N°. 225.
136® Jaargang.
1893
Zaterdag
23 September.
FEUILLETON.
Vrouwenmoed.
Middelburg 22 September
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager!
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Reclames 40 cent per regel.
ONDERWIJS.
UIT STAD EN PROVINCIE.
MDDELBllME MOUNT.
Thermometer. Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tholen W. A. I Advertentie»
Middelburg 22. Sept. 8 u. vm. 51 gr. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te één uur
m. 12 u. 60 gr-, av. 4 u. 58 gr. F. j advertentie-buréau's van Nijgh Van Ditmas, te Rotterdam, de Gebn. Belinïante, te 's Gravenbage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. I aan bet bureau bezorgd zjjn, willen
Verwacht W. wind. j Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen.
Wie zich tegen 1 October op de MID-
DELBURGSCHE COURANT abon
neert ontvangt de deze maand verschij
nende nommers kosteloos.
Reeds herhaaldelijk wezen wjj er op hoe
verkeerd het is de kermis den rug toe te
keeren en deze, vooral in kleine of minder
groote plaatsen, af te brekenomdat men
daardoor altjjd in botsing komt met een deel
der bevolking en wijl het toch niet de schuld
is der kermis dat sommigen haar misbruiken
voor allerlei buitensporigheden. Wjj vroegen
dan of het niet verstandiger zou wezen te
trachten haar van het minder goede, dat haar
aankleeft, te ontdoen. Daarom trok bjjzonder
onze aandacht, wat uit Eibergen aan de N. R.
Crt. werd geschreven en dat luidt als volgt
«Door de bemoeiing van eenige notabelen is
onze kermis tegenwoordig een teest geworden,
dat niemand kan aanstoot geven, die ook aan
het volk gaarne een vrooljjken dag gunt.
De tweede dag is geheel opgegaan in een
volksfeest. Des voormiddags wordt door een
honderdtal schutters schjjfgeachoten, des mid
dags wordt ringgereden en 's avonds een lam
pion-optocht gehouden, alles met flinke muziek
begeleid en met medewerking van de van
ouds bestaande compagnie, die met hare
vaandels de optochten opent.
«Bjj die volksspelen is alleen hier verkrijg
baar en wordt ten minste over dag het drank
gebruik zeer tegen gegaan; en terwijl vroeger
des avonds bp bet dansen uitsluitend sterke
drank werd gebruikt, wordt tegenwoordig een
massa bier gedronken. Dronkemanstooneelen
vallen dan ook zelden meer voor."
Commentaren achten wjj op dit acbrijven
vrjj wel overbodig. Het geeft op zichzelf
genoeg te denken aan allen, die zich voor
volksvermaken interesseeren en met ons over
tuigd zjjn dat bet ook in deze beter is op te
bouwen dan af te breken.
voor de S- S. gesloten, en moet deze thans,
aangezien zjj wel geen rechten op het mede
gebruik van dit verbindingsspoor zal kunnen
laten gelden, hare goederen per as laten over
brengen. Dit transport is door de Mij. tot
Expl. van S. S. aan een expediteur alhier
opgedragen. De handel is alweer de dupe
van bet «negeren," dat beide maatschappjjen
elkander doen.
Deze verzuchting zjj vooral ter lezing aan
bevolen aan de bewonderaars der overeen
komsten.
Een van de merkwaardigste beschouwin
gen over betgeen niet in de troonrede staat is
die van het Dagblad, dat nameljjk de Koningin-
Regentes niet op de aanneming van de kies
wet aandringt, welke, volgens dit blad, ontwjjfel-
baar leiden zou tot den ondergang der Dynastie.
Maar de kieswet is namens de Koningin-
Regentes voorgedragen en het ligt toch in den
aard der zaak, dat Zjj die niet voorgedragen
heeft om ze te doen verwerpen en even on-
gerjjmd is de bewering dat de wet ontwjj telbaar
zou leiden tot den ondergang der Dynastie
terwijl Zij, die ze deed indienen, deze Dynastie
vertegenwoordigt. (Arnh. Crt.)
Door de arrondissements-rechtbank te Arn
hem is, ter vervulling van eene vacature van
rechter in dat college, opgemaakt de navol
gende alphabetische ljjst van aanbeveling
jhr mr W. E. Th. M. van der Does de Wille-
bois, substituut-officier van justitie bjj de
arrondissemënts-rechtbank te Amsterdam mr
L. D. W. Losecaat Vermeer en jhr mr A. F.
O. van Sasse van Ysselt, rechters in de arron
dissements-rechtbank te Leeuwarden en Roer
mond.
Van de wrange vruchten der spoorweg
overeenkomsten hebben wij hier aldus
schrjjft men uit Winterswjjk aan de Zutph.
Crt reeds rjjkeljjk ons deel gehad en nog
houdt bet niet op. Zooals men weet, bezitten 1
we hier twee stations, dat der Ned. Westf.
Spw. Mij en dat der Geld. Overijs. Lok. Spw.
Mij, beide ljjnen in exploitatie bjj de Roll.
IJz. Spw. Mij. Tusschen beide stations ligt
een verbindingsspoor, waarover de goederen
van de G. O. L. S. naar de H. IJ. S. M. en
verder naar Duitschland vervoerd werden en
omgekeerd van Duitschland naar de G. O. L. S.
en stations der H. IJ.S. M. Aanvankel jjk, nadat
de Mij tot Expl. van S. S. het medegebruik der
gemeenschappelijke ljjn ZevenaarWinterwjjk
had aanvaard, werden langs dezen verbindings
weg ook de voor Duitschland bestemde zen
dingen van de S. S- overgezet, doch sedert
e enigen tjjd houdt de II. IJ. S. M. dien weg
NOVELLE
Van JACQUES NORMAND.
Uit het Fransch.
Vanwege de Britsche Federatie, die thans
te 's Gravenbage wordt gehouden, had-Woens
dagavond in de groote zaal van het Gebouw
voor kunsten en wetenschappen een dubbel
tjes-meeting plaats.
Na een introductie der sprekers door den
heer H. Pierson, nam de heer H. Wilson, lid
van het Engelsche Lagerhuis (Gladstoneaan),
het woord om een kort overzicht te geven van
de wetgeving betreffende de prostitutie in
Engeland en zjjn koloniën. Hjj herinnerde,
dat sedert 1869 mrs. Buttler en haar vrienden
den strjjd aanbonden tegen die wetgeving.
Daai'na voerde het woord de secretaris der
Federatie, de heer Mirod uit Grenéve, die den
toestand in Italië schetste.
Mevrouw Buttler sprak ten slotte nog het
publiek toeachtereenvolgens een beroep doen
de op de vrouwen en moeders, op de mannen
en op dé jongelieden om mede te werken in
den strjjd tegen de ondeugd, waarvan de zwakke
vrouw steeds het slachtoffer is.
Donderdag ochtend werd de conferentie voort
gezet, aan vankei jjk slechts door een veertig
personen, voornamelijk dames, bezocht. Daarin
werd het vraagstuk der wetgeving besproken
en voerde de heer Budel, prof. in de rechten
uit Geneve, het woord over het recht der
vrouw en reglementeering."
Omtrent de plechtigheid der uitreiking van
de vaandels in de residentie op Donderdag
dienen wjj, ter aanvulling van het korte be
richt in ons vorig nommer, nog het volgende
te melden
Kwart voor éen uur werd de trom geroerd
ten teeken, dat de minister van oorlog met
zjjn staf het Malieveld binnenreed. Hjj reed
langs de tribunes om als gastheer de genoo-
digden te begroeten.
Ten een uur naderde het koninklijk rijtuig.
De minister van oorlog met alle generaals
en buitengewone adjudanten reden het tege
moet. De muziekkorpsen speelden, de stan
daardvlag werd geheschen en onder luide toe
juichingen reed de open landauer, bespannen
cl la Daumont, het veld binnen. Koningin
Wilhelmina was in een licht lila toilet en
droeg een hoed met lichte veer. H. M. de
regentes was in 't zwart. Eet rijtuig werd om
stuwd door de leden van het militair huis en
gevolgd door drie rjj tuigen met gevolg.
Hare Majesteiten inspecteerden de troepen,
door langs de gelederen te rijden, omstuwd
door een breeden zoom van generaals en hoofd
officieren, terwjjl de muziekkorpsen het Wil
helmus speelden. Toen Hare Majesteiten achter
de gelederen reden, werden zij levendig toe
gejuicht door de ontzettende menigte, die in
vjjf filés rijtuigen langs de Boorlaan reeds des
ochtends vroeg stond te wachten.
Terwijl de lucht des ochtends sterk betrok
ken was, helderde het weer bjj de komst van
Hare Majesteiten geheel op.
Na de inspectie bleven de Koninginnen in
het rjj tuig, terwjjl het carré werd geformeerd
voor de plechtigheid.
De adjudant van dienst, jhr. De Ranitz,
begaf zich hiertoe beurtelings naar elk der onder-
offieren, die het nieuwe vaandel in haaden
hadden, en nam ze van hen over. De comman
danten traden voor 't Koninkljjk rijtuig en beide
Vorstinnen rezen op: Koningin Wilhelmina,
op een bankje staande, hechtte aan de vaan
dels van het regiment grenadiers en jagers en
van het 7 e reg. infanterie het Metalen Kruis
en de Citadel-medaille, die zjj van de oude
vaandels afnam. In ruil voor het oude (dat door
den ordonnance-offioier Schimmelpenninck van
der Oije aan een der genoemde twaalf onder,
officieren werd toevertrouwd), gaf de Koningin
den commandant het nieuwe vaandel over met
de vriendelijke woorden
«Ik stel het op hoogen prjjs aan u het nieuwe
vaandel (of den nieuwen standaard) te mogen
overreiken voor het reg. infanterie (of cavalerie)
met mjjne beste wensohen voor uw regiment-"
De commannanten bogen, salueerden met 't
vaandel of den standaard en gingen in de rjj
terug.
Nadat de vaandels waren uitgereikt, sprak
H. M. de Koningin-weduweRegentes, het
volgende
«Officierenonder-officieren, korporaals en
soldaten.
De plechtigheid, waarvoor wjj hier tezamen
kwamen, geeft mjj een welkome aanleiding u
de verzekering te geven der oprechte gehecht
heid van de Koningin en van mjj aan het leger-
Men gevoelde terstond dat die vrouw een
werkzaam, innerljjk leven had geleidbjj haar
had, volgens de volksuitdrukking, het lemmet de
schede versleten. Niet dat de geest van tante
Herminie zulk een hooge vlucht nam, volstrekt
niet. Zooals bp de meeste jonge meisjes van
haar tjjd, was haar onderricht zeer verwaar
loosd en haar strjjd met de spelkunst liep
altjjd op nederlagen uit. Maar zjj had recht
schapen gevoelens, groote geestdrift voor al
wat edel was, een billjjk oordeel en een zeer
nauwgezet plichtbesef.
In moeiljjke oogenhlikken moet zjj een
groote koelbloedigheid aan den dag hebben
gelegd. Zjj was een van die menschen met
een zwak lichaam, doch een sterken geest,
die hun leven doorbrengen met den dood
gedurig voor oogen, zoodat zjj er van liever
lede gemeenzaam mede worden, en hem als het
oogenblik daar is zonder verzet, zonder zwak
heid, bjj na zonder verbazing zien naderen als
een huurman, dien zjj reeds vaak zagen voorbjj
gaan en wiens bezoek zjj lang verwacht hebbe».
Dat bezoek had zjj al bjjna op haar twin
tigste jaar, gedurende het schrikbewind gehad.
Het had weinig gescheeld of de arme tante
Ninie had hare dappere ziel toen aan God
moeten afstaan. Haar moed, haar geestkracht
hadden haar gered en niet alleen haar zelve
maar nog tien mannen bovendien. Tien mannen
gered door zulk een zwak meisje
In dien tjjd was tante Hermine reeds wees
en woonde bjj Corheil in de abdjj Mauvoisin
die onteigend en nationaal eigendom was ge
worden. Zjj woonde daar met twee oude dames,
mevrouw Maréchal en mevrouw Badouillet,
de eerste lang en mager, de andere klein, dik
en aan éen oog blind. Op zekeren avond
Maar het is heter dat ik tante Hermine zelf
het woord laat. Het is mjj als hoor ik haar
nog het verhaal doen, dat mjj zoo boeide en
dat ik haar telkens liet herhalen. Oja. ik
hoor haar nog met hare gedempte stem, alsof
zjj gewatteerd was, vaak naar hare woorden
zoekende, zich vergissende met namen en
herinneringen, zich zelf af en toe in de rede
vallende om uit haar schildpadden doosje
een stukje jujubes te nemen, dat zjj lang
zaam tegen haar wang liet smelten om het
door een ander te doen vervangen zoodra het
gesmolten was.
«Die geschiedenis 1 wilt gjj gaarne dat
ik u die geschiedenis nog eens vertel, mjjn
jongen? Welnu, het was in den tjjd van
Wjj zaten dien avond big den schoorsteen.
mevrouw Maréchal en ik praattenmevrouw
Badouillet was in slaap gevallen. Het kon
tien uur zjjn. Buiten waaide het zeer hard,
en de maan scheen prachtig. O ik herinner
het mjj nog zoo goed. Eensklaps werd er op
de buitendeur geklopt. Eerst moet ik nog
zeggen dat er in den loOp van den dag een
troep soldaten was gekomen, ongeveer een
honderdtal. Hun aanvoerder, een groote ros
sige man, had ons een papier, een inkwar-
tieringshillet laten zien. Zjj hadden hun
intrek genomen in de kapel, waar zjj den dag
doorbrachten met eten, drinken, zingen en
kaartspelen. Een helsch lawaai. Tegen dén
avond waren zjj stil geworden en sliepen
thans allen door elkaar. Gjj begrjjpt, mjjn
jongen, dat die nabuurschap niet zeer gerust
stellend was voor drie vrouwen alleen. De
man van mevrouw Maréchal was afwezig,
mevrouw Badouillet was weduwe en ik een
wees. Wjj hadden ons dan ook opgesloten in
de kleine benedenzaal, gelegen tusschen den
straatweg en de kapel. Daar bevonden wjj
ons toen er, zooals ik zeide, op de deur getikt
werd.
Mevrouw Badouillet ontwaakte met schrik
en wjj zagen elkaar aan. Na verloop van een
paar minuten klopte men nog eens en ditmaal
iets harder. Gjj begrjjpt dat wij zeer geneigd
waren om te doen alsof wjj het niet hoorden
Maar men maakte toen korte metten wanneer
men gastvrjjheid aan patriotten weigerde,
ging men rooi verdacht door, zooals men
God geve dat de nieuwe vaandels en stan
daards, zoo even door de Koningin uitgereikt,
slechtB in tijden van vrede en voorspoed mogen
worden gedragen, als het zinnebeeld van dat
gene, wat ons allen heilig isde eer van het
leger, dat is de eer van het vaderland.
Maar indien ooit, wat God verhoede, een
zwaardere taak van u mocht worden gevraagd,
dan, ik ben er van overtuigd, zal geen offer
u te groot zjjn voor de handhaving van ons
onafhankelijk volksbestaan.
Niemand onzer zal voorzeker dit plechtig
oogenblik ooit vergeten, toen Neerlands jonge
koningin, omringd door een getrouw leger en
ten aanschouwe van een getrouw volk, de
nieuwe vaandels en standaards uitreikte.
Die vaandels en standaards, gij zult ze hoog
houden onder alle omstandigheden tot eer van
ons volk, tot heil onzer Koningin en van het
ons allen dierbaar vaderland."
Na deze toespraak bekwam de minister van
oorlog het woord en sprak als volgt
«Majesteiten
Het is mjj een onschatbaar voorrecht aan
uwe Majesteiten, namens het leger, eerbiedig
en oprecht dank te mogen betuigen voor de
groote eer, zoo even aan de landmacht bewezen.
Het plechtig oogenblik van de uitreiking
der nieuwe vaandels en standaards door de
hand van Neerland's beminde jeudige koningin
en van de hooggewaardeerde toespraak van
onze geliefde koningin-vegentes, zal ons on-
vergeteljjk zjjn.
Wjj zullen die vaandels, die standaards,
bewaren als een heilig onderpand van onze
koningin, in tjjden van vrede én voorspoed,
maar ook mocht het noodig zjjn in de
ure des gevaars.
Dan zal de aanschouwing van dié vaandels
en standaards ons bezielen tot navolging van
de groote daden, waarin de vorsten van ons
dierbaar stamhuis van Oranje sinds eeuwen zjjn
voorgegaan.
Rondom die vaandels geschaard, zullen wij
steeds onzen plicht doen, tot heil des volks,
tot eer van koningin en vaderland.
Wjj allen hier tegenwoordig, bezegelen deze
belofte met den uitroep«Leve de koningin
«Leve de koningin-regentes
Op dezen uitroep volgde tot tweemalen toe
een driewerf herhaald donderend «Hoezee
dat aangeheven werd door degenen, die op
de tribune stonden, terwjjl daarna de schare
rónd het Malieveld er luide mede instemde.
Deze toespraken zullen op verlangen van de
regentes morgen (Zaterdag) in alle garnizoenen
op het middagappèl worden voorgelezen.
Terwjjl, na afloop van deze plechtigheid, de
troepen zich voor het défilé opstelden, deed H. M.
de Koningin-Regentes den ln luitenant der infan
terie van het O. Ind. leger S. A. Drijber, ridder
der M. W.-Orde, die zich op de tribune bevond,
voor zich ontbieden en wenschte den dappe
ren krjjger, die zich op 1 Oct. 1892 bjj het
gevecht bjj Kaloet door zjjn bjjzondere onver
schrokkenheid onderscheidde en ten tweeden
male een wonde (een kogel wond in 't hoofd)
bekwam, waarvan hij nog niet genezen is en
wien deswege Woensdag op plechtige wjjze een
eersabel werd uitgereikt, persoonljjk en namens
de jonge Koningin harteljjk geluk mét zjjn
roemvol optreden en de hem te beurt gevallen
eer.
Vervolgens had het défilé plaats. De hou
ding der troepen bjj de plechtigheid, vooral
bjj het defileeren, wordt zeer geprezen.
Als eene bjjzonderheid mag zeker wel ge
meld worden dat op last van den minister
van oorlog aan de verslaggevers der dagbla
den eene der beste plaatsen op het Malieveld
was aangewezen, van waar zjj alles konden
overzien.
Aan den heer Hoynck van Papendrecht is
door de koningin-regentes opgedragen de
vaandel-uitreiking in beeld te brengen.
De nieuwe vaandels en standaardvlaggen zjjn
vervaardigd van echte, zware oranjekleurige
Lyonsche zjj de. Die voor het reg. grenadiers
en jagers en de 8 regimenten infanterie zjjn
een CU meter groot, de standaardvlaggen voor
de huzaren 0.50 CU meter.
De vaandels en standaardvlaggen zjjn aan
de ééne zjjde beschilderd met het Nederl.
wapen, aan de andere zjjde met de gekroonde
W., waaronder vermeld staat de naam van het
regiment.
Het geheel is aan beide zijden omljjst met
eenen krans van oranje en eikenbladeren. Al
de vaandels zjjn omzet met gouden franje.
Aan den stok, vergulde standaard met op
schrift Voor Koningin en Vaderland, hangen
gouden kwasten aan gouden koorden.
Het vaandel van het regiment grenadiers en
jagers is daarenboven aan heide zjjden nog
afgezet met gouden galon.
De oude vaandels, die natuurijjk bewaard
zullen bljjven, zjjn in 1846 aan de troepen uit
gereikt en hebben dus bjjna een halve eeuw
dienst gedaan.
In vredestjjd zjjn zij verkleurd en ontrafeld;
moge het met de nieuwe ook zoo zjjn.
De heer P. C. Maat, onderwjjzer te Ter-
neuzen, verzoekt ons te melden, dat hjj voor
zjjne benoeming te Hansweert heeft bedankt.
Het departement 's Hertogenbosch der
Maatschappij tot Nut van 't algemeen heeft
een flinke daad gedaan. Het biedt de regee
ring aan voor zjjne rekening aldaar eene
kweekschool voor onderwjjzers te doen houwen.
Eene commissie heeft daarover eene conferentie
gehad met den minister van hinnenlandscha
zaken. Het departement stelt daarvoor een
som van f 150.000 beschikbaar.
Zooals in een deel der oplaag van ons vorig
nommer reeds werd gemeld, is door Ged. sta
ten van Zeeland aan den Woensdag benoem
den provincialen veearts der 3de klasse J. A.
de Graaf tot standplaats aangewezen C o r t-
g e n e en tpt dienstkring het eiland Noord-
Beveland.
Heden werd door burg. en weth. van
MJi ddelburg aanbesteed de levering van
800.000 KG. Duitsche gaskolen, benoodigd voor
de gemeente-gasfabriek.
zeide en dan maar dadeljjk naar de guillotine
Mevrouw Maréchal begon hare gebeden op
te zeggen. Mevrouw Badouillet beefde over
al hare ledematen. Ik was de jongste en
moest dus open doen.
Daar stonden eenige mannen met groote
hoeden op, die een groote zware schaduw op
den weg wierpen. Zjj schenen gejaagd en
vermoeidhunne schoenen waren met stof
bedekt. Mjjn eerste opwelling was, de deur
voor hun neus te sluitenmaar een hunner
stak zjjn hand uit en zei bevend, op zachten
toon «Een onder-komen, burgeres, geef ons
een onderkomen voor dezen nacht. Wij zjjn
uitgeput van vermoeienis. Heb medeljjden met
ons 1"
Een gemompel klonk uit den groep«Me
delijden Medeljjden
«Wie zjjt gjj
«Vluchtelingenafgevaardigen van
de Gironde Men vervolgt onsRed ons
«GirondjjnenLater zult gjj wel leeren, mjjn
jongen, wat men onder dat woord verstaat.
Nu zjj het u genoeg dat het arme lieden
waren, die uit Parjjs moesten vluchten, en
door de Montagnards, hunne vjjanden, ver
volgd en gejaagd werden.
«Ongelukkigenantwoordde ik, «maakt
dat gjj wegkomt. De kapel is vol met sol
daten. Zoo gij binnenkomt, zjjt gjj verloren
Zjj aarzelden een oogenblikmaar een
bleeke jonge man, die op de armen van twee
zjjner makkers steunde, prevelde zacht«Nog
verder loopenIk kan niet meer
Gaat heen, mjjne vrienden, vlucht en laat mjj
hier achter. Ik wil liever sterven."
Het waren moedige lieden, die Girondjjnen.
Het denkbeeld om dien armen jongen aan
zjjn lot over te laten, kwam niet bjj hen op.
«Is er dan geen ander plekje, behalve
die kapel waar wjj een paar uur kannen
uitrusten. O slechts twee uur vroeg degeen
die het eerst gesproken had.
«Niets dan deze zaal, antwoordde ik, een
weinig op zjjde gaande. Maar de kapel heeft
geen anderen uitgang dan die deur," (ik wees
hen de deur aan het einde der zaal) »en daar
moeten de soldaten door om in en uit te gaan.
Als zjj u zien zjjt gij verloren
Een groote moedeloosheid teekende zich op
de trekken van den armen man. Ik heb
immers gezegd dat het zoo licht was door do
maan, dat men alles zag alsof het dag was.
«Vaarwel, burgeres," zei bjj eenvoudig.
«Het dorp is vol met volk, dat ons vervolgt.
Bid voor ons dat wjj ontkomen mogen."
Daarop keerde hjj zich tot zjjne makkers
en zei«Vooruit."
Wat zal ik u zeggen, mjjn kind? Ik was
onthutst. Die ellende deed mjjn hart ineen
krimpen, Ik begreep alles wat zjj geleden
hadden en nog ljjden zouden. Ik zag naar
hunne gebogen schouders, hunne gewonde
voeten. Als ik hen liet vertrekken, wendde
ik voorzeker alle gevaar van ons af,
terwjjl ik, als ik hen hier hield, hun mede*