N°. 168.
136e Jaargang.
1893
W oensdag
19 Juli.
Middelburg 18 Juli.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel.' Bij abonnement lager:
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alia
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
Reclames 40 cent per regel.
By deze oourant behoort een Bijvoegsel.
Liberale kiesvereeniging Eendracht
maakt macht.
flllllllllll lt(.S(lir COURANT.
Thermometer.
Middelburg 18 Juli 8u. vm. 64 gr.
m. 12 u. 67 gr., av. 4 u. 69 gr. F.
Verwacht N. W, wind.
Agenten te VüssingenP. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes A. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te Zierikzee A. C. de Mooij, te TholenW. a.
van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenala de
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmak, te Rotterdam, de Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen.
Bespreking Eerstekamer-verklezln|[.
Tegen Maandagavond waren de leden van
de bovengenoemde kiesvereeniging uitgenoo-
digd bjjeen te komen op de bovenzaal der
sociëteit de Vergenoeging op de Groote Markt
alhier, om eene bespreking te houden naar
aanleiding van de laatste verkiezing van een
lid der Eerste kamer voor Zeeland.
Die uitnoodiging had een buitengewoon ge
volg gehadniet minder dan 104 leden waren
opgekomen.
De voorzitter, de heer Herman Snjjders,
deelde, na de vergadering geopend te hebben,
mede dat het bestuur het wenscheljjk geacht
had ook de besturen der aangesloten kiesver-
eenigingen aan de centrale kiesvereeniging
uit te noodigen öf in hun geheel óf door een
of meer leden vertegenwoordigd de debatten
bjj te wonen en verklaarde dat het hem ge
noegen deed dat èn uit Veere èn uit Vüssin
gen aan de uitnoodiging gevolg was gegeven.
Nadat de notulen van het verhandelde in
de vorige zitting waren gelezen en goedge
keurd hield de heer H. Snjjders eene toespraak,
hoofdzakelijk het volgende inhoudende.
Na uiteengezet te hebben dat de uitslag dei-
verkiezing van een lid der Eerste kamer op 11
Juli jl. voor het bestuur de aanleiding was
geweest tot bjjeenroeping der vergadering,
zeide de heer Snjjders dat het plan ertoe door
velen met ingenomenheid begroet was, doch
dat enkelen zich tegen »napleiten" verklaard
hadden.
De opkomst bewees echter dat velen met de
meening van het bestuur instemmen.
Het doel der bijeenkomst is dan ook niet
om na te pleiten over hetgeen geschied is;
niet om te jammeren en te weeklagen over
een feit dat niet ongedaan kan worden ge
maakt; niet om onze tegenstanders hard te
vallen omdat zjj de overwinning hebben be
haald
maar wél om na te gaan de beteekenis van
het gebeurde voor onze partij
om te protesteeren tegen de lauwheid en
het gebrek aan activiteit bjj eenige liberale
afgevaardigden in onze Staten
om een waarschuwend woord te doen hooren
vóór het geheel en al te laat is tegen
een wjjze van handelen van velen onzer partij-
genootentegen een taktiek die nog veel
meer dan de kracht en de wjjze van optreden
onzer tegenstanders de liberale partjj
verzwakt en verlamt.
»De val van een der liberale afgevaardigden
voor Zeeland in de Eerste kamer, van jhr Six,
en dat wel op een t jjdstip waarop de Uberalen
in de Staten 22 stemmen, dus nog de meer
derheid hebben, deed bij velen onzer partjj-
genooten tal van vragen op de lippen komen;
aldus ging de heer Snjjders voort.
Quousque tandemHoe lang nog?
Hoe lang nog zal het duren, eer bjj onze
partjj genooten het besef is geworteld dat het
behooren tot een partjj, het bekleeden vooral
van een mandaat namens een partjj den
duren, niet te verwaarloozen plicht oplegt
altijd en overal en in elke omstandigheid voor
de belangen dier party op de bres te staan,
desnoods met opoffering van eigen persoonljjk
inzicht, van eigen gemak en van eigen belang?
Wie dit niet kan belovenwie dit in strjjd
acht met zjjn zelfstandigheid, met zjjn waar
digheid misschienwie dien plicht niet wil of
kan nakomen welnu, bjj behoude zjjn vrjj-
heid wjj zullen zjjn standpunt eerbiedigen
Maar hjj sluite zich dan ook niet bjj
een party aan, zoeke zjjn kracht in zjjn
isolementmaar bovenalhjj aanvaarde voor
het lidmaatschap van eenig college geen man
daat, waardoor hem zulke plichten worden
opgelegd.
Is het dan inderdaad noodig dat allereerst
de liberale party in ons district, ook wat
de Staten en nog andere colleges betreft
geheel in de minderheid is gekomen Moet
zjj eerst eens een tjjd lang minderheid zjjn
geweest om in die positie te leeren hoe
een meerderheid zich heeft te gedragen
Het heeft er allen schjjn van 1
Waarom, zou ik u willen vragen, kiezen
wjj, of trachten wjj te doen verkiezen, liberale
leden in de Staten
Waarom wordt getracht en niet het
minst in ont district bjj elke periodieke of| zinnigheid niet ia» worden verdacht gemaakt;
niet-periodieke verkiezing, met verbazende
inspanning van krachten; met groote opoffe
ring van tjjd, moeite en geld, liberale leden
in de Staten te brengen of te houden
Is het opdat zjj liberale wegen zullen doen
aanleggen liberale waterschappen zullen
stichten? liberale djjken zullen doen onder
houden liberale tramwegen zullen subsi
dieeren
Natuurljjk niet
Mjjnentwege kunnen al die zaken op anti-
revolutionnaire of andere wjjs worden gemaakt
en tot stand gebracht, mits zjj maar goed
worden en niet te veel geld kosten
Neen, wjj hopen, wjj vertrouwen, wjj reke
nen erop, dat, bjj het vervullen van de'politie
ke functies dier Staten, de afgevaardigden van
onze partjj, onze belangen, onze inzichten
zullen helpen behartigen en steunen.
De leden der Eerste kamer worden gekozen
voor negen jaar; om de 3 jaar treedt 1/3 af.
Daar Zeeland slechts twee afgevaardigden heeft
ter Eerste kamer, hebbel? de leden der Staten
slechts tivee keer in de negen jaar de taak
te vervullen (tusschentjjdsche verkiezingen
daargelaten) om een lid dier Kamer te kiezen
Welnu met een variant op de woorden
van den beroemden zeeheld Nelson meen
ik te mogen zeggen«de liberale partjj in
onze provincie verwacht dat elk afgevaardigde
der Staten, tot die partjj behoorende en door
die party gekozen, alsdan zjjn plicht zal
weten te doen"
En vooral omdat onze Staten bjjna «op het
doode punt" staan, is waakzaamheid zoo
noodigis het trouw op post" zjjn het
wachtwoord voor alle liberalen.
Noch pleizierreisjes, noch ambtsbezigheden
die men zelf kan regelen, noch iets anders
van dien aard, kan als geldige verontschul
diging worden aangevoerd voor een afwezigheid
op den bij de wet aangewezen verkiezingsdag,
den tweeden Dinsdag in de maand Juli.
Waar het hier de openbare zaak geldt,
moge deze meening hier onbeschroomd en
onomwonden worden uitgesproken
Thans een enkel woord over de verkiezing
zelf!
Natuurljjk niet over de omstandigheden,
waaronder deze plaats vond, maar over de
politieke personen, die daarbjj betrokken waren;
over de staatkundige beginselen en drjjfveeren
die daarbjj op den voorgrond traden.
Slaan wjj op het orgaan der anti-revolution-
naire party, het »christeljjk-historisch nieuws
blad" de Zeeuw no 120.
Wjj lezen daar een «ootmoedige dankbe
tuiging" voor den val van Six, «die een zoo
fel tegenstander was" en een betuiging van
blydschap over en van ingenomenheid met den
terugkeer van Godin de Beaufort in het par
lement.
Op de vraag of «felheid" een karaktertrek
is van Six, mogen zjj een antwoord geven,
die dezen staatsman als commissaris des ko-
nings in Zeeland en in andere functiën
hebben werkzaam gezien
Wjj voor ons gelooven dat de Zeeuw zich
vergiste en bedoeld heeft te schrjjvenwij
zjjn toch zulke felle tegenstanders van Six!
En waarom Ook daarop geeft de Zeeuw
no 120 antwoord.
O. a. wordt aan jhr. Six hetverwjjt gedaan
dat hjj »de scherpe resolutie" (lees de onder-
wjjswet van 1878) als minister heeft uitge
voerd
Maar zou dan de nntl-revolutionnaire party
gewenscht en gehoopt hebben dat jhr Six zoo
revolutionnair ware geweest om een wet, regel
matig door Koning en Staten-generaal vastge
steld, tot welker uitvoering hjj dus als mi
nister des konings verplicht was, niet uit te
voeren
Verder wordt in genoemd blad den heer Six
er een verwjjt van gemaakt dat hjj «zich als
anti-doleerende liet aandienen"
Praat hier de redactie van de Zeeuw zich
niet voor bjjZjj die alles doet om, vooral in
tjjden van verkiezingen, elke zinspeling op de
kerkeljjke verdeeldheid te vermjjden, teneinde
alsdan alle nuances der party tot zich te
trekken en voor haar candidaten te winnen
Of maken werkeljjk alle anti-revolutionnaire
Statenleden, ook alle anti-revolutionnaire afge
vaardigden van het district Middelburgerden
heer Six een verwjjt van dat hjj niet doleert,
als anti-doleerend zich laat aandienen?
Neen, mjjne heeren, het komt my voor dat
de Zeeuw niet al haar grieven, zelfs niet de
belangrykste oorzaak voor hare «felheid" op
noemt.
Jhr Six behoort tot die leden der liberale
party, wier godsdienstige gezindheid, wier recht-
jhr Six is een «levend protest" tegen de be
wering, die telkens en telkens, in elk ver
kiezingsnummer en strooibiljet der »goê ge
meente" wordt verkondigd, dat «liberalist" en
ongodist" woorden van geljjke beteekenis
zjjndat de strjjd der party van dr Kuyper
is een strjjd tegen het ongeloof en de revolutie,
voor het evangelie.
Zoolang mannen als jhr Six tot de liberale
party behooren, uit de handen van die partjj
een mandaat bezitten, komt de valschheid dier
leuze te duidelijk uit; zulke mannen zjjn daarom
inderdaad «lastig" voor de anti-revolutionnaire
leiders en moeten nog feller dan anderen
worden bestreden.
Wat ons betreft, wjj meenen van deze plaats
naar wjj hopen als tolk van alle party ge
nooten ook al verschillen wjj misschien op
sommige punten met hem in opvatting, een
warm woord van hulde en dank te moeten
brengen aan den heer Six voor alles wat hjj
èn voor de liberale partjj èn voor de provincie
Zeeland in onderscheidene eervolle betrekkin
gen heeft verricht. (Applaus.)
Met ingenomenheid werd zoo zagen wjj
door het anti-revolutionnaire blad de verkiezing
van den heer Godin de Beaufort begroet.
Ook over die ingenomenheid is eenige ver
bazing alleszins gewettigd. Vanwaar toch bjj
de anti-revolutionnaire Statenclub in onze pro
vincie die, reeds meermalen gebleken, sympa
thie en voorkeur voor den oud-minister van
financiën in het kabinet-Mackay
Is het niet gebleken dat zelfs de Standaard,
i verschillende leden van de party zelf,
waartoe de heer Godin de Beaufort behoort,
zeer teleurgesteld zjjn geweest over zjjn
optreden als minister? Stak zjjn werkzaam
heid, als zoodanig, niet zeer ongunstig af bjj
die van de meesten zyner ambtgenooten in
het anti-revolutionnair kabinet, bjj die van een
Mackay en een De Savomin Lohman, van een
Rujjs van Beerenbroek en een Bergansius
Als men daar laat dat van het «program van
actie van 1888" onder dat ministerie niet veel
terecht is gekomen, zal geen eerljjk tegenstan
der weigeren aan genoemde mannen hulde te
brengen voor hun werkzaamheid als minister
maar den heer Godin de Beaufort is die lot
zelfs niet of niet van harte gegeven door velen
van zjjn eigen geestverwanten en politieke
bondgenooten.
Of heeft niet de heer A. baron van Dedem,
de «technische leider der anti-rev. kamerclub"
bjj de algemeene beraadslagingen over de
staatsbegrooting voor 1891 op 22 Januari van
dat jaar gezegd dat «ook hjj in éen opzicht
meer activiteit van het ministerie had verlangd,
nl. op financieel gebied"hetgeen, uit de
parlementaire taal in de gewone spreektaal
overgezet zjjnde, wel zal beteekenen, dat z. i.
de minister van financiën weinig had uitge
voerd. Slechts geeft hjj hem den lof van goed
administrateur en kundig financier.
Heeft ook niet een der andere corypheeën
der anti-rev. party, de heer Seret bjj dezelfde
gelegenheid gezegd»dat ook hjj wel zoude
gewenscht hebben dat de minister van finan
ciën zjjn tempo wat sneller hadde genomen",
welke woorden wel in denzelfden geest als die
van baron Van Dedem zullen moeten worden
vertaald.
Heeft eindeljjk niet de katholieke afgevaar
digde, de heer Bahlmann, geestverwant en
partygenoot van de katholieke statenleden, die
den heer Godin de Beaufort in de Eerste kamer
hielpen brengen, op een vergadering te Gouda
den 15 November 1891 o. m. gezegd«dat
de heer Godin de Beaufort de geldmiddelen,
die hjj in welvarenden toestand aantrof, be
rooid heeft achtergelaten".
Of dus ook hier het anti-revolutionnaire
orgaan in onze provincie in haar no 120 wel
juist weergeeft het gevoelen van haar partij
omtrent den heer Godin de Beaufort, mag op
goede gronden betwjjfeld worden.
Een enkel woord nog over den heer jhr C.
Hartsen op wien, naar 't schjjnt, de katholieke
Statenleden bjj de twee vrije stemmingen,
hun stem hebben uitgebracht.
Het valt niet gemakkelijk het beginsel te
ontdekken, dat het politi ek optreden der ultra-
montaansche partjj in ons district beheerscht,
Bjj verkiezingen voor de Tweede kamer en
de Provinciale staten gaan zjj trouw met de
anti-revolutionnairen samen en volgen daarbij
bljjkbaar de politiek van dr Schaepman, den
grooten verdediger van het «monsterverbond."
Dientengevolge leven dan ook de anti-revo
tionnaire afgevaardigden van het district Mid
delburg in Tweede kamer en Provinciale staten
hun politiek leven bjj de gratie der katholieken.
Maar bjj een verkiezing voor de Eerste kamer
wordt gestemd op jhr Hartsen, den man die
onlangs te Beverwjjk heftig en krachtig door
Schaepman en de zjjnen werd bestreden
En als het nu waar is, wat «men" zegt,
nl. dat de heer Godin de Beaufort een voor
stander der kieswet is en de heer Six daarvoor
weinig sympathie heeft, is het dan niet merk
waardig dat de katholieke Statenleden, toen
zjj den tegenstander der kieswet Hartsen niet
in de Eerste kamer konden brengen, gaan stem
men op Godin de Beaufort, den «voorstander"
der kieswet, om Six, die niet voor de kieswet
is, er uit te werpen Over het beleid van
jhr C. Hartsen als minister van buitenlandsche
zaken in het vorig kabinet zal ik niet spreken.
Het is mij niet bekend dat dit beleid door
iemand of ergens behalve misschien in het
conservatief Dagblad van Z. H. en 's Gravenh.
ernstig is verdedigd.
Vergeef mjj, M. H., dat ik zooveel van uwe
aandacht vergde. Het gewicht en de betee
kenis van het gebeurde feit schenen mjj een
eenigszins uitvoerige bespreking te wettigen.
Maar laat ons nu verder bedenken«den
beschouwende behoort het verledeneden
handelende de toekomst."
W at zal de toekomst geven Aan wien
zal zjj behooren Mjj dunkt, de zaak is een
voudig en duideljjk genoeg.
Als lauwheid in de liberale party bljjft heer-
schen
als het besef niet verder doordringt dat partjj-
discipline onmisbaar is
als het bewustzijn niet bjj meerderen ont
waakt dat het behooren tot die partjj ook
ernstige verplichtingen aan haar leden oplegt
als de toewyding en de zelfopoffering bjj
zoo velen bljjven ontbreken
als, gelijk bjj de twee laatste statenverkie
zingen is geschied, nu eens deze groep dan weer
die groep der partij uit louter personaliteit
zich van stemming onthoudt, blanco stemt
of zelfs den tegenstander steunt
dan zal de liberale zon geheel ten onder gaan
dan zal de partjj ook haar roem overleven,
niet omdat haar beginselen zijn oveiwonnen
en onhoudbaar gebleken, maar omdat zjj in
politieken zin zelfmoord zal hebben gepleegd.
Maar en ik vertrouw stellig dat zulks
het geval zal zjjn
als men alsnog weder «beginselen" boven
«personen" wil gaan stellen
als men van onze tegenstanders leeren wil en
zich hun eerbied afdwingend besef van party
discipline wil eigen maken
als men zich wil herinneren wat wjj, liberalen,
aan ons verleden schuldig zjjn en welk een
schoone taak ook nog in de toekomst als ver
nieuwde en verjongde partjj voor ons ter ver
vulling is weggelegd;
als wjj bedenken dat, om met een groot
liberaal staatsman te spreken: «alleen de begin
selen ons kunnen redden" en dat die het ook
zullen doen, mits wij met warmte en zelfver
loochening daarvoor strjjden;
dan M. H. meen ik u te mogen toeroepen
«desespereert niet" ook de toekomst behoort
ons ondanks tjjdelyken achteruitgang, ondanks
voorbij gaanden tegenspoed!
Moge het gebeurde althans dit voordeel
hebben dat het ons opwekt om in dien geest
werkzaam te zjjn."
Deze toespraak werd met belangstelling
aangehoord en door een daverend en lang
durig applaus bezegeld.
Toen het bestuur het plan had gevormd om
deze vergadering bjjeen te roepen zooging
de heer Snjjders voort is een schrjjven
gericht aan het lid der Provinciale staten van
Zeeland, den heer Th. van Uije Pieterse, van
den volgenden inhoud
Middelburg 12 Juli 1893.
WelEdGeb. Heer.
Het bestuur der liberale kiesvereeniging
Eendracht maakt macht alhier heeft tegen
Maandagavond 17 Juli a. s. een vergadering
van genoemde kiesvereeniging belegd, tot het
houden van eene bespreking naar aanleiding
van de verkiezing van een lid der Eerste
kamer op 11 Juli jl.
Het bestuur zou het zeer op prjjs stellen
indien het aan de vergadering kon meedeel en
door welke redenen TI verhinderd zjjt geworden
op de vergadering der Provinciale staten,
waar genoemde verkiezing plaats had, tegen
woordig te zjjn.
Ik neem daarom de vryheid U bjj dezen
beleefd te verzoeken mjj wel te willen berichten
wat te dien opzichte door mjj aan de verga
dering kan worden medegedeeld.
Hoogachtend, heb ik de eer te zjjn,
Uw dw.
(get.) HERMAN SNIJDERS,
voorzitter der liberale kiesvereeniging
Eendracht maakt macht.
Op dit schrjjven is van den heer Th. van
Ujje Pieterse het volgende bericht ontvangen:
Wiesbaden, 15 Juli 1893.
WelEdelGeb. Heer!
Gaarne voldoe ik aan het billjjk verlangen
van het bestuur der liberale kiesvereeniging
Eendracht maakt macht, om de redenen te
mogen weten, die mjj verhinderd hebben de
vergadering der Staten bij te wonen, waarin
de verkiezing zou plaats hebben van een lid
der Eerste kamer.
Die redenen zjjn, dat de buitenlandsche
reis, welke ik my had voorgesteld, bepaald
was om aan te vangen op Zondag 9 dezer en
ik tot mijn leedwezen daarin geen verande
ring kon brengen, omdat mjjn schoonzoon,
te 's Gravenhage, ons zou vergezellen, en diens
verlof geen uitstel gedoogde.
De uitslag der verkiezingen vernam ik uit
de nieuwsbladen, die mjj hier nagezonden
werden, en terwjjl ik tot mjjn spjjt daaruit
bemerkte dat die voor Zeeland ongunstig was
uitgevallen, bemerkte ik tevens tot mjjne
geruststelling, dat mjjne afwezigheid er de
oorzaak niet van is geweest, en dat, al ware
ik tegenwoordig geweest, de heer Six toch
slechts 18 stemmen zou bekomen hebben en
niet herkozen zou geweest zjjn.
Hoogachtend noem ik mjj gaarne,
UEd. Dw. Dr.,
(get.) Th. VAN UIJE PIETERSE.
(Gelach en teekenen van afkeuring.)
De voorzitter deelt hierna nog mee dat de
overige leden van het bestuur het met het
door hem gesprokene in hoofdzaak eens zjjn.
Hjj stelt nu de gelegenheid open om de zaak
te bespreken en stelt daarbjj namens de meer
derheid van het bestuur de volgende motie
voor
«De liberale kiesvereeniging Eendracht maakt
Macht te Middelburg,
betreurende dat de verkiezing van een
anti-liberaal lid der Eerste kamer voor Zeeland
op 11 Juli jl. is mogeljjk geweest, door de
tot dusver niet voldoende gemotiveerde afwe
zigheid van eenige liberale leden der Provin
ciale Staten, waaronder een afgevaardigde voor
het hoofdkiesdistrict Middelburg
spreekt hare afkeuring over deze handel-
wjjze uit
en besluit dat van de aanneming en den
inhoud dezer motie aan bedoelden afgevaar
digde voor het hoofdkiesdistrict Middelburg
mededeeling zal worden gedaan
hem daarbjj de vraag stellende of hjj van
meening is, dat hjj zjjn mandaat ter beschik
king van de kiezers behoort te stellen."
Deze motie bleek door het daverend applaus
reeds dadeljjk de meening der vergadering
uit te drukken. -
Toen het debat erover geopend was, begon
de heer L. De Fouw met te zeggen dat, naar het
hem voorkomt, het eerste woord uit den boe
zem der vergadering behoort te zjjn een
woord van crkenteljjkheid en waardeering aan
het bestuur, omdat het de leden in de ge
legenheid heeft willen stellen uiting te geven
aan hetgeen waarvan in deze dagen het hart
vol en de mond overvloeiende is.
Wanneer onZerzjjds al aanleiding bestond
om den voorzitter na te zeggen «ende deses
pereert niet", te meer is dit het geval waar
wjj in den leider der liberale zaak in deze
stad, liever nog in dit district en het bestuur
van deze vereeniging mannen bezitten, die ge
toond hebben niet ten achter te staan, waar
het pas geeft hulde te betuigen, maar ook een
open oog te hebben voor wat de belangen der
partjj betreft.
Al is de heer De Fouw een der jongste
leden dezer vereeniging, toch meent hjj zich
wel den tolk van alle aanwezigen te mogen
noemen als hjj uiting geeft aan het gevoel
van teleurstelling dat, nadat de uitslag der
Eerste kamer bekend was, ieder beving.
Wjj hebben ging hjj voort het be
treurd dat jhr Six gevallen is, wiens naam
hier zulke aangename herinneringen heeft na
gelaten en dat hjj vervangen is door den heer
Godin de Beaufort.
Bjj verkiezingen voor de Staten geeft hel
bestuur en geven de kiezers zich veel moeite
om hun candidaten op den zetel te brengen
en waar het lidmaatschap der Staten weinig
beslommering met zich brengt, mag het inder
daad verwondering baren dat, wanneer een
politieke kwestie behandeld wordt, een lid
afwezig is zonder zeer geldige redenen; en zoo
ooit eene afwezigheid ongemotiveerd is, is dat
hier het geval.
De heer De Fouw ging niet mede met hen,
die meenen beschuldigingen te moeten richten
tot de leden van de tegenparty in de Staten,
Hem dunktde houding der heeren Huvers c. s.
laat zich verdedigen als een daad van tactiek-
Dr Schaepman heeft ook gezegd: bjj verkiezing
moet men niet al te nauw zien, daarbjj heiligt