N°. 155.
136 Jaargang.
1893
Dinsdag
4 Juli.
Deze courant verschijnt d a g e 1 y k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder* bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel; Bij abonnement lager;
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Middelburg 3
Juli.
Ijetteren en ivunst.
ONDERWIJS.
NII)l)ri llll!(.M lll COURANT.
Thermometer.
Middelburg 8 Juli 8u. vm. 65 gr.
m. 12 u. 74 gr., av. 4 u. 72 gr. F.
Verwacht N. O. wind.
Agenten te Vlissingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tbolen W. A.
van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebe. Belinbante, te 's Gravenhage, en A. de La Mae Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Advertentiën
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zijn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen.
I)e heer mr J. de Louter, hoogleeraar in het
staatsrecht aan de Universiteit te Utrecht,
heeft in het Juli-nommer van De Gids een
opstel gewijd aan de aanhangige kiesrecht-
ontwerpen.
Hij verklaart daarin niet de verbazing van
velen te kunnen begrijpen over de indiening
van de voorstellen. De grondwetsherziening
van 1887 is voornamelijk geschied wegens
het kiesrecht, en de voorloopige regeling in
de add. bepalingen is algemeen als gebrekkig
erkend. Van de liberale regeering, die in 1891
optrad, kon niet anders dan de oplossing van
dat vraagstuk worden verwacht. Het is in
hooge mate onbilljjk den minister Tak van
zjjn voortvarendheid een grief te maken. De
vermeende «wedloop" tusschen de ministers
Tak en Pierson is niets meer dan een grap.
Wel is het de vraag of de Tweede kamer ver
standig deed met niet eerst de belastingher
vorming geheel af te doen. Maar nu het be
sluit van behandeling is gevallen, waarschuwt
de hoogleeraar »met klem", dat de Kamer na
de. aanneming der kieswet, toch niet «uit
overmaat van bescheidenheid haar onvermogen
voor verderen wetgevenden arbeid openlijk
verkondigt en met de daad bevestigt Men
werke zoolang het dag is".
Vervolgens komt de hoogleeraar tot den
inhoud der ontwerpen. Na «den geest van
transactie", ook «het legislatief onvermogen
te hebben in het licht gesteld, die uit art. 80
der Grondwet spreekt een artikel welks
«onbestemde uitdrukking juist daarom is aan
vaard, omdat zjj niets praejudicieert en den
wetgever volkomen vrjjlaat" acht hjj bet
qjdele moeite de grondwettigheid der voorstel
len te wikken en te wegen. Alle maat ont
breekt daarvoor. Daarom »zal men de grond
wettigheid ter zjj de stellende, de voorstellen
naar hun innerljjke waarde moeten beoordeelen".
Dat de Regeering alle tijdens de grondwets
herziening geopperde stelsels terecht verwer
pelijk acht, zal prof. De Louter niet beweren.
Zelf heeft hij in 1884 een zuiver huurwaarde-
stelsel aanbevolen. Maar dit is in de grondwet
zelf niet opgenomen en door niemand meer
wordt het thans met overtuiging verdedigd.
jLes idéés marchent. Zulk een stelsel, dat hjj
nog altjjd 't minst willekeurige, het meest
tegen bedrog gewaarborgd en het best uit
voerbaar acht, is nu al verouderd. De Regee
ring heeft den eenigen positieven grondslag,
die mogeljjk was, nl. het betalen in de rijks
directe belasting, verspeeld, door niet eerst de
belasting-hervorming af te doen. Wel zou in
dat stelsel het noodlottig verband tusschen
kiesrecht en belastingplicht zijn gebleven
maar een eenmaal hervormd belastingstelsel
zou voor langen tjjd onveranderd zijn gebleven.
En tevens had men dan het voordeel, rech
ten te verbinden aan plichten jegens de ge
meenschap.
Dat is nu echter een «verloren zaak". Men
moet nu trachten het stelsel der Regeering
zoo goed mogelijk te maken. In het kentee-
ken van geschiktheid lezen en schrijven
zonder geregeld schoolbezoek, ligt zeker geen
hechten grondslag, maar in de schriftelijke
aanvraag ziet de schrijver toch een belang
rijken waarborg, vooral van belangstelling.
Het zwakke punt ligt in de beoordeeling der
aanvragen, zoodat scherp toezicht noodig is
op de gemeentebesturen, die over de voldoend
heid der aanvragen hebben te beslissen.
Meer bedenkingen heeft hij tegen het ken-
teeken van welstand. Niet tegen het «voor
zien in eigen onderhond", wat voor relatieve
onafhankelijkheid groote waarde heeft, maar
wel tegen datgene waaruit de regeering het
afleidt: het niet bedeeld zijn door een open
baar of ander bestuur. Door bijvoeging van
de inschrijving in de bevolkingsregisters is
een niet onbelangrijke verbetering aangebracht.
Maar als voorname bezwaren blijven bestaan,
dat de armbesturen het in hun macht hebben
door al dan niet bedeeling personen tot
kiezers te maken, wat nog door doelmatige
bepalingen is te keeren maar vooral dat
zoovele personen in ons land nog op andere
wjjze dan door besturen worden bedeeld. Door
een van overheidswege georganiseerde armen
zorg zou die onzekerheid verdwijnen, maar
wellicht politieke invloed zich doen gelden bij
de armenzorg. Prof. De Louter zou, gelijk
men bjj de belastingwetten aangifte voor
schrijft, ook voor het kiesrecht mededeeling
van particuliere bedeeling willen verlangen,
pij 't ook zonder strafbedreiging, maar als
burgerplicht in 't belang der gemeenschap.
m heeft tegen het stelsel der regeering
dus bezwaren, maar acht die niet onover
komelijk, behalve «de roekelooze onder-stelling
dat elk niet officieel bedeelde ook in eigen
onderhoud voorziet." In den eisch van
vestiging in een gemeente ziet hjj geen groote
waarde, maar wel daarin dat geen bedeeling
gedurende de drie laatste jaren mag hebben
plaats gehad (ook om gedurige afwisseling
van kiesbevoegdheid te voorkomen) en ook in
een hoogeren leeftyd dan 23 jaren, wat meer
waarborg voor gevestigdheid, gezond verstand
en vasten wil geeft.
«Indien de Tweede kamer er in slaagt den
minister te overreden, ook andere dan de
officieel erkende bedeelden als onbevoegd uit
te sluiten en den vereischten leeftijd te ver-
hoogen, dan zal het ontwerp de voornaamste
verbeteringen hebben ondergaan, die het aan
nemelijk maken voor de meerderheid
aldus vat de heer De Louter zijn oordeel over
den inhoud van de voorstellen te zamen.
Het vraagstuk is echter vooral vanpolitieken
aardwil men een aanzienlijke uitbreiding of
niet
Over die vraag maakt de schrjjver ten slotte
eenige belangrjjke opmerkingen. Wekt een
uitbreiding, die het bestaand kiezerstal meer
dan verdubbelt, onder «velen onzer meest ver
dienstelijke landgenooten" terecht verbittering
of bekommering? Bij rijper overweging, meent
hij, bljjkt «dat de nadeelen overdreven, de
voordeelen miskend worden."
Zeker de uitbreiding is snel, zonder geleide
lijken overgang. Maar men heeft 40 jaren
laten voorbijgaan en de maatschappij isintus-
schen veel veranderd de zin en belangstelling
voor openbare belangen is tot veel breedere
lagen doorgedrongen. Dat nu in éen slag
alles moet worden ingehaald, daarin schuilt
ongetwjjfeld een gevaar, en daarom ware een
belastingmaatstaf als tusschenstation gewenscht
geweest. Maai dit is bjj een onvoltooide be
lastingwetgeving thans onverdedigbaar. In
allen gevalle heeft de uitbreiding van 1887
van 130.000 op 300.000 een korte ver-
poozing geschonken.
Een tweede bedenking ontstaat uit de on
zekerheid der toekomstige partijverhoudingen.
Maar Vavenir est- a Dieu. Een zelfstandige
beslissing zal althans aanvankelijk stellig ont
breken. Maar men mag de zaak niet van een
klein partijstandpunt beschouwen en in de
ontbindende werking, die de voorstellen nu
reeds bjj de bestaande partijen vertoonen,
de afscheiding der mannen van vooruitgang
van de mannen van behoud ziet de schrjj
ver een lichtzjjde.
Ook de vrees voor uitspattingen der democra
tie en de macht van «volksleiders die niet tot de
uitverkorenen door hoofd en hart behooren",
vervult velen van de besten met wantrouwen.
Het optimisme, dat de Minister in dit opzicht
toont, acht de schrjjver ongewettigd. Maar hjj
waarschuwt voor overdrijving en vrees, vooral
op ethische gronden. Ook hjj gelooft in de
overmacht van het goede. In ons land hebben
naast stoffelijke belangen de godsdienstige en
zedelijke drjjfveeren nog grooten invloed. Bo
vendien vindt men in de Eerste Kamer en voor
al in de kroon nog een heilzaam tegenwicht
van bezadigdheid en prestige.
Tegenover deze schaduwzijden staan tastbare
voordeelen. Een finale oplossing van het nete
lig vraagstuk zal ons bewaren voor een nieuwe
verlamming, als de schoolquaestie heeft ver
oorzaakt. «Nieuw bloed in de Staten Generaal
geeft kans op nieuwe denkbeelden, nieuwe
hulpmiddelen, nieuwe werkkrachten." Of dit
nieuwe ook goed zal zjjn, is onzeker, maar
«de macht in handen eener bourgeoisie satis-
faite levert geen minder gevaar dan die van
een hooghartigen adel of van eene heersch-
zuchtige geestelijkheid." Eindelijk het ver
band met het sociale vraagstuk. Men geve het
begeerd geneesmiddel. Het zal zeker geen
panacee bljjken, maar wellicht eenige verlich
ting aanbrengen en heilzame ontspanning ge
ven.
Indien dat alles waar is, zoo besluit prof.
de Louter, dan past het der liberale partij
den maatregel met kracht te ondersteunen
en tot wet te helpen verheffenniet omdat
deze Regeering uit haar midden is voortge
komen en haar goeden naam met eere hand
haaftmaar omdat haar beginselen en haar
toekomst daarmede zjjn gemoeid". Verzaakt
de liberale partjj haar roeping door verzet
tegen een stap die door de omstandigheden
en een lange ontwikkelingsperiode is voorbe
reid, dan zet zjj haar karakter op het spel
en verbeurt misschien haar invloed op de
ontwikkeling van wetgeving en bestuur.
Maar door geen partjj belang laat de schrjj-
ver zich leidenveroordeelt «eiken zweem
van pluimstrjjkerjj voor een overmoedigen
demos of een benepen partijverband". Hooger
belangen staan op het spel, en hjj vermoedt
«dat voortgezet nadenken in verband met den
loop der gebeurtenissen ook prof. Buys tot
de overtuiging zouden hebben geleid, dat aan
vaarding der regeeringsbeginselen, behoudens
verbetering in de toepassing, door rede en
geweten worden voorgeschreven."
«Deze overtuiging", zoo eindigt de hoog
leeraar zjjn keurig betoog, «bestuurde mjjn
pen. Geloof en vertrouwen overwinnen op
den duur angst en moedeloosheid. Er zjjn oogen-
blikken in het leven der volken, waarin het
niet overbodig schjjnt aan deze eeuwige waar
heid te herinneren. Zulk een oogenblik is
thans aangebroken. Ieder zjj op zjjn post, om
zjjn aandeel in de nationale verantwoordelijk
heid te aanvaarden. Dan is de toekomst veilig
en zal ook een regeering op democratischen
grondslag tot waarachtig welzjjn van het
Vaderland weten te verzekeren."
De minister van justitie heeft aan de procu
reurs-generaal bjj de gerechtshoven een schrij
ven gericht, waarin hjj het vermoeden uitspreekt
dat menigmaal vervolgingen worden ingesteld,
ook indien noch de openbare orde, noch het
algemeen belang geacht kan worden die
noodzakelijk of raadzaam te maken.
De toeneming van het aantal strafvervolgin
gen vindt de minister vooral in die streken
des lands, waarin den laatsten tjjd het politie
corps werd uitgebreid. De werkzaamheid der
politie in het algemeen waardeerende, en over
tuigd dat haar beambten dikwjj ls niet in staat
zjjn met juistheid te beoordeelen of zeker feit
een strafvervolging al dan niet rechtvaardigt,
meent de minister, dat in het beleid van het
openbaar ministerie een correctief behoort
gelegen te zjja tJ wn fow .rverdrev men daar
door schadelijken jjver; hjj is daarin echter teleur
gesteld, daar strafvervolgingen worden inge
steld indien het gepleegde feit, niet zelden van
nietigen of zeer geringen aard, de openbare
orde of het algemeen belang in geenen deele
heeft kunnen schaden.
Het publiek belang wordt daardoor niet
gediend en, in plaats van de algemeene veilig
heid bevorderd, niet zelden noodeloos verbit
tering of schade aan het prestige der justitie
veroorzaakt.
De minister hoopt dat de vertegenwoordigers
van het openbaar ministerie, meer dan door
sommigen in den laatsten tjjd pleegt te ge
schieden, zullen te rade gaan met de wen-
scheljjkheid, om in sommige gevallen, vooral
waar het nietigheden, meer een persoonlijke
gevoeligheid dan een algemeen belang, veeleer
een verschoonbare daad dan een strafwaardig
feit betreft, niet strafrechterlijk te vervolgen.
Velen zullen zeker dezen verstandigen wenk
van den minister ten zeerste toejuichen en
hoogeljjk waardeeren.
De centrale anti-revolutionnaire kiesvereeni-
ging te Beverwjjk besloot de kiezers uit te
noodigen Dinsdag op den heer Th. Borret te
stemmen. In een brief aan mr Borret zal
kennis worden gegeven, dat de anti-revo
lutionaire partjj in het district niet als
onvoorwaarljjke voorstandster van de kieswet-
Tak wenscht aangemerkt te worden en het
zeer wenscheljjk acht, dat het wetsontwerp
zoodanig worde geamendeerd, dat het zooge
naamd huismanskiesrecht er in wordt opge
nomen.
Op eene vergadering, gehouden door het
bestuur van de (oude) katholieke kiesvereeni-
ging in dat district en gedelegeerden uit
verscheiden gemeenten van het district, is
besloten de katholieke kiezers uit te noodigen
zich van deelneming aan de stemming te
onthouden.
Dit advies steunt voorname] jjk op deze
gronden dat hoewel mr Borret als katho
liek de voorkeur moest hebben boven de heer
Van Loenen Martinet men zjjn geweten
niet wil bezwaren met zjjn stem te geven aan
een wegbereider van het algemeen stemrecht,
wat jammerlijke gevolgen zal hebben voor
ons vaderland en dat mr Th. Borret nog geen
woord heeft teruggenomen van zjjn vurige
verdediging van de legerwet-Bergansius, op
21 April 1881, gehouden in de Tweede kamer
der Staten-generaal.
saris der koningin in Overijssel, met ingang
van 1 Augustus 1893, benoemd tot vice-pre
sident van den Raad van state, met toeken
ning van eervol ontslag uit eerstgenoemde
betrekking
(Deze berichten zjjn Zaterdag nog aan een
deel onzer geabonneerden medegedeeld.)
is tot hoogleeraar in de faculteit der rechts
geleerdheid aan de rjjks-universiteit te Leiden,
om onderwjjs te geven in het staatsrecht, het
administratief recht en het volkenrecht, be
noemd mr J. Oppenheim, hoogleeraar aan de
rjjks-universiteit te Groningen; en is aan mr
J. Oppenheim voornoemd, eervol ontslag ver
leend als hoogleeraar aan de rjjks-universiteit
te Groningen, met ingang van den dag waarop
hjj zjjne lessen als hoogleeraar aan de rjjks-
universiteit te Leiden zal aanvangen
is tot hoogleeraar in de faculteit der ge
neeskunde aan de rjjks-universiteit te Utrecht,
om onderwjjs te geven in de heelkunde, be
noemd dr A. von Eiselsberg, te Weenen;
is benoemd tot leeraar aan de rjjks hoogere
burgerschool te Tilburg W. H. Stregel, aldaar.
Aan dr. J. W. Hoffman, laatsteljjk genees
heer-directeur van het krankzinnigengesticht
te Soerabaja, thans met verlof alhier, is dooi
den minister van koloniën opgedragen op
zjjne terugreis naar Batavia zjjn weg te nemen
over Britsch-Indië om daar een onderzoek in
te stellen naar den staat van het krankzinni
genwezen, speciaal met betrekking tot de ver
pleging van inlanders.
Deze opdracht is verstrekt in verband met
de plannen tot verbetering van de krankzin
nigenverpleging in Indië.
De weesinrichting te Aeerboscli.
Bjj kon. besluit
is hst directoraat der in de provincie Zee
land opgerichte winterschool opgedragen aan
den rjjkslandbouwleeraar in die provincie en
zjjn tot leeraar aan de winterschool te Goes
benoemd de heeren A. A. ter Haar, hoofd eener
openbare, school te Winterswjjk, en M. van
der Vliet, veearts te Kruiningen;
is jhr mr J. JE. A. van Pankuys, commis
De heer dr A. E. Post, geneeskundige ad'
junct-inspecteur van Gelderland en Overjjsel,
schrjjft het volgende
Ter geruststelling van hen, wier betrekkingen
mogeljjk verpleegd worden in de tegenwoordig
zooveel besproken Weezen-inrichting te Neer
bosch, acht de ondergeteekende het niet te
onpas, om reeds nu mede te deelen, dat hjj,
terwjjl de bedoelde weezen-inrichting door
hem vroeger meermalen reeds was bezocht,
thans, na lezing van het onlangs verschenen
geschrift van de heeren Van Deth en Van
Houten, deze inrichting in de laatste dagen
meermalen en natuurljjk geheel onverwacht
heeft geïnspecteerd.
De eerste zoodanige onverwachte inspectie,
door den ondergeteekende in de laatste dagen
gehouden, had plaats op een laat avonduur,
toen de weezen reeds te bed lagen.
Dit bezoek werd gebracht in tegenwoordig
heid van drie daarvoor aangewezen personen,
wier namen en qualiteiten de ondergeteekende
voor het oogenblik niet zal mededeelen.
Deze inspectie werd op volgende dagen door
hem herhaald. Zjj hadden, evenals de eerste
inspectiën, onverwacht plaats.
Bjj deze volgende inspectiën zjjn de weezen
éen voor éen, door hem in tegenwoordigheid
van den geneesheer aan de inrichting verbom
den (den heer dr De Blecourt), nagegaan.
Als voorloopige mededeeling nu want op
heden zjjn nog slechts ruim 500 kinderen per-
oonljjk onderzocht en dit onderzoek vordert
tjjd, kan het gerustellende bericht worden
gegeven, dat bjj geen der onderzochte kinderen
ongedierte op de hoofden der verpleegden is
gevonden. Een betrekkeljjk groot aantal kin
deren leed aan tinea capites (hoofdzeer), iets
dat voor eene inrichting als deze volstrekt
geene verbazing behoeft op te wekken, terwjjl
meerdere kinderen (in verhouding evenwel
een gering percentage) aan scabies leden. Het
bleek mjj, dat de verpleegsters der inrichtin
met veel zorg de hoofden dier ziekeljjke kin
deren reinigden. De meesten leden hieraan
reeds bjj hunne opneming en bleken veel ver
beterd te zjjn tijdens hun verbljjf te Neerbosch.
Geheel onverwacht heeft ondergeteekende het
middageten, toen dit voor de weezen was op
geschept (op borden aan lange tafels in de
eetzalen) zich doen voorzetten, onderzochten
genuttigd van het bord van een der weezen.
Dit middageten was goed toebereid en de
kinderen aten het met smaak. (Eenmaal bruine
boonen met spekvet, en andermaal rjjst met vet
en stroop).
Aan de zieke kinderen, in het ziekenhuis
werd tjjdens mjjn geheel onverwacht bezoek
op het etensuur aldaar, zeer smakeljjk toebe
reid gebraden rundvleesch, in plaats van spek.
toegediend. Op de slaapzalen heerschte, bjj
mjjn onverwacht bezoek, eene zeer gewenschte
netheid en goede orde. Elk bed wasvoorzien
van een zeegras matras, een zeegras hoofd
kussen, twee katoenen beddelakens, een molton
deken. Op geen enkel bed vond ik kleeren
van kinderen als dekking, of wel de kleeren
tot hoofdkussen opgerold (zooals in het boven
bedoelde geschrift van de heeren Van Deth
en Van Houten staat vermeld.) De privaten
op de slaapzalen lieten tjjdens mjjn bezoek
aan zindelijkheid niet te wenschen over. In
meerdere bedden lagen twee kleine kindertjes
naast elkaar. De grootere kinderen sliepen
allen afzonderljjk in éen bed. Op elke zaal
werd toezicht gehouden door een manneljjken
of een vrouweljjke beambte. De kinderen sliepen
als rozen. Al de door mjj bezochte slaapzalen
waren evenwel overvuld.
Van eenig onderzoek naar kastijdingen, die
volgens de schrijvers der brochure zouden
zjjn uitgedeeld, onthield de ondergeteekende
zich, om reden dat zoodanig onderzoek niet
door hem maar door de daartoe aangewezen
autoriteit dient te worden en reeds is inge
steld. Bjj het persoonljjk onderzoek der kin
deren tot hiertoe, bleek den ondergeteekende
daaromtrent niets.
Opmerkeljjk vindt de ondergeteekende het
dat door hem van personen, die hjj vóór zjjn
eerste bezoek te Neerbosch had ondervraagd,
omtrent enkele toestanden, wetende dat deze
personen vroeger verpleegden zich in
ongunstigen zin over de verpleging te Neer
bosch hadden uitgelaten, nimmer eenige grief
is vernomen tegen den heer directeur der
weesinrichting. Integendeel, al die verhoorde
personen prezen de goedheid van den heer
Van 't Lindenhout. Ook trok het de aandacht
van den ondergeteekende, dat, wanneer de
heer directeur hem bjj enkele inspectiën ver
gezelde, er altjjd een ongekunstelde, goede
geest heerschte tusschen hem en de kinderen.
Indien het den ondergeteekende vergund
is, om een individueel oordeel in deze uit te
spreken, dan is het ditdat in deze de goed
heid de wjjsheid bedroog, zooals bljjkt uit
een veel te ruime toegeeflijkheid in de opne
ming van weezen.
Zonder twjjfel zjjn er vele toestanden, die
verbeterd kunnen, zullen en moeten worden.
Bjj die gebreken, waarbjj de overvulling eene
eerste plaats bekleedt, zal de ondergeteekende
thans niet stilstaan. Hjj kan dit thans be-
zwaarljjk doen, om reden het gansche onder
zoek nog niet is afgeloopen, Toch meent hjj
deze geruststellende berichten reeds ter ken-
nisse van familie en betrekkingen der ver
pleegden te moeten brengen. Dat reeds ver
beterd wordt, moge hieruit bljjken, dat vóór
maanden werd aangevangen met den bouw
van een nieuw ziekenhuis, waarvan de bouw
nu gevorderd is tot de eerste verdieping. Dit
gebouw heeft eene breedte van 42 meter en
eene diepte van 20 meter. Moge dit spoedig
gereed zjjn, dan zal ook hierdoor een der be
staande minder goede toestanden verbeterd zjjn.
Zich overtuigd houdende, dat bovenstaande
bjj enkelen mogeljjk aanleiding zal geven tot
een twistgeschrijf, zoo meent ondergeteekende
nu reeds de verzekering te moeten geven,
dat hjj zich zal onthouden van repliek en hjj
zich voorstelt, om de wenscheljjk geoordeelde
verbeteringen aan de bevoegde autoriteiten
mede te deelen.
De schilder Mesdag deelde aan den mi
nister van binnenlandsche zaken mee dat het
succes der Nederlandsche afdeeling van de
tentoonstelling voor schoone kunsten te Chicago
zich meer en meer bevestigt. Sedert de laatste
opgave werden wederom verschillende schilde
rijen en teekeningen verkocht, zoodat, bljjkens
schrjjven van den «general-manager," den heer
Preyer, tot den 17n Juni werden verkocht 40
kunstwerken, tot een bedrag van f 45.310.
Zaterdag is te Munchen de jaarljjksche
tentoonstelling van schoone kunsten in het
Glaspalast door den prins-regent geopend.
Langen tjjd vertoefde deze in de Nederlandsche
afdeeling, waar de heeren Dake, Muller en
Jansen hem rondgeleidde. Ook Jan Toorop,
wiens werk bewonderende emoties, half ont
steltenis, half verbazing bjj de Duitscbers op
wekt, was tegenwoordig.
Men schrjjft ons
Een en veertig was 't aantal dergenen, die
Vrjjdag opgekomen waren naar Haamstede om
de 49e zomervergadering van onderwjjzers in
't arrondissement Zierikzee bjj te wonen. Het
getal kon grooter geweest zjjn ('t vorige jaar
was 't 63de dames ontbraken geheel.
Buiten de aanwezige leden en het dageljjksch
bestuur met een paar raadsleden der gemeente
Haamstede, werd de vergadering, gepresideerd
door den heer G. Kok Jr., arrond.-sehoolopzie-
ner bjjgewoond door den inspecteur van het