éen hand te concentreeren, wat allicht aan leiding geeft dat de een of de andere eronder lijdt, zal men toch moeten erkennen dat er voor de exploitatie van zulk een droog dok meer routine, meer handelskennis, meer ervaring noodig is dan men van een gemeente bouwmeester of een havenmeester mag ver wachten. Terecht wordt daarom dan ook in het zaakrijk rapport der Kamer van koop handel erop gewezen dat voor zulk eene gemeente-exploitatie iemand noodig is, die technische en commercieele kennis moet be zitten en dat zoo iemand op eene hoogere belooning zon aanspraak kunnen maken dan pleegt uitgekeerd te worden aan ambtenaren, ook de best bezoldigden, in dienst van eene gemeente. Doet men dit en men zal dit wel moeten doen dan faalt van zelf de be rekening van de meerderheid van het da gelijksch bestuur. Maar daarmee zijn de be zwaren, aan zulk eene regeling verbonden, nog lang niet alle verdwenen. Al stelt men den bekwaamsten man aan het hoofd van zulk een droogdok waar het eene gemeente instelling geldt, zal hij van zelf eene instructie moeten ontvangen, een instructie die hem bindt. Voorschriften en tarieven, door den raad vastgesteld, zullen hem verhinderen nu en dan een slag te slaanlaat staan zelfs de mogelijkheid dat de raad zulk een tarief kan maken in eene zaak, die van zoovele omstandigheden afhankelijk en aan zoovele wisselvalligheden onderhevig is. Heden stelt men zulk een tarief vast en morgen maakt een concurrent het geheel krachteloos. Wie slechts een weinig bekend is op dat gebied weet dat er maar al te dikwijls gemar chandeerd moet wordendat bij de concur rentie, die er bestaat en die steeds zal toenemen, er gegeven en genomen moet worden in meer dan éen beteekenis. En dan staat een gemeente-ambtenaar door zijn instructie aan handen en voeten gebon den en gaat hij op in de hem verstrekte reglementen. Geeft men echter hem volle vrijheid, tot hoeveel opmerkingen zullen dan vaak, bij de controle, die de gemeenteraad toch altijd moet uitoefenen, verschillende posten van ontvang en uitgaaf aanleiding kunnen geven, en tot hoeveel verkeerde opvattingen, tot hoe veel moeilijkheden, wanneer daaromtrent sub rosa mededeelingen worden gedaan, die met het oog op de concurrentie niet aan de groote klok kunnen gehangen worden Wil men het toezicht en de controle op dragen aan eene commissie of aan burg. en weth., haar of hun recht geven den ambtenaar afwijkingen ten opzichte van het tarief enz. toe te staan, dan zal men van zelf vervallen in een omslachtige manier van werken, die meermalen de doodsteek is ge weest voor het welslagen van industrieele ondernemingen. In de eerste plaats zal men in spoed- eischende gevallen dikwijls de heeren, die be slissen moeten, niet bij elkaar kunnen krijgen en in de tweede plaats zal bp het loven en bieden, dat vaak gedaan moet worden, eene beslissing hoogst moeilijk wezen. In beide gevallen zal middelerwijl de tijd verstreken zijn en eene beslissing genomen wezen ten nadeele van het droogdok in onze gemeente, En wat van den chef, die aan het hoofd staat, in deze is gezegd, geldt in nog ster kere mate van de agenten, die twee leden van ons dagelijksch bestuur willen aanstel len. Hoe het mogelijk kan zijn hun vrijheid van beweging te geven en toch de noodige controle te kunnen uitoefenende belangen van zulk eene gemeentelijke instelling goed te behartigen en aan de eischen, die han del en scheepvaart stellen, te voldoen, blijft ons nog eene duistere zaak. Ziedaar enkele zeer groote schaduwzijden, aan eene gemeente-exploitatie van het droogdok verbondenterwijl wij nog niet eens willen spreken van het meermalen voorgekomen feit dat de ijver van hen, die aan het hoofd van gemeente-instellingen staan, niet in de schaduw komt bij die van particulieren, wier eigen belangen daarbij zijn betrokken. Er blijven dus ernstige gevaren dreigen bij eene onderneming als het exploiteeren van een droogdok; gevaren waaraan wij meenen dat een bestuur de kas der ge meente niet mag blootstellen, vooral niet omdat bij den minsten tegenspoed, bij de geringste calamiteit, waaraan men allicht blootstaat bij zulke ondernemingen, zij den weerslag daarvan geducht zou gevoelen. En dat klemt te meer, nn zelfs bij de berekening, door het dagelijksch bestuur gemaakt, er van winst nog geen kwestie kan zijn, de gemeente zich een nieuwen schulden last op den hals moet halen, waarvan bij den minsten tegenspoed de volle zwaarte zich zeer sterk zal doen gevoelen. Men heeft terecht is dit opgemerkt door de Kamer van koophandel te onzekere factoren in deze om lichtvaardig over zulke berekeningen heen te loopen. Waar zelfs bij eene raming, welke op een voordeelig saldo het uitzicht opende, diezelfde Kamer huiverig is om tot naasting te adviseeren, hoeveel te angst- valliger moet men in dit opzicht dan zijn bij een berekening van kosten en ontvangsten als door ons dagelijksch bestuur is gemaakt j Volgens die berekeningen zou in gewone omstandigheden het droogdok aan de ge meente niets kosten en na 23 jaren geheel vrije eigendom wezen. Dit is, dunkt ons, een zeer lange termijn, waarin groote kans bestaat dat de matig berekende ontvangsten veel minder zullen wezen, wijl de exploitatie, om bovengenoemde redenen, niet gemakkelijk zal gaan en bezwaren zal ondervinden van de zijde van hen, die uit thans ondervonden teleurstelling zullen trachten elders eene inrichting te verkrijgen, waarover zij vrijelijk de beschikking hebben. En wie durft voor spellen wat er op dat gebied in die 23 jaren zal voorvallen en of de omstandigheden niet zoo zullen veranderen dat alle berekeningen falen Wat de uitgaven betreft, zoo goed als zeker is 't dat de gemeente zal staan voor kostbare herstellingen aan het dok zelf, terwijl aan de machines, naar wij vernamen, ook weldra hetzelfde zal moeten plaats hebben. Over de foutieve berekening, door het dagelijksch bestuur op dit punt gemaakt, moge het hij zijn nader advies los heen- loopenhet is en blijft een zeer ernstig be zwaar tegen naasting dat de gemeente daarbij voor zulke groote onkosten zich gesteld ziet, die nog aanzienlijk verhoogd kunnen worden door calamiteiten, die bij zulk eene inrichting hoe langer zoo meer zijn te duchten. Een andere vraag zou afgescheiden van al het voorgaande kunnen zijn in hoever de handel- en scheepvaartbeweging het der gemeente tot plicht maakt om zulk een droogdok in stand te houden. Nog daargelaten in hoever het noodig zou zijn om, waar er een andere, betere weg leidt tot hetzelfde doel, dien van eigen beheer te bewandelen, zal toch niemand durven be weren zij 'took met een gevoel van te leurstelling dat Middelburg op dit punt gelijk staat met Rotterdam of Antwerpen. Wil men daar de scheepvaartbeweging be houden en aanmoedigen, dan dient men verschillende inrichtingen, o. a. een droog dok, in stand te houden. Daardoor behar tigt men het belang der ingezetenen, die van de scheepvaart- en handelsbeweging de vruchten plukken. Jammer dat in Middel burg die reden niet bestaat en dat onze gemeenteraad in dit opzicht den ingezetenen niet een last mag opleggen, waarvan zij geen voldoende voordeelen kunnen plukken. Alles overwegende, blijven wij bij onze meening dat naasting van het droogdok door de gemeente niet gewenscht is een meening die wij overtuigd zijn dat door de meer derheid van den raad zal worden gedeeld Men moge de som van 26000, door de Schelde geboden, gering achten, vooral in verband met de onkosten, gemaakt voor de oprichting van het dok men vergeteniet dat dit het hoogste serieuse bod was dat werd gedaan en dat op de Schelde altijd een zware verplichting blijft rusten. In een der artikelen der overeenkomst wordt nl. be paald dat, wanneer de exploitatie van het droogdok en wat daarbij behoort, als droog dok, om welke reden ook, behalve wegens overmacht, wordt nagelaten of afgeweken van de bepalingen der overeenkomst, het ge meentebestuur ten allen tijde de bevoegdheid heeft de ontbinding der overeenkomst, met voorbijgang van arbiters, bij den bevoegden rechter te verzoeken. Wordt deze uitge sproken, dan wordt het dok met afsluiting en brug en alles wat daarbij behoort zonder eenige schadevergoeding van de zijde der gemeente, en zonder verplichting om eenige eventueele op het dok c. a. staande schulden te voldoen, baar eigendom. Doch dit daargelaten, geen hooger bod werd gedaan, zoodat in elk geval over het bedrag van 26.000 niet veel valt te redeneereB. Het belang der gemeente brengt mee bet dok in handen der Schelde te latendeze heeft de middelen om daar leven en beweging te brengen, en daardoor een voordeel aan de stad, waarover de gevoelens mogen ver schillen, maar dat, dunkt ons, niet gering geschat mag worden en dat in elk geval wel opweegt tegen den hinder, dien eenige bewoners van den Dam daarvan mogen ondervinden. Laat ons niet vergeten dat zulk een dok de waarde van de Maatschappij de Schelde verhoogtdat bij haar bloei Middelburg en Vlissingen beide belang hebben, zooals bij meer andere zakenen dus ook uit dat oog punt de overdracht van het dok aan die maatschappij een hoogst gewenschte zaak is. Wil de stad Middelburg zich beter dan tot heden verzekeren de regeling der loozing van het dokwater op hare riolen en haren rioolwatergang naar Veerede belangen der bij het dok wonenden behartigen door bij eventueele herstellingen te doen zorgen dat de passage over de bateau-porte niet langer dan hoog noodig wordt gestremd zij drage aan burg. en weth. op in deze te trachten in de overeenkomst met de Schelde nieuwe bepalingen te doen opnemen, die, beter dan de huidige, aan deze en andere bezwaren tegemoet komen. Men legge der Schelde desnoods, als het mogelijk is, de ver plichting op in zake de passage over het dok in gevallen, als hier boven genoemd, aan de zjjde van het kanaal een noodbrug voor voetgangers te maken. Wij leggen slechts vooral den nadruk op de woorden „trachten" en „als het mo gelijk i s", omdat wij niet weten in hoe ver de gemeente recht heeft wijzigingen in het contract te maken. Wellicht kan zij alleen van haar recht tot naastiDg gebruik maken, meer niet, en dan op de oude grond slagen het bestaande contract met de Schelde continueeren. Is dit niet zoo, en kan zij nieuwe bepa lingen in het leven roepen, dat zij dit dan doe Wij houden ons overtuigd dat aau de zijde der Schelde alle mogelijke welwillend heid te vinden zal zijn om aan dergelijke bezwaren tegemoet te komen. Slechts door hare medewerking kan het droogdok meer dan tot heden aan zijn doel beantwoorden en de gemeente voordeelen genieten, die zij hij eigen exploitatie stellig niet zal verwerven. De St. Ct van heden bevat een kon. besluit ter voorziening in de vorming van reserve kader, ook op andere wjjze dan door opleiding van militiekader, wegens de behoefte in oorlogs tijd aan kader, inzonderheid voor de schutterden. Daarbij is bepaald dat voor het wapen der infanterie en dat der artillerie reservekader opgeleid wordt uit de vrijwilligers. Het reservekader bestaat uitadspiranten- vaandrigs reserve-korporaals reserve-onder- officieren, en vaandrigs. De vaandrig heeft eenen graad, onmiddel lijk beneden den rang van tweeden-luitenant, en is, voor wat het pensioen aangaat, geljjk gesteld met de betrekking van hoofdopzichter van fortificatiën. Bij de korpsen der infanterie en die der vesting-artillerie kunnen een onbepaald aantal vrijwilligers voor het reservekader, als adspi- rant-vaandrig, worden aangenomen. Hij, die tot het reservekader behoort, wordt gevoerd boven de sterkte van het korps. Onder de wapenen dient hjj in den regel te geljjk met, en behoudens de uitzonderingen, vermeld in de artikelen 2528, op dezelfde wjjze als de overige vrijwilligers bp het leger. Ter zake van de toelating van vrijwilligers voor het reservekader wordt aanbrenggeld noch engagementspremie genoten. Om als vrijwilliger voor het reservekader te worden toegelaten, mag men niet jonger dan 17 en niet ouder dan 24 jaar zjjn. Voorts moet men: a. ongehuwd wezen; b. ingezeten zjjn van het rjjk, overeenkomstig artikel 15 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad n° 72), betrekkelijk de nationale militie; c. lichamelijk geschikt zjjn voor den krijgsdienst bij de militie; d. overleggen een bewijs van afgelegd examen, benevens de be scheiden, voor eene toelating als gewoon vrij williger bp de landmacht gevorderd. Als vrijwilliger voor het reservekader wordt niet aangenomenlo. hjj die tot de zeemilitie behoort2o. hjj die bjj de militie te land is ingeljjfd en wiens tpd van eerste oefening niet is volbracht. De vrijwilliger die tot het reservekader is toegelaten, nadat door of voor hem aan do loting voor de militie is deelgenomen, en die bp de militie wordt ingeljjfd, is, met den dag zpner inlpving. ontheven van zpne vrij willige verbintenis en alzoo gehouden zpn dienst bjj de militie te volbrengen. Het bewjjs, onder d hierboven genoemd, wordt uitgereikt aan hem, die met goed ge volg een examen heeft afgelegd, dat zich uit strekt overa de Nederlandsche taalb de Fransche taalc de Hoogduitsche of Engelsche taal d de geschiedenise de aardrijkskunde; f de wiskundeg de eerste beginselen der natuurkunde, en h den wapenhandel. De eischen Tan kennis en bedrevenheid in bovengenoemde vakken en de wjjze waarop van die kennis en bedrevenheid bljjken moet, worden door den minister van oorlog omschre ven en vastgesteld. Voor nadere inlichtingen verwijten wjj naar de St- Ct. van heden. Door de arrondissements-rechtbank te Zwolle is, ter vervulling van de vacature van kanton rechter te Harderwjjk, opgemaakt de navol gende alphahetische ljjst van aanbeveling mr. F. O. van der Dussenmr. Th. Thooft, en mr. F. J. G. van Tricht, griffiers bjj de kanton gerechten te Kampen, Zaltbommel en Groenlo. Tot advokaat-generaal van het Hooggerechts hof in Ned. Indie is benoemd de heer mr W. C. van Benthem Jutting. In de berichten der dezer dagen uit Oost-Indië ontvangen dagbladen komen eenige meerdere bijzonderheden voor nopens de be wegingen der troepen op Atjeh, maar bijzon derheden van aanbelang vindt men daaronder niet. Uit de Minahasse ontving het Soer. Hand. van eenige inlandsche hoofden een schrjjven, overvloeiende van tevredenheid en dankbaar heid aan de regeering voor de verbetering van het lot der bevolking. Mocht de gouverneur-generaal er nu toe willen overgaan om ook op het gebied van het rechtswezen eenigszins meer rekenschap te doen houden met de volksopvattingen, dan zou hun land voor de oude Minihassa, het Eden van Indië, zpn. Aan de universiteit te Utrecht is met goed gevolg het eerste natuurkundig examen afgelegd door den heer L. A. M. Riemens van Middelburg. Voor de vacante betrekkingen van onder wijzer en onderwijzeres teSint-Annaland heeft zich geen enkele liefhebber aangemeld.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1