N°. 218
136e Jaargang.
1883
Vrijdag
15 September.
Middelburg 14 September.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelbarg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
Reclames 40 cent per regel.
Wie zich legen 1 October op de MID-
DELBURGSCHE COURANT abon
neert ontvangt de deze maand verschij
nende nommers kosteloos.
HlIHIfllH li(.M III IOIIU\T.
Th ermometer.
Middelburg 14 Sept. 8 u. ra. 64 gr.
m. 12 u. 70 gr-, av. 4 u. 70 gr. F.
Verwacht N. W. wind.
Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. y. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tholen W. A. j Advertentiën
van Nleuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de i moeten des namiddags te één uur
advertentie-bureau's van Nijgb Van Ditmak, te Botterdam, de Gebb. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cle., John F. Jones, opvolger. j zjj des avonds nog worden opgenomen.
DHANKBESTRUDI\».
Als vervolg op het voorgaande schrijven
van den heer Koch ontvingen wjj nog het
volgende ter opname
Geachte Bedacteur!
De welwillende toezending van uw blad,
waarin mjjn schrijven van 5 dezer werd op
genomen, geeft mjj vrjjmoedigheid u nog eenige
ruimte te verzoeken. Ik had nameljjk den
wensch te kennen gegeven om de leuze
«•Sluit Schiedam!", waartegen u ernstige be
denking heeft, nader toe te lichten en zoo
mogeljjk een indruk weg te nemen als zou
het streven der afschaffers en geheel-onthouders
daarheen gericht zjjn om «onze Nederlansche
natie te herscheppen in eén geringeloord volk
van brave Hendrikken, die alleen door dwang
en verbod worden nuchter gehouden."
»Sluit Schiedam 1 is de huidige leuze," zoo
schrjjft gjj. Ik spreek het niet tegen. Ik
erken dat die korte samenvoeging van twee
woorden een zeker burgerrecht heeft verkre
gen, zoodat zelfs een uitnemend, populair en
met veel kennis van zaken en toestanden ge
schreven blad, als orgaan voor drankbestrij
ding onlangs verschenen, zich dien naam heeft
gekozen. Maar wat is nu de bedoeling,
waarmede die leuze gebruikt wordt Zou het
waarljjk een verstandig menseh in den zin
komen te meenen dat, indien Schiedam geen
jenever meer voortbracht, de gansche wereld
voor het drankgebruik zou gesloten zijn
Zou bovendien, gesteld het ware mogelijk dat
aan dien eiscli gevolg werd gegeven, het niet
een daad van groote onbillijkheid en onrecht
vaardigheid moeten heeten om aan alle bran
ders met geheel het leger van fabrikanten,
slijters en arbeiders, 't welk door hen bestaat,
het brood uit den mond te nemen; en zou
door zulk een daad van geweld iets gewon
nen zjjn? Ik aarzel geen oogenblik om met
u op deze en dergelijke vragen ontkennend
te antwoorden.
Maar de leuze «Sluit Schiedam!" heeft een
historischen oorsprong, door welken alleen
hare beteekenis ten volle kan worden verstaan
en misschien is het niet oneigenaardig hier
even mee te deelen, wat wellicht de meesten
uwer lezers niet weten.
Toen voor vele jaren in eene talrjjk be
zochte, zeer gemengde samenkomst de vraag
werd behandeld wat toch te doen om de toe
nemende armoede tegen te gaan en nieuwe
bronnen van welvaart te ontsluiten, en in die
vergadering allerlei middelen en wegen wer
den besproken, waarbjj o. a. ook plannen van
landverhuizing werden uiteengezet, verhief
onverwacht een eenvoudig man uit het volk
zjjne stem en riep met al den gloed eener
diepe overtuiging, die indruk maakte Sluit
SchiedamZoolang dit niet geschiedt, zjjn
alle andere middelen vergeefsch 1"
De bedoeling van Schouten zoo heette
•hjj was duideljjk genoeg. Hp, de man des
Volks, had opgemerkt wat duizenden en hon
derduizenden in zjjne omgeving tot armoede
en achteruitgang bracht. Noode zag hij hoe
de gelegenheid in alle steden en dorpen
ruimschoots werd aangeboden om sterken drank
te verkrjjgen en hoe dit, inzonderheid voor de
lieden van zjjnen stand, eene dageljjks terug-
keerende verleiding was tot drinken. Hij
besefte dat in de eerste plaats het wegnemen
van die gelegenheid, door het paal en perk
stellen aan het fabriceeren en de biteeren, eene
noodzakelijke voorwaarde was om tot betere
toestanden te komen en dit drukte hjj eigen
aardig, op zjjne wjjze, uit in die twee woor
den: «Sluit Schiedam!"
En inderdaad, niemand kan het ontkennen,
in dat: «Sluit Schiedam"! van den eenvou-
digen Schouten ligt een wenk, die, bedrieg ik
mjj niet, meer en meer door hen, die het waar
belang des volks bedoelen, wordt verstaan en
ter harte genomen. Is niet de beperking, welke
de zoogenaamde drankwet van 1881 heeft be
oogd en aanvankeljjk tot stand deed komen,
een stap in die richting Strekt zjj niet daartoe
om de gelegenheden te verminderen, en alzoo
het drankgebruik zelf onder ons volk te doen
Ik heb het oog op een blad, dat, door de hrn.
P. v. d. Meulen en A. J. Schreuder geredigeerd, in
Leeuwarden uitkomt en waarvan het 2de nommer on
langa verscheen.
afnemen En moge nu al deze wet niet ten
doel hebben om het gebruik van sterken drank
onder ons volk ganscbeljjk te doen ophouden
indien zjj eerljjk en naar de oorspronkelijke
bedoeling wordt toegepast, moet zjj toch aan
alle fabricaat en debiet een gevoeligen slag
toebrengen en zeker niet tot den bloei maar
veel meer tot achteruitgang van Schiedam en
andere kweekplaatsen van het onheilbrengende
vocht bjjdragen.
Is er éen welgezind Nederlander, die deze
noodzakeljjke uitwerking der wet als strjjdig
met het volksbelang en met de rechtvaardig
heid tegenover hen, die nu van den drankhandel
leven, meent te moeten beschouwen Of zou
hjj roem durven dragen op de millioenen, die
jaarljjks, en dat wel voor een goed deel door
de kleine burgerjj, vrjjwillig voor sterken drank
worden opgebracht Zoo niet, laat men zich
dan geenszins ergeren aan eene leuze, die,
uitgaande van hen, die het volk lief hebben,
er op wjjat dat, zoolang de bron van het kwaad
niet gestopt wordt, zoolang fabricaat en debiet
als de onschuldigste zaak ter wereld bljjft toe
gelaten, alle middelen, aangewend om den
stoffeljjken en zedelijken achteruitgang van
het volk tegen te houden, niet of slechts
gebrekkig zullen slagen.
Met het sluiten van Schiedam behoeft trou-
wens niemand bevreesd te zjjn dat het zulk een
vaart zal nemen. Zoolang nog een groot deel van
ons volk, onder alle rangen en standen, blind
is voor het groot gevaar, aan het matig drank-
gébruik, als eerste schrede op den weg van
misbruik verbonden, zoolang dit matig gebruik
nog door vele, overigens weldenkende en goed
gezinde lieden in bescherming wordt genomen,
zullen geene verbodswetten door den steun der
meerderheid kunnen tot stand komen en be
hoeven de Schiedammers vooreerst althans niet
bevreesd te zjjn dat zjj hun «eerljjk stuk brood'
zullen verliezen, al doen zjj verstandig wan
neer zjj hun kroost niet alleen voor den arbeid
in de branderjj opvoeden. Men vergunne ons
echter dat wjj, ook door de gedachte aan hun
waar belang gedreven, blijven uitzien naar
middelen, die krachtiger dan de bestaande
drankwet het kwaad aangrjjpen bij den wortel
en dat wjj ons bejjveren om ook in ons vader
land velen te winnen voor «local option" en
langs dien weg voor eene wetgeving, die ons
steeds nader brengt tot verlossing van den
dwang des vjjands, die, hoe vergoeljjkend men
over zjjne deugden moge spreken, meer ellende
over het menschdom heeft gebracht dan pest,
hongersnood en oorlog te zamen.
En het is op grond van deze diep gewor
telde overtuiging, die dageljjks door de erva
ring wordt bevestigd, dat allengs velen ertoe
gekomen zjjn om, door algeheele onthouding van
't gebruik der gedistilleerde dranken, zeiven
voorgaande, anderen tot het volgen van hun
voorbeeld op te wekken. Was men reeds vóór
meer dan vjjftig jaren begonnen met de stich
ting van matigheidsgenootschappen, tot bestrij
ding van het kwaad, spoedig bleek het geheel
onvoldoende van dien maatregel. Niet alleen
ontbrak hier een maatstaf, maar bovendien
was niet de zoo hoog geroemde matigheid
voor duizenden de eerste schrede op den weg
van hun wis verderf? Geboren dronkaards
bestaan niet, al zjjn er velen met den aanleg
tot dipsomanie geboren de misbruikers worden
uit het leger der gebruikers gerecruteerd.
Gjj noemt de zoodanigen «zwakkelingen,"
het zjj zoo maar laat toch niemand tegenover
die zwakken te grooten dunk hebben van
eigen kracht. Hoevelen, die krachtig meenden
te zjjn, zjjn juist daardoor diep en steeds
dieper gevallenTalloos velen heb ik die
erkentenis onder tranen hooren afleggen. Zjj
meenden sterk te zjjn, maar onder den invloed
van den drank, naar hunne schatting matig
gedronken, hebben zjj hun gewaande kracht
verloren en moeten soms hun geheele leven
boeten vóór éen misstap, onder bedwelmende
invloeden gepleegd.
«Zwakkelingenhet zjj zoomaar zjjn de
zoodanigen niet ook onze broeders, en moeten
wjj niet beproeven wat mogeljjk is om hun
ongeluk te voorkomen, of, zoo zjj gevallen zjjn,
hen op te richten«De maatschappjj heeft
geen tjjd om zich lang met uw individueel
belang in te latenschrjjft gjj. Jammer ge
noeg! maar is het dan in dien toestand zoo
ongewenscht dat enkelen althans, die daartoe
den tjjd kunnen vinden, zich de belangen aan
trekken der talrjjke ongelukkigen, die, van
alle zjjden door de verleiding omringd, aan
die verleiding geen weerstand kunnen bieden
en die toch ook menschen zjjn, al noemen de
sterken hen zwak? Verdienen mannen en
vrouwen, die zich aan zoodanig werk hebben
gewjjd, niets beters dan den naam van »ge-
v oelsmenschen zonder practische kennis van
of praetiseh inzicht in de wereld", terwjjl
juist de praktijk hen geleerd heeft, dat zjj
eerst waarljjk kracht zjjn gaan uitoefenen,
toen zjj, door het voorbeeld van vrjj willige
onthouding te geven, recht verkregen om an
deren tot het volgen van hun voorbeeld op te
wekken Is het billjjk te zeggen dat zjj «groote
menschen als kleine kinderen behandelen"
omdat, terwijl de maatschappjj, die geen tjjd
heeft, tot de ongelukkigen zegt: «Ga dan
ten onder, het is uw eigen schuld zjj zeiven
alles wat te doen is beproeven, om hem of
haar van den wissen ondergang, ware 't mo
geljjk, te redden
Hoe guarne zou ik bjj ons verschil van in
zicht omtrent de wjjze, waarop de strjjd gevoerd
moet worden, langer stilstaantegenover de
beschuldiging van onpractisch handelen, wjj zen
op heerljjke vruchten, door de prediking en
het voorbeeld van onthouding te weeg gebracht,
wjjzen op de ervaring van zoovele edele en
beminnelijke persoonlijkheden die hun leven
aan den strijd tegen misbruik, door den strjjd
tegen het gebruik, hebben gegeven en duizen
den tot zegen zjjn geweestmaar hoe gaarne
ook, het onderwerp is te rjjk en ik mag geen
misbruik maken van de ruimte, mjj verleend.
Twee opmerkingen nog ten besluite.
Men houde toch op om hen, die het voor
beeld van onthouding meenen te moeten geven,
voor te stellen als werd door hen dwang ge
bruikt tegenover anderen. Men wil een vrjj
volk, uitnemend, maar terwjjl zoovel en hunne
vrjjheid gebruiken om matig te drinken, zal
het dan toch anderen wel vrjjstaan om zich
van drank te onthouden. De mogelijkheid
bestaat dat, geljjk er zjjn die anderen tot
drinken dwingen, er ook gevonden worden die
tot niet drinken zouden willen dwingen, maar
al is elke dwang af te keuren, welke dwang
is de meest bedenkel jjke
Eindelijk is niets meer onjuist dan de be
wering dat zjj, die het drankmis&raik trachten
te bestrijden door het drankgébruik zooveel
mogeljjk tegen te gaan, op weg zjjn om onze
Nederlandsche natie te herscheppen in een
geringeloord volk van brave Hendrikken Ik
weet het, die brave Hendrikken zjjn een
schrikbeeld voor velenmen zjj echter niet te
bangDe figuur van een braven Hendrik heeft
niets gemeen met die van den jongeling,
die uit vrjje keus afstand doet van 't genot
van dranken, welke duizenden in 't ongeluk
storten. Ik heb op verschillende tjjden en
plaatsen samenkomsten bjj gewoond van af
schaffers en geheel-onthouders. Woeste uitge
latenheid met al hare gevolgen ontbrak;
«aangeschotenen" werden er niet gevonden,
borrelpraat werd niet gehoord, maar echte
vrooljjkheid, gepaste scherts, geestige kout
ontbraken geenszins. Trouwens, ik heb nooit
opgemerkt dat het gemis van alcoholische
dranken eenig nadeel deed aan 't geen het
genoegen van een beschaafd, welopgevoed,
weldenkend mensch in gezelschap uitmaakt.
De jonge grjjsaards, die met hun glaasje in
herberg of sociëteit dageljjks zjjn te vinden en
die daarmede hunne verveling trachten te
verzetten, terwjjl zjj zich oud gevoelen vóór
hunnen tjjd, zullen in getal afnemen, naarmate
meerderen, ook jonge menschen, leeren inzien
dat het wjjs, voorzichtig en daarom raadzaam
is om met de maatschappelijke drinkgewoonten
te breken. Het zich niet gewennen aan eenigen
alcoholischen drank toch doet den mensch
zjjne gezondheid, frischheid en opgewektheid
bewaren en het schrikbeeld van een brave
Hendrik te worden behoeft hem niet te be
angstigen. Ik heb zelden meer prettige,
pittige, echt jongensachtige vrooljjkheid ge
zien dan onder het opkomend geslacht, in
de beginselen der geheelonthouding opge
voed aan gene zijde van het kanaal, en
durf gerust, ook op grond van eigen ervaring,
ieder jongmensch tot het nemen eener proeve
uitnoodigen. Zelfs nu nog, op 65jarigen leef
tijd, ondervind ik dat de afwisseling van inge
spannen arbeid met flinke en doelmatige
lichaamsbeweging voor den gezonden mensch
de beste stimulans is, beter dan die door alco
holische dranken wordt teweeg gebracht. Over
't nut van die dranken voor zieken en zwak
ken heb ik niet te oordeelen. Niet over den
alcohol als geneesmiddel, maar als genotmiddel
heb ik gesproken, al vereenig ik mjj met den
wensch van dr L. P. Walburgh Smidt dat de
geneesheeren, met het oog op de gevolgen, de
meest mogeljjke voorzichtigheid in het voor
schreven van alcohol als geneesmiddel, mogen
in acht nemen.
En nu, ik moet eindigen. Gjj hebt mjj, ge
achte redacteurtot spreken uitgelokt en vrjj-
moedig heb ik gesproken. Al meen ik niet
daardoor uwe bedenkingen te hebben wegge
nomen, ik dank u voor de ruimte, mjj gegund,
Dat zjj onvoldoende was om te zeggen wat
mjj naar aanleiding van uw artikel op het
hart lag, gevoel ik en zult ook gjj gevoelen
en mjj daarom de onvolledigheid van mjjn
antwoord vergeven. Terwjjl ik wensch voort
te gaan om op mjjne wjjze te arbeiden, meen
ik volstrekt niet dat ieder geroepen is alzoo
te handelen. Ieder zjj in zjjn eigen gemoed
ten volle verzekerd. Met u en alle welden-
kenden hoop ik te bljjven strjjden tegen het
kwaad in mjj zeiven en in de maatschappjj en
mjj daarom met gevoelens van achting en
vriendschap steeds te mogen teekenen
Uw dienstv. dienaar en medestrjjder
E. J. W. KOCH.
Scheveningen, 9 Sept. '93.
In zjjn weekblad Nederland schrjjft de
oud-minister mr J. P. Sprenger van Eyk het vol
gende
Het is van algemeene bekendheid, dat het
evenredig zegelrecht van huurcontracten in
den regel niet wordt betaald.
Daar zjjn allerlei samenwerkende redenen
voor.
Toch wil nu en dan deze of gene de wet
opvolgen maar wat hem dan soms overkomt,
is waarljjk niet geschikt om hem of anderen
tot naleving der wet op te wekken.
Integendeel, tegen zoo iemand wordt soms
opgetreden op een wjjze, die zou doen denken
dat men er behagen in schept, de ontduiking
nog grooter te maken dan zjj reeds is.
Het is in veel gevallen reeds lastig genoeg
voor de betrokken personen om het juiste be
drag van het volgens de wet verschuldigde
evenredig zegelrecht te berekenen.
Bjj die gevallen voegen zich andere, waarin
eigenljjk niemand precies kan zeggen hoe
veel het bedraagt.
Hoe vreemd het ook klinken moge, het
is toch zoohet bedrag der verschuldigde
belasting hangt dikwjjls af van geheel
individueele opvattingen, en de een wordt
strafbaar geacht, van hem wordt boete
gevorderd, omdat zjjn individueele opvat
ting afwjjkt van die van een ander.
Ziehier een geval dat zich in de practjjk
voordeed en door de belasting-administratie
is publiek gemaakt, zeker tot waarschuwing
van iederen lezer omtrent het gevaar, dat een
poging tot naleving der wet doet ontstaan.
Bjj onderhandsche akte werd een boeren
plaats verhuurd tegen een som van ƒ2976.83
'sjaars, voor zeven jaren. In het contract
was bepaald, dat de huurder, bjj eventueele
reparatie aan het huis, de daggelden der
ambachtslieden zou moeten betalen.
Nu bepaalt de zegelwet, dat voor de be
rekening der belasting «onder den huurprijs
wordt verstaan de som, door den huurder
aan den verhuurder te betalen, benevens
al de lasten, die de huurder voor zjjn re
kening neemt, ter ontlasting van den ver
huurder."
Voor de akte waren gebezigd zegels tot
een bedrag van f 33.50 in hoofdsom.
Dat bedrag was voldoende, als men den
jaarljjkschen last schatte op f 0.9iys.
Doch wat doet nu de ontvanger
Hjj zegt: Ik schat den jaarljjkschen last
op f 10.
Dus is niet genoeg zegelrecht betaald. Er
moest in hoofdsom een halve gulden meer zjjn
betaald.
Derhalve registreer ik de akte niet, als ik
niet vooraf vjjftig cent plus de opcenten en
f 10 boete plus 50 opcenten heb gekregen.
Er was, daar men de akte ter registratie
aanbood, geen zweem van vermoeden van ont
duiking; van niets erger kon sprake zjjn dan
van een verkeerde appreciatie van het getal
dagen, die een werkman zou bezig zjjn om
reparatiën te doen, die volgens de wet ten
laste van den verhuurder komen.
Het is zeer wel mogelijk, dat de schatting
op f 0.91'/2 'sjaars veel beter is dan die van
den ontvanger, bv. omdat de verhuurder er
niet op gesteld is veel reparatie te geven en
de huurder, die de daghuur zou moeten be
talen, er zich wel voor wacht om reparatie
te vragen, wat hjj misschien ook wel kan
nalaten, als het huis in goeden staat is.
Doch de ontvanger vordert boete, en de
belasting-administratie stelt hem in 't gelijk.
Zon men denken dat iemand, die eens deze
ervaring opdoet, voor den tweeden keer weder
zjjn best zal doen om de zegelwet na te leven,
of dat zjjn vrienden of kennissen, in 't geval
komende, lust zullen krijgen om onderhandsche
huurcontracten op evenredig zegel te schrjjven
't Is waar, men kon procedeere n en zal het
proces licht winnen.
Doch als men 't wint, is men veel meer
kwjjt dan f 10,50 plus 50 opcenten,
Bjj kon. besluit
zjjn benoemd tot burgemeester van Krabben-
djjke C. C. Welleman, en tot burgemeester
van Kruiningen C. der Weduwen;
zjjn benoemd tot leeraar aan de rjjksland-
bouwschool te Wageningen A. Caland, met
toekenning van eervol ontslag als leeraar aan
de rjjks hoogere burgerschool te Leeuwarden en
tot leeraar aan de rjjks hoogere burgerschool
te 's Hertogenbosch J. C. Koningsberger, doctor
in de plant- en dierkunde te Utrecht
is tot hoogleeraar in de facu'teit der wis-
en natuurkunde aan de rjjks-universiteit te
Groningen benoemd, om onderwjjs te geven
in de scheikunde, dr A. F. Holleman, directeur
van het rjjks]andbouw-proefstation te Gronin
gen; uit welke betrekking hem eervol is ont
slag verleenden
is dr H. J. de Dompièrre de Chaufepié te
's Gravenhage benoemd tot directeur van het
koninkljjk kabinet van munten, penningen en
gegraveerde steenen te 's Gravenhage.
De nieuwe Gouverneur-generaal, jhr Van
der Wjjck, verlaat aaustaanden Zaterdag, des
middags te kwart vóór vier uren, per staats
spoor de residentie, om zich over Bazel naar
Genua te begeven, en daar aan boord te gaan
van de Prins Hendrik.
Mr Arriëns, advocaat generaal bjj het hoog
gerechtshof in Oost-Indië, heeft zich genood
zaakt gezien buitenlandsch verlof té vragen
wegens ziekte.
Waarschjjnljjk zal mrVan Benthem Jutting,
lid in den raad van justitie te Batavia, hem
opvolgen.
Uit vertrouwbare bron verneemt de Java-
bode, dat de gouverneur van Atjeh aan Sim
pang Olim een ultimatum heeft gesteld tot
het uitleveren der onlangs van de Rajah
naar het binnenland gevoerde gevangenen.
Het st. Bromo van de Rott. Lloyd, gebouwd
op de werf der maatschappjj de Schelde te
Vlissingen, verliet den 16en Juli het dok te
Soerabaya en verkreeg zjjn certificaat van
zeewaardigheid. De beschadigde schroefbladen
zjjn vervangen, en daarmede kon worden vol
staan. Maar toch is in het dok eerst recht
gebleken, zegt de Soer. Crt., hoe flink het
schip op de steenen gezeten heeft en hoe het
alleen aan het uitmuntende materiaal van de
allernieuwste toepassing platen van z. g.
vloeistaal te danken is, dat er geen be-
langrjjke averjj is ontstaan en de lading geheel
intact is kunnen blijven.
Er waren toch deuken in de zjjde, diep
onder water en geheel achter in het Schip,
waarin met gemak een vuist kon worden
gelegd.
Maar niettegenstaande dit alles, was er geen
bout gesprongen, geen- scheurtje ontstaan,
zoodat de experts oordeelden, dat het schip
geheel gerust naar zee stevenen kan. Den
avond van 17 Juli zou het er moest nog
wat koffie worden ingenomen de reis aan
vaarden naar Probolinggo om van daar direct
naar Semarang en Batavia te gaan.
En daar de Bromo een van de vlugste
loopers der Rott. Lloyd is, vertrouwt men,
dat het schip toch nog wel tjjdig volgens
datum-vaarplan te Marseille en te Botterdam
zal aankomen.
In Nederland zullen dan wel de al te erg
ingedeukte plaat of platen verwisseld worden.
Maar de proef op de som is geleverd, dat het
fraaie schip uitmuntend in elkaar zit."
Aan de nota van toelichting op het wets-
ontwerp-octrooiwet, door den mi
nister van waterstaat aan de kamers van
koophandel toegezonden om advies, is het
volgende ontleend
De memorie van toelichting van het wets
ontwerp tot afschaffing der octrooien in 1869
deed voor de afschaffing de bekende argumenten
gelden tegen de stelling, dat een uitvinder
een eigendomsrecht heeft op zjjn uitvinding.
Dit is echter een zuiver theoretische en abstract
juridische kwestie, welke thans niet nader
behoeft te worden onderzocht.
Voor het overige vindt men hoofdzakeljjk
de vjjf volgende bezwaren tegen octrooien
aangevoerd
lo Het octrooi is niet in het belang van
den uitvinder.
2o Evenmin in dat der maatschappjj.
3o De omvang van het octrooirecht is moei-
ljjk te bepalen.
4o Bechtszekerheid kan den octrooihouder
niet worden gegeven.
5o Licentiedwang, noodig ter beveiliging
van het algemeen belang, is moeiljjk uitvoer
baar.
Deze vjjf bezwaren worden achtereenvolgen»
uitvoerig besproken,