MIDDELBURGSCHE COURANT. N°. 229*. BUITENGEWOON NOMMER DER 1893. Donderdag 28 September. Gemeenteraad van Middelburg. MIDDELBURG, SEPTEMBER. Zitting van lieden (Woensdag) middag te 21/2 uur. {Slot.) Voorzitter de heer jhr mr B. Schorer, bur gemeester. Afwezig de heeren Jeras, De Stoppelaar en mr A. P. Snouck Hurgronje, met kennisgev ing Op de gemeentebegrooting voor 1893 komen, onder hoofdst. V afd. 1 der ontvangsten ver schillende posten voor, welke uit eene alsnog aan te gaue geldleening dienen te worden gevonden, t. w.ter verbetering van afvoer van vuil in de gemeente 4000 ter voorzie ning in de kosten van aanleg en exploitatie der duinwaterleiding f 28,000 ter bestrijding der kosten van scholenbouw 34,000 ter voorziening van nieuwe werken der gasfabriek 2000 verder voor aankoop der teekenaka- dcmie 6132.10®, voor de kosten van verbou wing van school A 3600, voor verbouwing lokalen bestemd voor de burgeravondschool 5500, aankoop van meubelen voor die school f 1000 en voor eerste aanschaffing van meu belen enz. ten behoeve der in aanbouw zijnde lagere scholen ongeveer 6000. Samen alzoo f 90,232.105. Zeer waarschijnlijk echter zal blijken dat de nieuwe werken van de gasfabriek 1500 meer zullen kosten; ook dat de kosten wegens aanleg (verbetering) der waterleiding kooger zullen worden, terwijl eindelijk niet uit bet jog mag worden verloren dat op de concept- begrooting voor 1894 een gezamenlijk bedrag van ƒ10,000 wegens opbrengst van geldlee- ningen staat uitgetrokken. Zelfs de onzekerheid of laatstgenoemde pos ten, beiden of een van beiden, bij de a. s. be handeling der begrooting zullen worden aan genomen, schijnt- bet burg. en wetb. geraden om thans eene geldleening van ƒ100,000 aan te gaan. Zulks te meer durven burg. en weth. dit voorstellen naar aanleiding van de h. i. in verband met den buidigen boogen rentestan- ilaard voordeelige aanbieding van de heeren J. A. Zip en Van Tejjlingen. Zij stellen nu voor niet tot openbare inschrij ving over te gaan en dat aanbod aan te ne men tegen een koers van 993/4 en tegen een jaarljjksche rente van 31/,, en verder te bepalen dat te beginnen den 1 Juli 1895 minstens ƒ2000 nominaal a pari zal worden aflosbaar gesteld, dat niettemin de gemeente de bevoegdheid beeft om den 1 Juli meer dan 2000, zelfs bet gebeele resteerende kapitaal tegen den pari-koers af te lossen, mits biertoe in openbare vergadering van den gemeente raad uiterljjk 1 Mei te voren worde besloten. De commissie voor de financiën rapporteert dat zjj tegen de voorwaarden dezer geldlee ning geene bedenking beeft. Een lid dei- commissie beeft bedenking tegen bet voorge stelde bedrag van f 100000, omdat op de be grooting van dit jaar; zooals die is vastgesteld en later gewjjzigd, in hoofdst. V afd. 1 voor geldleeningen is uitgetrokken ƒ68.000. Dit bedrag kan naar zijne meening niet worden overschreden. in verband biermede wordt overgelegd een nader rapport van de financieele commissie. i_.et luidt als volgt Nadat de commissie rapport bad uitgebracht aangaande bet voorstel van burg. en wetb. tot bet aangaan van eene geldleening groot 100000 met de heeren J. A. Zip en Van Tcjjlingen, ontving zij nog van uwen voor zitter ter beoordeeling een in verband met die leening door burg. en wetb. opgemaakt concept besluit tot wijziging der gemeente begrooting voor 1893. De meerderheid der commissie meent be- v, waar te moeten maken tegen de volgende posten van uitgaaf, in dit besluit genoemd, omdat zjj van meening is dat door den raad eerst de juiste aard en omvang van de daarbij bedoelde werken of aanschaffingen dienen te zijn beoordeeld en vastgesteld a. Hoofdstuk IV afd. II art. 1 (nieuwe wer ken ten behoeve der gemeente-gasfabriek) f 1500hoofdstuk VII afd. II art. 5 (kosten van aankoop der teekenacademie enz.) voor zooveel betreft de aanschaffing ven meubelen en leermiddelen waarvoor in den voorgestelden post van 12.632.10s is begrepen een bedrag van ƒ1000; c. hoofdstuk VII afd'. Ill art. 8 (kosten van bet aanschaften en onderhouden van schoolmeubelen lager onderwijs) ƒ6000. Voorts acht de commissie het niet noodig om een nieuw artikel 10 onder hoofdstuk VIII afd I voor rente van bet op te nemen ka pitaal uit te trekken, omdat die rente uit het reeds op de begrooting voorkomende artikel 9 onder dat hoofdstuk in die afdeeling (rente voor leeningen nog aan te gaan) behoort te worden betaald. Bedoeld nieuw art. 10 is door B. en W. voorgesteld op 875. Evenmin acht de commissie bet noodig of wenscbelijk om den post voor onvoorziene uitgaven (hoofd stuk X art. 1) te vermeerderen met een door- burg. en wetb. voorgesteld bedrag van 7142.89s, totaal ƒ16517.895. Is de gemeenteraad gelijk gevoelen toege staan, dan geeft de commissie in overweging slechts 85000 te leenen en mitsdien bet voorgedragen leeningsbesluit daarmede in overeenstemming te brengen en het besluit tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1893 vast te stellen overeenkomstig de voor dracht van burg. en wetb, met dien verstande dat worden weggelaten a de verbooging van hoofdstuk IV afd. Ill art. 1 (uitgaven) ad 1500b die van hoofdstuk VII afd. 11 art. 5 (uitgaven) ad 1000 c die van hoofdstuk VII afd. II art. 8 (uitgaven) ad ƒ6000 d die van hoofdstuk VIII afd. I art. 10 (uitgaven) ad 875 en verminderd hoofdstuk V afd. 1 art. 1 dei- ontvangsten (geldleening in 1893 aangegaan met de heeren J. A. Zip en Van Teylingen) met 993/4 pet van 15.000, zijnde ƒ14962.50, en eindelijk op hoofdstuk X art. 1 (onvoorzien) slechts worde vermeerderd met 1555.39" in plaats van met 7142.89s. De heer Tak zet de strekking uiteen van het denkbeeld der financieele commissie, dat ten doel heeft om alleen datgene te leenen, noodig voor de zaken, waaromtrent de raad eene beslissing genomen heeft, en om niet nu reeds geld op te nemen voor zaken, waar omtrent nog geen besluit is genomen. De heer W. J. Sprenger meent dat van deze gunstige gelegenheid om eene leening te slui ten moet gebruik gemaakt worden tot het bedrag van een ton en heeft van die zienswijze ook in de financieele commissie blijk gegeven. De 15000, die de financieele commissie minder wenschte te leenen, zullen weldra toch noodig blijken en dan is er misschien niet zulk eene gunstige gelegenheid om geld te leenen. Daarna wordt tot de artikelsgewjjze behan deling van de voorgestelde posten overgegaan. In de eerste plaats van de 1500, nieuwe werken ten behoeve der gasfabriek. De heer Tak zet uiteen dat die som noodig is ten behoeve van een fitterswoning en toont aan dat de uitgave vrij hoog is, terwijl de plannen nog niet zijn overgelegd. Hij meent dat in de buurt der gasfabriek misschien een vrij wat goedkooper gelegenheid tot het huren van een woning bestaat. De meerderheid dei- commissie van financiën adviseert dezen post van de begrooting te nemen. De heer W. J. Sprenger verdedigt het voorstel. Hij wijst er op dat de uitgaaf noodig is en betwist dat in de nabijheid der fabriek ge schikte woningen te vinden zijn. Thans woont de betrokken persoon in de Nieuwe poort. Met 12 tegen 2 stemmen wordt die post van de begrooting afgenomen. Yoor behoud stemmen de heeren W. J. Sprenger en Den Bouwmeester. De commissie voor de financiën wil in de tweede plaats de som van 12632.105 met 1000 voor leermiddelen verminderen. De heer F. G. Sprenger stelt in het licht dat nog niet door den raad is uitgemaakt welke leermiddelen dienen aangeschaft te worden en wil daarom die som van de be grooting nemen. De heer W. J. Sprenger wijst er op dat de raad reeds voor een deel dier som zijn toe stemming heeft gegeven, wat door den voor zitter uit de notulen van den raad wordt toegelicht. Deze verdedigt ook het behoud der ƒ1000 en acht het voorstel der financieele commissie in strijd met het besluit, in Mei jl. genomen. De heer F. G. Sprenger zegt dat de finan cieele commissie eerst eene specificatie wenscht alvorens geld te leenen. Het gaat niet aan om te leenen zonder dat men weet waarvoor. De hoer Den Bouwmeester geeft ook nog eenige toelichting. Hij toont aan dat indertijd toestemming is gegeven tot de aanschaffing van leermiddelen, banken, tafels enz. Trouwens het zou moeilijk zijn de school te laten aan vangen zonder dat de noodige leermiddelen aanwezig zijn. De heer Snijders heeft vernomen dat, nadat de raad besloten heeft de werktuigen van de meisjesschool voor de burgeravondschool te benuttigen en dus ook goedgevonden is geen kast tot berging dier werktuigen aan te schaffen, burg. en weth. toch de werktuigen hebben laten overbrengen naar de burger avondschool; dat bevreemdt hem. De heer Tak meent dat het noodige, als tafels, banken enz., gerust kan worden aan geschaft, maar dat beloopt geen ƒ1000. De heer Snijders zegt op de thans gevoerde discussie niet voorbereid te zijn en dus geen stukken bij zich te hebben. Door aanneming van zijn voorstel in eene vorige zitting is ƒ1000 bespaard en de thans voorgestelde ƒ1000 acht hij daarom zonder nadere toe lichting overbodig. De heer Brevet gelooft dat de gemeenteraad van Mei meer vertrouwen had in burg. en weth. dan de tegenwoordige. Toen is machti ging verleend tot het aanschaften van school meubelen en waar nu burg. en weth. reeds over een deel van het geld beschikt hebben, meent hij dat thans de 1000 dient gevoteerd. Met 9 tegen 5 stemmen wordt besloten de 1000 van de begrooting af' te nemen. Tegen stemmen de heeren W. J. Sprenger, Den Bouwmeester, Brevet, L. Kvan der Harst en jhr mr W. H. Snouck Hurgronje. De som van 6000, kosten van aanschaffing .en onderhouden jvan schoolmeubelen lager onderwijs, wenscht de commissie van financiën te schrappen. De heer Tak wijst erop dat der commissie uit geen enkel stuk gebleken is waarvoor die som noodig iszij kan alzoo niet uitmaken of aan dat bedrag behoefte is. In de commissie is medegedeeld dat eene globale begrooting be stond, waaronder b. v. van ƒ70 voor kachels in een lokaal. Spreker acht het wensehelijk dat eerst een behoorlijke lijst van benoodigd- heden overgelegd en door den raad gesancti oneerd wordt. Wat betreft het door een lid aangevoerde omtrent meer of minder vertrouwen in burg. en weth., zegt deze spreker dat hij dat groote woorden acht en hij het zijn plicht oordeelt de zaken na te gaan. De heer Den Bouwmeester deelt mede dat indertijd eene lijst is overgelegd en herinnert eraan dat de geraamde som voor kachels niet uitsluitend is voor de kachel maar ook voor wat daarbij behoort, b. v. buizen, tang enz. Verder wijst de spreker nog erop dat alleen de benoodigde banken 3000 eischen zullen en dringt hij aan op behoud van dezen post. De heer Van Dunne meent dat, waar in de begrooting gesproken wordt van onderhoud van schoolmeubelen, daarvoor z. i. niet mag geleend worden. De voorzitter zegt dat de omschrijving slechts eene formaliteit is. De heer Brevet wenscht, alvorens zijn stem aan het behoud van de ƒ6000 te geven, eerst een onderzoek, en dit te meer omdat z. i. bij de aanschaffing geen haast is. De voorzitter zou gaarne een spoedige be slissing wenschen, ook in verband hiermede dat de aanbesteding gedurende den winter velen werk geven kan. De heer Van der Swalme wenscht ook een onderzoek, vooral omdat hij niet sympathiseert met een verwarming der scholen door kachels, gestookt met steenkolen, maar ook omdat misschien cók omtrent andere onderdeelen een verschil van gevoelen bestaat. Met 9 tegen 6 stemmen worden de 6000 geschrapt. Voor 't behoud ervan stemden de heeren W. J. Sprenger, Den Bouwmeester, Roole, Gratama en L. K. v. d. Harst JJz. Het voorstel van de financieele commissie om 875 van de begrooting te nemen, uit getrokken voor verhooging van de rente, wordt door burg. en weth. overgenomen. De overige posten, door burg. en weth. voor gesteld, worden vervolgens goedgekeurd. Daarna komt de geldleening zelve ter sprake die, zooals boven blijkt, door de commissie voor de financiën op 85000 wordt voorgesteld. De heer W. J. Sprenger wenscht den post voor onvoorzien, zooals die thans is voorge steld, te verhoogen met 3500 plus hetgeen van de leening overblijft. Daardoor heeft de gemeenteraad het in zijn hand later terug te komen op zijne heden genomen besluiten en kan de leening op 100.000 blijven. Hjj zal dus tegen het idee der commissie van finan ciën stemmen. De heer Den Bouwmeester zegt het voor- deelig te achten thans de volle 100.000 te leenen. Ofschoon thans sommige posten der begrooting verminderd zijn, zal er toch geld noodig wezen en zal binnen korten tijd een kleine leening noodig worden, wat hij niet in het belang der gemeente acht. De heer Tak zegt dat de meerderheid dei- commissie voor de financiën erop heeft gewezen dat de voorstellen van burg. en weth. niet zjjn toegelicht. Het denkbeeld om geld te leenen als men 'tvoordeelig krijgen kan acht spreker afkeurenswaardig. Geleend moet alleen worden als het dringend noodig is. Z. i. is wijs beleid dat men niet meer leent dan het bedrag dei- uitgaven die zijn vastgesteld. De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje zal stemmen voor 't voorstel van burg. en weth., omdat hij meent dat van deze gunstige ge legenheid dient gebruik gemaakt, waar men zeker weet dat binnenkort geld noodig zal blijken. Het gaat niet aan om telkens als men wat noodig heeft kleine sommetjes ter leen te nemen. Ook de heer Van Dunné zal stemmen voor het voorstel van burg. en weth. op grond van het door den heer DenBouwmeester aangevoerde. De heer Tak licht de denkbeelden der finan cieele commissie nader toe. Hjj wijst erop dat de begrooting van burg. en weth. met 8500 is verminderd. Zou men 100000 lee nen, dan zou men ook bij behoud der ƒ8500 nog een bedrag van ongeveer 7000 over houden en spreker vraagtwaartoe moet die som dan dienen De heer jhr mr W. H. Snouck Hurgronje zegt dat de cijfers, in de begrooting genoemd, niet zijn de cijfers, die precies benoodigd zul len wezen ook daarom wil hij een ronde som leenen. De voorzitter wjjst er nog op dat in het rapport van burg. en weth. ramingen, gemaakt zjjn en dat, zoo er geld van de leening over blijft, dit zeer goed te benuttigen zou zjjn ter verbetering van de waterleiding. De heer Tak meent dat deze en dergelijke zaken bjj de behandeling der begrooting dienen besproken te worden en niet nu. Hjj wjjst er verder op dat het aanbod goed is en dat de gemeente een leening kan sluiten tot een bedrag van 110.000, met bepaling dat de gemeente beschikken kan over dit bedrag of' zooveel minder als zij behoeft. Wanneer echter later meer noodig bljjkt dan 85.000, kan eene nieuwe leening worden aangegaan. Alsnu komt het voorstel der financieele com missie in stemming het wordt met 8 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen stemmen de heeren W. J. Sprenger, Van Dunné, E. P. Schorer, Den Bouwmeester, Gratama en jhr mr W. H. Snouck Hurgronje. Het voorstel tot wjjziging der begrooting en tot het aangaan eener geldleening van f 85000 wordt daarna aangenomen met 9 stemmen tegen 5. Tegen stemmen de heeren W. J. Sprenger Van Dunné, Den Bouwmeester, Gratama en jhr mr W. H. Snouck Hurgronje. Thans wordt lecture gegeven van het rapport van den deskundige met betrekking tot den toestand van den nieuwen zandweg, uitgebracht door den heer Bourdrez, opper-commies van Walcheren. Het voorstel van burg. en weth. wordt alsnu zonder beraadslaging of hoofdeljjke stemming aangenomen. Daarop gaat de zitting op verzoek van drie leden over in eene met gesloten deuren, ter be handeling van de voorstellen in zake droogdok. De zitting heropend zijnde, wordt zjj dadelijk gesloten. Stoomdrukkerjj D. G. Kröber jr. Middelburg

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 5