ZITTING VAN DINSDAG 11 JULI 1893. 35 Tot toelichting van dit ontwerp dient het volgende: Ad A. Wijziging van omschrijving en raming zijn een gevolg van uw besluit van 4 November 1892, no. 9, en de wet van 31 December 1892 Staatsblad no. 304), terwijl in aanmerking is genomen, dat, vol gens mededeeling van den minister van financiën, de hoofdsom der belastbare opbrengt betreffende de onge bouwde eigendommen is te stellen op 414082.45. Ad B. Blijkens ons voorstel tot het aangaan eener geldleening moet deze van 60000 tot 120000 verhoogd worden. Daarvan is reeds 30000 in de begrooting over 1892 gebracht; de resteereüde 90000 worden hier geraamd. Ad C, D en E. Naar aanleiding van de bij L ge raamde uitgaaf. Ad F. Daar er genoeg kasgeld aanwezig zal zijn, om de uitgaven voorloopig te kunnen bestrijden, zal de leening niet vóór September 1893 moeten openge steld worden, zoodat de rente eerst van 1 October af zal verschuldigd zijn. Ad G. De nieuwe raming is een gevolg van de verhoogde leening. Ad H en I. In verband met de oplevering der wer ken is, van de aan het waterschap Groot en Klein Baarzande toegekende som van 6489.50, uit de fond sen van 1891 slechts 519160 verstrekt en moet aan de gemeente Sint Philipsland het geheele toegekende bedrag nog uitgekeerd wordendaarom zijn de ge raamde cijfers in de begrooting gebracht. Ad K. Tengevolge van uw besluit dd. 8 Juli 1892, no. 8, is de daarbij aan de genoemde gemeenten toege kende som in uitgaaf gebracht. Ad L. Het komt ons wenschelijk voor, om, evenals thans plaats heeft, rente te kweeken van kasgeld, waaraan, naar te voorzien is, gedurende eenigen tijd geene behoefte zal bestaan. Daarom is 500C0 ais maximum voor uitzetting op prolongatie in de be grooting gebracht. Het ontwerp-besluit is van den volgenden inhoud De Staten van de provincie Zeeland, besluiten: de bij koninklijk besluit van 6 September 1892 no. 6 goedgekeurde begrooting van de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven voor den dienst 1893 te wijzigen als volgt Inkomsten. Hooidsluk II. Afdeeling I. A. Art. 2 te doen luiden: „Twee en dertig opeenten op de hoofdsom der belas ting op de ongebouwde eigendommen" en van 133.232 te brengen op f 132.506. Totaal van het tweede hoofdstuk wordt van f 270.018 gebracht op 269.292, Hoofdstuk V. Afdeeling. I. B. Art. 1 te doen luiden: „Gedeelte der geldleening van 120.000 tot het ver- leenen van rentelooze voorschotten en bijdragen tot het verharden van wegen" en van 30.000 fe bren gen op f 90.000. Afdeeling III. G. Art. 2. (Nieuw) Teruggaai van op prolongatie uitgezette gelden 50.000. D. Art. 3. (Nieuw). Rente van het op prolongatie uitgezet bedrag. Memorie. E. Art. 4. (Oud art. 2). Andere ontvangsten dan de bovengenoemde Memorie. Totaal van het vijfde hoofdstuk wordt van 30.000 gebracht op f 140.000. Totaal der inkomsten wordt van f 398.760.09i ge bracht op f 508.034.09i. Uitgaven. Hoofdstuk IV. Afdeeling I. F. Art. 3 te doen iniden „Drie maanden rente ad ten honderd van de geldleening van 120.000 tot bet verleenen van rentelooze voorschotten en van bijdragen tot verhar ding van wegen" en van 2100 te brengen op /1050, Totaal van het vierde hoofdstuk wordt van 67.865 gebracht op 66.815. Hoofdstuk VIII. G. Art. 28 te doen luiden „kosten betreffende een gedeelte der geldleening ad 120.000" en van 250 te brengen op 300. II. Art. 30. (Nieuw). Laatste gedeelte van het aan het waterschap Groot en Klein Baarzande toege kend renteloos voorschot voor wegsverbetering 1297. I. Art. 31. (Nieuw). Subsidie aan de gemeente St. Philipsland ad 60% van de kosten voor aanleg van een grindbaan in de wegen, genaamd „de Nieuwe dijk en Slaakweg" 3366. K. Art. 32. (Nieuw). Rentelooze voorschotten aan de gemeente Koewacht en St. Jansteen tot be strating van wegen 44.600. L. Art. 33. (Nieuw). Het uitzetten op prolongatie van een bedrag ad 50.000, Totaal van het achtste hoofdstuk wordt van 74 224 90 gebracht op 173.538.80. Hoofdstuk IX. Art. 1. Onvoorziene uitgaven wordt van f 8772.49i gebracht op 19.782.59% Wordende Gedeputeerde staten gemachtigd om van deze f 19.782.59i tot een bedrag van 19.282.59i af- en over te schrijven; blijvende het artikel verder on veranderd. Totaal der uitgaven wordt van f 393 760.094 ge bracht op f 508 034.09% Het algemeen verslag der afdedingen wordt uitgebracht door den heer Jbucasse. Aan het onderzoek in de aldeelingen hebben deel genomen 39 leden, waaronder 6 leden van Gedepu teerde staten. In geene der afdeelingen had men bezwaar tegen dit voorstel. De voo» zitler deelt mede dat Gedeputeerde staten in dit verslag geene aanleiding vinden om wijziging te brengen in htm voorstel. Algemeene beraadslagingen worden niet gevoerd Bij art. h der uitgaven (art 32 Nieuw) stelt de heer Van der Bilt voor om, ia verband met het straks genomen besluit betrekkelijk den Willem Leopolds- polder, tusschen „Koewacht'' en „St. Jansteen" te voegen „en den Willem Leopoldspolder (Nederlandsch gedeelte)" en de som van 44600 met 4000 te ver- hoogeD. Tevens om den post voor onvoorzien met 4000 te verminderen. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt dit aangenomen. Het ontwerp-besluit geeft noeh wat de onlerdeelen, noch wat het geheel betreft, aanleiding tot discussie. Zonder hoofdelijke stemming wordt het aange nomen. k. Tot uitzetting van kasgeld op prolon gatie. Het voorstel luidt: Het geval kan zich voordoen, dat nog op het einde van dit jaar meer geld bij den betaalmeester in kas is dan voor de behoefte noodig is. Daar tegen het sluiten van het dienstjaar 1892 de thans op prolongatie Btaande gelden moeten worden teruggenomen, ten einde tegenover de uilgaaf ia de rekening cok een ontvangst deswege voorkome, kau niet opnieuw worden uitgezet zonder uwe medewerking en zonder dat voor dat doel wederom in de begrooting

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 38