N°. 218 136e Jaargang. 1883 Vrijdag 15 September. Middelburg 14 September. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelbarg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager: Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Reclames 40 cent per regel. Wie zich legen 1 October op de MID- DELBURGSCHE COURANT abon neert ontvangt de deze maand verschij nende nommers kosteloos. HlIHIfllH li(.M III IOIIU\T. Th ermometer. Middelburg 14 Sept. 8 u. ra. 64 gr. m. 12 u. 70 gr-, av. 4 u. 70 gr. F. Verwacht N. W. wind. Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. y. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tholen W. A. j Advertentiën van Nleuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de i moeten des namiddags te één uur advertentie-bureau's van Nijgb Van Ditmak, te Botterdam, de Gebb. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de La Mab Azn., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cle., John F. Jones, opvolger. j zjj des avonds nog worden opgenomen. DHANKBESTRUDI\». Als vervolg op het voorgaande schrijven van den heer Koch ontvingen wjj nog het volgende ter opname Geachte Bedacteur! De welwillende toezending van uw blad, waarin mjjn schrijven van 5 dezer werd op genomen, geeft mjj vrjjmoedigheid u nog eenige ruimte te verzoeken. Ik had nameljjk den wensch te kennen gegeven om de leuze «•Sluit Schiedam!", waartegen u ernstige be denking heeft, nader toe te lichten en zoo mogeljjk een indruk weg te nemen als zou het streven der afschaffers en geheel-onthouders daarheen gericht zjjn om «onze Nederlansche natie te herscheppen in eén geringeloord volk van brave Hendrikken, die alleen door dwang en verbod worden nuchter gehouden." »Sluit Schiedam 1 is de huidige leuze," zoo schrjjft gjj. Ik spreek het niet tegen. Ik erken dat die korte samenvoeging van twee woorden een zeker burgerrecht heeft verkre gen, zoodat zelfs een uitnemend, populair en met veel kennis van zaken en toestanden ge schreven blad, als orgaan voor drankbestrij ding onlangs verschenen, zich dien naam heeft gekozen. Maar wat is nu de bedoeling, waarmede die leuze gebruikt wordt Zou het waarljjk een verstandig menseh in den zin komen te meenen dat, indien Schiedam geen jenever meer voortbracht, de gansche wereld voor het drankgebruik zou gesloten zijn Zou bovendien, gesteld het ware mogelijk dat aan dien eiscli gevolg werd gegeven, het niet een daad van groote onbillijkheid en onrecht vaardigheid moeten heeten om aan alle bran ders met geheel het leger van fabrikanten, slijters en arbeiders, 't welk door hen bestaat, het brood uit den mond te nemen; en zou door zulk een daad van geweld iets gewon nen zjjn? Ik aarzel geen oogenblik om met u op deze en dergelijke vragen ontkennend te antwoorden. Maar de leuze «Sluit Schiedam!" heeft een historischen oorsprong, door welken alleen hare beteekenis ten volle kan worden verstaan en misschien is het niet oneigenaardig hier even mee te deelen, wat wellicht de meesten uwer lezers niet weten. Toen voor vele jaren in eene talrjjk be zochte, zeer gemengde samenkomst de vraag werd behandeld wat toch te doen om de toe nemende armoede tegen te gaan en nieuwe bronnen van welvaart te ontsluiten, en in die vergadering allerlei middelen en wegen wer den besproken, waarbjj o. a. ook plannen van landverhuizing werden uiteengezet, verhief onverwacht een eenvoudig man uit het volk zjjne stem en riep met al den gloed eener diepe overtuiging, die indruk maakte Sluit SchiedamZoolang dit niet geschiedt, zjjn alle andere middelen vergeefsch 1" De bedoeling van Schouten zoo heette •hjj was duideljjk genoeg. Hp, de man des Volks, had opgemerkt wat duizenden en hon derduizenden in zjjne omgeving tot armoede en achteruitgang bracht. Noode zag hij hoe de gelegenheid in alle steden en dorpen ruimschoots werd aangeboden om sterken drank te verkrjjgen en hoe dit, inzonderheid voor de lieden van zjjnen stand, eene dageljjks terug- keerende verleiding was tot drinken. Hij besefte dat in de eerste plaats het wegnemen van die gelegenheid, door het paal en perk stellen aan het fabriceeren en de biteeren, eene noodzakelijke voorwaarde was om tot betere toestanden te komen en dit drukte hjj eigen aardig, op zjjne wjjze, uit in die twee woor den: «Sluit Schiedam!" En inderdaad, niemand kan het ontkennen, in dat: «Sluit Schiedam"! van den eenvou- digen Schouten ligt een wenk, die, bedrieg ik mjj niet, meer en meer door hen, die het waar belang des volks bedoelen, wordt verstaan en ter harte genomen. Is niet de beperking, welke de zoogenaamde drankwet van 1881 heeft be oogd en aanvankeljjk tot stand deed komen, een stap in die richting Strekt zjj niet daartoe om de gelegenheden te verminderen, en alzoo het drankgebruik zelf onder ons volk te doen Ik heb het oog op een blad, dat, door de hrn. P. v. d. Meulen en A. J. Schreuder geredigeerd, in Leeuwarden uitkomt en waarvan het 2de nommer on langa verscheen. afnemen En moge nu al deze wet niet ten doel hebben om het gebruik van sterken drank onder ons volk ganscbeljjk te doen ophouden indien zjj eerljjk en naar de oorspronkelijke bedoeling wordt toegepast, moet zjj toch aan alle fabricaat en debiet een gevoeligen slag toebrengen en zeker niet tot den bloei maar veel meer tot achteruitgang van Schiedam en andere kweekplaatsen van het onheilbrengende vocht bjjdragen. Is er éen welgezind Nederlander, die deze noodzakeljjke uitwerking der wet als strjjdig met het volksbelang en met de rechtvaardig heid tegenover hen, die nu van den drankhandel leven, meent te moeten beschouwen Of zou hjj roem durven dragen op de millioenen, die jaarljjks, en dat wel voor een goed deel door de kleine burgerjj, vrjjwillig voor sterken drank worden opgebracht Zoo niet, laat men zich dan geenszins ergeren aan eene leuze, die, uitgaande van hen, die het volk lief hebben, er op wjjat dat, zoolang de bron van het kwaad niet gestopt wordt, zoolang fabricaat en debiet als de onschuldigste zaak ter wereld bljjft toe gelaten, alle middelen, aangewend om den stoffeljjken en zedelijken achteruitgang van het volk tegen te houden, niet of slechts gebrekkig zullen slagen. Met het sluiten van Schiedam behoeft trou- wens niemand bevreesd te zjjn dat het zulk een vaart zal nemen. Zoolang nog een groot deel van ons volk, onder alle rangen en standen, blind is voor het groot gevaar, aan het matig drank- gébruik, als eerste schrede op den weg van misbruik verbonden, zoolang dit matig gebruik nog door vele, overigens weldenkende en goed gezinde lieden in bescherming wordt genomen, zullen geene verbodswetten door den steun der meerderheid kunnen tot stand komen en be hoeven de Schiedammers vooreerst althans niet bevreesd te zjjn dat zjj hun «eerljjk stuk brood' zullen verliezen, al doen zjj verstandig wan neer zjj hun kroost niet alleen voor den arbeid in de branderjj opvoeden. Men vergunne ons echter dat wjj, ook door de gedachte aan hun waar belang gedreven, blijven uitzien naar middelen, die krachtiger dan de bestaande drankwet het kwaad aangrjjpen bij den wortel en dat wjj ons bejjveren om ook in ons vader land velen te winnen voor «local option" en langs dien weg voor eene wetgeving, die ons steeds nader brengt tot verlossing van den dwang des vjjands, die, hoe vergoeljjkend men over zjjne deugden moge spreken, meer ellende over het menschdom heeft gebracht dan pest, hongersnood en oorlog te zamen. En het is op grond van deze diep gewor telde overtuiging, die dageljjks door de erva ring wordt bevestigd, dat allengs velen ertoe gekomen zjjn om, door algeheele onthouding van 't gebruik der gedistilleerde dranken, zeiven voorgaande, anderen tot het volgen van hun voorbeeld op te wekken. Was men reeds vóór meer dan vjjftig jaren begonnen met de stich ting van matigheidsgenootschappen, tot bestrij ding van het kwaad, spoedig bleek het geheel onvoldoende van dien maatregel. Niet alleen ontbrak hier een maatstaf, maar bovendien was niet de zoo hoog geroemde matigheid voor duizenden de eerste schrede op den weg van hun wis verderf? Geboren dronkaards bestaan niet, al zjjn er velen met den aanleg tot dipsomanie geboren de misbruikers worden uit het leger der gebruikers gerecruteerd. Gjj noemt de zoodanigen «zwakkelingen," het zjj zoo maar laat toch niemand tegenover die zwakken te grooten dunk hebben van eigen kracht. Hoevelen, die krachtig meenden te zjjn, zjjn juist daardoor diep en steeds dieper gevallenTalloos velen heb ik die erkentenis onder tranen hooren afleggen. Zjj meenden sterk te zjjn, maar onder den invloed van den drank, naar hunne schatting matig gedronken, hebben zjj hun gewaande kracht verloren en moeten soms hun geheele leven boeten vóór éen misstap, onder bedwelmende invloeden gepleegd. «Zwakkelingenhet zjj zoomaar zjjn de zoodanigen niet ook onze broeders, en moeten wjj niet beproeven wat mogeljjk is om hun ongeluk te voorkomen, of, zoo zjj gevallen zjjn, hen op te richten«De maatschappjj heeft geen tjjd om zich lang met uw individueel belang in te latenschrjjft gjj. Jammer ge noeg! maar is het dan in dien toestand zoo ongewenscht dat enkelen althans, die daartoe den tjjd kunnen vinden, zich de belangen aan trekken der talrjjke ongelukkigen, die, van alle zjjden door de verleiding omringd, aan die verleiding geen weerstand kunnen bieden en die toch ook menschen zjjn, al noemen de sterken hen zwak? Verdienen mannen en vrouwen, die zich aan zoodanig werk hebben gewjjd, niets beters dan den naam van »ge- v oelsmenschen zonder practische kennis van of praetiseh inzicht in de wereld", terwjjl juist de praktijk hen geleerd heeft, dat zjj eerst waarljjk kracht zjjn gaan uitoefenen, toen zjj, door het voorbeeld van vrjj willige onthouding te geven, recht verkregen om an deren tot het volgen van hun voorbeeld op te wekken Is het billjjk te zeggen dat zjj «groote menschen als kleine kinderen behandelen" omdat, terwijl de maatschappjj, die geen tjjd heeft, tot de ongelukkigen zegt: «Ga dan ten onder, het is uw eigen schuld zjj zeiven alles wat te doen is beproeven, om hem of haar van den wissen ondergang, ware 't mo geljjk, te redden Hoe guarne zou ik bjj ons verschil van in zicht omtrent de wjjze, waarop de strjjd gevoerd moet worden, langer stilstaantegenover de beschuldiging van onpractisch handelen, wjj zen op heerljjke vruchten, door de prediking en het voorbeeld van onthouding te weeg gebracht, wjjzen op de ervaring van zoovele edele en beminnelijke persoonlijkheden die hun leven aan den strijd tegen misbruik, door den strjjd tegen het gebruik, hebben gegeven en duizen den tot zegen zjjn geweestmaar hoe gaarne ook, het onderwerp is te rjjk en ik mag geen misbruik maken van de ruimte, mjj verleend. Twee opmerkingen nog ten besluite. Men houde toch op om hen, die het voor beeld van onthouding meenen te moeten geven, voor te stellen als werd door hen dwang ge bruikt tegenover anderen. Men wil een vrjj volk, uitnemend, maar terwjjl zoovel en hunne vrjjheid gebruiken om matig te drinken, zal het dan toch anderen wel vrjjstaan om zich van drank te onthouden. De mogelijkheid bestaat dat, geljjk er zjjn die anderen tot drinken dwingen, er ook gevonden worden die tot niet drinken zouden willen dwingen, maar al is elke dwang af te keuren, welke dwang is de meest bedenkel jjke Eindelijk is niets meer onjuist dan de be wering dat zjj, die het drankmis&raik trachten te bestrijden door het drankgébruik zooveel mogeljjk tegen te gaan, op weg zjjn om onze Nederlandsche natie te herscheppen in een geringeloord volk van brave Hendrikken Ik weet het, die brave Hendrikken zjjn een schrikbeeld voor velenmen zjj echter niet te bangDe figuur van een braven Hendrik heeft niets gemeen met die van den jongeling, die uit vrjje keus afstand doet van 't genot van dranken, welke duizenden in 't ongeluk storten. Ik heb op verschillende tjjden en plaatsen samenkomsten bjj gewoond van af schaffers en geheel-onthouders. Woeste uitge latenheid met al hare gevolgen ontbrak; «aangeschotenen" werden er niet gevonden, borrelpraat werd niet gehoord, maar echte vrooljjkheid, gepaste scherts, geestige kout ontbraken geenszins. Trouwens, ik heb nooit opgemerkt dat het gemis van alcoholische dranken eenig nadeel deed aan 't geen het genoegen van een beschaafd, welopgevoed, weldenkend mensch in gezelschap uitmaakt. De jonge grjjsaards, die met hun glaasje in herberg of sociëteit dageljjks zjjn te vinden en die daarmede hunne verveling trachten te verzetten, terwjjl zjj zich oud gevoelen vóór hunnen tjjd, zullen in getal afnemen, naarmate meerderen, ook jonge menschen, leeren inzien dat het wjjs, voorzichtig en daarom raadzaam is om met de maatschappelijke drinkgewoonten te breken. Het zich niet gewennen aan eenigen alcoholischen drank toch doet den mensch zjjne gezondheid, frischheid en opgewektheid bewaren en het schrikbeeld van een brave Hendrik te worden behoeft hem niet te be angstigen. Ik heb zelden meer prettige, pittige, echt jongensachtige vrooljjkheid ge zien dan onder het opkomend geslacht, in de beginselen der geheelonthouding opge voed aan gene zijde van het kanaal, en durf gerust, ook op grond van eigen ervaring, ieder jongmensch tot het nemen eener proeve uitnoodigen. Zelfs nu nog, op 65jarigen leef tijd, ondervind ik dat de afwisseling van inge spannen arbeid met flinke en doelmatige lichaamsbeweging voor den gezonden mensch de beste stimulans is, beter dan die door alco holische dranken wordt teweeg gebracht. Over 't nut van die dranken voor zieken en zwak ken heb ik niet te oordeelen. Niet over den alcohol als geneesmiddel, maar als genotmiddel heb ik gesproken, al vereenig ik mjj met den wensch van dr L. P. Walburgh Smidt dat de geneesheeren, met het oog op de gevolgen, de meest mogeljjke voorzichtigheid in het voor schreven van alcohol als geneesmiddel, mogen in acht nemen. En nu, ik moet eindigen. Gjj hebt mjj, ge achte redacteurtot spreken uitgelokt en vrjj- moedig heb ik gesproken. Al meen ik niet daardoor uwe bedenkingen te hebben wegge nomen, ik dank u voor de ruimte, mjj gegund, Dat zjj onvoldoende was om te zeggen wat mjj naar aanleiding van uw artikel op het hart lag, gevoel ik en zult ook gjj gevoelen en mjj daarom de onvolledigheid van mjjn antwoord vergeven. Terwjjl ik wensch voort te gaan om op mjjne wjjze te arbeiden, meen ik volstrekt niet dat ieder geroepen is alzoo te handelen. Ieder zjj in zjjn eigen gemoed ten volle verzekerd. Met u en alle welden- kenden hoop ik te bljjven strjjden tegen het kwaad in mjj zeiven en in de maatschappjj en mjj daarom met gevoelens van achting en vriendschap steeds te mogen teekenen Uw dienstv. dienaar en medestrjjder E. J. W. KOCH. Scheveningen, 9 Sept. '93. In zjjn weekblad Nederland schrjjft de oud-minister mr J. P. Sprenger van Eyk het vol gende Het is van algemeene bekendheid, dat het evenredig zegelrecht van huurcontracten in den regel niet wordt betaald. Daar zjjn allerlei samenwerkende redenen voor. Toch wil nu en dan deze of gene de wet opvolgen maar wat hem dan soms overkomt, is waarljjk niet geschikt om hem of anderen tot naleving der wet op te wekken. Integendeel, tegen zoo iemand wordt soms opgetreden op een wjjze, die zou doen denken dat men er behagen in schept, de ontduiking nog grooter te maken dan zjj reeds is. Het is in veel gevallen reeds lastig genoeg voor de betrokken personen om het juiste be drag van het volgens de wet verschuldigde evenredig zegelrecht te berekenen. Bjj die gevallen voegen zich andere, waarin eigenljjk niemand precies kan zeggen hoe veel het bedraagt. Hoe vreemd het ook klinken moge, het is toch zoohet bedrag der verschuldigde belasting hangt dikwjjls af van geheel individueele opvattingen, en de een wordt strafbaar geacht, van hem wordt boete gevorderd, omdat zjjn individueele opvat ting afwjjkt van die van een ander. Ziehier een geval dat zich in de practjjk voordeed en door de belasting-administratie is publiek gemaakt, zeker tot waarschuwing van iederen lezer omtrent het gevaar, dat een poging tot naleving der wet doet ontstaan. Bjj onderhandsche akte werd een boeren plaats verhuurd tegen een som van ƒ2976.83 'sjaars, voor zeven jaren. In het contract was bepaald, dat de huurder, bjj eventueele reparatie aan het huis, de daggelden der ambachtslieden zou moeten betalen. Nu bepaalt de zegelwet, dat voor de be rekening der belasting «onder den huurprijs wordt verstaan de som, door den huurder aan den verhuurder te betalen, benevens al de lasten, die de huurder voor zjjn re kening neemt, ter ontlasting van den ver huurder." Voor de akte waren gebezigd zegels tot een bedrag van f 33.50 in hoofdsom. Dat bedrag was voldoende, als men den jaarljjkschen last schatte op f 0.9iys. Doch wat doet nu de ontvanger Hjj zegt: Ik schat den jaarljjkschen last op f 10. Dus is niet genoeg zegelrecht betaald. Er moest in hoofdsom een halve gulden meer zjjn betaald. Derhalve registreer ik de akte niet, als ik niet vooraf vjjftig cent plus de opcenten en f 10 boete plus 50 opcenten heb gekregen. Er was, daar men de akte ter registratie aanbood, geen zweem van vermoeden van ont duiking; van niets erger kon sprake zjjn dan van een verkeerde appreciatie van het getal dagen, die een werkman zou bezig zjjn om reparatiën te doen, die volgens de wet ten laste van den verhuurder komen. Het is zeer wel mogelijk, dat de schatting op f 0.91'/2 'sjaars veel beter is dan die van den ontvanger, bv. omdat de verhuurder er niet op gesteld is veel reparatie te geven en de huurder, die de daghuur zou moeten be talen, er zich wel voor wacht om reparatie te vragen, wat hjj misschien ook wel kan nalaten, als het huis in goeden staat is. Doch de ontvanger vordert boete, en de belasting-administratie stelt hem in 't gelijk. Zon men denken dat iemand, die eens deze ervaring opdoet, voor den tweeden keer weder zjjn best zal doen om de zegelwet na te leven, of dat zjjn vrienden of kennissen, in 't geval komende, lust zullen krijgen om onderhandsche huurcontracten op evenredig zegel te schrjjven 't Is waar, men kon procedeere n en zal het proces licht winnen. Doch als men 't wint, is men veel meer kwjjt dan f 10,50 plus 50 opcenten, Bjj kon. besluit zjjn benoemd tot burgemeester van Krabben- djjke C. C. Welleman, en tot burgemeester van Kruiningen C. der Weduwen; zjjn benoemd tot leeraar aan de rjjksland- bouwschool te Wageningen A. Caland, met toekenning van eervol ontslag als leeraar aan de rjjks hoogere burgerschool te Leeuwarden en tot leeraar aan de rjjks hoogere burgerschool te 's Hertogenbosch J. C. Koningsberger, doctor in de plant- en dierkunde te Utrecht is tot hoogleeraar in de facu'teit der wis- en natuurkunde aan de rjjks-universiteit te Groningen benoemd, om onderwjjs te geven in de scheikunde, dr A. F. Holleman, directeur van het rjjks]andbouw-proefstation te Gronin gen; uit welke betrekking hem eervol is ont slag verleenden is dr H. J. de Dompièrre de Chaufepié te 's Gravenhage benoemd tot directeur van het koninkljjk kabinet van munten, penningen en gegraveerde steenen te 's Gravenhage. De nieuwe Gouverneur-generaal, jhr Van der Wjjck, verlaat aaustaanden Zaterdag, des middags te kwart vóór vier uren, per staats spoor de residentie, om zich over Bazel naar Genua te begeven, en daar aan boord te gaan van de Prins Hendrik. Mr Arriëns, advocaat generaal bjj het hoog gerechtshof in Oost-Indië, heeft zich genood zaakt gezien buitenlandsch verlof té vragen wegens ziekte. Waarschjjnljjk zal mrVan Benthem Jutting, lid in den raad van justitie te Batavia, hem opvolgen. Uit vertrouwbare bron verneemt de Java- bode, dat de gouverneur van Atjeh aan Sim pang Olim een ultimatum heeft gesteld tot het uitleveren der onlangs van de Rajah naar het binnenland gevoerde gevangenen. Het st. Bromo van de Rott. Lloyd, gebouwd op de werf der maatschappjj de Schelde te Vlissingen, verliet den 16en Juli het dok te Soerabaya en verkreeg zjjn certificaat van zeewaardigheid. De beschadigde schroefbladen zjjn vervangen, en daarmede kon worden vol staan. Maar toch is in het dok eerst recht gebleken, zegt de Soer. Crt., hoe flink het schip op de steenen gezeten heeft en hoe het alleen aan het uitmuntende materiaal van de allernieuwste toepassing platen van z. g. vloeistaal te danken is, dat er geen be- langrjjke averjj is ontstaan en de lading geheel intact is kunnen blijven. Er waren toch deuken in de zjjde, diep onder water en geheel achter in het Schip, waarin met gemak een vuist kon worden gelegd. Maar niettegenstaande dit alles, was er geen bout gesprongen, geen- scheurtje ontstaan, zoodat de experts oordeelden, dat het schip geheel gerust naar zee stevenen kan. Den avond van 17 Juli zou het er moest nog wat koffie worden ingenomen de reis aan vaarden naar Probolinggo om van daar direct naar Semarang en Batavia te gaan. En daar de Bromo een van de vlugste loopers der Rott. Lloyd is, vertrouwt men, dat het schip toch nog wel tjjdig volgens datum-vaarplan te Marseille en te Botterdam zal aankomen. In Nederland zullen dan wel de al te erg ingedeukte plaat of platen verwisseld worden. Maar de proef op de som is geleverd, dat het fraaie schip uitmuntend in elkaar zit." Aan de nota van toelichting op het wets- ontwerp-octrooiwet, door den mi nister van waterstaat aan de kamers van koophandel toegezonden om advies, is het volgende ontleend De memorie van toelichting van het wets ontwerp tot afschaffing der octrooien in 1869 deed voor de afschaffing de bekende argumenten gelden tegen de stelling, dat een uitvinder een eigendomsrecht heeft op zjjn uitvinding. Dit is echter een zuiver theoretische en abstract juridische kwestie, welke thans niet nader behoeft te worden onderzocht. Voor het overige vindt men hoofdzakeljjk de vjjf volgende bezwaren tegen octrooien aangevoerd lo Het octrooi is niet in het belang van den uitvinder. 2o Evenmin in dat der maatschappjj. 3o De omvang van het octrooirecht is moei- ljjk te bepalen. 4o Bechtszekerheid kan den octrooihouder niet worden gegeven. 5o Licentiedwang, noodig ter beveiliging van het algemeen belang, is moeiljjk uitvoer baar. Deze vjjf bezwaren worden achtereenvolgen» uitvoerig besproken,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1