22 ZITTING VAN DINSDAG 11 JULI 1893. België, wat voor die streek van belang moet worden geacht. Er bestaan dus, naar wij meenen, alleszins redenen om den polder tegemoet te komen in de kosten van die wegsverbetering, en wij hebben derhalve de eer u voor te stellen het besluit te nemen, waarvoor een ontwerp hieronder volgt. Daarbij geven wij ,in overweging als voorwaarde te stellen, dat de werk lieden bij dezen wegsaanleg, evenals thans bij werken van wege de provincie en de calamiteuze polders ge schiedt, tegen ongelukken verzekerd worden. De wenschelijkheid daarvan behoeft, naar wij meenen, geen betoog. Het ontwerp luidt De Staten der provincie Zeeland, besluiten: in te willigen de aanvraag van het bestuur van den Wiliem-Leopold-polder, Nederlandsche gedeelte, om ren teloos voorschot tot een bedrag van ten hoogste 4000, voor de bestrating met keien van den weg naar'tHa- zegras no. 8 van den ligger der wegen en voetpaden in de gemeente Retrauchement onder bepaling: 1°. dat de voorwaarden, vervat in het provinciaal blad no. 117 van 1882, toepasselijk zijn, behoudens deze wijziging van de daar vermelde punten 1 en 2. dat de eerste jaarlij ksche teruggaaf plaats hebbe vóór 31 December van het burgerlijk jaar, volgende opdat waarin het renteloos voorschot is verstrekt; 2°. dat ten genoegen van Gedeputeerde staten zeker heid worde gegeven, dat de wedeizijdsche aansluitingen van den weg worden verharden 3°. dat de werklieden bij den wegsaanleg tegen on gelukken moeten verzekerd worden. Het adres is van den volgenden inhoud Door Ingelanden van den Willem-Leopold-polder Ned. Ged. is in de buitengewone algemeene vergaderiug van 27 Januari 1893 besloten tot het verharden van den weg van af de Rijksgrens tot aan de kanaaibrug in den genoemden polder en wel door het leggen van een keiweg zoo mogelijk met keien van 12 bij 14 centi meter. De uitgaaf voor den betrekkelijk kleinen polder, daar zelis de afsluitdijk voor den polder geen rente afwerpt, is zeer groot en alle uitgaven moeten geheel door omslag gedekt worden, waarom besloten is tot de provincie om hulp te vragen, wat gedaan wordt bij dezeD, en wel om een renteloos voorschot van vier duizend gulden of zooveel minder als blijken mocht noodig te wezen, af te leggen in 20 jaar of in gedeel ten van tweehonderd gulden per jaar. In het volle vertrouwen dat deze betrekkelijk kleine som aan den genoemden polder zal toegestaan worden, worden by deze overgelegd de bestekken, begrooting en situatieteekingen voor aanleg van bedoeldeD keiweg, alsmede afschriften der notulen van de vergaderingen van 27 Januari en van 12 Mei 1893, waarin door de ingelanden machtiging wordt gegeven tot het heffen van bijzonderen omslag voor de terugbetaling van het te verkrijgen kapitaal. Het algemeen verslag der afdeelingen wordt uitgebracht door den heer Usebaert. Aan het onderzoek in de afdeeliDgen hebben deel genomen 39 leden, waaronder 6 leden van Gedepu teerde stateD. In alle afdeelingen vereenigde men zich met het voorstel tot inwilliging der aanvraag. In eene afdeeling echter maakte de groote meerderheid der leden be zwaar en achtte het minder noodzakelijk, om bij eeu werk van dezen aard en omvang, aan de inwilliging der aanvraag de voorwaarde te verbinden „dat de werklieden bij den wegsaanleg tegen ongelukken „moeten worden verzekerd." De voorzitter deelt mede dat Gedeputeerde staten in dit verslag aanleiding vinden om voorwaarde 3 van hun voorstel in te trekken. De heer Henuequin. Mijnheer de voorzitter. Het spijt mij dat Gedeputeerde staten op een zeer terecht gestelde voorwaarde terugkomen en het komt mij voor dat dit punt niet mag wegvallen. Ik spreek uit onlangs opgedane ondervinding, wanneer ik mededeel hoe bij het maken van eenen weg in de watering Cadzand (deel der wegsverbetering waardoor mede een renteloos voorschot vanwege de provincie werd verleend), waarbij in de voorwaarden verzekering van werklieden tegen ongelukken niet was opgenomen, een man, die werk zaam was bij het vervoer van materialen, aan een been gekneusd werd en langen tijd niet werken kon. Dank zij de goede opvatting van den ondernemer (en dat mag hier wel eens vermeld worden) is de man eenigszins tegemoet gekomen en leed hij niet te groote schade. Nu is de weg, die 't hier geldt, niet zóó groot, maar de mogelijkheid bestaat toch dat bij het vervoer van materialen ongelukken voorkomen, als waarop ik wees. De voorzitter. Gedeputeerde staten hebben de door den heer Hennequin bedoelde voorwaarde laten vervallen, niet omdat zij in de meening verkeeren dat ongelukken niet kunnen voorkomen "bij den aanleg van wegen met behulp van reatelooze voorschotten, maar omdat het hun bij nader inzien voorkwam dat er geen voldoende reden bestaat om, waar de provincie zelf den weg niet aanlegt maar hulp verleent in den vorm van een renteloos voorschot, de verzekering van de werklieden als dwiugende voorwaarde op te leggen. Het is niet inconsequent dat, wa3r de aanleg door anderen geschiedt, Gedeputeerde staten zich onthouden van het opleggen van die voorwaarde, al voeren zij de verzekering in bij wegen, die door de provincie zelf worden aangelegd. Het was de eerste maal dat de bepaling bij het geven van een renteloos voorschot werd opgenomen. Nu daartegen bedenkÏDgen gemaakt zijn, hebben Ge- puteerde staten de bepaling teruggenomen. De heer Hennequin. De toelichting, mijnheer de voorzitter, door U gegeven, brengt me er toe geen voorstel te doen Aangezien geen der leden verder over het voorstel of de onderdeelen het woord wenseht te voeren of stemming wenseht, wordt het zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. d om aan het 35eeuwsch genootschap dier Wetenschappen te Middelburg met ingang van 1894 opnieuw gedurende ÏO jaren een subsidie uit de provinciale kas ad lOO 'sjaars toe te kennen. Het voorstel luidt Het uitvoerende bestuur van het Zeeuwsch Genoot schap der Wetenschappen heeft zich bij achterstaand adres tot uwe vergadering gewend, om andermaal voor een tijdvak van tiea jaren, aanvangende in 1894, in het genot gesteld te worden van een jaarlijksch sub sidie van 400. In overeenstemming met uwe besluiten van 8 Juli 1864, no. 16, van 3 Juli 1873, no. 15, eu van 6 Juli 1883, no. 9, meenen wij u tot inwilliging van het ver zoek te moeten adviseeren en hebben wij de eer u voor te stellen, het besluit te nemen, waarvan een ontwerp is bijgevoegd. Het ontwerp-besluit ia van den volgenden inhoud De Staten der provincie Zeeland, beschikkende op het adres van het uitvoerende bestuur vau het Zeeuwsch

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 25