MlÉiirgsclie Courant
BIJVOEGSEL
Maandag 2 October 1893, no. 232.
Middelburg 30 September.
Polderbestuur van Walcheren.
Vijf D*
VAN
Eeiidraclit maakt maclit.
Vrijdagavond wei'd, onder voorzitterschap
van den heer Herman Snijders, in het Schut
tershof alhier eene algemeene vergadering
gehouden van de bovengenoemde liberale
kiesvereeniging.
De vergadering was druk bezochtbij den
aanvang waren 72 leden tegenwoordig, welk
getal later tot 84- steeg.
De notulen van het verhandelde in de vo
rige bjjeenkomst werden gelezen en goedge
keurd.
Daarna deed de voorzitter mededeeling van
een schrijven van den heer Th. Van Uije
Pieterse, gedagteekend Vlissingen, 2 Aug.
1893, waarbjj hij kennis geeft den brief, waar
in de motie, in de vorige vergadering aange
nomen, is vervat, ontvangen te hebben, en
mededeelt dat hij daarin geen aanleiding heeft
gevonden zijn mandaat als lid der Staten
ter beschikking van de kiezers te stellen.
Het bestuur stelde voor dit schrijven voor
kennisgeving aan te nemen, waarmede de
vergadering zich vereenigde.
Daarop nam de voorzitter het woord om met
een kort maar ernstig woord hulde te bren
gen aan de nagedachtenis van wjjlen mr N.
J. C. Snouck Hurgronje, in leven lid van
Gedeputeerde staten van Zeeland.
De heer Herrn. Snijders achtte het een plicht
ook van deze plaats zoodanig woord te doen
hooren ofschoon reeds op eene andere, die
daartoe meer geeigend was, erop gewezen is
dat de heer Snouck Hurgronje een man was
bezield met grooten jjver, groote werkkracht
en bekwaamheid en iemand met een flink
karakter.
Spreker bevestigde het dat het heengaan
van mr Snouck Hurgronje een groot verlies is
voor de Staten van Zeeland en sprak de hoop
uit dat dit college, dat in dit jaar reeds twee
malen moest worden aangevuld door het over
lijden van twee zjjner leden, van verdere ver
liezen verschoond blijven moge. (Applaus.)
Na medegedeeld te hebben dat de vervul
ling der door het overlijden van den heer
Snouck Hurgronje opengevallen plaats bepaald
is op 17 October a., leidde de voorzitter de
behandeling van het eenige punt der agenda,
de voorloopige eandidaatstelling voor het lid
maatschap der Provinciale staten, in.
Hjj wekte de leden op met jjver en toewjj-
ding te trachten ditmaal de overwinning te
behalen en wees erop dat bjj elke nieuwe ver
kiezing de strijd tusschen de verschillende
partijen zich meer teekent, vooral met het
oog op de verhouding der partpen in de Staten.
Hjj sprak de hoop uit dat door eensgezind
op te treden en met jjver en bezieling te
werken, de strjjd voor het liberale beginsel
door een zegepraal mag worden gevolgd,
Alsnu gaf de voorzitter gelegenheid om
namen te noemen om op de voorloopige can-
didatenljjst te plaatsen.
De heer D. J. H. van Aken noemde den heer
dr A. van der Swalme en de heer J. J. H.
Doorenbos de heeren mr J. van der Lek de
Clercq en mr W. A. van Hoek.
Wijl geen andere namen genoemd werden
kregen dadeljjk de voorstellers gelegenheid
om de door hen genoemde candidaten te be
spreken.
De heer Van Aken meende daarbjj zeer kort
te kunnen zijn. De heer dr Van der Swalme
is lid van den gemeenteraad van Middelburg
en bjj al de kiezers aldaar bekend. Verder
is hjj lid van het polderbestuur van Walche
ren en spreker gelooft dat hij in beide be
trekkingen toont dat hij een zeer actief lid is
en geen moeite ontziet om in het belang van
de gemeente en den polder werkzaam te kun
nen zjjn.
De heer Van Aken verklaarde ook overtuigd
te zjjn dat de heer dr Van der Swalme in de
Provinciale staten goed op zjjne plaats wezen
zal en hjj daar de belangen der provincie
flink zal behartigen.
Eindeljjk wees hjj er nog op dat de door
hem genoemde candidatuur ook te Vlissingen,
veel steun vindt, wat eene reden te meer is
om hem ook hier te candideeren, omdat, werd
hier een ander gesteld, stemversnippering der
tegenpartjj zou ten goede komen.
De heer J. J. H. Doorenbos zeide dat hjj bjj
het noemen der door hem aanbevolen candi
daten zich vooral heeft laten leiden door de
gedachte dat de Gedeputeerde staten een
hoogstverdiensteljjk lid verloren hebben. Door
het overljjden van den heer Snouck Hurgronje
heeft slechts éen rechtsgeleerde in dat college
zitting, een man, die zeer verdiensteljjk maar
zeer bejaard is. Het komt hem voor dat het
nuttig zou wezen, indien de kiesvereeniging
erin kon slagen iemand tot lid der Provinciale
staten gekozen te krjjgen, waardoor dat lichaam
in zjjn keuze van een lid van het dageljjksch
bestuur meer ruimte kreeg.
Een andere vraag is of, indien een der door
spreker genoemde heeren candidaat mocht
gesteld worden, de kans van slagen even groot
is als bp de oandidaatstelling van den door
den heer Van Aken genoemden heer.
Daarvan is men op dit oogenhlik nog niet
goed op de hoogte, maar tusschen nu en den
dag waarop de definitieve keuze zal plaats
hebben is het bestuur in de gelegenheid zich
op de hoogte te stellen.
Spreker meende ten slotte dat de heer Van
Aken wel zal willen toestemmen dat een van
de beide door hem genoemde heeren beter
voor lid van het Gedeputeerd college zal
geschikt zjjn dan dr Van der Swalme, hoe
goed, hoe ijverig hjj dan ook wezen moge-
Op dit oogenblik geldt het de vraag iemand
als de heer Snouck Hurgronje te vervangen
en dr Van der Swalme zal wel zelf willen
erkennen dat een der twee genoemde heeren
dit beter kan dan hjj.
De heer Van Aken zeide niets af te willen
dingen op hetgeen door den heer Doorenbos
is gezegd ten opzichte van de heeren mr Van
der Lek de Clercq en mr Van Hoek. Hjj ge
loofde dat elk van beiden een uitmuntend lid
der Staten zjjn zou. Hjj kan echter niet toe
geven dat hjj hjj het noemen van den naam
van dr Van der Swalme niet zou gedacht
hebben aan de vacature in het Gedeputeerd
college. Dat deed hjj wel degeljjk. De heer
Doorenbos zeide dat in de Gedeputeerde staten
slechts een rechtsgeleerde zitting heeft, maar
deze spreker wilde hem even opmerken dat,
behalve het bejaarde lid, ook de voorzitter
rechtsgeleerde is. Dit argument klemt dus
niet. De heer dr Van der Swalme heeft lust
om te werken; en al moge hjj, werd hjj ge
kozen, den heer mr Snouck Hurgronje niet
evenaren, zeker toch zal hjj zjjne voetstappen
drukken.
De heer mr W. A. van Hoek, die alsnu het
woord vroeg, omdat zjjn naam in het debat
was gemengd, achtte het verkeerd iemand
candidaat te stellen voor welk ambt ook, die
pas den voorzitterszetel dezer vereeniging heeft
verlaten. Hij acht dat strjjdig met de
wenscheljjkheid dat de president volkomen
onpartijdig is en blijft en ook niet den min
sten schjjn op zich lade dat hjj den voorzit-
tersstoel hier beschouwt als een marche pied
voor iets hoogers of liever voor iets anders.
Is dit voor hem eene principieele kwestie,
eveneens is eene principieele vraag: Wat
stelt de kiesvereeniging zich voor Om te
trachten iemand gekozen te krjjgen tot lid
der Provinciale staten, die, wanneer hp ge
kozen wordt, onder de tegenwoordige omstan
digheden zjjn stem zal uitbrengen op een
liberalen candidaat voor het lidmaatschap dei-
Eerste kamer of om een candidaat te nemen
die kans heeft en lust om lid van het Gede
puteerd college te worden
Wanneer men zich stelt op het eerstge
noemde standpunt dan zijn verscheidene namen
te noemen maar wil men een candidaat die
geschikt is voor en lid worden kan en wil
van Gedeputeerde staten, dan wordt het eene
andere kwestie. Deze twee standpunten moes
ten, meende spreker, van elkaar verwjjderd
bljjven.
Wat hem zelf betreft, verzocht de heer Van
Hoek niet voor eene candidatuur in aanmer
king te komen, omdat, naar 'them voorkomt,
hjj, die den voorzitterstoel dezer vergadering
pas heeft verlaten, niet ten deze candidaat ge
steld moet worden.
De heer J. J. H. Doorenbos verklaarde wel
iets te gevoelen voor hetgeen door den heer
Van Hoek gezegd is, doch meende protest te
moeten aanteekenen tegen de verre strekking
van diens meening omtrent het zich beschik
baar stellen voor sommige betrekkingen door
heeren, die lid van 't bestuur der kiesvereeni
ging zjjn of zjjn geweest.
Hjj stelde in het licht dat men als voorzitter
in den regel kiest de besten onder de leden
en zou het bejammeren dat die besten, door
dien zjj in 't bestuur gezeten hadden, uitge
sloten werden van eene staatsbetrekking.
Een zitting hebbend bestuurslid te kiezen kon
bezwaren hebben, maar iemand die zitting
had daarom te weren achtte hjj verkeerd.
Wat betreft de kwestie dat het hier geldt
eene keuze voor een lid der Gedeputeerde staten,
stelde de heer Doorenbos nog nader in het
licht dat het noodig isMen Provincialen staten
eene ruimere keuze te geven dan zjj nu hebben.
Het zal wel waar zjjn dat de heer Van der
Swalme zeer geschikt is om zitting te nemen
in het Gedeputeerd college, maar een bekwaam
rechtsgeleerde zou spreker op dit oogenblik
geschikter achten dan een dokter.
Desalniettemin zal hjj, wanneer die dokter
definitief candidaat gesteld wordt, wat ook
hem genoegen doen zou, hem steunenliever
echter zag hjj een der door hem genoemde
heeren verkozen.
De heer dr J. C. Bolle, die hierna het woord
vroeg en verkreeg, merkte op dat het niet de
eerste maal is dat hier gesproken wordt over
personen, van wier politieke denkwjjze men
niet op de hoogte is. Nu ook weder wil men
der kiesvereeniging iemand als candidaat op
dringen, van wiens politieke geloofsbeljjdenis
men eigenljjk zeer weinig weet. Waarom
vroeg hjj moeten wij nu voor den heer dr
Van der Swalme in 't vuur gaan? Waardoor
heeft hjj zich doen kennen dat wjj veilig hem
toevertrouwen kunnen het belang van de
liberale beginselen In den gemeenteraad heeft
hij zich doen kennen als ultra-conservatief.
Wanneer de kieswet met eene kleine meer
derheid in de Tweede kamer werd aangeno
men, is het mogeljjk dat de Eerste kamer
haar afstemt, en indien daarop ontbinding
der Eerste kamer volgen mocht, welke hou
ding zou dan worden aangenomen door den
heer Van der Swalme bjj de keuze van nieuwe
leden
Naar hjj meent, is genoemde heer geen voor
stander van de kieswet en daarom vroeg deze
spreker den heer Van Aken of hjj met zeker
heid als zjjne overtuiging kan uitspreken dat
de heer Van der Swalme hjj eene eventueele
ontbinding der Eerste kamer zjjn stem geven
zou aan die leden, die met de kieswet meegaan?
De heer Van Aken zeide dat de bewering
van den vorigen spreker als zou de heer Van
der Swalme meer conservatief wezen dan
liberaal, door geen enkele aanhaling uit het
geen hjj in den gemeenteraad zeide werd
gesteunduit de verslagen van den raad
bljjkt dit niet.
Volgens zjjne innige overtuiging kan spreker
verklaren dat de heer Van der Swalme libe
rale leden voor de Eerste kamer stemmen zal
en hjj kon dit te eerder, wjjl de heer Van
der Swalme zelf heeft gezegd dat het hem
speet dat de heer Six niet was herkozen.
De heer Herm. Snjjders herinnert eraan dat
bjj een vorige verkiezing, toen de naam van
den heer Van der Swalme genoemd werd, de
vraag gedaan is of hjj tot de liberale partjj
behoorde en dat de heer Van der Swalme,
dienaangaande gepolst, een brief heeft geschre
ven dat hij in den laatsten tjjd meer en meer
de liberale zjj de koos, hjj eene candidatuur
der vereeniging wilde aannemen en niet van
eene andere.
De heer P. A. Janssen verklaarde zich groo-
tendeels te kunnen vereenigen met hetgeen
door dr Bolle werd aangevoerd. Nog geen uur
voor den aanvang dezer vergadering heeft hjj
met iemand gesproken, die den heer Van der
Swalme zeer goed kent en die zeide te wen-
schen dat deze candidaat mocht gesteld worden
omdat hjj eenigszins conservatief was.
Spreker was van meening dat er geen twjjfel
mag bestaan of de candidaat dezer vereeniging
wel liberaal is en hjj gelooft dat, wijl velen
dit van df Van der Swalme niet weten, deze
veler steun zal missen. Spreker zou liever iemand
als candidaat gesteld zien, die volbloed liberaal
was.
De heer J. C. Bolle, nogmaals het woord
voerende, vroeg waarom dr Van der Swalme
die zich, zooals men beweert, zooveel moeite
wenscht te geven ten behoeve van de publieke
zaak, niet het voorbeeld gevolgd heeft van
anderen, waarom hjj nooit in de vergadering
is geweest als daar zaken, voor de liberalen
van gewicht, werden besproken V Er is éen
verklaring wordt er gezegd, 'tis waar, maar dat
betreft slechts een zeer omzichtig gesteld briefje.
De heer Van Aken wees er op dat dr Van
der Swalme door sommigen conservatief-libe-
raal genoemd wordt en toonde aan dat daaraan
een verkeerde uitlegging gegeven wordt.
Onder de liberalen vindt men twee stroo
mingen, die der meer en die der minder vooruit-
strevenden. De heer Van der Swalme behoort
niet tot de radicalen maar tot dc gewone oud
liberalen. Wil men dat nu doopen als con
servatief, dan is de heer Van der Swalme dat.
Dat de heer Van der Swalme niet tot het
lidmaatschap dezer vereeniging is toegetreden,
kan toch niet als criterium gelden van al of
niet liberaal.
Spreker heeft nooit iets van dr Van der
Swalme gehoord, waaruit zou zjjn af te leiden
dat hjj niet liberaal is en daarom hield hij
vol dat deze een goed oud-liberaal is.
Daarna wees de heer Van Aken er nog op dat
de candidatuur van den heer Van der Swalme
ook te Vlissingen veel steun heeft en ook op
andere plaatsen zjjn naam van goeden klank
is en er dus veel kans bestaat dat, werd hjj
gesteld als candidaat, hij ook zon worden ge
kozen.
De heer J. J. H. Doorenbos meende tegen
de laatste argumenten, waarmede de heer Van
Aken de candidatuur van dr Van der Swalme
verdedigt, protest te moeten aanteekenen, nl.
het zich beroepen op hetgeen te Vlissingen in
de vergadering is geschied.
Het is de gewoonte dat te Middelburg en
te Vlissingen op denzelfden dag vergaderd
wordt tot het stellen van candidaten; dit was
ditmaal onmogeljjk en daarom is daar Woens
dag vergaderd. Daar zjjn in een weinig be
zochte vergadering drie namen genoemd maar
nu gaat het niet aan een dezer drie als de
candidaat te poseeren. Dr Van der Swalme
staat op de lijst en zal hier ook wel op de 1 jjst
komen, maar eerst als de verzamelljjst is in
gekomen en er de volgende week gestemd is,
dan zal bljjken wie de candidaat is.
Verder vroeg de heer Doorenbos wat de heer
Van der Swalme in den gemeenteraad heeft
gezegd of gedaan waaruit zjjne liberaliteit is
af te leiden Spreker wist het niet meer, wel
wist hjj dat de heer Van der Swalme indertijd
eene illiberale houding aannam toen hjj kin
deren, die in andere gemeenten woonachtig
waren, uit dé scholen te Middelburg weren
wilde.
De spreker verklaarde deze mededeeling niet
'te doen om den heer Van der Swalme te be-
strjjden maar alleen om den heer Van Aken
te antwoorden.
De heer Herm. Snjjders wees er op, dat de
heer Van Aken z. i. slechts eenigen nadruk heeft
gelegd op de vergadering te^Vlissingen niet om
daarmede dwang uit te oefenen maar om aan
te toonen dat men ook daar met de candida
tuur van dr V. d. Swalme zou ingenomen zjjn-
De heer mr W. A. van Hoek maakte, naar
aanleiding van hetgeen de heer Van Aken
gezegd heeft, de opmerking dat, naar 't hem
voorkomt, iemand, die uit den vreemde zich
in Middelburg vestigt en liberaal is, lid moet
worden der liberale kiesvereeniging. Doet hij
dit niet, dan laadt hjj den schjjn op zich als
zoude hjj zich liever buiten de publieke zaak
houden.
Spreker zou wel eens willen weten, hoe
iemand liberaal wordt geacht zonder goede
bewjjzen, die zich buiten de kiesvereeniging
houdt, waar de publieke belangen worden
besproken. Dat de heer Van der Swalme zich
niet aansloot is alleen reeds een vermoeden
dat hjj zich met de publieke zaak niet wenscht
te bemoeien.
Op grond hiervan meende de spreker dat
in het betoog van den heer Van Aken nog
een leemte is, die dient aangevuld, wanneer
men met kennis van zaken wil oordeelen.
De heer Van Aken verklaarde het vrij zon
derling te vinden dat nu in eens de vraag
gedaan wordt, of de heer Van der Swalme
wel liberaal is, terwjjl hjj toch een paar maal
candidaat gesteld is door deze vergadering.
De heer Van der Swalme zit als liberaal
candidaat in den raad van Middelburg hjj is
ook met behulp der liberalen in het polder
bestuur van Walcheren benoemd. Spreker
meende dat deze feiten de leemte, door den
heer Van Hoek bedoeld, aanvullen.
De heer W. A. van Hoek kon dit nog niet
toegeven. Hij wees er op dat de raad geen
politieke vergadering is en het polderbestuur
natuurlijk nog minder; hjj bleef bij zjjn be
weren dat de heer Van der Swalme geen
bljjk heeft gegeven in de politiek partjj te
kiezen.
De heer A. Meeuse verklaarde zich te kun
nen vereenigen met wat door den heer Van
Aken werd aangevoerd. Deze spreker ver
klaarde er eenigen grond voor te hebben dat
juist het conservatieve tintje van dezen can
didaat er voor pleiten zou om hem te stellen,
wjjl dit de kans van slagen niet weinig zal
bevorderen.
De heer Van der Swalme is groot grondbe
zitter, zjjn naam is bjj de boeren van goeden
klank en werd hjj gesteld, dan zouden zeker
velen hun stem op hem uitbrengen.
De heer J. J. H. Doorenbos besprak vervol
gens met een enkel woord nog den eenig
overgebleven' candidaat, door hem genoemd,
nam. den heer mr J. van der Lek de Clercq.
Hjj stelde in het licht dat deze in het geheele
district goed bekend is, dat hjj als schoolop
ziener voortdurend in aanraking komt met de
onderwjjzers ten plattel an de en dat hjj bjj
vele personen goed bekend is. Dientengevolge
zou men op elk dorp mannen vinden die eene
dergeljjke candidatuur sterk zouden steunen.
Spreker gelooft dan ook dat deze candidatuur
veel kans van slagen zou hebben.
De heer Zevenhuizen vroeg waarom de heer
Doorenbos de candidatuur van mr W. A. van
Hoek niet aanbeval.
De heer Doorenbos antwoordde dat die naam
voor zich zelf spreekt, de heer Van Hoek zou
de beste candidaat zjjn, maar hjj heeft ver
klaard geene candidatuur te willen.
Naar aanleiding van het door den heer
Doorenbos gesprokene over mr Van der Lek
de Clercq zeide de heer M. S. de Zeeuw dat
juist de bekendheid ten plattelande als
schoolopziener geene aanbeveling zjjn zou bjj
tegenstanders van de openbare school.
De Voorzitter constateerde nu dat het debat
over twee hoofdpunten geloopen heeft, nl. over
de vraag naar het politieke beginsel en over
de vraag: met wien heeft men de meeste kans
van slagen Spreker meende dat dit twee
vragen zjjn, die bjj elke verkiezing moeten
gedaan en in dezelfde volgorde moeten be
handeld worden.
Omtrent de politieke gevoelens van den heer
Van der Lek de Clercq behoeft geen twjjfel
gekoesterd te worden hjj is lid der vereeniging-
Met betrekking tot de denkwjjze van den
heer dr Van der Swalme bestaat er verschil
van gevoelen. In verhand daarmede wenschte
de spreker eraan te herinneren dat aanstaanden
Woensdag de tweede vergadering plaats heeft,
dan zullen opnieuw de candidaten besproken
worden; en de voorzitter gaf daarom den leden
den raad zooveel mogeljjk inlichtingen in te
winnen omtrent dè politieke beginselen der
candidaten.
Alsnu werd tot stemming overgegaan. Uit
gebracht werden 84 stemmen. 40 daarvan ver-
eenigden zich op den heer dr A. van der
Swalme en een geljjk getal op den heer mr
J. van der Lek de Clercq. Op mr W. A. van
Hoek waren 3 stemmen uitgebracht en een
brieije was blanco.
Van den uitslag dezer stemming zal aan het
centraal bestuur mededeeling gedaan worden.
Nadat de voorzitter den aanwezigen leden
dank had gezegd voor hunne tegenwoordigheid
werd de openbare zitting gesloten. De verga
dering bleef daarna nog eenigen tjjd in comité
bjjeen tot het behandelen van eenige huishou-
deljjke zaken.
Zitting van heden (Zaterdag) morgen
te 10 uren.
Voorzitter de heer D. A. Dronkers.
Tegenwoordig 21 leden.
Afwezig met kennisgeving de heeren Loeft'
en Minderhoud.
De voorzitter stelt in de eerste plaats aan
de orde het onderzoek der geloofsbrieven van
den nieuw benoemden commissaris, den heer
D. J. Dronkers, en noodigt de heeren Borsius,
Koene en Van Westen uit zich met dat onder
zoek te belasten.
De commissie brengt bjj monde van den heer
Borsius rapport uit, strekkende tot toelating
van den gekozene.
Conform dat rapport wordt besloten.
Daarna wordt de heer Dronkers door den
griffier binnengeleid en legt hjj in handen
van den voorzitter den vereischten eed af.
De voorzitter wenscht den heer Dronkers
geluk met het bewjjs van vertrouwen, hem
door de stemgerechtigde ingelanden van den
polder gegeven, spreekt de hoop uit dat de
nieuw gekozen commissaris in zijne betrekking
gedurende geruimen tjjd een aangename werk
kring moge vinden, beveelt hem de belangen
des polders aan en noodigt hem uit zitting te
nemen.
De notulen van het verhandelde in de vorige
algemeene vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
Alsnu wordt overgelegd de polderrekening
over 1892.
Conform advies der commissie van onder
zoek, die bjj monde van den heer W. J. Spren-
ger rapport uitbrengt, wordt die rekening
met algemeene stemmen goedgekeurd in ont
vang op ƒ236.125.965, in uitgaaf op ƒ228.120.11
en dus met een goed slot van 8.005.855.
Thans komt in behandeling het voorstel
van het dageljjksch bestuur omtrent het vast
te stellen gewoon djjkgeschot voor 1894.
Volgens gewoonte heeft het dag. bestuur
voorloopige ramingen doen opmaken van de
kosten der werken in het aanstaande jaar 1894,
die aan de verschillende wateringen des polders
zullen behooren te worden uitgevoerd.
Voor de gezarnenljjke weiken aan de vier
wateringen is uitgetrokken 111.667.— tegen
109.184 in het loopende jaar 1893.
Daaronder wordt geraamd voor de Noord
watering 41.128, voor de Oostwatering f 5498
en voor de Zuidwatering 7080 als buitenge
woon onderhoud.
Voor gewoon onderhoud bljjft alzoo een
bedrag over van 57961, waarin de Noord
watering komt voor 38528, de Oost-, Zuid
en Westwatering te zamen voor 19.433.
In 1893 was voor gewoon onderhoud uitge
trokken f 39.781 voor de Noordwateringvoor
de drie andere wateringen 17.182 of te
zamen 56.963.
Voor het uitdiepen der vesten te Middelburg
wordt 2000 uitgetrokken. In het nu loopende
jaar kon met de uitdieping geen begin worden
gemaakt, uithoofde de gezondheidscommissie
dier gemeente daartegen, met het oog op het
nog niet geheel verdwjjnen der cholera, be
zwaren had ingebracht. Het bestuur heeft ge
meend die bezwaren te moeten eerbiedigen en,
daarmede rekeninghoudende, de uitvoering een
jaar uitgesteld, in de hoop dat de gezondheids
toestand dan zoo gunstig moge zjjn dat met
het werk een aanvang kan worden gemaakt,
daar verder uitstel het zeer ongewenscht zoude
voorkomen.
De vermoedeljjke uitgaven voor het
dienstjaar 1894 kunnen als volgt berekend
worden
Hfdst. I uitgaven van vorige dienstjaren
NihilHfdst. II kosten der werken Noord
watering 79656 Oostwatering 13801
Zuidwatering f 10452; Westwatering 7758;
samen 111667.
Uitdiepen vesten Middelburg 2000 wegen
9000; rente en aflossing 68700; bezoldi
gingen 16300; inspectiën 700; gebouwen
en assurantiën 360; lasten 1080; brand
stoffen 500 drukwerken 500 kadaster
300 verkiezingen 300 alle andere uitga
ven 3400; onvoorzien 16409. Totaal dei-
uitgaven dus 231216.
De ontvangsten, met uitzondering van
het djjkgeschot, zjjn daarentegen de volgende:
vermoedeljjk goed slot van 1893 Memorie
eigendommen ƒ2100; afwateringsgelden 570;
diversen f 3564straatwegen 9000, samen
15234. Te kort alzoo 215982.
Ter dekking daarvan stelt het dag. bestuur
voor te heffen op de gronden en wateren
des polders, t. w. schotbaar 15417 hectaren
ƒ208135; vrijland 1480 hectaren 7847. Samen
215982 en mitsdien het bedrag van het
gewoon djjkgeschot voor 1894 vast te stellen
op 13.50 per hectare schotbaar en 5.30
per hectare vrijland en daartoe het gewoon
besluit te nemen.
De commissie tot voorloopige opneming der
begrooting brengt hjj monde van den heer
P. Melis rapport uit, waaruit bljjkt dat twee
leden zich geheel met het voorstel vereenigen,
doch een ander lid het bedrag van de voor rente
en aflossing uitgetrokken som met 17.000
wenschte te verhoogen en het gewoon djjkge
schot te brengen op ƒ14.50.
De voorzitter deelt namens het dag. bestuur
mede dat dit in het rapport geen aanleiding
vindt om wjjziging te brengen in zijn voorstel.
De heer W. J. Sprenger stelt voor het djjk
geschot te brengen van 13.50 op 14.50 en
van 5.30 op f 6.30.
De heeren jhr mr L. Schorer en De Bruijn
van Meliskerke ondersteunen dit voorstel.
Ter aanbeveling ervan meende de voorstel
ler niets meer te moeten zeggen, wjjl het
voorstel rust op de gronden, door hem in de
voorjaarsvergadering ontwikkeld.
De voorzitter deelt, ter aanvulling van het
geen door hem in de vorige vergadering gezegd
is, mee dat, als de werken aan de Noordwa
tering zjjn afgeloopen, elk jaar een bedrag
ven 50.000 beschikbaar zjjn zal voor buiten
gewone werken.
Nog deelt de voorzitter mede dat van 1885
1892 aan de Noordwatering gestort is 20.000
scheepston steen tot een bedrag van 102.716,
aan de Oostwatering van 1871 tot 1892 29.128
ton ad 88.714, aan de Zuidwatering van
1873-1892 43615 ton ad 113.304dus te
zamen voor een bedrag van 304.755.
De toestand der werken is niet onrustbarend
het dag. bestuur is steeds bezig te onderzoeken
waar bestortingswerken noodig zjjn en schroomt
niet, als het noodig is, bestortin gen voor te
stellen. Thans is nog in onderzoek of een deel
van den oever aan de Zuidwatering dient be-
stort te worden. Vermoedeljjk zal dit wel
het geval bljjken, doch het onderzoek is nog
niet afgeloopen, zoodat met zekerheid niets
te zeggen is.
De heer Schorer vraagt of het volgende jaar-
de werken aan den Westkapelschen'djjk zullen
afgeloopen zjjnhjj toont uit het rapport van
het dag. bestuur aan dat nog enkele werken
in het plan van 1881 onuitgevoerd zjjn gebleven
en vraagt of die nu niet noodig zijn. Eindelijk
vraagt de heer Schorer of de rjjspakking te
Domburg niet moet vervangen worden.
De voorzitter geeft inlichtinghet klein
gedeelte steenglooiing tusschen de djjkpalen
3 en 4, dat nog zou vernieuwd moeten worden,
zou slechts eene kleine uitgave van 4000 a
5000 vorderen. Na 1881 is aan dat deel vol
strekt geen schade toegebracht, zoodat het be
stuur meent dat uitstel gewettigd is.
Voor vervanging der rjjspakking te Dom
burg was in 1881 uitgetrokken 33650.
In de laatste 20 jaren is in den toestand
te Domburg veel verandering ten goede ge
komen. Vond men ei vroeger na storm veel
schade en groote verwoesting aan de duinen,
thans is dit geheel veranderd, zoo zelfs dat
op plaatsen, die vroeger gevaarljjk waren,
thans villa's gebouwd zjjn.
Het vervangen der rjjspakking is voor 't
oogenhlik volstrekt niet noodzakeljjk.
Mocht het later noodig bljjken, dan zjjn de
kosten te vinden uit de 50.000, die voor-
buitengewone werken overblijven.