N°. 161.
136e Jaargang.
1893
Dinsdag
11 Juli.
Deze courant verschijnt d a g e 1 y k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel: Bij abonnement lager!
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Moed van overtuiging,
Middelburg 10 Juli.
llll)l)I I BIit(.Sf lH COURANT.
Thermometer. j Agenten te VliseingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes A. A. W. Bodland, te Kruiningen F. v. d. Peui, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tholen W. A. j Advertentiën
Middelburg 11 Juli 8u. vm. 73 gr. j van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekbandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de j moeten des namiddags te één uur
m. 12 u. 80 gr., av. 4 u. 76 gr. F. j advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmax, te Rotterdam, de Gebx. Belinfante, te 's Gravenbage, en A. de La Max Azn., te Amsterdam. j aan bet bureau bezorgd zjjn, willen
Verwacht Z. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parys en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe CrE., John F. Jones, opvolger. j zy des avonds nog worden opgenomen.
Het is geen lust om aan te zien,
Zoo'n recht geloovig knoeien.
Variatie op een bekend Leekedichtje.)
Wij leven in een tijd van eigenaardige
Btroomingen.
Verchriatelijking van onze maatschappij
is en blijft aan de eene zijde het wacht
woord; bestrijding van al wat naar dom
persgeest riekt vindt men nog aan den
anderen kant bij zeer velen.
En toch lazeu wij dezer dagen de bewe
ring dat het anti-clericalisme heeft afgedaan.
Van welke zijde die bewering kwam is
bijna overbodig te zeggen. Men weet nu
eenmaal dat de zich bij voorkeur noemende
radicale partij zich hult in het gewaad van
verdedigster van het geloof, al hebben hare
aanhangers zelve mee dat geloof gebroken en
hechten zij zich aan geen enkele kerk.
Over clericalisme spreken zij liefst in het
geheel niet meer alleen omdat zij bij
menigen strijd op politiek gebied de hulp
der clericalen zoo hard noodig hebben. Zoo
voeden zij de oeerheersching van het fana
tisme, terwijl zij in hnn hart al wat fana
tiek is verafschuwen.
Van de zijde der clericalen weet men
daarvan handig gebruik te maken. Al
wordt bij andere gelegenheden gepredikt dat
liberalen de vaders van de radicalen, en
deze op hun beurt die der socialisten en
anarchisten zijn als waren die allen éen
toch weten zij op hun beurt met die
radicalen te heulen wanneer het hun tot
voordeel strekt. En terwijl zij hier op den
voorgrond stellen de eischen van het geloof
en de noodzakelijkheid om toch overal, bij
eiken tak van bestuur, voor dat geloof
te propageeien en den goeden volgelingen het
nut daarvan prediken, doen zij ginds bij de
twijfelachtigen, bij de halfslachtigen zich
voor in het meest onschuldige karakter om
ook daardoor langzaam maar zeker hun doel
te bereiken.
Er wordt van verschillende zijden een
dubbelzinnig spel gespeeld.
En daarin schuilt voor onze samenleving,
voor onze maatschappij, voor ons politiek
leven, voor allerlei takken van bestuur groot
gevaar. Voor onze samenleving, wijl daardoor
de onoprechtheid in de hand wordt gewerkt
der eerlijkheid een harde strijd wordt aan
gedaan en opgelegd.
Slaat slechts den blik in uwe naaste om
geving en vraagt u slechts af, of gij ze daar
niet ziet, die zonder dat zij het ernstige
daarvan inzien een bedriegelijk spel
spelen 1 Zij dobberen naar verschillende
kanten, die halfslachtigen. Zij gaan samen
nu eens met deze dan eens met genezij
laveeren al naar gelang hun positie of huu
prestige dit meebrengt.
Wij hebben nog dezer dagen in zekere
polemiek erop gewezen, hoeveel huichelarij
er valt waar te nemen. En niet het minst
bij hen, die het.voorbeeld moesten geven van
karakter te bezitten. Als men ze aantreft,
die in eigen kring over al wat goed is en wel
luidt den straf breken, bv. over concerten,
al worden daarop ook de grootste meester
werken uitgevoerd; en men hoort dan dat zulke
personen elders, in Kurzalen of andere open
bare plaatsen in binnen- of buitenland, maar
buiten hunne dagelijksche omgeving, die we-
reldsche zaken wel bijwonen en dus toonen
daarin wèl genot te smaken, dan kan slechts
een woord van afkeer geuit worden over
zulk onzedelijk gehuichel.
Wie uit eerlijke geloofsovertuiging, in
de gedachte dat men van alle wereldsche
zaken moet afstand doen en zich alleen
wijden aan de dingen van eene andere,
eene onbekende wereld zich daaraan
onttrekt, hier zoowel als elders, hem kunnen
wij eerbiedigen om zijne meening in deze;
maar wie de groote menigte, zijn aanhang
zand in de oogen strooit, en zich niet eerlijk
en rondweg durft uitsprekenwie die
menigte stijft in baar bekrompen opvattingen
pn al» 'tware door eigen houding, tegen
eigen meening in, daarop een cachet van
waarheid drukt, hem beschuldigen wij van
mee te werken aan het in miscrediet brengen
van de grootste deugden in onze maatschappij
eerlijkheid en oprechtheid. Hij stuwt de
wereld niet voort maar stijft louter omdat
hij zichzelf niet durft zijn, uit vrees van de
volksgunst te derven de bekrompenen in
hun ideeën, en maakt hen daardoor nog
meer onvatbaar voor al wat veredelt en
verheft.
En zoo zijn er tal van punten, waarbij de
onoprechtheid ten troon wordt verheven.
Zoo coquetteert men van verschillende
kantenzoo ontneemt men aan ons maat
schappelijk leven den kern en de pit, den
geest en de bezieling; de waarheid, het eenige
zuurdeesem om gezonde toestanden te krijgen,
om aan huichelarij een einde te maken.
Zoo leeft men in een atmosfeer van half
slachtigheid, die gevaarlijker en drukkender
is dan de meest krachtige strijd der mee
ningen.
Zoo werkt men aan de eene zijde het
clericalisme in de hand, dat in onschuldigen
vorm zich opdringt en langzaam maar zeker
terrein wint om later zich weer in zijn
ware gedaante te toonen.
En zoo gaat het niet alleen op het gebied
der gewone samenleving, zoo gebeurt het
ook op het groote politieke terrein, op dat
der meer engere algemeene belangen. Daar
juist doen de nadeelige gevolgen zich vooral
gevoelen van een dergelijke taktiek.
En het gevolg daarvan is dat mannen
van karakter zich meer en meer terug
trekken en bij de onzuivere toestanden
die daaruit geboren worden den moed
missen en den lust vooral om nog langer
te strijden voor hetgeen in hun oog goed
en ten natte van hetalgemeen is.
Die halfslachtigheid, hier vooral met
voorbedachten rade, om zichzelven langza
merhand van het terrein meester te maken,
namen wij dezer dagen weêr waar in onze
naaste omgeving bij de anti-revolutionnairen.
De Standaard toch bracht ons het bericht
dat de kiesvereeniging der partij te Middel
burg naast de vier aftredende leden van
den raad candidaat stelde een erkend, eer
lijk partij-man, van onverdachte beginselen,
en verder een plaats wilde openlaten voor
een Roomsch katholiek lid.
Tegen dit laatste kan onzerzijds geen
bezwaar bestaan. Wanneer men wil aan
nemen het beginsel dat ook de minderheden
gelegenheid moeten hebben in eenraadscollege
zich te doen hooren, dan dient ook den Katho
lieken in onze gemeente evenzeer als den
anti-revolutionnairen een zelel afgestaan.
Maar waar die anti-revolntionnairen na reeds
twee plaatsen ingenomen hebben in den
raad van Zeeland's hoofdstad, wordt het toch
wel eenigszins bedenkelijk, nog een zetel hun
te helpen verschaffenrationeeler zouden
wij het daarom vinden wanneer zij een der
twee plaatsen ruimden voor een katholiek.
Doch tegen dat pogen hunnerzijds bestaat
by ons niet het grootste bezwaar wij hebben
meer ernstige bedenking tegen de slinksche
wijze, waarop die kiesvereeniging in deze te
werk gaat in tegenstelling met hetgeen haar
eigen partygenooten in andere plaatsen doen-
Terwijl dezen, getrouw aan hun wachtwoord
dat bij alles moet gelden, hun geloofsbe
grippen op den voorgrond stellen, doen
de anti-revolutionnairen in onze nabijheid
zooals in den laatsten tijd steeds bij ver
kiezingen zij toonen zich halfslachtig,
durven niet zich toonen zooals zij zijn.
Dat zij strijden voor eigen geestverwanten,
het is hun recht en hun plicht. Maar laat
hen dit dan doen zooals hunne geestver
wanten in Arnhem en Gouda, met juiste
uiteenzetting van een program. De anti-
revolutionnaire kiesvereeniging in laatstge
noemde stad toch stelde de volgende eischen,
welke zij besloot den aftredenden leden
voor te leggen en hunne opinie daaromtrent
te vragenZondagsrust en verbod tot het
houden van publieke vermakelijkheden op
Zondag. Keorganisatie op schoolgebied. Hef
fing van een progressieve inkomsten-belasting.
Afschaffing der kermis. Demping van voor
de gezondheid schadelijke slooten en grachten.
Verbod tot het houden van publieke huizen.
By aanbesteding van gemeentewerken het
verzekeren der werklieden tegen ongelukken,
minimum loon en maximum arbeidstijd.
In denzelfden geest handelde de kiesver
eeniging Nederland en Oranje te Arnhem.
Van een dergeiyke juiste preeiseering van
ideeën omtrent hoofdzaken en het polsen
van raadsleden hoorden wy hier echter
niets. In elk geval is het toch een feit
dat zeker de aftredende leden, die door de
liberalen indertijd in den raad zijn gebracht,
op eenige voorname hoofdpunten niet zullen
meegaan met de anti-revolutionnaire ideeën.
Terwijl by andere gelegenheden de vaan
van het geloof zoo hoog wordt gehouden
slaat men hier by weer den weg in van tran-
sigeeren en houdt men er eene struisvogel
politiek op na, die niet zoo gevaariyk zijn
zou, wanneer niet de kans oestond dat
vele halfslachtigen daarvan dupe worden.
En die eigenaardige manier van handelen
heeft tevens dit tegen dat daardoor niet
juist is uit te maken in hoever samenwerking,
ook van de zijde der liberalen, mogeiyk is.
Het ligt voor de hand dat bij raadsver
kiezingen en hier komen wij weêr terug
op die gebeurtenissen in het alge
meen tal van zaken kunnen ter sprake
gebracht worden, waarby van politieke be
ginselen geen kwestie behoeft te zijn. Er
zijn zaken van locaal belang, waarbij het
zeer goed mogelijk is dat men onderling
samenwerkt.
Over maatregelen ter bevordering van de
volksgezondheid, over het al of niet oprich
ten eener drinkwaterleiding, zoo die niet
bestaat, over het bevorderen van handels-
en nijverheids belangen kunnen liberalen en
anti-revolutionnairen zeer goed samen over
leggen.
Dan zijn er nog tal van andere kwesties,
die men bespreken kan, b. v. die over
duurte of het al of niet goed zijn van het
gas of de qualiteit van duinwater waarbij
zij, die meenen over een of ander eene al
gemeene uitspraak te moeten uitlokken,
evengoed een beroep kunnen doen op anti
liberalen als op vrijzinnigen. Dit zyn zaken,
waarby geen algemeene beginselen betrok
ken zijn.
Maar die zijn wel in het spel by de
kwestie van ons onderwijs, by de eischen
die aan onze huidige samenleving moeten
gesteld worden ten opzichte van Zondags
viering, by de kwestie der prostitutie.
Deze cardinale punten dienen wel degelijk
onder de oogen gezien te wordenvooral
door hen van wie zeker bekend is dat zij
zich niet knnnen vereenigen met een bepaalde
strooming, welke zich in een raadscollege
openbaart en de overhand heeft of dreigt
te krijgen.
Wie het onderwys een goed hart toedraagt
zooals wij wie het nut daarvan erkent en
dat niet zoekt in oogenblikkelyk
voordeel, maar zijn blik veel verder slaat
in de toekomst; wie overtuigd is dat van
dat onderwijs die toekomst afhangt, en de
rente van het kapitaal, dat daaraan wordt
uitgegeven, later, in het volgende geslacht,
ruimschoots wordt verkregen in ontwikkelde,
v erstandige menschen wie begrijpt dat men
hen, die aan dat onderwys zich wijden, een
behoorlijk bestaan moet geven, opdat zij
met lust en ijver zich aan hunne moeilijke
taak kunnen wijden, en, met hart en ziel
dat doende, des te beter de kindereD zullen
leerenwie dat alles beseft zal zich ertegen
verzetten,wanneer raadsleden iD dezen tekort
komen en geen bewijs geven van een goede
opvatting van hun taak.
En zoo men op dit punt hier en daar
eens die raadsleden polste, men zou ont
dekken hoe lang niet al wat liberaal zich
voordoet goede begrippen op dit punt hul
digt; terwijl de anti-revolutionnairen reden
zouden hebben zich te verbazen over de hou
ding van dezen of genen partygenoot.
Op dit punt vooral zou een juist begrip,
eene preeiseering van het een of ander
standpunt zeer gewenscht zijn; ook zelfs
van liberale zijde.
Er heerscht in deze eene bedenkelijke
verwarring, eene onverschilligheidgevolg
van een onverklaarbaar streven, dat ons
dikwijls nog de dagen doet betreuren, toen
men met al te groote warmte vaak maar dan
toch met ijver voor de groote belangen van
het openbaar volksonderwijs zich op de
bres stelde.
En dan in de tweede plaats de kwestie
der Zondagsviering.
Men weet hoe wij daarover denken.
En nu geldt het niet hierbij de eenvoudige
vraag of een muziekcorps op Zondag spelen
magneener is belangrijker principe in
het spel. Het betreft de vraag of op dit
punt de supprematie mag geduld worden
van hen, die ons willen terugvoeren tot de
dagen der Puriteinen en eenvoudig eischen
dat alles zich aan hen en hunne kerkelijke
begrippen onderwerpt. Of de vrijheid, die
elk moet hebben om zonder aan anderer
vrijheid op dit punt te kort te doen of de
openbare orde en het algemeen welzijn te
schaden zyn rustdag te besteden zooals
hij dit wil, al dan niet zal worden gewaar
borgd.
Dat is een groote, een ernstige kwestie.
Want zoo men op dit punt onverschillig
zich toont, men zal ontdekken dat na eeni-
gen tijd het juk, dat men allen wil opleggen,
niet meer te dragen zal zijn.
En in de derde plaats zou ook al valt
de beoordeeling dezer kwestie moeilijkei
onder het bereik vxd allen de prostitutie-
kwestie op den voorgrond kunnen treden, in
zoover zij betreft het toezicht van over
heidswege op zekere huizen.
Ons dunkt: ook hier schuilt een gevaar,
dat door het drijven van ultra-orthodoxe zijde
op kerkelijk gebied hoe langer hoe ernstiger
wordt. Wy behoeven niet zoo ver te gaan
om daarvan de noodlottige gevolgen te zien.
Zoo heeft men dus reeds een drietal car
dinale punten, waarbij transigeeren onmo
gelijk mag geduld worden en vertegenwoor
digers den moed hunner overtuiging moeten
hebbenevenals een partij het recht zich
moet toekennen daarvan op de hoogte zich
te stellen.
Bij de vraag in welke richting het be
stuur eener gemeente zich zal bewegen, dient
men op die hoofdzaken vooral te ietten, niet
het minst van liberale zijde, dient men alle
persoonlijke consideraties op zij te zetten en
goed te wikken en te wegen vóór men in
deze een raadslid helpt herkiezen of kiezen.
En zoo men aan anti-revolutionnaire zijde
dit alles verdonkeremaanten dat nog wel
doet in tegenstelling met de houding van
eigen partygenooten elders,dan speelt men een
spel, dat wy niet anders kunnen bestempelen
dan met den naam van „geloovig geknoei",
waartegen men van de zijde der liberalen
niet genoeg op zijne hoede zijn kanomdai
het dan zeker is dat er adders in het grab
schuilen en men ernstig gevaar loopt van
dit spel dupe te worden.
geoorloofd doet zijn wat in Nederland moet
verboden worden
Bij kon. besluit
zyn de officieren van gezondheid 2de kl. bjj
de zeemacht W. H. C. G. Keyzer en G. O.
Snijders, bevorderd tot officier van gezondheid
lste kl.
is de heer S. Overdiep, arts benoemd tot
officier van gezondheid 2de kl. by de zeemacht-
De minister van buitenlandsehe zaken ves
tigt de aandacht van belanghebbenden op de
internationale tentoonstelling van Geneeskun
de en Gezondheidsleer, die van 15 September
tot 15 October e. k. ter gelegenheid van bet
Xlde internationaal congres van geneeskunde
te Rome, in het Paleis voor Scboone Kunsten,
Yia Nazionale, zal worden gehouden.
In het jongste nommer van De Tijd komt
Een brief uit Zeeland voor, geheel gewyd aan
onze beschouwingen over de kwestie der op
tochten met muziek op Zondag.
Daarin lezen wy o. a. de bewering dat wij
»door averechtsche voorstelling der feiten, als
er in dezen of genen boek der wereld iets
voorvalt, dat daartoe gelegenheid aanbiedt,
nimmer nalaten, de katholieken te krenken."
Zou die schrijver zoo manlijk willen zijn
eenige bewijzen voor die vrjj ernstige beschul
diging aan te halen? Zoo iets schrijft men
toch niet zonder deugdelijke gronden. En wij
houden ons overtuigd dat wy allerminst ons
er op toeleggen de katholieken te krenken
zelfs al verdedigen wy ons standpunt tegen
over hen, die op grond van hun geloof eischen
stellen, welke in onze samenleving niet kunnen
worden ingewilligd.
Mogen wy by deze gelegenheid dan ook
vragen of er b. v. een Belgisch en een Neder-
landsch Catholicisms bestaat, dat in België
S uikera ccij ns.
Blykens het verslag van het afdeelings-
onderzoek in de Tweede kamer omtrent
het wetsontwerp, houdende nadere bepalingen
omtrent den accyns op de suiker, hadden ver
scheidene leden, in stede van een voorloopige,
reeds dadelyk eene definitieve regeling ge
wenscht, ook omdat het voor de industrie zoo
noodig is zekerheid te hebben omtrent de
voorwaarden, waaronder zy zal hebben te
werken. Deze leden wenschten de voorloopige
maatregelen althans voor zes jaar genomen te
zien. Vele andere leden daarentegen zouden
zulk een langen termijn zeer bedenkelijk ach
ten en vroegen zelfs de verzekering, dat de
regeering het mogelijk acht binnen twee jaren
eene definitieve regeling aanhangig te maken.
Meer bepaaldelijk wyzende op de groote
nadeelen, welke instabiliteit der wetgeving
betrekkelijk den suikeraccjjns met zich brengt,
omdat men bezwaar maakt groote kapitalen
te besteden tot het oprichten van kostbare
fabrieken, werd van verschillende zyden eene
vaste regeling omtrent den accyns slechts
mogelyk geacht by eene internationale over
eenkomst maar zoolang deze bljjft ontbreken
behoort men het verbruik van suiker naai
verhouding van de productie te doen stygen
en daartoe is noodig geleidelijke vermindering
van den accyns, waardoor (gelykin Engeland
is gebleken) de opbrengst van de belasting
niet behoeft te verminderen. Eenige leden
gaven dan ook in overweging den accyns te
brengen op ƒ15 per 100 kilo. Amdere leden
meenden evenwel dat het verbruik van suiker
in ons land reeds zoo algemeen is, dat accyns-
vermindering wel degelyk ten nadeele der
schatkist zal strekken en daarmede moet men
thans vooral voorzichtig zyn, aangezien de
nieuwe directe belastingen voor velen zeer
bezwarend zyn.
Voorts zou by vermindering van den accyns
en van de bescherming, die de inlandsche
fabrikanten thans genieten, hunne positie
tegenover de buitenlandsehe fabrikanten zeer
worden verzwakt; men vreesde dat daardoor
de buitenlandsehe suiker het inlandsch pro
duct zou verdringen. En welk eene ramp de
vernietiging van de beetwortel-industrie voor
den landbouw zou zyn behoefde niet betoogd
te worden; zy zou eene nieuwe en belang
rijke oorzaak van werkloosheid zyn.
Een en ander gaf aanleiding te wjjzen op
de minder goede verhouding, die ter zake
van de cultuur van beetwortels hier te lande
bestaat, in zoover de boeren meer en meer
afhankelyk worden van de machtige vereeni-
ging van beetwortelsuikerfabrikanten. Men
vroeg dan ook of er geen middel zou zyn te
vinden om een deel van de premiën, die de
fabrikanten genieten, aan de landbouwers te
verzekeren en om deze minder afhankelyk te
maken van de willekeur hunner werkgevers
maar van andere zyde werd betoogd dat de
premiën der fabrikanten wel degelijk ook aan
de landbouwers ten goede komen. Enkele
leden voegden hierby, dat de beffing van in
komende rechten op granen bet eenige mid
del is om de boeren onafhankelijk te maken
van de fabrikanten.
Ook de toestand der raffinaderijen kwam ter
sprake. Sommige leden meenden dat aan de
raffinadeurs een hoogere aftrek voor fabrieks-
verlies moest worden toegestaan, maar zy dan
ook verplicht moesten worden te deelen in
den omslag, voor het geval de accyns minder
dan 8'/s millioen opbrengt. Andere leden
echter zouden het zeer bedenkelyk achten de
premie voor de raffinadeurs weer te gaan ver-
grooten.
Verschillende punten met betrekking tot de
raffinaderijen werden by deze gelegenheid
overigens ter sprake gebracht en meer bepaal
delyk werden inlichtingen gevraagd omtrent
de gevolgen der vergunning, aan de Wester-
raffinaderjj te Amsterdam verleend voor de