N°. 152. 136e Jaargang. 1893 Yrijdag 30 Juni. Middelburg 29 Juni. VAN DOODSHOOFDEN Deze courant verschijnt dag e lij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen, van 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. en nog veel meer. tllllDIIKI IKiSIIIF (III HAM. Thermometer. Middelburg 29 Juni 8u. vm. 66 gr. m. 12 u. 70 gr., av. 4 u. 71 gr. F. Verwacht W, wind. Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te Zierikzee A. C. de Mooij, te Tholen W. A. i Advertentiën van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebk. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. j zjj des avonds nog worden opgenomen. Dezer dagen hield de heer mr W. H. de Beaufort, oud-schoolopziener, in eene te Utrecht gehouden vergadering van de gewestelijke Vereeniging van het Nederlandsch Onderwij zers Genootschap een rede, waarin hg o. a. zjjne meening uiteenzette over het actief optreden der onderwijzers in de staat kunde en over de vraag of zjj, die zich aan gesloten hebben bg de soc.-democratische partg en daar openlijk optreden en daarvoor propageeren, recht hebben op eene betrekking als staatsambtenaar, c. q. als openbaar onder wijzer. In hoofdzaak meegaande met de bekende Leeuwarder circulaire, al hadden sommige deelen daarvan anders en beter geredigeerd kunnen worden, wenschte de heer De Beaufort niets af te doen aan het recht van eiken burger om vrg op te treden, maar zoodra die burger eene staatsbetrekking aanvaardt, dient hij van dat recht af te zien dit geldt voor elkeen, onverschillig of hg is de laagste onderwijzer dan wel de hoogste staatsambte naar. Er moet in de ambtelijke wereld eene zekere hiërarchie, eene noodzakelijke onder geschiktheid zgn. Het hoofd eener school kan en mag niet dulden, dat een zijner onder wijzers zjjne methode van onderwjjs, zgn houden van algemeen toezicht afkeurt in bjjzjjn van de leerlingen. Dit zou ook niet dulden het hoofd, dat als jong onderwijzer zelf verzet en beter-weten gekraaid hadmaar in deze dient gezegd, dat juist onze antecedenten dikwijls later onze grootste vijanden zjjn. En meer nog. Waar de onderwijzer geljjk is aan den staatsambtenaar, is hjj het in deze kwestie ook aan den rechterlijken ambtenaar. Een rechter moet door zgne uitingen of handelwjjze buiten zgn ambt, buiten de rechtszaal, nimmer het denkbeeld doen rjjzen, als kon hg zich wel eens door hartstocht laten meesleepen. Hjj moet persoonljjk vertrouwen genieten, opdat zjjn uitspraak algemeen geëerbiedigd worde. En evenzoo moet het zgn met den onderwijzer; ook hjj moet ver trouwen hebben bjj de ouders der kinderen, en eerbied wekken zoo in als buiten de Bchool. In hooge mate heeft hjj een betrekking van vertrouwen. Men eischt van hem een onbe sproken gedrag; hjj moet als zedeljjk man hoog staan. Zjjn uitingen buiten de school moeten niet het vermoeden doen ontstaan, als zou hg wel in staat zgn den eerbied, aan anderen en andersdenkenden verschuldigd, niet altjjd te betrachten. De warmte in den staat kundigen en godsdienstigen strjjd doet afbreuk aan de kalmte, die hg in de school moet be waren. Bismarck heeft gezegd»De politiek bederft het karakter 1" Dit moge nu niet absoluut waar zjjn, maar het voortdurend optreden geeft een zekere plooi, die nu juist niet gewenscht is waar bedaardheid en geduld hoofdvereischten zjjn. Of de onderwijzer dan nimmer zgne meenin gen mag doen kennen? Zeer zeker; hjj mag zelfs zjjn critiek over wetten en instellingen uitspreken, doch gepast en ter gepaster plaatse; maar der wet gehoorzaamheid opzeggen mag hjj niet. Ook hier weer beriep spreker zich op het getuigenis van den radicalen afgevaar digde Tydens, die, eveneens in eene onderwij zersvergadering te Groningen gehouden, deze stelling verkondigd heeftIemand, die zich openljjk verklaart, middelen te zullen gebrui ken die onwettig zgn, moet zonder genade worden afgezet. Het is den socialistischen onderwijzers kwa- ljjk genomen, dat zjj hunne theorieën openljjk verkondigden, geklaagd is hunnerzijds dat zij gepasseerd werden bg benoemingen. In beide opzichten geldt het woord vrijheid. Waar de sociaal-democratische onderwijzer vrjjheid meent te hebben om te zeggen, dat, konden zjj de verkiezingen dwingen of er genoegzaam invloed op uitoefenen, zjj overal sociaal-demo cratische gemeenteraden zouden doen kiezen, daar hebben tegenovergesteld de gemeente raden, die nog niet sociaal-democratisch zjjn, vrjjheid om, teneinde zich niet door andere, meer wichtige redenen van het kussen te stooien, sociaal-democraten als onderwijzers te weren en niet te benoemen. En voegt men daarbjj nog, dat uit de onderscheiding van Domela Nieuwenhuis zelf tusschen Duitsche en Nederlandsche socialisten, bljjkt, dat, ge heel anders dan de Duitsche, de Nederland sche socialist ten eenenmale gebroken heeft met kerk en godsdienst, zich blindelings vjjand verklaart van vorsten,dan kan ook hierom een bezadigde gemeenteraad geen soc.-demo craat tot onderwijzer benoemen, noch hem bjj openbaar wording zjjner beginselen behouden, want onze vaderlandsche geschiedenis kan hjj niet onderwjjzen, wjjl die te innig samenhangt met de geschiedenis van ons Oranjehuis; zjjn onderwjjs kan niet bevorderlik zjjn aan de liefde voor dat stamhuis en aan de liefde voor de grondwettige instellingen, die toch de meesten wenschen, dat aan de Nederlandsche jeugd worden ingeprent. De heer De Beaufort eindigde, na nog breed voerig de onderwijzers en voornameljjk de jonge onderwijzers op hunne plichten gewezen te hebben, zjjne rede met een paar opmerkin gen een van hemzelf, een tweede van den Franschman Guizot, reeds in 1833 bjj de verdediging der Fransche onderwijswet uitge sproken. De eerste luidde Allen, die zich aan het onderwjjs willen wijden, mogen wel be denken, dat het eene schoone roeping is, maar eene roeping, die den mensch geheel moet vervullen. Verlangt iemand geld te verdienen, stoffeljjk in de maatschappij vooruit te komen, teneinde van de genoegens van het leven ruim te kunnen genieten, dan kieze hjj een andere loopbaan. Het onderwjjzers-ambt, wat er ook in onze maatschappij en Staat moge veranderen, zal nimmer een winstgevend ambt worden. Het zal altjjd eene betrekking bljjven, die betrekkeljjken welstand verzekert, maar nimmer vooruitzichten opent op rjjk worden. Het is eene betrekking, die veel opoffering, veel toe- doos J. FRKDERIKS. Nooit heb ik kunnen denken, dat ik van wege een zoo achtbaar dagblad als de Mid- delburgsche Courant eene uitnoodiging zou ontvangen om iets te schrjjven over dingen, die hierboven met name vermeld staan. Opgevoed in de betooning van eerbied voor de majesteit van den Dood, zjjn deindrukken daarvan te vroeg verkregen of te sterk geweest; althans het beoogde werd verwezenlijkt door vrees en afschuw voor elk overbljjfsel van een natuurgenoot, in wien het dierljjk leven uitgebluscht werd. Die kinderachtige afwezig heid van moed bij de aanschouwing dier verschrikkelijke voorwerpen bestaat nog tegen woordig, nu in mjjne allernaaste omgeving juist die ellendige osteologie wordt beoefend en de leermiddelen in natura mjjne woning tot een knekelhuis gemaakt hebben. Nu ik het uitzicht heb, dat de mjj dierbaarste onder de talrjjko jonkheid der studeerende stadge- nooten met den candidaatsrang volleerd zal geworden zjjn in de kennis der menscheljjke fragmenten, ontvang ik een klein boekgeschenk, waarover ik mjj verwonder het een en ander in 't openbaar te zeggen. Dr J. C. de Man heeft een geschrift opgesteld •pnder den titel: Twaalf schedels van Reimers- wjjding eischtwie zich daartoe niet in staat acht, kieze eene andere levensbestemming Guizot's woorden luiddenEen goed onder wijzer moet een man zjjn, die veel meer weet dan wat hp onderwjjst, opdat hjj onderwjjze met verstand en met smaakeen man die in een nederigen kring moet leven, en die toch een verheven geest moet bezitten om te be waren die waardigheid in gevoelens en in zjjne wjjze van handelen, zonder welke hjj nimmer den eerbied en het vertrouwen der huisgezinnen zal bezitteneen man die in zich moet vereenigen zachtheid en fierheid, want hjj is de mindere van velen in zjjne gemeente, maar hjj mag van niemand de slaaf- sche dienaar zjjnhjj moet zjjne rechten goed kennen, maar hjj moet nog veel meer denken aan zjjne plichtenhjj moet aan allen ten voorbeeld strekken, voor allen een raadgever zjjnvooral moet hjj er niet naar streven om zjjne betrekking te verlaten; tevreden met zjjne plaats in de maatschappijdie hem ge legenheid geeft veel goeds tot stand te brengen, moet hjj vast besloten zijn om te leven en te sterven in het midden van zjjne school, in den dienst van het onderwjjs, dat voor hem zjj de dienst van God en van de menschheid. (Haarl. Crt.) In den jongsten »Brief uit de Hofstad" aan de Arnh. Crt. komt het volgende voor De in Zeeland culmineerende kibbelarjj tus schen de Sequah-maatschappjj in Engeland en haren handelsreiziger hier te lande, heeft merkwaardige dingen aan het licht gebracht, en verdient daarom meer aandacht dan er aan te beurt is gevallen. Het geval is nog nauwe lijks eene week oud, of men hoort er bjj na niet meer over spreken, hetgeen wel te ver wonderen is na al de beweging, die verleden jaar hier en elders over dat onderwerp, de groote kwakzalvers-maatschappjj en hare han dige exploitatie, is gemaakt. Geheel alleen op rekening van de wispelturigheid van het volk moet men dit verval van belangstelling echter niet schrijvende omstandigheid dat de groote meerderheid der door de Sequah- middelen aan rheumatiek ontstreden ljjders na korten tjjd weder warm en wel in de omhelzingen van die weinig aangename ziekte zjjn teruggezonken, is eene goede reden waar om de vroegere opgetogenheid in onverschil ligheid is verkeerd. Onlangs vernam ik nog, dat er onder klanten der vereeniging Armen zorg zich zeer velen bevinden die, na op het tooneel van het Casino de gebruikelijke dans passen als volslagen genezen rheumatiekljjders te hebben uitgevoerd, na een paar maanden veel erger aan de oude kwaal waren gaan ljjden dan voorheen; in die omstandigheden is het waarljjk niet te verwonderen, dat men voor de wederwaardigheden van den reiziger dier weinig baat voor veel geld brengende compagnie onverschillig is geworden. Nu, dit alles mag zijn zooals 'tis; ik heb de geschiedenis van die inbeslagnemingen over en weder, van rijtuigen en paarden, bjj den agent in gebruik, door de maatschappij, van potjes zalf en fleschjes olie van de maat- wale, en de Bevolking van Zeeland; het is als handschrift gedrukt en bestemd tot een geschenk aan vrienden, en tot deze heb ik het voorrecht gerekend te zjjn. Dit vereert mjj inderdaad en ik hoop te toonen die waard te zjjn, want over het bezit van eiken schedel in de wereld zal ik nooit twist zoeken. Het tweede onderwerp van den titel is volkomen van mjjne gading. Wel heeft de met restau ratiegeest bezielde bouwspeculant onlangs van mjj zoo wat te kennen gegeven, dat ik van Zeeland niet veel wist; maar dat iswezenljjk het geval, schoon ik al zooverre gekomen ben, dat mjj dit bekend is, ook zonder de waar schuwing van iemand, die zjjne gewestelijke afkomst in het Latjjn heeft geschreven met een letterklank, die aan de Romeinen onbekend was, van den Sabjjnsehen maagdenroof tot aan de kloostergelofte der kuischheid van Romulus Augustulus. Evenwel ben ik over tuigd bp niemand achter te staan in gehecht heid aan de provincie en aan het eiland, aan welks duinzoom ik werd geboren en nooit iets anders gekend heb dan een onafgebroken gelukkige jeugd. Het geschrift van dr De Man telt 70 blz., en een later aan te duiden bjjvoegsel nog 23 meer. Als het boekje in den handel was, kon het een aanbeveling zjjn der drukkerij van den heer Kröber, die goede letters en goed papier gebruikt. Wjj gaan het wagen het eenvoudig en kort te bespreken. Een her haalde lezing heeft doen zien, dat het geene 8tudie is wegens de gebruikelijke afmetingen van een opstel, dat dezen naam heeft aange nomen het is een werk, een boek, uithoofde van den inhoud, waarin al het stellig bekende en het wetenswaardige werd samengetrokken. Na een korte algemeene inleiding begint op blz. 9 het »nog veel meer" dan de schedels, die op blz. 61 tot 70, meer ten dienste der ingewijden, worden beschreven, nadat zjj, ge ljjk uit het gezegde volgt, op de acht eerste bladzjjden als terloops vermeld zjjn. De lezer dezer bescheiden regelen veroorlove de uit eenzetting van hetgeen ik hiervan wensch te z eggen. Yolgens de meetkunstige beschrijving van den menschenschedel maakt men een on derscheid tusschen langhoofdigheid en kort- hoofdigheid. Hoe die maat wordt verkre gen, en hoe groot die is, gaat ons voor het oogenblik niet aan. Bovendien is dit twaalftal slechts eene laatste, ik bedoel de nieuwste, waarneming van den schrijver, die er reeds een groot aantal beschreven heeft, en wiens uit komsten, verbonden met die der metingen van andere craniologen, de gegevens vormen om langs den wetenschappeljjken weg tot de op lossing te geraken van nog voortdurend onbe antwoorde vraagstukken. Dank deze samenwerking, een verbljjdend verschijnsel in de wetenschappelijke wereld onzer dagen, alleen onwetenschappelijke lieden doen anders is de stand van het onderzoek ten aanzien van het volgende punt zoo vast als een muur. En dit is, dat in Zeeland twee menschenrassen, beter twee schappij door den agent met belangstelling gevolgd. Niet eens zoozeer om te ontdekken waar de boter gebleven is, hetgeen men ge woonlijk gewaar wordt wanneer kok en bot telier kjj ven want voor zoover die niet bjj den agent is bljjven vastkleven, is de boter natuurljjk bjj de directie van de maatschappij beland, althans de aandeelhouders zjjn er on tevreden over dat er niets uit het rjjk voorzien vat in hunne zakken terecht gekomen is de geschillen hebben echter dit merkwaardige opgeleverd, dat de domheid en lichtgeloovig- heid van de Nederlanders op een vast cjjfer is getaxeerd. De Sequah agent heeft zelfver klaard, dat hjj »de zaak" van de maatschappij, de exploitatie van de smeermiddelen hier te lande wilde overnemen, en dat de maatschappij daarvoor twee tonnen gouds heeft gevraagd, hetgeen hjj, als kooper eene voordeelige zaak willende doen, te hoog vond. Nu, laat deze gegadigde eens werkeljjk hierin geljjk hebben, laat de maatschappij hem overvraagd hebben, voor ƒ50.000, om een hoog cjjfer te noemen, dan nog blijkt de lichtgeloovigheid en liefde voor 't geheimzinnige van Nederland eene courante waarde te bezitten van f 150.000, waaruit een handig exploitant zich dus een ruim inkomen kan verschaffen. Al stelt men de limpido-winst maar op zes duizend gulden 's jaars, dan begrjjpt men welk een enorm cjjfer de bruto-ontvangsten wegens dergeljjke arcana moet bedragen, wanneer men in het oog houdt, hoeveel kosten er af moeten. En dat alles alleen van de aan rheumatiek ljj- dende Nederlanders! Nu ja, de rheumatiek is eene bjj uitstek inheemsche kwaal en bjj het veldwinnen van de Kneipp-methode zal ze zich nog wel meer uitbreiden, maar ze is toch maar éen van de kwalen, zoodat de anderhalve ton nog in de verste verte het totaal der verhandelbare waarden niet voorstelt van de lichtgeloovigheid aller landgenooten op het geheele gebied van geneeskunde en verpleging. Als alle verkoopers van zalven, watertjes, tincturen, ja van bloote papieren fetishen (anders weet ik ze niet te noemen) tegen kiespjjn, verzweringen, kanker, en wat niet al meer, eens wilden spreken en getui gen, het voor exploitatie vatbaar kapitaal van menscheljjke dwaasheid zou zeker wel met meer dan zeven cjjfers moeten geschreven worden. Het is wel treurig voor de eer van ons volk tot zulke resultaten te moeten komen. Bjj kon. besluit is voor den duur van het studiejaar 1833/94 benoemd tot rector-magnificus der rijks-uni versiteit te Leiden mr S. J. Fockema Andrese Utrecht mr M. S. Pols; Groningen dr W. L. van Heiten. zjjn benoemd: tot lid en voorzitter der com missie, die, gedurende éen jaar, met ingang van 1 Augustus 1893, belast zal zjjn met het afnemen van de practische examens van apothe kers, dr P. C. Plugge, hoogleeraar te Groningen tot lid en secretaris dr H. G. de Zaajjer. apotheker te Groningentot leden dr F. J. P, van Calker en dr J. W. Moll, beiden hoog leeraar te Groningen tot plaatsvervangende variëteiten van bevolking, gewoond hebben, waarvan de eene vroeger in Zeeland gewoond heeft dan de anderedat een gemengd soort daardoor of daarnaast is ontstaandat die eerste en tweede, onderscheiden als lang- en als korthoofdigen, nog altjjd bleven voort duren, en eindeljjk, dat een lange, een eeuwen lange draad loopt door het tafereel, dat de opeenvolgende menschengeslachten aanbieden, wanneer men de historische verschijnselen in hun leven en streven waarneemt, niet met de onberadenheid eener overprikkelde ver beelding, maar met de scherpzinnige en onaf gebroken waakzaamheid der oordeelkunde. De schrjjver heeft bjj zjjn arbeid de kalmte bewaard, die vaak gepredikt en zeldzaam be oefend wordt. Hjj heeft een massa feiten door comprimatie tot een geheel gebracht, en toont te verstaan, hoe men moet condenseeren, zonder het produkt troebel te maken. Men veroorlove deze vergeljjking, die geen schijn van jjdele geleerdheidsvertooning in den zin heeft. Het voegt hier niet te zeggen tot welke resultaten de Doctor is gekomen en wat hjj met de wjjs- heid van een grondig onderzoeker als weten schappelijk onbeslist heeft opengelaten. Het boekje zal dit zelf wel mededeelen aan de belanghebbenden, en het vraagstuk ver keert in den toestand, waarin de weg van het onderzoek oneindig meer waarde heeft en waarde schenkt, dan de bloote mededeeling van uitkomsten. Maar eene korte schets van den gevolgden weg moge hier eene plaats vinden, en het einde van de baan is hetgeen leden dr J. W. Gunning, hoogleeraar te Amsterdam dr W. T. R. Suringar, hoogleeraar te Leidenen M. J. Schröder, apotheker te Groningen zjjn de heeren L. A. Deinmer en G. Hupkes, artsen, benoemd en aangesteld tot officier van gezondheid 2de kl. bjj het personeel van den geneeskundigen dienst van het leger in N.-Indië. Naar het Weekblad van het Recht van goe derhand verneemt omtrent het wetsvoorstel van den heer Hartogh tot wjjziging van het Wet boek van Burgerljjke Rechtsvordering, sluit dit ontwerp zich op vele punten nauw aan bjj het ontwerp van een nieuw Wetboek van Burger ljjke Rechtsvordering van 1865, dat nooit de Tweede Kamer bereikte en waarvan alleen de drie eerste boeken, door den minister Oli vier bjj den Raad van State aanhangig ge maakt, door dien Raad zjjn onderzocht. Bljjkens het verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in Atjeh, loopende van 28 April tot en met 11 Mei, viel, zooals wjj gisteren meldden, in dat tjjdvak niets bjjzonders voor. De weersgesteldheid was afwisselend, zeer warm en regenachtig. De gezondheidstoestand was, tengevolge van de veranderde weersgesteldheid, over het alge meen goed. In onze hoofdvestiging was de toestand gunstiger. Het gemiddelde ziektecpfer bedroeg 21 tegen 23 en dat van de beri-beri 8 tegen 10 gedu rende den vorigen verslagtjjd. Het sterftecijfer was hooger. De weesinricliting' te Weerbosclt* Bljjkens mededeeling in het Oosten wil de heer J. van 'tLindenhout van de vrienden, die de weesinrichting tot heden hebben gesteund, het gevoelen vernemen van wat zjj hem raden omtrent het al of niet bljjven zwjjgen over de uitgebrachte beschuldigingen. Omdat spoed moet gemaakt worden, verzoekt hjj hun raad liefst per telegram. Zjjn besluit zal hjj reeds in de Kleine courantwelke Vrjjdag 30 Juni verschjjnt, mededeelen. Hjj schrijft bjj deze uitnoodiging het volgende >Waar het niet alleen mjjne overtuiging was, dat het onze roeping kon zijn om te ljjden, te dulden, smaad en laster te verdragen, maar dit ook de raad was van mjjn beste vrienden, heb ik tot nu toe het stilzwijgen bewaard en heb aan allen vrjjheid gelaten om te zeggen en te schrijven wat ze wilden. Nu mjj echter in het openbaar gezegd wordt, dat in deze geschiedenis de naam van den Christus gesmaad wordt en de pers, ook de bevriende, ernstig aandringt den weg van stilzitten te verlaten, wensch ik van de vrienden, die ons daadwerkelijk tot nu toe hebben ge steund, zoo spoedig mogeljjk te vernemen wat hun gevoelen is. Ik wensch in dezen niet alleen te handelen. De zaak der weesinrichting, zooverre deze is de zaak van een mensch, gaat hem evenzeer aan als mjj en daarom is gezocht en aangetoond of bewezen wordt. Het is het beloop van den zooeven bedoelden draad die het begrip doet vasthouden aangaande de tweevoudigheid, het dualisme der Zeeuwsche bevolking. De openbaringen van nog door niemand in hunne algeheelheid beschouwde phenomena maken, dat men alles terugbrengt tot éene oorzaak en tot éen uitwerksel daarvan de eenheid naast de verscheidenheid, die ieder een in meerdere of mindere volledigheid heeft waargenomenzonder daarin samenhang te ontwaren of daarbjj te denken aan de resul taten van verschillende krachten. Wjj mogen niet nalaten te wjjzen op de onderdeel en van dit geschrift, de voorwerpen van studie, onderzoek en critiek der bijzonder heden, en deze zjjn zoo te pas gebracht, dat er geen sprake is dan van belangrjjke, waar door het gewone bjjvoegsel van »kleine" weg valt. Ziehier de lijst der opschriften, die aanduiden, dat de schrjjver niets verzuimd heeft van wat hjj moest bespreken, en het wordt dan ook niet verzwegen, dat dit geschied ia met beknopte volledigheid. Aldus vinden wjj: taal, kleeding en sieraden, volksfeesten, ver- eenigingen, paarden en rjjtuigen, maten en gewichten, voedsel, landbouw, instellingen (volksgebruiken), geaardheid der bewoners, Men gelieve hierbjj op te merken, dat elk dezer onderwerpen door vergeljjking der ver schillende deelen van het gewest onderling eene beteekenis erlangt, die voorheen eenvoudig verzuimd werden, daaraan te geve», doeb

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1