N°. 223,
136® Jaargang.
1893
Donderdag
21 September.
Middelburg 20 September.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lagerj
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens all*
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50;
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte}
Reclames 40 cent per regel.
Wie zich tegen 1 October op de MID-
DELBURGSCHE COURANT abon
neert ontvangt de deze maand verschij
nende nommers kosteloos.
KERKNIEUWS.
MIDDELBURG» (01 HAM.
Thermometer.
Middelburg 20 Sept. 8 u. vm. 62 gr.
m. 12 u. 64 gr., av. 4 u. 63 gr. F.
Verwacht N. W. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KroiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. G. de Möoii, te TholenW. A.
van Nieuwenhuijzïn en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditman, te Rotterdam, de Gebb.. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab, Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte PaxjjB en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één nu*
aan het bureau bezorgd zjjn, willes
zjj des avonds nog worden opgenomen.
De pers is het vrjj wel eens dat de Troon
rede, Dinsdag uitgesproken, erg, erg mager
ismaar zjj erkent tevens dat de omstandig
heden dit meebrachten- Op een paar uitzon
deringen na worden daaraan dan ook geen
uitvoerige beschouwingen gewjjd'en wjj zjjn
dus ontslagen van den plicht een zeer uitge
breid overzicht te leveren van de omtrent die
rede geuite gevoelens.
Zjj lossen alle zich op in deze opmerkingen
de inhoud is soberde kiesrechtregeling domi
neert te verwonderen is het dat over Atjeh
en over Indië niet of zeer weinig wordt gerept
en te betreuren dat met geen enkel woord
iets gezegd wordt omtrent eéne te wachten
herziening van de personeele belasting.
De verklaring, omtrent de behandeling en
atdóening «in de eerste plaats" der kieswetten
gelegd in den mond der vertegenwoordigster
van het hooge gezag, zal er, hoopt het Centrum,
»wellicht iets toe kunnen bjjdragen, om dè
onrust te temperen van hen, die op allerzon
derlingste wijze de kieswetten omfantaseerên
tot een aanranding der Kroon. Men kan,"
zegt het blad, «die bewering naar het ons
toesehjjnt thans niet meer volhouden zonder
zich schuldig te maken aan één hoogst oneer
biedige voorstelling van den persoon der
Regentesse".
Het Handelsblad wjjst, tegenover de groote
soberheid in het gedeelte der rede dat aan
den wetgevenden arbeid gewjjd is, op het
vele dat in het afgeloopen zittingsjaar nog
onafgedaan bleef. Zelfs al mocht het niet
mogeljjk zjjn de kieswet vroegtjjdig af te
handelen, dan zullen de kamers toch nog
ruimschoots in de aanhangige en reeds toe
gezegde ontwerpen gelegenheid vinden ten
nutte des lands werkzaam te zijn.
Volgens den Amst. (D. v. N.J getuigt deze
«troonrede, eene naar oud model, van de
kwjjning, waarin de parlementaire arbeid, door
de behandeling der kieswet, is gebracht.
»De regeering heeft, terecht, geen poging
gedaan om dit te verbergen.
«Volkomen correct wordt allereerst afhan
deling van de kieswet gevraagddat is het
eenige, maar ook het zéér belangrjjke, dat zjj
te verstaan geeft. Het zwjjgen over het per
soneel is welsprekend."
De Tijd vindt daarentegen de tirade over
de regeling van het kiesrecht bjjzonder mat.
«Zjj steekt heel wat af bjj de gloeiende geest
drift, waarmede sommige woordvoerders in de
vorige zitting der kamer, op het voetspoor
van den heer Tak, zich de zaak hebben aan
getrokken. Men zou de zeer sobere zin
snede desaangaande in de troonrede verne
mende inderdaad niet zeggen dat men
hier geljjk enkele jj veraars willen te
doen heeft met een kwestie van leven of dood
voor onze politieke toekomst!"
De toegezegde nieuwe wet op de krijgstucht
bevalt de Tijd natuurljjk niethet blad vraagt
of er niet wat anders te doen is, o. a. in het
belang van de verzekering van den werkman?
Men zou dit lezende denken dat er geen
werk aan den parlementairen winkel is.
Evenals andere vindt dit katholieke blad
«de geruststellende verzekeringen omtrent den
toestand der rijksmiddelen, die een opdrjjven
der belasting voorshands onnoodig maakt,
slechts een mageren troost, waar de belasting
schuldige in de financiëele wetten dezer regee
ring tot dusver maar al te weinig reden vond
om zich over de beloofde «juister verdeeling
van lasten" te verheugen."
Als de Tijd eens een middel weet om be
lasting betalenden vrooljjk te doen lachen,
en den minister van financiën toch een ge
vulde kas te verschaffen, dan moet zjjne redac
tie dit den schatkast-bewaarders in de ver
schillende landen eens aan de hand doen
Maar onbilljjk zjjn dergeljjke opmerkingen
tegenover den minister Pierson, die met de
meerderheid der kamers, en daaronder waren
er van alle richtingen, de rechtvaardigheid
betrachtte en juist hen trof, die het best kun
nen missen en reeds te lang waren vrjjgebleven.
Het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gra
venhage spreekt over de financieele paragraaf
natuurljjk in denzelfden geest. Grappig is de
opmerking van dat blad dat de troonrede niet
mager genoeg van inbond is. Eigenljjk bad
zjj nog «armer" moeten zijn. «Komt de Kies
wet wèl tot stand, dan, zegt dat blad, heb
ben de tegenwoordige Kamers afgedaan. Wordt
zjj verworpen, dan heeft het ministerie afge
daan. Met het oog op beide gevallen kon in
de troonrede het programma van werkzaam
heden worden gemist."
Het blad neemt verder de bespreking der
Troonrede te baat om zjjne gewone stok
paardjes te berjjdenen het «liberaal stelsel"
te bestrjjden. Het eindigt zijn droevig beklag
met deze aandoenljjke woorden «De Troon
rede opent in geen enkel verband uitzicht op
«vette jaren", in welken zin dan ook, voor
Nederland of Indië.
«De Openingsrede past geheel bjj 't regeer-
stelsel, waaronder wjj gebukt gaan en waar
van fiscaliteit en geavanceerdheid, tot op de
grens van 't socialisme, de droevige kenmer
ken zjjn.
«De niet totstandkoming van de Kieswet
moge ons van dit radicaal Bewind verlossen
Het is wonder dat bierachter niet bet woordje
«Amen" volgt. Of vergat mén op de drukkerij
van het Dagblad er bjj te zetten«en de
gelegenheid openen dat onze brave vrienden,
de mannen die zoo belangeloos zorgen voor
bet welzjjn des volks, de ministers-zetels in
nemen. Dan breekt de gulden tijd aan."
Het is jammer voor de Dagblad-mannen dat
het getij voor hen zoo verloopten zjj zich
met jeremiades tevreden moeten stellen.
Het Vaderlandhet liberale Haagsche orgaan,
spreekt natuurljjk heel anders en ganscb in
onzen geest, waar het zegt dat wij over bet
geheel genomen met ingenomenheid kunnen
terugzien op den weg, door het ministerie af
gelegd. Het komt dit blad juist gezien voor
dat men de zinsnede over de kiesrechtregeling
kleurloos en neutraal heeft gesteld, beüalve
voor zoover zjj, iets waartegen niemand rede-
ljjkerwjjze bezwaar kan hebben, er nadruk op
legt, dat in de eerste plaats voor dit
werk medewerking wordt ingeroepen. Zoo toch
wordt de kans op een licht even woordenrijk
als jjdel, maar alras verbitterend adresdebat
afgesneden, en ia er alle aanleiding om den
arbeid kalm en geregeld voort te zetten.
Op een spoedige herziening van de personeele
belasting dringt het Vad. zeer aanzjj kan
haast geen dag uitstel leiden.
De Nieuwe Rotterdamsche courant vangt
hare beschouwing over de rede aan met een
herinnering aan het afgeloopen zittingjaar, dat
een werkjaar bjj uitnemendheid was, een werk
jaar, waarvan de vruchten niet alleen te zien
zjjn in de hoogst belangrjjke wetten, die tot
stand kwamen, maar ook in den nog niet
voltooiden arbeid, aan verschillende wetsont
werpen besteed. Een stapel werk is afgedaan,
een andere stapel ligt gedeeltelik ter afdoening
gereed en is anderdeels in eenen minder of
meer gevorderden staat van voorbereiding.
Dat met het oog op den omvangrjjken
wetgevenden arbeid, die reeds aanhangig is
gemaakt, de troonrede sober zou zjjn in de
aankondiging van nieuw werk, kon, zegt het
Rotterdamsche blad, worden vermoed. Dat zjj
in de eerste plaats de aandacht der volksver
tegenwoordiging op de wenscheljjkheid der
verdere behandeling en afdoening van de aan
hangige kiesrechtregeling zou vestigen, even
eens. De hoop mag worden gekoesterd, dat
het beroep, hetwelk daartoe op de medewer
king der Staten-Generaal werd gedaan, gevolgd
al Worden door een gemeen overleg van
regeering en volksvertegenwoordiging, waar
door dit hoogst gewichtig werk tot een goed
einde wordt gebracht."
Met ingenomenheid begroet de Rotter
dammer de mededeeling, dat een ontwerp
van wet in het belang van de gezondheid en
veiligheid in fabrieken en werkplaatsen zal
worden aangeboden. De noodzakelijkheid eener
zoodanige regeling is uit de gehouden en
quêtes gebleken, en ongetwjjfeld zal de re
geering bjj het tot stand brengen daarvan
dat spoedig moge geschieden op den steun
der volksvertegenwoordiging kunnen rekenen.
De Prov. Zwolsche en Overijs. courant her
innert aan den toestand der laatste jaren. Al
wat op den voorgrond stond bjj het optreden
van dit kabinet is voorgesteld. In de Tweede
kamer is de kieswet, in de Eerste de bedrijfs
belasting in behandeling. Slechts tjjdeljjk is
de beraadslaging geschorst en onmiddelljjk na
de vervulling der onvermjjdeljjke formaliteiten,
aan de hernieuwing der zitting verbonden,
begint de arbeid weder. De regeering heeft
niets nieuws te zeggen en omvangrjjke ont
werpen zouden op dit oogenblik toch slechts
pro memorie kunnen worden vermeld.
Terecht heeft zjj zich dan ook in deze
troonrede in hoofdzaak bepaald tot de gebrui
keljjke verklaringen omtrent den oogst, den
gezondheidstoestand van menscb en dier, de
houding van leger en vloot, etc.
Met voldoening zal men voorts zegt het
blad de gunstige verklaringen nopens den
financiëelen toestand des rijks hebben waarge
nomen. Daaruit bljjkt in ieder geval, dat de
verwachtingen van den minister van financiën
niet beschaamd zjjn geworden.
Deze troonrede steekt, wat den vorm betreft,
in geen enkel opzicht uit boven het gewone
model. De zinsneden hangen als zand aaneen,
geen enkel harteljjk woord verneemt men;
vormeljjk vóór alles. Een enkele betuiging
van sympathie met de nooden van velen in
den lande ware niet misplaatst geweest in het
staatsstuk, nu men er geen program in behoefde
neder te leggen. Maar de troonrede zou dan
niet langer de troonrede geweest zjjn. Ge
lukkig intusscben dat de daden van 't kabinet
spreken. En daarop komt het in werkelijkheid
aan.
De commissie uit de leden der Staten-
Generaal, die Dinsdag H. M. de koningin
weduwe, Regentes, in het gebouw der Tweede
kamer ontving en uitgeleide deed, bestond
uit de heeren Van Eysinga, E. Cremers, Smits,
Van der Kaay, Vermeulen, Van Bylandt, Cremer,
Kolkman, Van Swinderen, Van Lier, Van Velzen,
Heemskerk, Zjjp, Borret, Hennequin.
H. M. sprak de openingsrede uit, niet op
maar ter linkerzij de van den troon gezeten.
Alle aanwezige leden der Eerste en Tweede
kamer waren in gala-kleeding behalve de
heeren Heldt, Pyttersen en Vallette, die in
burger kleeding verschenen.
In dé zitting dér Eerste kamer, die na
afloop der openings-plechtigheid gehouden
werd, aanvaardde de heer mr A. van Naamen
van Eemnes, nadat de herkozen en nieuw
gekozen leden, wier geloofsbrieven in orde
werden bevonden, waren toegelaten, bet pre
sidentschap met de volgende rede«Mjjne
heeren! Het hoog gewaardeerd vertrouwen
van H. M. onze geërbiedigde koningin-regentes
heeft mjj wederom geroepen uw vergadering
te leiden.
«Ik aanvaard deze vereerende taak in het
vaste vertrouwen, dat uwe welwillende mede
werking mjj evenmin zal ontbreken in 't ver
volg als tot dusver het geval was.
«Gewichtige beslissingen zjjn in bet afge
loopen jaar genomen. Over niet minder be
langrjjke is uw oordeel spoedig te verwachten.
Bovendien zjjn in het leven des volks diep
ingrijpende voordrachten tegemoet te zien.
«Moge de geest van grondig onderzoek en
onpartjjdig oordeel in de toekomst u niet min
der als dusver bezielen. Zoodoende mogen
wjj verwachten, dat de Almachtige daaraan
Zjjn onmisbaren zegen schenke en ze moge
strekken tot heil van ons dierbaar Vaderland
en ons geliefd Vorstenhuis.
«Ik verklaar het voorzitterschap der Eerste
kamer te aanvaarden."
In de Tweede kamer hield de heer Van
der Schrieck, de waarnemende voorzitter, de
volgende toespraak
«Mjjne heerenBjj den aanvang van dit
zittingjaar breedvoerig welkom te heeten, dit
veroorloof ik mjj geheel onnoodig te achten,
doordien ik mjj vleien durf met de hoop, dat
gjj geheel overtuigd zjjt, dat ik zulks met deze
weinige woorden ten oprechtste gemeend doe.
«Aan de met onze medewerking in de voor
gaande zitting tot stand gebrachte wetten,
zjjn wjj herinnerd. Moge de werking daarvan
tot het wezenlijk en bljjvend heil van Neder
land ruimschoots bjjdragen
«De ons wachtende arbeid is ons in groote
trekken bekend. Onwederlegbaar is bet, dat
wjj dien in moeieljjke, in ernstige omstandig
heden aanvangen, maar ik meen te mogen
beweren, dat er geen toestanden zjjn, hoe
zorgvol en ingewikkeld ze ook mogen wezen,
waaruit men niet naar behooren, niet met
eer geraken kan, dan door ze vastberaden,
kalm, eerljjk en verstandig onder de oogen
te zien. Driewerf gelukkig is het, dat deze
vereisehten bjj het Nederlandsche volk vol
strekt geen zeldzame eigenschappen zjjn.
«Daarom zullen en ook moeten wjj, met
volhardende aanwending van onze beste krach
ten en met volkomen toewijding, beproeven
onze wetten zoodanig te doen zjjn, dat bet
ons zoo innig dierbaar Vaderland binnen zjjn
grenspalen voorspoedig, gelukkig en tevreden
en in den vreemde geëerd en geëerbiedigd
zjj en bljjve.
«Daarvoor wordt gebiedend, ja onverbidde
ljjk, gevorderd het meest bezadigd, bet meest
bedaard en het onderling meest welwillend
overleg. Slechts door aldus te handelen kunnen
wg de door onze voorouders met de voorbeel-
digste, ja onovertroffen opofferingen verkregen
rechten en vrij heden ongekrenkt handhaven
en tevens aan het in ons gesteld vertrouwen
beantwoorden.
«Moge de Alwijze ons daarvoor zjjn onmis
bare voorlichting in de ruimste mate schenken
«Met onbegrensde {dankbaarheid opwaarts
ziende voor bet mjj nu al wederom te beurt
gevallen voorrecht, aanvaard ik mjjne zeer
t jj del jj ke betrekking met de herhaling der
uit den grond des harten voortkomende
wenschen, waarmede gjj, Mjjne Heeren, steeds
ten ondubbelzinnigere instemdet, dat bet God
behagen moge Hare Majesteit onze zeer ge
ëerbiedigde Koningin-Weduwe, Regentes, te
bljjven ondersteunen en het volbrengen van
Hoogstderzelver zoo moeiljjke, zeer omvang
rjjke en hoogst gewichtige taak en voor Hare
Majesteit onze zoo buitengewoon veel goeds
belovende Koningin Wilheimina de in alle
opzichten gunstigste ontwikkeling te doen
voortduren tot het wezenljjk heil van het
Haar zoo bjj uitnememdheid getrouwe en lief
hebbend Nederland
De nominatie van het presidentschap bestaat
uit de heeren mr J. G. Gleichman, mr S. van
Houten en P. G. J. van der Schrieck.
De keuze voor den tweeden candidaat had
heel wat voeten in de aarde. Zij had eerst
plaats na vjjf stemmingen, waarvan het verloop
was als volgt
Eerste stemming (82 stemmen.) De heeren
Van Houten 39, Borgesius 19, A3. Mackay 16,
Van der Schrieck 4 stemmen en de heeren
Beelaerts, Röell en Veegens ieder 1 stem
zjjnde er 1 blanco-biljet.
Tweede stemming (85 stemmen.) De heeren
Van Houten 41, Borgesius 19, /E. Mackay 19,
Van der Schrieck en T. Mackay ieder 2 stem
men zjjnde er 2 blanco-biljetten.
Derde stemming (85 stemmen.) De heeren
Van Houten 39, Borgesius 18, A3. Mackay 23,
Van der Schrieck 2 stemmen; T. Mackay 1
stemzjjnde er 2 blanco-biljetten.
Vierde stemming (84 stemmen.) De heeren
Van Houten 38, Borgesius 17, A3. Mackay 23
en Van der Schrieck 2 stemmenzjjnde er 4
blanco-biljetten.
Vijfde stemming (81 stemmen.) De heer Van
Houten 40 en de heer Mackay 37 stemmen,
zjjnde er 4 blanco-biljetten.
De beer Van der Schrieck werd als derden
candidaat aangewezen met 54 stemmen tegen
21 op mr Ai. baron Mackay, 4 op mr Goeman
Borgesius en 1 op de heeren Ruys en T.
Mackay, terwjjl 2 briefjes blanco waven.
Naar aanleiding van deze stemming schrjjft
het Hbld.
Evenmin als de beide voorafgaande jaren
bad de benoeming van den eersten candidaat
voor den presidentszetel eene politieke be-
teekenis. Van de 82 uitgebrachte stemmen
vereenigden er zich 79 op den heer Gleich
man de heeren Van Houten en Beelaerts
kregen ieder één stem, terwijl er één briefje
in blanco was. Deze stemming levert opnieuw
het bewjjs, boe zeer de ganscbe kamer de
onpartjjdige en degelijke leiding van haren
voorzitter op prijs stelt.
Met den tweeden candidaat ging het echter
veel minder vlot. Een vorig jaar werd als
zoodanig bjj eerste stemming terstond aange
wezen de beer Van Houten, die ook in de
zitting 18911892 eerste ondervoorzitter was.
De houding, door dezen veteraan der Kamer
tegenover de aanhangige kieswet aangenomen,
schjjnt evenwel de ultra-voorstanders dier wet
in die mate ontstemd te hebben, dat een deel
der liberalen aan den beer Borgesius als onder
voorzitter boven den heer Van Houten de
voorkeur gaf. De heer Van Houten waar-
schjjnljjk ook gesteund door een groot deel
der katholieken kreeg 39 stemmen van de
83, dus enkele beneden de volstrekte meerder
heid de heer Borgesius 19, de heer A3. Mackay
16, terwjjl op den heer Beelaerts slechts éen
stem werd uitgebracht. Het waren wellicht
eveneens politieke redenen, die de anti-revo-
lutionnairen aan den heer Mackay boven den
beer Beelaerts de voorkeur deden geven.
De volgende stemmingen brachten in de ver
houdingen, zooals die uit de eerste stemming
waren gebleken, niet veel verandering. De
heer Mackay was evenwel den heer Borge
sius met een paar stemmen vooruit geko
men, zoodat ten slotte in dezen beslissenden
strjjd tusschen de afgevaardigden uit Gro
ningen en Kampen gestreden werd. De heer
Van Houten werd na vjjf stemmingen,
met 40 tegen 37 stemmen op den heer
Mackay, gekozen. De tegenzin van een deel
der liberalen tegen den Groninger afgevaardig
de was, bljjkens dit laatste cjjfer, evenwel zoo
groot, dat zjj aan den heer Mackay boven hun
partijgenoot de voorkeur gaven. De heer Mac
kay kreeg nagenoeg alle stemmen, die aanvan-
keljjk op den heer Borgesius waren uitgebracht.
De heer Van Houten is desniettemin ten slotte
toch als overwinnaar uit dit strjjdperk getre
den. Op zichzelf is de quaestie natuurljjk van
weinig beteekenis, of de heer Van Houten dan
wel de heer Borgesius of de heer Mackay de
hoogst enkele malen dat dit gewoonljjk noodig
is den voorzitter op zjjn zetel zal vervangen,
doch als maatstaf van den politieken toestand
van het oogenblik is er uit de stemljjsten voor
den ondervoorzitter der Kamer toch wel iets
te leeren.
Bjj koninkl. besluit
is benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S.
te Assen J. Bakker, thans leeraar aan de
R. H. B. S. te Warffum
is aan dr H. W. Middendorp, met ingang
van 1 October 1893, op zjjn verzoek, eervol
ontslag verleend als hoogleeraar in de faculteit
der geneeskunde aan de rjjks-universiteit te
Groningen, met dankbetuiging
is benoemd tot ridder der orde van den
Nederlandschen Leeuw de majoor J. H. En-
gelbregt, van het 5de regiment infanterie,
werkzaam onder den inspecteur van het militair
onderwjjs.
Aangemoedigd door Toekoe Oemar's succes,
schjjnt onder de bevolking in Groot-Atjeh thans
een beweging te zjjn ontstaan tegen de Pedi-
reezen. Deze steunen de Moslemins in hun
rooverjjen en knevelarjjen, waarvan de bevol
king oververzadigd is. Hier en daar heeft men
reeds te kennen gegeven, dat men liever ge
diend is van ons bestuur, dat niet gewoon is
om zich met alles in te laten, dan gebukt te
bljjven onder de aanhoudende geldafpersingen
en knevelarjjen der Moslemins.
Dezer dagen is door den jeugdigen Pan
glima Poliru, den aanvoerder der Moslemins,
Tengkoe Pantaj Koeloek te Lomkali last ge
geven, de sterkte aldaar onverwjjld te ontrui
men. Alle Pedireezen, die in het verzet mochten
voortgaan, moeten terugkeeren naar de Daërah
Pedir. Het verbljjf in de XXII moekims van
eiken Atjeher, ons bestuur vjjandig gezind, is
ontzegd. Zoodoende tracht Panglima Polim
elke vjjandeljjkheid in zjjn gebied te voorkomen.
Om den Oelama's te toonen, dat bet hem
ernst is, heeft P. Polim bezit genomen van de
woning van Tengkoe Mat Amin te Anak-
Galoëng en zich daar met zjjn hofgrooten en
Panglima's gevestigd, waardoor hjj den Oelama's
in zjjn gebied allen moed beneemt.
T. Mat Amin moet zich thans te Lamkrah
bevindenvan daar zou hjj naar Tiro gaan
om daar bet ontmoedigende tout est perdu uit
te spreken.
Volgens schrjjven aan de Roer. Ct. is het
heilige kanon van Kota-Moesapie sinds den
25en binnen onze veste Kota-Radja. Geheel
met bloemen en kransen versierd, ligt het voor-
loopig nabjj het station, waar eiken dag tal
van Atjéhers het komen bewonderen en aan
bidden.
JAietxeveia en itunst,
Het aantal volksgeschriften der Maat
schappij Tot Nut van Algemeen is we er
met een vermeerderd. Het is van de hand
van den heer J. Bruinwold Riedel en heeft
tot titel«De kleine huishouding en de groote
huishouding des volks, in hun onderling
verband."
Het a-cappella-koor van Dan. de Lange
zal in den a. s. winter weer eene concertreis door
Duitscbland maken, en o. a. te Berljjn, Weenen,
Leipzig en Budapest optreden.
Het beroemde orkest van Lamoureux
treedt in October op den 18en te Rotterdam,
den 19n te 's Gravenhage, den 20n te Amster
dam, den 21n te Utrecht, den 22n te Amster
dam, den 23n te Arnhem, den 24n te 's Gra
venhagen, den 25n te Rotterdam.
De zoogenaamd vereenigde doleerenden
en afgescheidenen hebben hunne tweede Synode
tè Dordt gehouden. Dat men onmiddeljjk na
de vereeniging te Dordt ging vergaderen, had
zjjne beteekenis, door ieder begrepen. Maar
wat men van Dordt hoopte, heeft het niet ge
geven. 't Schjjnt er op deze tweede Synode zoo
vreemd toegegaan te zjjn, dat men zoo weinig
publiciteit mogeljjk aan de zaak gegeven heeft,
en dr. Kuyper heeft gewikt en gewogen, wat
hjj in de Heraut mededeelen zou, zegt de
Maasbode.
Van verschillende kanten is over die ge
heimhouding in onzen tjjd van openbaarheid
geklaagd. De Heraut komt ons nu verhalen,
welke redenen daarvoor waren. Vooreerst raea
had geen stenografen, die voor deze