N°. 155. 136 Jaargang. 1893 Dinsdag 4 Juli. Deze courant verschijnt d a g e 1 y k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder* bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën 20 cent per regel; Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. Middelburg 3 Juli. Ijetteren en ivunst. ONDERWIJS. NII)l)ri llll!(.M lll COURANT. Thermometer. Middelburg 8 Juli 8u. vm. 65 gr. m. 12 u. 74 gr., av. 4 u. 72 gr. F. Verwacht N. O. wind. Agenten te Vlissingen P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. A. W. Bolland, te KruiningenF. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tbolen W. A. van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebe. Belinbante, te 's Gravenhage, en A. de La Mae Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Advertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zijn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. I)e heer mr J. de Louter, hoogleeraar in het staatsrecht aan de Universiteit te Utrecht, heeft in het Juli-nommer van De Gids een opstel gewijd aan de aanhangige kiesrecht- ontwerpen. Hij verklaart daarin niet de verbazing van velen te kunnen begrijpen over de indiening van de voorstellen. De grondwetsherziening van 1887 is voornamelijk geschied wegens het kiesrecht, en de voorloopige regeling in de add. bepalingen is algemeen als gebrekkig erkend. Van de liberale regeering, die in 1891 optrad, kon niet anders dan de oplossing van dat vraagstuk worden verwacht. Het is in hooge mate onbilljjk den minister Tak van zjjn voortvarendheid een grief te maken. De vermeende «wedloop" tusschen de ministers Tak en Pierson is niets meer dan een grap. Wel is het de vraag of de Tweede kamer ver standig deed met niet eerst de belastingher vorming geheel af te doen. Maar nu het be sluit van behandeling is gevallen, waarschuwt de hoogleeraar »met klem", dat de Kamer na de. aanneming der kieswet, toch niet «uit overmaat van bescheidenheid haar onvermogen voor verderen wetgevenden arbeid openlijk verkondigt en met de daad bevestigt Men werke zoolang het dag is". Vervolgens komt de hoogleeraar tot den inhoud der ontwerpen. Na «den geest van transactie", ook «het legislatief onvermogen te hebben in het licht gesteld, die uit art. 80 der Grondwet spreekt een artikel welks «onbestemde uitdrukking juist daarom is aan vaard, omdat zjj niets praejudicieert en den wetgever volkomen vrjjlaat" acht hjj bet qjdele moeite de grondwettigheid der voorstel len te wikken en te wegen. Alle maat ont breekt daarvoor. Daarom »zal men de grond wettigheid ter zjj de stellende, de voorstellen naar hun innerljjke waarde moeten beoordeelen". Dat de Regeering alle tijdens de grondwets herziening geopperde stelsels terecht verwer pelijk acht, zal prof. De Louter niet beweren. Zelf heeft hij in 1884 een zuiver huurwaarde- stelsel aanbevolen. Maar dit is in de grondwet zelf niet opgenomen en door niemand meer wordt het thans met overtuiging verdedigd. jLes idéés marchent. Zulk een stelsel, dat hjj nog altjjd 't minst willekeurige, het meest tegen bedrog gewaarborgd en het best uit voerbaar acht, is nu al verouderd. De Regee ring heeft den eenigen positieven grondslag, die mogeljjk was, nl. het betalen in de rijks directe belasting, verspeeld, door niet eerst de belasting-hervorming af te doen. Wel zou in dat stelsel het noodlottig verband tusschen kiesrecht en belastingplicht zijn gebleven maar een eenmaal hervormd belastingstelsel zou voor langen tjjd onveranderd zijn gebleven. En tevens had men dan het voordeel, rech ten te verbinden aan plichten jegens de ge meenschap. Dat is nu echter een «verloren zaak". Men moet nu trachten het stelsel der Regeering zoo goed mogelijk te maken. In het kentee- ken van geschiktheid lezen en schrijven zonder geregeld schoolbezoek, ligt zeker geen hechten grondslag, maar in de schriftelijke aanvraag ziet de schrijver toch een belang rijken waarborg, vooral van belangstelling. Het zwakke punt ligt in de beoordeeling der aanvragen, zoodat scherp toezicht noodig is op de gemeentebesturen, die over de voldoend heid der aanvragen hebben te beslissen. Meer bedenkingen heeft hij tegen het ken- teeken van welstand. Niet tegen het «voor zien in eigen onderhond", wat voor relatieve onafhankelijkheid groote waarde heeft, maar wel tegen datgene waaruit de regeering het afleidt: het niet bedeeld zijn door een open baar of ander bestuur. Door bijvoeging van de inschrijving in de bevolkingsregisters is een niet onbelangrijke verbetering aangebracht. Maar als voorname bezwaren blijven bestaan, dat de armbesturen het in hun macht hebben door al dan niet bedeeling personen tot kiezers te maken, wat nog door doelmatige bepalingen is te keeren maar vooral dat zoovele personen in ons land nog op andere wjjze dan door besturen worden bedeeld. Door een van overheidswege georganiseerde armen zorg zou die onzekerheid verdwijnen, maar wellicht politieke invloed zich doen gelden bij de armenzorg. Prof. De Louter zou, gelijk men bjj de belastingwetten aangifte voor schrijft, ook voor het kiesrecht mededeeling van particuliere bedeeling willen verlangen, pij 't ook zonder strafbedreiging, maar als burgerplicht in 't belang der gemeenschap. m heeft tegen het stelsel der regeering dus bezwaren, maar acht die niet onover komelijk, behalve «de roekelooze onder-stelling dat elk niet officieel bedeelde ook in eigen onderhoud voorziet." In den eisch van vestiging in een gemeente ziet hjj geen groote waarde, maar wel daarin dat geen bedeeling gedurende de drie laatste jaren mag hebben plaats gehad (ook om gedurige afwisseling van kiesbevoegdheid te voorkomen) en ook in een hoogeren leeftyd dan 23 jaren, wat meer waarborg voor gevestigdheid, gezond verstand en vasten wil geeft. «Indien de Tweede kamer er in slaagt den minister te overreden, ook andere dan de officieel erkende bedeelden als onbevoegd uit te sluiten en den vereischten leeftijd te ver- hoogen, dan zal het ontwerp de voornaamste verbeteringen hebben ondergaan, die het aan nemelijk maken voor de meerderheid aldus vat de heer De Louter zijn oordeel over den inhoud van de voorstellen te zamen. Het vraagstuk is echter vooral vanpolitieken aardwil men een aanzienlijke uitbreiding of niet Over die vraag maakt de schrjjver ten slotte eenige belangrjjke opmerkingen. Wekt een uitbreiding, die het bestaand kiezerstal meer dan verdubbelt, onder «velen onzer meest ver dienstelijke landgenooten" terecht verbittering of bekommering? Bij rijper overweging, meent hij, bljjkt «dat de nadeelen overdreven, de voordeelen miskend worden." Zeker de uitbreiding is snel, zonder geleide lijken overgang. Maar men heeft 40 jaren laten voorbijgaan en de maatschappij isintus- schen veel veranderd de zin en belangstelling voor openbare belangen is tot veel breedere lagen doorgedrongen. Dat nu in éen slag alles moet worden ingehaald, daarin schuilt ongetwjjfeld een gevaar, en daarom ware een belastingmaatstaf als tusschenstation gewenscht geweest. Maai dit is bjj een onvoltooide be lastingwetgeving thans onverdedigbaar. In allen gevalle heeft de uitbreiding van 1887 van 130.000 op 300.000 een korte ver- poozing geschonken. Een tweede bedenking ontstaat uit de on zekerheid der toekomstige partijverhoudingen. Maar Vavenir est- a Dieu. Een zelfstandige beslissing zal althans aanvankelijk stellig ont breken. Maar men mag de zaak niet van een klein partijstandpunt beschouwen en in de ontbindende werking, die de voorstellen nu reeds bjj de bestaande partijen vertoonen, de afscheiding der mannen van vooruitgang van de mannen van behoud ziet de schrjj ver een lichtzjjde. Ook de vrees voor uitspattingen der democra tie en de macht van «volksleiders die niet tot de uitverkorenen door hoofd en hart behooren", vervult velen van de besten met wantrouwen. Het optimisme, dat de Minister in dit opzicht toont, acht de schrjjver ongewettigd. Maar hjj waarschuwt voor overdrijving en vrees, vooral op ethische gronden. Ook hjj gelooft in de overmacht van het goede. In ons land hebben naast stoffelijke belangen de godsdienstige en zedelijke drjjfveeren nog grooten invloed. Bo vendien vindt men in de Eerste Kamer en voor al in de kroon nog een heilzaam tegenwicht van bezadigdheid en prestige. Tegenover deze schaduwzijden staan tastbare voordeelen. Een finale oplossing van het nete lig vraagstuk zal ons bewaren voor een nieuwe verlamming, als de schoolquaestie heeft ver oorzaakt. «Nieuw bloed in de Staten Generaal geeft kans op nieuwe denkbeelden, nieuwe hulpmiddelen, nieuwe werkkrachten." Of dit nieuwe ook goed zal zjjn, is onzeker, maar «de macht in handen eener bourgeoisie satis- faite levert geen minder gevaar dan die van een hooghartigen adel of van eene heersch- zuchtige geestelijkheid." Eindelijk het ver band met het sociale vraagstuk. Men geve het begeerd geneesmiddel. Het zal zeker geen panacee bljjken, maar wellicht eenige verlich ting aanbrengen en heilzame ontspanning ge ven. Indien dat alles waar is, zoo besluit prof. de Louter, dan past het der liberale partij den maatregel met kracht te ondersteunen en tot wet te helpen verheffenniet omdat deze Regeering uit haar midden is voortge komen en haar goeden naam met eere hand haaftmaar omdat haar beginselen en haar toekomst daarmede zjjn gemoeid". Verzaakt de liberale partjj haar roeping door verzet tegen een stap die door de omstandigheden en een lange ontwikkelingsperiode is voorbe reid, dan zet zjj haar karakter op het spel en verbeurt misschien haar invloed op de ontwikkeling van wetgeving en bestuur. Maar door geen partjj belang laat de schrjj- ver zich leidenveroordeelt «eiken zweem van pluimstrjjkerjj voor een overmoedigen demos of een benepen partijverband". Hooger belangen staan op het spel, en hjj vermoedt «dat voortgezet nadenken in verband met den loop der gebeurtenissen ook prof. Buys tot de overtuiging zouden hebben geleid, dat aan vaarding der regeeringsbeginselen, behoudens verbetering in de toepassing, door rede en geweten worden voorgeschreven." «Deze overtuiging", zoo eindigt de hoog leeraar zjjn keurig betoog, «bestuurde mjjn pen. Geloof en vertrouwen overwinnen op den duur angst en moedeloosheid. Er zjjn oogen- blikken in het leven der volken, waarin het niet overbodig schjjnt aan deze eeuwige waar heid te herinneren. Zulk een oogenblik is thans aangebroken. Ieder zjj op zjjn post, om zjjn aandeel in de nationale verantwoordelijk heid te aanvaarden. Dan is de toekomst veilig en zal ook een regeering op democratischen grondslag tot waarachtig welzjjn van het Vaderland weten te verzekeren." De minister van justitie heeft aan de procu reurs-generaal bjj de gerechtshoven een schrij ven gericht, waarin hjj het vermoeden uitspreekt dat menigmaal vervolgingen worden ingesteld, ook indien noch de openbare orde, noch het algemeen belang geacht kan worden die noodzakelijk of raadzaam te maken. De toeneming van het aantal strafvervolgin gen vindt de minister vooral in die streken des lands, waarin den laatsten tjjd het politie corps werd uitgebreid. De werkzaamheid der politie in het algemeen waardeerende, en over tuigd dat haar beambten dikwjj ls niet in staat zjjn met juistheid te beoordeelen of zeker feit een strafvervolging al dan niet rechtvaardigt, meent de minister, dat in het beleid van het openbaar ministerie een correctief behoort gelegen te zjja tJ wn fow .rverdrev men daar door schadelijken jjver; hjj is daarin echter teleur gesteld, daar strafvervolgingen worden inge steld indien het gepleegde feit, niet zelden van nietigen of zeer geringen aard, de openbare orde of het algemeen belang in geenen deele heeft kunnen schaden. Het publiek belang wordt daardoor niet gediend en, in plaats van de algemeene veilig heid bevorderd, niet zelden noodeloos verbit tering of schade aan het prestige der justitie veroorzaakt. De minister hoopt dat de vertegenwoordigers van het openbaar ministerie, meer dan door sommigen in den laatsten tjjd pleegt te ge schieden, zullen te rade gaan met de wen- scheljjkheid, om in sommige gevallen, vooral waar het nietigheden, meer een persoonlijke gevoeligheid dan een algemeen belang, veeleer een verschoonbare daad dan een strafwaardig feit betreft, niet strafrechterlijk te vervolgen. Velen zullen zeker dezen verstandigen wenk van den minister ten zeerste toejuichen en hoogeljjk waardeeren. De centrale anti-revolutionnaire kiesvereeni- ging te Beverwjjk besloot de kiezers uit te noodigen Dinsdag op den heer Th. Borret te stemmen. In een brief aan mr Borret zal kennis worden gegeven, dat de anti-revo lutionaire partjj in het district niet als onvoorwaarljjke voorstandster van de kieswet- Tak wenscht aangemerkt te worden en het zeer wenscheljjk acht, dat het wetsontwerp zoodanig worde geamendeerd, dat het zooge naamd huismanskiesrecht er in wordt opge nomen. Op eene vergadering, gehouden door het bestuur van de (oude) katholieke kiesvereeni- ging in dat district en gedelegeerden uit verscheiden gemeenten van het district, is besloten de katholieke kiezers uit te noodigen zich van deelneming aan de stemming te onthouden. Dit advies steunt voorname] jjk op deze gronden dat hoewel mr Borret als katho liek de voorkeur moest hebben boven de heer Van Loenen Martinet men zjjn geweten niet wil bezwaren met zjjn stem te geven aan een wegbereider van het algemeen stemrecht, wat jammerlijke gevolgen zal hebben voor ons vaderland en dat mr Th. Borret nog geen woord heeft teruggenomen van zjjn vurige verdediging van de legerwet-Bergansius, op 21 April 1881, gehouden in de Tweede kamer der Staten-generaal. saris der koningin in Overijssel, met ingang van 1 Augustus 1893, benoemd tot vice-pre sident van den Raad van state, met toeken ning van eervol ontslag uit eerstgenoemde betrekking (Deze berichten zjjn Zaterdag nog aan een deel onzer geabonneerden medegedeeld.) is tot hoogleeraar in de faculteit der rechts geleerdheid aan de rjjks-universiteit te Leiden, om onderwjjs te geven in het staatsrecht, het administratief recht en het volkenrecht, be noemd mr J. Oppenheim, hoogleeraar aan de rjjks-universiteit te Groningen; en is aan mr J. Oppenheim voornoemd, eervol ontslag ver leend als hoogleeraar aan de rjjks-universiteit te Groningen, met ingang van den dag waarop hjj zjjne lessen als hoogleeraar aan de rjjks- universiteit te Leiden zal aanvangen is tot hoogleeraar in de faculteit der ge neeskunde aan de rjjks-universiteit te Utrecht, om onderwjjs te geven in de heelkunde, be noemd dr A. von Eiselsberg, te Weenen; is benoemd tot leeraar aan de rjjks hoogere burgerschool te Tilburg W. H. Stregel, aldaar. Aan dr. J. W. Hoffman, laatsteljjk genees heer-directeur van het krankzinnigengesticht te Soerabaja, thans met verlof alhier, is dooi den minister van koloniën opgedragen op zjjne terugreis naar Batavia zjjn weg te nemen over Britsch-Indië om daar een onderzoek in te stellen naar den staat van het krankzinni genwezen, speciaal met betrekking tot de ver pleging van inlanders. Deze opdracht is verstrekt in verband met de plannen tot verbetering van de krankzin nigenverpleging in Indië. De weesinrichting te Aeerboscli. Bjj kon. besluit is hst directoraat der in de provincie Zee land opgerichte winterschool opgedragen aan den rjjkslandbouwleeraar in die provincie en zjjn tot leeraar aan de winterschool te Goes benoemd de heeren A. A. ter Haar, hoofd eener openbare, school te Winterswjjk, en M. van der Vliet, veearts te Kruiningen; is jhr mr J. JE. A. van Pankuys, commis De heer dr A. E. Post, geneeskundige ad' junct-inspecteur van Gelderland en Overjjsel, schrjjft het volgende Ter geruststelling van hen, wier betrekkingen mogeljjk verpleegd worden in de tegenwoordig zooveel besproken Weezen-inrichting te Neer bosch, acht de ondergeteekende het niet te onpas, om reeds nu mede te deelen, dat hjj, terwjjl de bedoelde weezen-inrichting door hem vroeger meermalen reeds was bezocht, thans, na lezing van het onlangs verschenen geschrift van de heeren Van Deth en Van Houten, deze inrichting in de laatste dagen meermalen en natuurljjk geheel onverwacht heeft geïnspecteerd. De eerste zoodanige onverwachte inspectie, door den ondergeteekende in de laatste dagen gehouden, had plaats op een laat avonduur, toen de weezen reeds te bed lagen. Dit bezoek werd gebracht in tegenwoordig heid van drie daarvoor aangewezen personen, wier namen en qualiteiten de ondergeteekende voor het oogenblik niet zal mededeelen. Deze inspectie werd op volgende dagen door hem herhaald. Zjj hadden, evenals de eerste inspectiën, onverwacht plaats. Bjj deze volgende inspectiën zjjn de weezen éen voor éen, door hem in tegenwoordigheid van den geneesheer aan de inrichting verbom den (den heer dr De Blecourt), nagegaan. Als voorloopige mededeeling nu want op heden zjjn nog slechts ruim 500 kinderen per- oonljjk onderzocht en dit onderzoek vordert tjjd, kan het gerustellende bericht worden gegeven, dat bjj geen der onderzochte kinderen ongedierte op de hoofden der verpleegden is gevonden. Een betrekkeljjk groot aantal kin deren leed aan tinea capites (hoofdzeer), iets dat voor eene inrichting als deze volstrekt geene verbazing behoeft op te wekken, terwjjl meerdere kinderen (in verhouding evenwel een gering percentage) aan scabies leden. Het bleek mjj, dat de verpleegsters der inrichtin met veel zorg de hoofden dier ziekeljjke kin deren reinigden. De meesten leden hieraan reeds bjj hunne opneming en bleken veel ver beterd te zjjn tijdens hun verbljjf te Neerbosch. Geheel onverwacht heeft ondergeteekende het middageten, toen dit voor de weezen was op geschept (op borden aan lange tafels in de eetzalen) zich doen voorzetten, onderzochten genuttigd van het bord van een der weezen. Dit middageten was goed toebereid en de kinderen aten het met smaak. (Eenmaal bruine boonen met spekvet, en andermaal rjjst met vet en stroop). Aan de zieke kinderen, in het ziekenhuis werd tjjdens mjjn geheel onverwacht bezoek op het etensuur aldaar, zeer smakeljjk toebe reid gebraden rundvleesch, in plaats van spek. toegediend. Op de slaapzalen heerschte, bjj mjjn onverwacht bezoek, eene zeer gewenschte netheid en goede orde. Elk bed wasvoorzien van een zeegras matras, een zeegras hoofd kussen, twee katoenen beddelakens, een molton deken. Op geen enkel bed vond ik kleeren van kinderen als dekking, of wel de kleeren tot hoofdkussen opgerold (zooals in het boven bedoelde geschrift van de heeren Van Deth en Van Houten staat vermeld.) De privaten op de slaapzalen lieten tjjdens mjjn bezoek aan zindelijkheid niet te wenschen over. In meerdere bedden lagen twee kleine kindertjes naast elkaar. De grootere kinderen sliepen allen afzonderljjk in éen bed. Op elke zaal werd toezicht gehouden door een manneljjken of een vrouweljjke beambte. De kinderen sliepen als rozen. Al de door mjj bezochte slaapzalen waren evenwel overvuld. Van eenig onderzoek naar kastijdingen, die volgens de schrijvers der brochure zouden zjjn uitgedeeld, onthield de ondergeteekende zich, om reden dat zoodanig onderzoek niet door hem maar door de daartoe aangewezen autoriteit dient te worden en reeds is inge steld. Bjj het persoonljjk onderzoek der kin deren tot hiertoe, bleek den ondergeteekende daaromtrent niets. Opmerkeljjk vindt de ondergeteekende het dat door hem van personen, die hjj vóór zjjn eerste bezoek te Neerbosch had ondervraagd, omtrent enkele toestanden, wetende dat deze personen vroeger verpleegden zich in ongunstigen zin over de verpleging te Neer bosch hadden uitgelaten, nimmer eenige grief is vernomen tegen den heer directeur der weesinrichting. Integendeel, al die verhoorde personen prezen de goedheid van den heer Van 't Lindenhout. Ook trok het de aandacht van den ondergeteekende, dat, wanneer de heer directeur hem bjj enkele inspectiën ver gezelde, er altjjd een ongekunstelde, goede geest heerschte tusschen hem en de kinderen. Indien het den ondergeteekende vergund is, om een individueel oordeel in deze uit te spreken, dan is het ditdat in deze de goed heid de wjjsheid bedroog, zooals bljjkt uit een veel te ruime toegeeflijkheid in de opne ming van weezen. Zonder twjjfel zjjn er vele toestanden, die verbeterd kunnen, zullen en moeten worden. Bjj die gebreken, waarbjj de overvulling eene eerste plaats bekleedt, zal de ondergeteekende thans niet stilstaan. Hjj kan dit thans be- zwaarljjk doen, om reden het gansche onder zoek nog niet is afgeloopen, Toch meent hjj deze geruststellende berichten reeds ter ken- nisse van familie en betrekkingen der ver pleegden te moeten brengen. Dat reeds ver beterd wordt, moge hieruit bljjken, dat vóór maanden werd aangevangen met den bouw van een nieuw ziekenhuis, waarvan de bouw nu gevorderd is tot de eerste verdieping. Dit gebouw heeft eene breedte van 42 meter en eene diepte van 20 meter. Moge dit spoedig gereed zjjn, dan zal ook hierdoor een der be staande minder goede toestanden verbeterd zjjn. Zich overtuigd houdende, dat bovenstaande bjj enkelen mogeljjk aanleiding zal geven tot een twistgeschrijf, zoo meent ondergeteekende nu reeds de verzekering te moeten geven, dat hjj zich zal onthouden van repliek en hjj zich voorstelt, om de wenscheljjk geoordeelde verbeteringen aan de bevoegde autoriteiten mede te deelen. De schilder Mesdag deelde aan den mi nister van binnenlandsche zaken mee dat het succes der Nederlandsche afdeeling van de tentoonstelling voor schoone kunsten te Chicago zich meer en meer bevestigt. Sedert de laatste opgave werden wederom verschillende schilde rijen en teekeningen verkocht, zoodat, bljjkens schrjjven van den «general-manager," den heer Preyer, tot den 17n Juni werden verkocht 40 kunstwerken, tot een bedrag van f 45.310. Zaterdag is te Munchen de jaarljjksche tentoonstelling van schoone kunsten in het Glaspalast door den prins-regent geopend. Langen tjjd vertoefde deze in de Nederlandsche afdeeling, waar de heeren Dake, Muller en Jansen hem rondgeleidde. Ook Jan Toorop, wiens werk bewonderende emoties, half ont steltenis, half verbazing bjj de Duitscbers op wekt, was tegenwoordig. Men schrjjft ons Een en veertig was 't aantal dergenen, die Vrjjdag opgekomen waren naar Haamstede om de 49e zomervergadering van onderwjjzers in 't arrondissement Zierikzee bjj te wonen. Het getal kon grooter geweest zjjn ('t vorige jaar was 't 63de dames ontbraken geheel. Buiten de aanwezige leden en het dageljjksch bestuur met een paar raadsleden der gemeente Haamstede, werd de vergadering, gepresideerd door den heer G. Kok Jr., arrond.-sehoolopzie- ner bjjgewoond door den inspecteur van het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1