40 ZITTING VAN DINSDAG 1.1 JULI 1893. provincie voordeel in zal gelegen zijn als iedereen naar de levering kan mededingen. Ook heb ik nog gesproken over de retourkaarten. Als ik mij niet vergis, worden alleen des Zondag3 retour- kaarten uitgegeven, geldig tot Maandag, tegen een verminderd tarief, terwijl zulks op andere dagen niet geschiedt. Ik geloof dat het in het voordeel der pro vincie zijn zou, indien iederen dag retourbiijetten werden uitgegeven, en daardoor het tarief werd ver minderd. Men moet het publiek leeren reizen en daartoe kan men geraken door de middelen van vervoer goed koop te maken. Verder zie ik dat voor commissarissen en agenten te VlissingeD, Breskens, Borssele, Terneuzen en Hoe- dekenskerke eene som wordt betaald van t 5680, dns f 1140 voor isder agent, een aanzienlijk cijfer, dat voor vermindering vatbaar wezen zou, indien een vast tractement werd uitbetaald. In de Middelhurgsche Courant van 5 Juli komt onder de rubriek Ingezonden stukken een artikel voor, waarin o. a. de kwestie van het schoonhouden der booten op de Wester-Schelde besproken wordt. Met reden. Dat schoonhouden laat te wenschen over, maar daarvoor mag niet de bemanning der booten alleen aansprakelijk gesteld worden, en dat wel op grond dat uit de schoorsteenen zooveel vuil in den vorm van gloeiende projectielen op het dek vliegt, dat, als de boot 10 minuten onder stoom is, alles op het dek er uit ziet, als ware het niet schoongemaakt. Wat de kajuiten en de rookkamer betreft, het schoon houden daarvan kan, mij dunkt, geschieden óf door het dekvolk óf door den hofmeester. Behoort het tot de werkzaamheden van den laatstgenoemden, dan zal hij bij het solliciteeren naar dat postje daarvan wel kennis gedragen hebben en behoort hij zorg te dragen dat het geschiedt. Dat het 'd morgens niet frisch ruikt in de kajuiten, ligt, mijns inzieos, gedeel telijk aan de niet goede ventilatie en ook daaraan dat de hofmeester en een gedeelte der equipage in en bij de kajuiten moeten logeeren. Of de directeur weinig of veel malen aan de aanleg plaats te Vlissingen komt, is mij niet bekend, maar wel is mij bekend dat hij te weinig, ja veei te weinig met de booten medevaart om goed op de hoogte te zijn van den dienst. Wat nu aangaat het op- en afgaan bij laagwater van de boot in Terneuzen, zulks laat veel te wenschen over en wel in de eerste plaats, omdat de zgn. loopplank allerellendigst is en ten tweede dat de planken der steigers, vooral die veel onder water zijn, dikwerf zoo glad zijn als zeep. Ik vermeen dat er onlangs nog een passagier te water is geraakt, juist door dien slechten toestand. Ik hoop, mijnheer de voor zitter, dat de commissie van toezicht op den provin cialen stoombootdienst nota zal willen nemen van het hier gereleveerde. De heer Moes. Mijnheer de voorzitter. De heer Van Rompu heeft het mij gemakkelijk gemaakt door ongeveer datgene te zeggen wat ik zelf voornemens was. Bij de vorige begrooting reeds heb ik aaDgedrongeD om retourkaarten ook op werkdagen uit te geven, doch hoewel in overweging nemen daarvan belooft werd, is er niets van gekomen. Ik dring er dus bij vernieuwing op aan. Ook ik heb in een der afdeelingen eveneens aan gedrongen op openbare jaarlijksche aanbesteding der benoodigde brandstoffen. Daargelaten nog het moge lijke voordeel dat ik er in zie, vind ik het ook wen- schelijk uit een oogpunt van billijkheid tegenover andere handelaren. Ik beveel het dus nogmaals drin gend aan. De heer Snouck Hnrgronje. Wat het le punt betreftde publieke aanbesteding, daarvan is reeds herhaalde malen hier sprake geweest. Zoo de heeren beter bekend waren met de lasten, welke aan de levering der steenkolen verbonden zijn, dan zouden zij anders denken Het geldt bier niet een gewone aanbesteding. Dagelijks zijn aan de levering zooveel bemoeiingen verbonden, dat geen elders wonende aan nemers zich daarmede kunnen inlaten. Ik zelf heb wel met kolenleveranciers van buiten af gespro ken, die mij verzekerden niet te kunnen mededin gen onder de voorwaarden, door Gedeputeerde sta ten gesteld. Zij zouden zelve in Vlissingen moeten komen wonen of afzonderlijke agenten daarheen moeten zenden. De kolen komen met de spoor aan, moeten dan naar de bergplaats vervoerd en daar ontladen worden en vervolgens weder, soms telkens in geringe hoeveelheden, aan boord worden overgebracht. Altijd is daarvoor een ploeg volks aan de aanlegplaats noodig. Het is niet mogelijk de booten geregeld 's morgens of 's avonds te voorzien, omdat daartoe hoog water wordt vereischt, en tusschen de reizen in ontbreekt vaak de gelegenheid om in meer dan de behoefte van de eerste uren te voorzien. De aannemer moet dus steeds gereed staan om op de eerste aanzegging zoo veel te laden als de beschikbare tijd toelaat. Dat dit aan zienlijke kosten voor werkloon maar ook veel toezicht vordert laat zich gemakkelijk begrijpen. De laatste maal dat de zaak hier ter sprake kwam, werd door een lid der vergadering, die zelf kolen- leverancier was, zeer op openbare aanbesteding aange drongen, De proef is toen genomen maar niet gunstig uitgevallen en bet bleek dat door dit lid zelf geen biljet was ingezonden. Bovendien behoeven wij hierover niet lang te spreken, het contract der aanbesteding loopt tot ultimo Maart 1896 en zoo lang zijn wij dus verbonden. Wat het 2e punt aangaat de retourbiijetten. Gedeputeerde staten gaan -uit vau het stelsel, dat de retourbiljetten niet moeten uitgegeven worden ter wille van personen, die voor verminderde vracht willen medevaren, maar alleen waaneer van retourkaarten toeneming van het aantal passagiers te wachten is en het dus is in het voordeel der stoomboot. Als zoodanig zijn ze ook toegepast op Zondag. Op Zondag bestaat er niet alleen voor Belgen maar voor iedereen gele* genheid voor verminderde vracht mede te varen, omdat dit is in het voordeel der boot. Zoolang de stoombootdienst op de Westerschelde zulke enorme offers van de provincie eischt, vinden Gedeputeerde staten geen termen om op gewone dagen, wanneer zij niet tot vermeerdering van reizigers zou den leiden, retourkaartea uit te geven. Er zijn weder van onderscheiden zijden klachten vernomen over op de booten dikwijls voorkomende onzindelijkheid, voornamelijk in de kajuiten; men be schuldigt de hofmeesters vau onverschilligheid en verlangt scherper toezicht. Ik neem gaarne aan dat de klachten gegrond zijn, al heb ik zelf, die nu en dan nog al eens medevoer, daartoe geen aanleiding misschien dat mijne aanwezigheid dan gunstig werkt. De zaak is herhaaldelijk besproken en op goede con trole meermalen, ook nu weder bij vernieuwing, aan gedrongen. Veel komt echter ten laste van het publiek dat zich soms onhebbelijk gedraagt en contió!e is gemakkelijker aanbevolen dan uitgeoefend. Van den directeur alleen is zij niet le vergen en kan zij ook niet afdoende zijn. Hij behoort daarin geadsisteert te worden door commissarissen en gedurende de reis ook door de kapiteins. Er zal opnieuw overwogen worden wat nog meer gedaan kan worden. Aangenaam zal het mij zijn, mededeeling te ontvangen van hetgeen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 43