N°. 223, 136® Jaargang. 1893 Donderdag 21 September. Middelburg 20 September. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lagerj Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens all* dankbetuigingen; van 17 regels 1.50; iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte} Reclames 40 cent per regel. Wie zich tegen 1 October op de MID- DELBURGSCHE COURANT abon neert ontvangt de deze maand verschij nende nommers kosteloos. KERKNIEUWS. MIDDELBURG» (01 HAM. Thermometer. Middelburg 20 Sept. 8 u. vm. 62 gr. m. 12 u. 64 gr., av. 4 u. 63 gr. F. Verwacht N. W. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KroiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. G. de Möoii, te TholenW. A. van Nieuwenhuijzïn en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditman, te Rotterdam, de Gebb.. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab, Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenlandte PaxjjB en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één nu* aan het bureau bezorgd zjjn, willes zjj des avonds nog worden opgenomen. De pers is het vrjj wel eens dat de Troon rede, Dinsdag uitgesproken, erg, erg mager ismaar zjj erkent tevens dat de omstandig heden dit meebrachten- Op een paar uitzon deringen na worden daaraan dan ook geen uitvoerige beschouwingen gewjjd'en wjj zjjn dus ontslagen van den plicht een zeer uitge breid overzicht te leveren van de omtrent die rede geuite gevoelens. Zjj lossen alle zich op in deze opmerkingen de inhoud is soberde kiesrechtregeling domi neert te verwonderen is het dat over Atjeh en over Indië niet of zeer weinig wordt gerept en te betreuren dat met geen enkel woord iets gezegd wordt omtrent eéne te wachten herziening van de personeele belasting. De verklaring, omtrent de behandeling en atdóening «in de eerste plaats" der kieswetten gelegd in den mond der vertegenwoordigster van het hooge gezag, zal er, hoopt het Centrum, »wellicht iets toe kunnen bjjdragen, om dè onrust te temperen van hen, die op allerzon derlingste wijze de kieswetten omfantaseerên tot een aanranding der Kroon. Men kan," zegt het blad, «die bewering naar het ons toesehjjnt thans niet meer volhouden zonder zich schuldig te maken aan één hoogst oneer biedige voorstelling van den persoon der Regentesse". Het Handelsblad wjjst, tegenover de groote soberheid in het gedeelte der rede dat aan den wetgevenden arbeid gewjjd is, op het vele dat in het afgeloopen zittingsjaar nog onafgedaan bleef. Zelfs al mocht het niet mogeljjk zjjn de kieswet vroegtjjdig af te handelen, dan zullen de kamers toch nog ruimschoots in de aanhangige en reeds toe gezegde ontwerpen gelegenheid vinden ten nutte des lands werkzaam te zijn. Volgens den Amst. (D. v. N.J getuigt deze «troonrede, eene naar oud model, van de kwjjning, waarin de parlementaire arbeid, door de behandeling der kieswet, is gebracht. »De regeering heeft, terecht, geen poging gedaan om dit te verbergen. «Volkomen correct wordt allereerst afhan deling van de kieswet gevraagddat is het eenige, maar ook het zéér belangrjjke, dat zjj te verstaan geeft. Het zwjjgen over het per soneel is welsprekend." De Tijd vindt daarentegen de tirade over de regeling van het kiesrecht bjjzonder mat. «Zjj steekt heel wat af bjj de gloeiende geest drift, waarmede sommige woordvoerders in de vorige zitting der kamer, op het voetspoor van den heer Tak, zich de zaak hebben aan getrokken. Men zou de zeer sobere zin snede desaangaande in de troonrede verne mende inderdaad niet zeggen dat men hier geljjk enkele jj veraars willen te doen heeft met een kwestie van leven of dood voor onze politieke toekomst!" De toegezegde nieuwe wet op de krijgstucht bevalt de Tijd natuurljjk niethet blad vraagt of er niet wat anders te doen is, o. a. in het belang van de verzekering van den werkman? Men zou dit lezende denken dat er geen werk aan den parlementairen winkel is. Evenals andere vindt dit katholieke blad «de geruststellende verzekeringen omtrent den toestand der rijksmiddelen, die een opdrjjven der belasting voorshands onnoodig maakt, slechts een mageren troost, waar de belasting schuldige in de financiëele wetten dezer regee ring tot dusver maar al te weinig reden vond om zich over de beloofde «juister verdeeling van lasten" te verheugen." Als de Tijd eens een middel weet om be lasting betalenden vrooljjk te doen lachen, en den minister van financiën toch een ge vulde kas te verschaffen, dan moet zjjne redac tie dit den schatkast-bewaarders in de ver schillende landen eens aan de hand doen Maar onbilljjk zjjn dergeljjke opmerkingen tegenover den minister Pierson, die met de meerderheid der kamers, en daaronder waren er van alle richtingen, de rechtvaardigheid betrachtte en juist hen trof, die het best kun nen missen en reeds te lang waren vrjjgebleven. Het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gra venhage spreekt over de financieele paragraaf natuurljjk in denzelfden geest. Grappig is de opmerking van dat blad dat de troonrede niet mager genoeg van inbond is. Eigenljjk bad zjj nog «armer" moeten zijn. «Komt de Kies wet wèl tot stand, dan, zegt dat blad, heb ben de tegenwoordige Kamers afgedaan. Wordt zjj verworpen, dan heeft het ministerie afge daan. Met het oog op beide gevallen kon in de troonrede het programma van werkzaam heden worden gemist." Het blad neemt verder de bespreking der Troonrede te baat om zjjne gewone stok paardjes te berjjdenen het «liberaal stelsel" te bestrjjden. Het eindigt zijn droevig beklag met deze aandoenljjke woorden «De Troon rede opent in geen enkel verband uitzicht op «vette jaren", in welken zin dan ook, voor Nederland of Indië. «De Openingsrede past geheel bjj 't regeer- stelsel, waaronder wjj gebukt gaan en waar van fiscaliteit en geavanceerdheid, tot op de grens van 't socialisme, de droevige kenmer ken zjjn. «De niet totstandkoming van de Kieswet moge ons van dit radicaal Bewind verlossen Het is wonder dat bierachter niet bet woordje «Amen" volgt. Of vergat mén op de drukkerij van het Dagblad er bjj te zetten«en de gelegenheid openen dat onze brave vrienden, de mannen die zoo belangeloos zorgen voor bet welzjjn des volks, de ministers-zetels in nemen. Dan breekt de gulden tijd aan." Het is jammer voor de Dagblad-mannen dat het getij voor hen zoo verloopten zjj zich met jeremiades tevreden moeten stellen. Het Vaderlandhet liberale Haagsche orgaan, spreekt natuurljjk heel anders en ganscb in onzen geest, waar het zegt dat wij over bet geheel genomen met ingenomenheid kunnen terugzien op den weg, door het ministerie af gelegd. Het komt dit blad juist gezien voor dat men de zinsnede over de kiesrechtregeling kleurloos en neutraal heeft gesteld, beüalve voor zoover zjj, iets waartegen niemand rede- ljjkerwjjze bezwaar kan hebben, er nadruk op legt, dat in de eerste plaats voor dit werk medewerking wordt ingeroepen. Zoo toch wordt de kans op een licht even woordenrijk als jjdel, maar alras verbitterend adresdebat afgesneden, en ia er alle aanleiding om den arbeid kalm en geregeld voort te zetten. Op een spoedige herziening van de personeele belasting dringt het Vad. zeer aanzjj kan haast geen dag uitstel leiden. De Nieuwe Rotterdamsche courant vangt hare beschouwing over de rede aan met een herinnering aan het afgeloopen zittingjaar, dat een werkjaar bjj uitnemendheid was, een werk jaar, waarvan de vruchten niet alleen te zien zjjn in de hoogst belangrjjke wetten, die tot stand kwamen, maar ook in den nog niet voltooiden arbeid, aan verschillende wetsont werpen besteed. Een stapel werk is afgedaan, een andere stapel ligt gedeeltelik ter afdoening gereed en is anderdeels in eenen minder of meer gevorderden staat van voorbereiding. Dat met het oog op den omvangrjjken wetgevenden arbeid, die reeds aanhangig is gemaakt, de troonrede sober zou zjjn in de aankondiging van nieuw werk, kon, zegt het Rotterdamsche blad, worden vermoed. Dat zjj in de eerste plaats de aandacht der volksver tegenwoordiging op de wenscheljjkheid der verdere behandeling en afdoening van de aan hangige kiesrechtregeling zou vestigen, even eens. De hoop mag worden gekoesterd, dat het beroep, hetwelk daartoe op de medewer king der Staten-Generaal werd gedaan, gevolgd al Worden door een gemeen overleg van regeering en volksvertegenwoordiging, waar door dit hoogst gewichtig werk tot een goed einde wordt gebracht." Met ingenomenheid begroet de Rotter dammer de mededeeling, dat een ontwerp van wet in het belang van de gezondheid en veiligheid in fabrieken en werkplaatsen zal worden aangeboden. De noodzakelijkheid eener zoodanige regeling is uit de gehouden en quêtes gebleken, en ongetwjjfeld zal de re geering bjj het tot stand brengen daarvan dat spoedig moge geschieden op den steun der volksvertegenwoordiging kunnen rekenen. De Prov. Zwolsche en Overijs. courant her innert aan den toestand der laatste jaren. Al wat op den voorgrond stond bjj het optreden van dit kabinet is voorgesteld. In de Tweede kamer is de kieswet, in de Eerste de bedrijfs belasting in behandeling. Slechts tjjdeljjk is de beraadslaging geschorst en onmiddelljjk na de vervulling der onvermjjdeljjke formaliteiten, aan de hernieuwing der zitting verbonden, begint de arbeid weder. De regeering heeft niets nieuws te zeggen en omvangrjjke ont werpen zouden op dit oogenblik toch slechts pro memorie kunnen worden vermeld. Terecht heeft zjj zich dan ook in deze troonrede in hoofdzaak bepaald tot de gebrui keljjke verklaringen omtrent den oogst, den gezondheidstoestand van menscb en dier, de houding van leger en vloot, etc. Met voldoening zal men voorts zegt het blad de gunstige verklaringen nopens den financiëelen toestand des rijks hebben waarge nomen. Daaruit bljjkt in ieder geval, dat de verwachtingen van den minister van financiën niet beschaamd zjjn geworden. Deze troonrede steekt, wat den vorm betreft, in geen enkel opzicht uit boven het gewone model. De zinsneden hangen als zand aaneen, geen enkel harteljjk woord verneemt men; vormeljjk vóór alles. Een enkele betuiging van sympathie met de nooden van velen in den lande ware niet misplaatst geweest in het staatsstuk, nu men er geen program in behoefde neder te leggen. Maar de troonrede zou dan niet langer de troonrede geweest zjjn. Ge lukkig intusscben dat de daden van 't kabinet spreken. En daarop komt het in werkelijkheid aan. De commissie uit de leden der Staten- Generaal, die Dinsdag H. M. de koningin weduwe, Regentes, in het gebouw der Tweede kamer ontving en uitgeleide deed, bestond uit de heeren Van Eysinga, E. Cremers, Smits, Van der Kaay, Vermeulen, Van Bylandt, Cremer, Kolkman, Van Swinderen, Van Lier, Van Velzen, Heemskerk, Zjjp, Borret, Hennequin. H. M. sprak de openingsrede uit, niet op maar ter linkerzij de van den troon gezeten. Alle aanwezige leden der Eerste en Tweede kamer waren in gala-kleeding behalve de heeren Heldt, Pyttersen en Vallette, die in burger kleeding verschenen. In dé zitting dér Eerste kamer, die na afloop der openings-plechtigheid gehouden werd, aanvaardde de heer mr A. van Naamen van Eemnes, nadat de herkozen en nieuw gekozen leden, wier geloofsbrieven in orde werden bevonden, waren toegelaten, bet pre sidentschap met de volgende rede«Mjjne heeren! Het hoog gewaardeerd vertrouwen van H. M. onze geërbiedigde koningin-regentes heeft mjj wederom geroepen uw vergadering te leiden. «Ik aanvaard deze vereerende taak in het vaste vertrouwen, dat uwe welwillende mede werking mjj evenmin zal ontbreken in 't ver volg als tot dusver het geval was. «Gewichtige beslissingen zjjn in bet afge loopen jaar genomen. Over niet minder be langrjjke is uw oordeel spoedig te verwachten. Bovendien zjjn in het leven des volks diep ingrijpende voordrachten tegemoet te zien. «Moge de geest van grondig onderzoek en onpartjjdig oordeel in de toekomst u niet min der als dusver bezielen. Zoodoende mogen wjj verwachten, dat de Almachtige daaraan Zjjn onmisbaren zegen schenke en ze moge strekken tot heil van ons dierbaar Vaderland en ons geliefd Vorstenhuis. «Ik verklaar het voorzitterschap der Eerste kamer te aanvaarden." In de Tweede kamer hield de heer Van der Schrieck, de waarnemende voorzitter, de volgende toespraak «Mjjne heerenBjj den aanvang van dit zittingjaar breedvoerig welkom te heeten, dit veroorloof ik mjj geheel onnoodig te achten, doordien ik mjj vleien durf met de hoop, dat gjj geheel overtuigd zjjt, dat ik zulks met deze weinige woorden ten oprechtste gemeend doe. «Aan de met onze medewerking in de voor gaande zitting tot stand gebrachte wetten, zjjn wjj herinnerd. Moge de werking daarvan tot het wezenlijk en bljjvend heil van Neder land ruimschoots bjjdragen «De ons wachtende arbeid is ons in groote trekken bekend. Onwederlegbaar is bet, dat wjj dien in moeieljjke, in ernstige omstandig heden aanvangen, maar ik meen te mogen beweren, dat er geen toestanden zjjn, hoe zorgvol en ingewikkeld ze ook mogen wezen, waaruit men niet naar behooren, niet met eer geraken kan, dan door ze vastberaden, kalm, eerljjk en verstandig onder de oogen te zien. Driewerf gelukkig is het, dat deze vereisehten bjj het Nederlandsche volk vol strekt geen zeldzame eigenschappen zjjn. «Daarom zullen en ook moeten wjj, met volhardende aanwending van onze beste krach ten en met volkomen toewijding, beproeven onze wetten zoodanig te doen zjjn, dat bet ons zoo innig dierbaar Vaderland binnen zjjn grenspalen voorspoedig, gelukkig en tevreden en in den vreemde geëerd en geëerbiedigd zjj en bljjve. «Daarvoor wordt gebiedend, ja onverbidde ljjk, gevorderd het meest bezadigd, bet meest bedaard en het onderling meest welwillend overleg. Slechts door aldus te handelen kunnen wg de door onze voorouders met de voorbeel- digste, ja onovertroffen opofferingen verkregen rechten en vrij heden ongekrenkt handhaven en tevens aan het in ons gesteld vertrouwen beantwoorden. «Moge de Alwijze ons daarvoor zjjn onmis bare voorlichting in de ruimste mate schenken «Met onbegrensde {dankbaarheid opwaarts ziende voor bet mjj nu al wederom te beurt gevallen voorrecht, aanvaard ik mjjne zeer t jj del jj ke betrekking met de herhaling der uit den grond des harten voortkomende wenschen, waarmede gjj, Mjjne Heeren, steeds ten ondubbelzinnigere instemdet, dat bet God behagen moge Hare Majesteit onze zeer ge ëerbiedigde Koningin-Weduwe, Regentes, te bljjven ondersteunen en het volbrengen van Hoogstderzelver zoo moeiljjke, zeer omvang rjjke en hoogst gewichtige taak en voor Hare Majesteit onze zoo buitengewoon veel goeds belovende Koningin Wilheimina de in alle opzichten gunstigste ontwikkeling te doen voortduren tot het wezenljjk heil van het Haar zoo bjj uitnememdheid getrouwe en lief hebbend Nederland De nominatie van het presidentschap bestaat uit de heeren mr J. G. Gleichman, mr S. van Houten en P. G. J. van der Schrieck. De keuze voor den tweeden candidaat had heel wat voeten in de aarde. Zij had eerst plaats na vjjf stemmingen, waarvan het verloop was als volgt Eerste stemming (82 stemmen.) De heeren Van Houten 39, Borgesius 19, A3. Mackay 16, Van der Schrieck 4 stemmen en de heeren Beelaerts, Röell en Veegens ieder 1 stem zjjnde er 1 blanco-biljet. Tweede stemming (85 stemmen.) De heeren Van Houten 41, Borgesius 19, /E. Mackay 19, Van der Schrieck en T. Mackay ieder 2 stem men zjjnde er 2 blanco-biljetten. Derde stemming (85 stemmen.) De heeren Van Houten 39, Borgesius 18, A3. Mackay 23, Van der Schrieck 2 stemmen; T. Mackay 1 stemzjjnde er 2 blanco-biljetten. Vierde stemming (84 stemmen.) De heeren Van Houten 38, Borgesius 17, A3. Mackay 23 en Van der Schrieck 2 stemmenzjjnde er 4 blanco-biljetten. Vijfde stemming (81 stemmen.) De heer Van Houten 40 en de heer Mackay 37 stemmen, zjjnde er 4 blanco-biljetten. De beer Van der Schrieck werd als derden candidaat aangewezen met 54 stemmen tegen 21 op mr Ai. baron Mackay, 4 op mr Goeman Borgesius en 1 op de heeren Ruys en T. Mackay, terwjjl 2 briefjes blanco waven. Naar aanleiding van deze stemming schrjjft het Hbld. Evenmin als de beide voorafgaande jaren bad de benoeming van den eersten candidaat voor den presidentszetel eene politieke be- teekenis. Van de 82 uitgebrachte stemmen vereenigden er zich 79 op den heer Gleich man de heeren Van Houten en Beelaerts kregen ieder één stem, terwijl er één briefje in blanco was. Deze stemming levert opnieuw het bewjjs, boe zeer de ganscbe kamer de onpartjjdige en degelijke leiding van haren voorzitter op prijs stelt. Met den tweeden candidaat ging het echter veel minder vlot. Een vorig jaar werd als zoodanig bjj eerste stemming terstond aange wezen de beer Van Houten, die ook in de zitting 18911892 eerste ondervoorzitter was. De houding, door dezen veteraan der Kamer tegenover de aanhangige kieswet aangenomen, schjjnt evenwel de ultra-voorstanders dier wet in die mate ontstemd te hebben, dat een deel der liberalen aan den beer Borgesius als onder voorzitter boven den heer Van Houten de voorkeur gaf. De heer Van Houten waar- schjjnljjk ook gesteund door een groot deel der katholieken kreeg 39 stemmen van de 83, dus enkele beneden de volstrekte meerder heid de heer Borgesius 19, de heer A3. Mackay 16, terwjjl op den heer Beelaerts slechts éen stem werd uitgebracht. Het waren wellicht eveneens politieke redenen, die de anti-revo- lutionnairen aan den heer Mackay boven den beer Beelaerts de voorkeur deden geven. De volgende stemmingen brachten in de ver houdingen, zooals die uit de eerste stemming waren gebleken, niet veel verandering. De heer Mackay was evenwel den heer Borge sius met een paar stemmen vooruit geko men, zoodat ten slotte in dezen beslissenden strjjd tusschen de afgevaardigden uit Gro ningen en Kampen gestreden werd. De heer Van Houten werd na vjjf stemmingen, met 40 tegen 37 stemmen op den heer Mackay, gekozen. De tegenzin van een deel der liberalen tegen den Groninger afgevaardig de was, bljjkens dit laatste cjjfer, evenwel zoo groot, dat zjj aan den heer Mackay boven hun partijgenoot de voorkeur gaven. De heer Mac kay kreeg nagenoeg alle stemmen, die aanvan- keljjk op den heer Borgesius waren uitgebracht. De heer Van Houten is desniettemin ten slotte toch als overwinnaar uit dit strjjdperk getre den. Op zichzelf is de quaestie natuurljjk van weinig beteekenis, of de heer Van Houten dan wel de heer Borgesius of de heer Mackay de hoogst enkele malen dat dit gewoonljjk noodig is den voorzitter op zjjn zetel zal vervangen, doch als maatstaf van den politieken toestand van het oogenblik is er uit de stemljjsten voor den ondervoorzitter der Kamer toch wel iets te leeren. Bjj koninkl. besluit is benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Assen J. Bakker, thans leeraar aan de R. H. B. S. te Warffum is aan dr H. W. Middendorp, met ingang van 1 October 1893, op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend als hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde aan de rjjks-universiteit te Groningen, met dankbetuiging is benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw de majoor J. H. En- gelbregt, van het 5de regiment infanterie, werkzaam onder den inspecteur van het militair onderwjjs. Aangemoedigd door Toekoe Oemar's succes, schjjnt onder de bevolking in Groot-Atjeh thans een beweging te zjjn ontstaan tegen de Pedi- reezen. Deze steunen de Moslemins in hun rooverjjen en knevelarjjen, waarvan de bevol king oververzadigd is. Hier en daar heeft men reeds te kennen gegeven, dat men liever ge diend is van ons bestuur, dat niet gewoon is om zich met alles in te laten, dan gebukt te bljjven onder de aanhoudende geldafpersingen en knevelarjjen der Moslemins. Dezer dagen is door den jeugdigen Pan glima Poliru, den aanvoerder der Moslemins, Tengkoe Pantaj Koeloek te Lomkali last ge geven, de sterkte aldaar onverwjjld te ontrui men. Alle Pedireezen, die in het verzet mochten voortgaan, moeten terugkeeren naar de Daërah Pedir. Het verbljjf in de XXII moekims van eiken Atjeher, ons bestuur vjjandig gezind, is ontzegd. Zoodoende tracht Panglima Polim elke vjjandeljjkheid in zjjn gebied te voorkomen. Om den Oelama's te toonen, dat bet hem ernst is, heeft P. Polim bezit genomen van de woning van Tengkoe Mat Amin te Anak- Galoëng en zich daar met zjjn hofgrooten en Panglima's gevestigd, waardoor hjj den Oelama's in zjjn gebied allen moed beneemt. T. Mat Amin moet zich thans te Lamkrah bevindenvan daar zou hjj naar Tiro gaan om daar bet ontmoedigende tout est perdu uit te spreken. Volgens schrjjven aan de Roer. Ct. is het heilige kanon van Kota-Moesapie sinds den 25en binnen onze veste Kota-Radja. Geheel met bloemen en kransen versierd, ligt het voor- loopig nabjj het station, waar eiken dag tal van Atjéhers het komen bewonderen en aan bidden. JAietxeveia en itunst, Het aantal volksgeschriften der Maat schappij Tot Nut van Algemeen is we er met een vermeerderd. Het is van de hand van den heer J. Bruinwold Riedel en heeft tot titel«De kleine huishouding en de groote huishouding des volks, in hun onderling verband." Het a-cappella-koor van Dan. de Lange zal in den a. s. winter weer eene concertreis door Duitscbland maken, en o. a. te Berljjn, Weenen, Leipzig en Budapest optreden. Het beroemde orkest van Lamoureux treedt in October op den 18en te Rotterdam, den 19n te 's Gravenhage, den 20n te Amster dam, den 21n te Utrecht, den 22n te Amster dam, den 23n te Arnhem, den 24n te 's Gra venhagen, den 25n te Rotterdam. De zoogenaamd vereenigde doleerenden en afgescheidenen hebben hunne tweede Synode tè Dordt gehouden. Dat men onmiddeljjk na de vereeniging te Dordt ging vergaderen, had zjjne beteekenis, door ieder begrepen. Maar wat men van Dordt hoopte, heeft het niet ge geven. 't Schjjnt er op deze tweede Synode zoo vreemd toegegaan te zjjn, dat men zoo weinig publiciteit mogeljjk aan de zaak gegeven heeft, en dr. Kuyper heeft gewikt en gewogen, wat hjj in de Heraut mededeelen zou, zegt de Maasbode. Van verschillende kanten is over die ge heimhouding in onzen tjjd van openbaarheid geklaagd. De Heraut komt ons nu verhalen, welke redenen daarvoor waren. Vooreerst raea had geen stenografen, die voor deze

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1