ZITTING VAN DINSDAG 11 JULI 1893. 23 Genootschap der Wetenschappen, dd. 12 Juni 1893, ter verlenging van het provinciale subsidie ad 400 's jaars voor een nieuw tijdvak van tien jaren besluiten aan bedoeld Genootschap andermaal uit de provinciale fondsen een subsidie toe te leggen voor den tijd van tien jaren, ingaande met 1894, ten bedrage van vier honderd gnlden 's jaars. Het adres luidt Geeft met verschuldigde gevoelens te kennen het uitvoerend bestuur van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Middelburg dat met 1894 de tienjarige termijn zal verstreken zijn, voor welken, bij uw besluit van 6 Juli 1883, no. 9, aan het genootschap een jaarlijksch subsidie van 400 werd toegekend dat het bestuur met bescheidenheid meent, zich op de in dat decennium verkregen uitkomsten te mogen beroepen, ten bewijze dat het genootschap naar de mate van zijne krachten meer en meer aaa zijne roe ping tracht te beantwoorden dat het genootschap zich thans mag verheugen in het bezit van een eigen gebouw, door schenking ver kregen en vergroot, en door middel van eene rentelooze leening nieuw ingerichtdat daardoor de verschillende verzamelingen eene doelmatige plaatsing en rangschik king hebben erlangd en het ook mogelijk is geweest een merkwaardig middeleenwsch geveltje, vroeger het huis St. Pieter te Middelburg, voor Zeeland te behouden dat de verzamelingen zich gestadig, meest door geschenken, uitbreiden en, getuige het toenemende be zoek, meer en meer de aandacht van het publiek, zoowel binnen als buitenlands, trekken, terwijl ook voor wetenschappelijke onderzoekingen daarvan een bevredigend gebruik gemaakt wordt; dat met de uitgave van wetenschappelijke werken, belangrijk voor de geschiedenis van Zeeland, geregeld wordt voortgegaan, voor zoover de geldmiddelen dit veroorloven dat een en ander echter alleen heelt kunnen ge schieden in verband met den geldeiijken steun, welke uwe vergadering thans reeds gedurende een dertigtal jaren aan het genootschap zoo welwillend heeft ver strekt, en dien het bestuur ter bevordering en berei king van het dosl des genootschaps onmisbaar acht redenen, waarom het bestuur zich veroorlooft uwe vergadering te verzoeken, het jaarlijksche subsidie van f 400 andermaal voor tien jaren ie willen bestendigen. Het algemeen verslag der afdeelingen wordt uitgebracht door den heer Hammaclier. Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deel genomen 39 leien, waaronder 6 leden van Gedepu teerde staten. De afdeelingen vereenigden zich, zonder bedenkingen, met het voorstel van Gedeputeerde staten. De voorzitter deelt mede dat Gedeputeerde stateD in dit verslag geene aanleiding vinden om wijziging te brengen in hun voorstel. De aigemeene beraadslaging wordt geopend. De heer "Van Baren. Mijnheer de voorzitter, ik ben niet tegen het verleenen van subsidie, maar ik ben tegen het tijdvak van tien jaren, dat door Gedeputeerde staten wordt voorgesteld. Dit tijdvak is mijns inziens te ruim. Na verloop van eenige jaren toch kau de financieels toestand van het genootschap veel verbe teren, bijvoorbeeld door toename der contributiën of andere oorzaken. Wordt het tijdvak van tien jaren nu gevoteerd, dan zijn we ook, al heeft het Zeeuwsck Zoo verscheen van het archief deel V, 3, deel VI, 1—3, deel VII, 12, Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, all. 1—3, eene brochure van dr H. Japikse, Over het aandeel van Zacharias Janse in de uitvinding der verrekijkers. genootschap genoegzame middelen om aan te schaffen wat noodig gevorderd wordt, toch gedurende dien tijd verbondeD. Ik heb daarom de eer voor te stellen, in plaats tien, vijf jaren te lezen. De heer Van Teijliag-en. Ik wensch met een enkel woord het voorstel van Gedeputeerde staten te verdedigen. Het is daartoe noodig dat ik de verga dering verzoek met mij eenige jaren terug te gaan. Toen in 1864 voor het eerst een voorstel van dezelfde strekking door Gedeputeerde staten gedaan werd, was het subsidie voor onbepaalden tijd gesteld. Op voor stel van een der leden werd dit tijdperk van 10 jaren met 34 tegen 4 stemmen beter geoordeeld. In 1873 werd zonder hoofdelijke stemming de subsidie weder voor 10 jaren bestendigd en in 1883 geschiedde dit op dezelfde wijze. Het moge waar zijn dat het Zeeuwsch genootschap, wat het uiterlijk kleed betreft, vooruit is gegaan, daarom is de financieele toestand niet verbeterd. Namens Gedeputeerde staten stel ik u daarom voor, het subsidie opnieuw voor tien jaren toe te staan. Het amendement van den heer Van Buren kom t alsnu in stemming en wordt verworpen met 25 tegen 12 stemmen. Voor stemmen de heeren Moes, Huvers, Den Boer, Van der Meer, Lucasse, Do Jonge, Pompe van Mcer- dervoort, Van Kompu, Van Buren, Rissseuw, Noor- dijke en Snijders. Tegen stemmen de heeren Van Waesberghe J ans- sens, Thomaes, Fruijtier, V. Lynden, Buteux, Van der Bilt, Moerdijk, De Bats, Van Voorst Vader, IJsebaert, Kakebeeke, Hammacher, Hollestelle, M. Bolle, Henne- quin, De Casembroot, V. Teijlingen, Heijse. Snouck Hurgronje, Vader, Fokker, Dronkers, Van der Have, Van der Beke Callenfels en Van Deinse. Daarna wordt het voorstel van Gedeputeerde staten zonder hooldelijke stemming aangenomen. e. tot verhooging van het subsidie uit de provin ciale fondsen aan de a.ml>aclitsscliool te Kie- rikzee. Het voorstel luidt Bij uw besluit van 8 Juli 1892 no. 11 werd aan de Vereeniging tot oprichtiDg eu instandhouding eener ambachtsschool te Zierikzee uit de provinciale fondsen een jaarlijksch subsidie verleend van f 300 gedurende vijf jaren, te beginnen met 1893, onder enkele voor waarden. In het adres, waarbij het bestuur der vereeniging dit subsidie vroeg (bijlagen notulen 1892 uo. 14a), wees het op de plannen tot uitbreiding van het onder wijs met dat in smeden en huisschilderen en hst in verband daarmede staand voornemen om een hooger subsidie aan te vragen, waaraan echter nog geen ge volg kon worden gegeven, daar nog geene beschikk ing was ontvangen omtrent het aangevraagd rijkssubsidie van 1000; zoodra daaromtrent meer zekerheid ver kregen was, zou het be3tunrzich opnieuw tot u wenden. Dit is thans geschied bij het adres dd. 22 Februari 1893, hetwelk hieronder is afgedrukt, en waarbij eene verhooging van het toegestaan subsidie met 390 wordt gevraagd. Burgemeester eu wethouders van Zierikzee, daarom trent door ons gehoord, deelen mede, dat de voorge nomen uitbreiding van het onderwijs met dat in smeden en huisschilderen, zoowel in het belaag der eilanden Schouwen en Duiveland als in dat der gemeente Zierikzee, hun zeer wenschelijk voorkomt, daar deze zoo nuttige inrichting' de eenige van dien aard op deze eilanden is. Ook de raad der gemeente Zierikzee deelde deze

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 26