10. 12. 18. 24 ZITTING VAN DINSDAG 11 JULI 1893. beschouwing, daar hi} bij zijn besluit van 3 Mei jl. no. 5 eene verhooging van het tot dusver genoten gemeentelijk subeidie ad f 200 tot 400 toestond en het terrein en de lokalen, voor de uitbreiding vereischt. kosteloos in gebruik afstond. Van de elf leerlingen der school zijn er thans twee van buiten die gemeente. Omtrent het vermoedelijk aantal leerlingen voor smeden en huisschilderen is thans, uit den aard der zaak, nog moeielijk eenige zekere opgaaf te doenhet bestuur der vereeniging meent echter op den duur, als de uitbreiding eenmaal goed in werking is, op een gemiddeld getal van tien leerlingen voor elk leervak te mogen rekenen. Uit de opgaaf der cijtera van de laatstafgesloten rekening en van de loopende begrooting. aangevuld met de cijfers, zooals zij vermoedelijk na de uitbreiding zich, zullen voordoen, blijkt dat de vereeniging zonder de gevraagde subsidiën niet op behoorlijke wijze in de voorgenomen uitbreiding zou kunnen voorzien. In de geldleening voor kosten van oprichting en eerste aanschaffing ad 1500 tegen 3% rente is reeds alleen onder de leden voor 1700 ingeschreven. Daar zoowel hieruit als uit de verhooging der bij drage van de gemeente van de belangstelling der meest belanghebbende blijkt, vinden wij geen bezwaar u voor te stellen om het bij uw besluit van 8 Juli 1892 no. 11 voor de jaren 1893 tot en met 1897 toegestaan subsidie van f 300 per jaar te verhoogen tot f 600 per jaar, onder voorwaarde a. dat de verhooging ingaat met den dag, waarop met het onderwijs in smeden en huisschilderen een aanvang wordt gemaakt; b. dat, zoo geen onderwijs in die beide vakken ge geven wordt, het subsidie gedurende den tijd, dat dit het geval is, zal worden berekend tegen 300 perjaar; c. dat de gemeente, behalve het kosteloos gebruik van lokalen en terrein, een subsidie verleene van /400 gedurende den tijd, dat onderwijs in smeden en huis schilderen worde gegeven d. dat j aarlijks, behalve een verslag van den toestand der vereeniging, worde overgelegd een afschrift of een afdruk van de rekening en van de begrooting. Het adres luidt: Het bestuur der vereeniging tot oprichting en in- standho uding van de ambachtsschool te Zierikzee, daar toe ge machtigd bij besluit der algemeene vergadering van 18 Mei 1892, heeft de eer zich tot u te wenden met het verzoek om het jaarlijksch subsidie van 300, dat door u b\j besluit van 8 Juli 1892 no. 11 (vlg. kennisgeving van 15 Juli 1892 no. 108, le afd.) aan genoemde vereeniging gedurende 5 jaren, te beginnen met 1893, is toegekend, met een jaarigksch bedrag van 300 te willen verhoogen voor het overblijvend ge deelte van dien termijn, gebeel ot gedeeltelijk ingaande op den datum, waarop de voorgenomeu uitbreiding met het onderwijs in het huisschilderen en smeden ge heel ot gedeeltelijk in werking zal zijn getreden. Het bestuur vleit zich, eene gunstige beschikking op dit verzoek te mogen ontvangen, nu de voorgeno men uilbreiaiDg bij uwe eventueele medewerking mo gelijk is geworden door de opneming van een rijks subsidie van 1000 in de begrooting van binnenland- sche zaken voor 1893, terwijl sedert de opheffing der vroeger door u gesubsidieerde school van den heer Mus de tegenwoordige ambachtsschool de eenige van dien aard in de gemeente is gebleven. Het voegt hierbij de mededeeling, dat te gelijk met dezen aan het bestuur der gemeente eene verhooging van het jaatlijksche subsidie met 200 is aangevraagd en tevens kostelooze aistand in gebruik van het terrein en de lokalen, voor de uitbreiding vereischt, terwijl de kosten van oprichting en eerste inrichting gevonden zullen worden door eene leening van 1500 in aan- deelen van 50 tegen 3 procant, met jaarlijksche uitloting van minstens 2 aandeelen. Bij het adres is gevoegd eene opgaat van de cijfers der afgesloten rekening en der loopende begrooting, alsmede van de cijfers, zooals zij vermoedelijk na de uitbreiding zich zullen voordoen. ONTVANGSTEN. 1. Batig saldo vorige rekening 2. Contributiën van 63 (60) leden a f 2,50 3. Subsidie der provincie 4. Subsidie der gemeente. 5. Verdiend arbeidsloon en op brengst van verkochte voor werpen 6. Rente kasgeld Totaal REKEN. 1891/92. gld. 243 157 300 200 170 5 1076 ct. 76 50 82 Daarbij komt ais voorloopige raming in geval bij uitbreiding der school bij ver leening der gevraagde subsidiën 7. Subsidie van het rijk 8. VerhoogiDg van het subsidie der provincie 9. gemeente Totaal BEGR. 1892/93. gld. 143 150 300 200 125 7 925 1000 300 300 2425 ct. 174 50 67§ 671 3. 4. 5. 5. 7. 8- 9. 11. 13. UITGAVEN. Salaris van den onderwijze in timmeren Drukloonen, aivertentiën, ze gels enz Bodeloon. Huur vergaderlokaal Kosten verwarming Schoonhouden der lokalen Assurantiepremie Aankoop van materieel enz Aankoop gereedschappen Onderwijs Abonnement op de Ambaohts man Prijzen voor verdienstelijke leerlingen bij het verlaten der school Onvoorziene uitgaven Fonds tot uitbreiding van het onderwijs Totaal REKEN. 1891/92. gld. 520 9 10 10 11 5 195 32 34 100 933 ct, 65 75 70 82 72J 644 14. 15. 16. 17. 19. 20. 21. 22. Daarbij komt als voor'oopige raming: Salaris van den ouderwijzer in smeden. Aanschaffing van materieel voor idem. Brandstoffen voor idem Salaris van den onderwijzer in huisschil deren gedurende 4 maanden ad 50 per maand Aanschaffen van verfwaren en gereed schappen, kosten van verwarming enz. voor huisschilderen Belooning voor den directeur. Aflossing van 2 aandeelen ad 50 der geldleening Rente der geldleening van 1500 a 3 Onvoorziene posten, waaronder verhoo ging der posten 2, 6, 7, 12, enz. Totaal BEGR. 1892/93. gld. 520 17 10 10 15 225 25 30 25 38 ct. 50 925 600 100 80 200 200 100 100 45 75 171 674 2425 674 1

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 27