N°. 152.
136e Jaargang.
1893
Yrijdag
30 Juni.
Middelburg 29 Juni.
VAN DOODSHOOFDEN
Deze courant verschijnt dag e lij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel. Bij abonnement lager;
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
en nog veel meer.
tllllDIIKI IKiSIIIF (III HAM.
Thermometer.
Middelburg 29 Juni 8u. vm. 66 gr.
m. 12 u. 70 gr., av. 4 u. 71 gr. F.
Verwacht W, wind.
Agenten te VlissingenP. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te Zierikzee A. C. de Mooij, te Tholen W. A. i Advertentiën
van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebk. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zjjn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. j zjj des avonds nog worden opgenomen.
Dezer dagen hield de heer mr W. H. de
Beaufort, oud-schoolopziener, in eene te Utrecht
gehouden vergadering van de gewestelijke
Vereeniging van het Nederlandsch Onderwij
zers Genootschap een rede, waarin hg o. a.
zjjne meening uiteenzette over het actief
optreden der onderwijzers in de staat
kunde en over de vraag of zjj, die zich aan
gesloten hebben bg de soc.-democratische
partg en daar openlijk optreden en daarvoor
propageeren, recht hebben op eene betrekking
als staatsambtenaar, c. q. als openbaar onder
wijzer.
In hoofdzaak meegaande met de bekende
Leeuwarder circulaire, al hadden sommige
deelen daarvan anders en beter geredigeerd
kunnen worden, wenschte de heer De Beaufort
niets af te doen aan het recht van eiken
burger om vrg op te treden, maar zoodra die
burger eene staatsbetrekking aanvaardt, dient
hij van dat recht af te zien dit geldt voor
elkeen, onverschillig of hg is de laagste
onderwijzer dan wel de hoogste staatsambte
naar. Er moet in de ambtelijke wereld eene
zekere hiërarchie, eene noodzakelijke onder
geschiktheid zgn. Het hoofd eener school kan
en mag niet dulden, dat een zijner onder
wijzers zjjne methode van onderwjjs, zgn houden
van algemeen toezicht afkeurt in bjjzjjn van
de leerlingen. Dit zou ook niet dulden het
hoofd, dat als jong onderwijzer zelf verzet en
beter-weten gekraaid hadmaar in deze dient
gezegd, dat juist onze antecedenten dikwijls
later onze grootste vijanden zjjn.
En meer nog. Waar de onderwijzer geljjk
is aan den staatsambtenaar, is hjj het in deze
kwestie ook aan den rechterlijken ambtenaar.
Een rechter moet door zgne uitingen of
handelwjjze buiten zgn ambt, buiten de
rechtszaal, nimmer het denkbeeld doen rjjzen,
als kon hg zich wel eens door hartstocht laten
meesleepen. Hjj moet persoonljjk vertrouwen
genieten, opdat zjjn uitspraak algemeen
geëerbiedigd worde. En evenzoo moet het
zgn met den onderwijzer; ook hjj moet ver
trouwen hebben bjj de ouders der kinderen,
en eerbied wekken zoo in als buiten de Bchool.
In hooge mate heeft hjj een betrekking van
vertrouwen. Men eischt van hem een onbe
sproken gedrag; hjj moet als zedeljjk man
hoog staan. Zjjn uitingen buiten de school
moeten niet het vermoeden doen ontstaan, als
zou hg wel in staat zgn den eerbied, aan
anderen en andersdenkenden verschuldigd, niet
altjjd te betrachten. De warmte in den staat
kundigen en godsdienstigen strjjd doet afbreuk
aan de kalmte, die hg in de school moet be
waren. Bismarck heeft gezegd»De politiek
bederft het karakter 1" Dit moge nu niet
absoluut waar zjjn, maar het voortdurend
optreden geeft een zekere plooi, die nu juist
niet gewenscht is waar bedaardheid en geduld
hoofdvereischten zjjn.
Of de onderwijzer dan nimmer zgne meenin
gen mag doen kennen? Zeer zeker; hjj mag
zelfs zjjn critiek over wetten en instellingen
uitspreken, doch gepast en ter gepaster plaatse;
maar der wet gehoorzaamheid opzeggen mag
hjj niet. Ook hier weer beriep spreker zich
op het getuigenis van den radicalen afgevaar
digde Tydens, die, eveneens in eene onderwij
zersvergadering te Groningen gehouden, deze
stelling verkondigd heeftIemand, die zich
openljjk verklaart, middelen te zullen gebrui
ken die onwettig zgn, moet zonder genade
worden afgezet.
Het is den socialistischen onderwijzers kwa-
ljjk genomen, dat zjj hunne theorieën openljjk
verkondigden, geklaagd is hunnerzijds dat
zij gepasseerd werden bg benoemingen. In
beide opzichten geldt het woord vrijheid. Waar
de sociaal-democratische onderwijzer vrjjheid
meent te hebben om te zeggen, dat, konden
zjj de verkiezingen dwingen of er genoegzaam
invloed op uitoefenen, zjj overal sociaal-demo
cratische gemeenteraden zouden doen kiezen,
daar hebben tegenovergesteld de gemeente
raden, die nog niet sociaal-democratisch zjjn,
vrjjheid om, teneinde zich niet door andere,
meer wichtige redenen van het kussen te
stooien, sociaal-democraten als onderwijzers te
weren en niet te benoemen. En voegt men
daarbjj nog, dat uit de onderscheiding van
Domela Nieuwenhuis zelf tusschen Duitsche
en Nederlandsche socialisten, bljjkt, dat, ge
heel anders dan de Duitsche, de Nederland
sche socialist ten eenenmale gebroken heeft
met kerk en godsdienst, zich blindelings vjjand
verklaart van vorsten,dan kan ook hierom
een bezadigde gemeenteraad geen soc.-demo
craat tot onderwijzer benoemen, noch hem bjj
openbaar wording zjjner beginselen behouden,
want onze vaderlandsche geschiedenis kan hjj
niet onderwjjzen, wjjl die te innig samenhangt
met de geschiedenis van ons Oranjehuis; zjjn
onderwjjs kan niet bevorderlik zjjn aan de
liefde voor dat stamhuis en aan de liefde voor
de grondwettige instellingen, die toch de
meesten wenschen, dat aan de Nederlandsche
jeugd worden ingeprent.
De heer De Beaufort eindigde, na nog breed
voerig de onderwijzers en voornameljjk de
jonge onderwijzers op hunne plichten gewezen
te hebben, zjjne rede met een paar opmerkin
gen een van hemzelf, een tweede van den
Franschman Guizot, reeds in 1833 bjj de
verdediging der Fransche onderwijswet uitge
sproken. De eerste luidde Allen, die zich aan
het onderwjjs willen wijden, mogen wel be
denken, dat het eene schoone roeping is, maar
eene roeping, die den mensch geheel moet
vervullen. Verlangt iemand geld te verdienen,
stoffeljjk in de maatschappij vooruit te komen,
teneinde van de genoegens van het leven ruim
te kunnen genieten, dan kieze hjj een andere
loopbaan. Het onderwjjzers-ambt, wat er ook
in onze maatschappij en Staat moge veranderen,
zal nimmer een winstgevend ambt worden.
Het zal altjjd eene betrekking bljjven, die
betrekkeljjken welstand verzekert, maar nimmer
vooruitzichten opent op rjjk worden. Het is
eene betrekking, die veel opoffering, veel toe-
doos
J. FRKDERIKS.
Nooit heb ik kunnen denken, dat ik van
wege een zoo achtbaar dagblad als de Mid-
delburgsche Courant eene uitnoodiging zou
ontvangen om iets te schrjjven over dingen,
die hierboven met name vermeld staan.
Opgevoed in de betooning van eerbied voor
de majesteit van den Dood, zjjn deindrukken
daarvan te vroeg verkregen of te sterk geweest;
althans het beoogde werd verwezenlijkt door
vrees en afschuw voor elk overbljjfsel van een
natuurgenoot, in wien het dierljjk leven
uitgebluscht werd. Die kinderachtige afwezig
heid van moed bij de aanschouwing dier
verschrikkelijke voorwerpen bestaat nog tegen
woordig, nu in mjjne allernaaste omgeving
juist die ellendige osteologie wordt beoefend
en de leermiddelen in natura mjjne woning
tot een knekelhuis gemaakt hebben. Nu ik
het uitzicht heb, dat de mjj dierbaarste onder
de talrjjko jonkheid der studeerende stadge-
nooten met den candidaatsrang volleerd zal
geworden zjjn in de kennis der menscheljjke
fragmenten, ontvang ik een klein boekgeschenk,
waarover ik mjj verwonder het een en ander
in 't openbaar te zeggen.
Dr J. C. de Man heeft een geschrift opgesteld
•pnder den titel: Twaalf schedels van Reimers-
wjjding eischtwie zich daartoe niet in staat
acht, kieze eene andere levensbestemming
Guizot's woorden luiddenEen goed onder
wijzer moet een man zjjn, die veel meer weet
dan wat hp onderwjjst, opdat hjj onderwjjze
met verstand en met smaakeen man die in
een nederigen kring moet leven, en die toch
een verheven geest moet bezitten om te be
waren die waardigheid in gevoelens en in
zjjne wjjze van handelen, zonder welke hjj
nimmer den eerbied en het vertrouwen der
huisgezinnen zal bezitteneen man die in
zich moet vereenigen zachtheid en fierheid,
want hjj is de mindere van velen in zjjne
gemeente, maar hjj mag van niemand de slaaf-
sche dienaar zjjnhjj moet zjjne rechten goed
kennen, maar hjj moet nog veel meer denken
aan zjjne plichtenhjj moet aan allen ten
voorbeeld strekken, voor allen een raadgever
zjjnvooral moet hjj er niet naar streven om
zjjne betrekking te verlaten; tevreden met
zjjne plaats in de maatschappijdie hem ge
legenheid geeft veel goeds tot stand te brengen,
moet hjj vast besloten zijn om te leven en te
sterven in het midden van zjjne school, in den
dienst van het onderwjjs, dat voor hem zjj
de dienst van God en van de menschheid.
(Haarl. Crt.)
In den jongsten »Brief uit de Hofstad" aan
de Arnh. Crt. komt het volgende voor
De in Zeeland culmineerende kibbelarjj tus
schen de Sequah-maatschappjj in Engeland
en haren handelsreiziger hier te lande, heeft
merkwaardige dingen aan het licht gebracht,
en verdient daarom meer aandacht dan er aan
te beurt is gevallen. Het geval is nog nauwe
lijks eene week oud, of men hoort er bjj na
niet meer over spreken, hetgeen wel te ver
wonderen is na al de beweging, die verleden
jaar hier en elders over dat onderwerp, de
groote kwakzalvers-maatschappjj en hare han
dige exploitatie, is gemaakt. Geheel alleen
op rekening van de wispelturigheid van het
volk moet men dit verval van belangstelling
echter niet schrijvende omstandigheid dat
de groote meerderheid der door de Sequah-
middelen aan rheumatiek ontstreden ljjders
na korten tjjd weder warm en wel in de
omhelzingen van die weinig aangename ziekte
zjjn teruggezonken, is eene goede reden waar
om de vroegere opgetogenheid in onverschil
ligheid is verkeerd. Onlangs vernam ik nog,
dat er onder klanten der vereeniging Armen
zorg zich zeer velen bevinden die, na op het
tooneel van het Casino de gebruikelijke dans
passen als volslagen genezen rheumatiekljjders
te hebben uitgevoerd, na een paar maanden
veel erger aan de oude kwaal waren gaan
ljjden dan voorheen; in die omstandigheden
is het waarljjk niet te verwonderen, dat men
voor de wederwaardigheden van den reiziger
dier weinig baat voor veel geld brengende
compagnie onverschillig is geworden.
Nu, dit alles mag zijn zooals 'tis; ik heb
de geschiedenis van die inbeslagnemingen
over en weder, van rijtuigen en paarden, bjj
den agent in gebruik, door de maatschappij,
van potjes zalf en fleschjes olie van de maat-
wale, en de Bevolking van Zeeland; het is
als handschrift gedrukt en bestemd tot een
geschenk aan vrienden, en tot deze heb ik
het voorrecht gerekend te zjjn. Dit vereert
mjj inderdaad en ik hoop te toonen die waard
te zjjn, want over het bezit van eiken schedel
in de wereld zal ik nooit twist zoeken. Het
tweede onderwerp van den titel is volkomen
van mjjne gading. Wel heeft de met restau
ratiegeest bezielde bouwspeculant onlangs van
mjj zoo wat te kennen gegeven, dat ik van
Zeeland niet veel wist; maar dat iswezenljjk
het geval, schoon ik al zooverre gekomen ben,
dat mjj dit bekend is, ook zonder de waar
schuwing van iemand, die zjjne gewestelijke
afkomst in het Latjjn heeft geschreven met
een letterklank, die aan de Romeinen onbekend
was, van den Sabjjnsehen maagdenroof tot
aan de kloostergelofte der kuischheid van
Romulus Augustulus. Evenwel ben ik over
tuigd bp niemand achter te staan in gehecht
heid aan de provincie en aan het eiland, aan
welks duinzoom ik werd geboren en nooit iets
anders gekend heb dan een onafgebroken
gelukkige jeugd.
Het geschrift van dr De Man telt 70 blz.,
en een later aan te duiden bjjvoegsel nog 23
meer. Als het boekje in den handel was, kon
het een aanbeveling zjjn der drukkerij van
den heer Kröber, die goede letters en goed
papier gebruikt. Wjj gaan het wagen het
eenvoudig en kort te bespreken. Een her
haalde lezing heeft doen zien, dat het geene
8tudie is wegens de gebruikelijke afmetingen
van een opstel, dat dezen naam heeft aange
nomen het is een werk, een boek, uithoofde
van den inhoud, waarin al het stellig bekende
en het wetenswaardige werd samengetrokken.
Na een korte algemeene inleiding begint op
blz. 9 het »nog veel meer" dan de schedels,
die op blz. 61 tot 70, meer ten dienste der
ingewijden, worden beschreven, nadat zjj, ge
ljjk uit het gezegde volgt, op de acht eerste
bladzjjden als terloops vermeld zjjn. De lezer
dezer bescheiden regelen veroorlove de uit
eenzetting van hetgeen ik hiervan wensch te
z eggen.
Yolgens de meetkunstige beschrijving van
den menschenschedel maakt men een on
derscheid tusschen langhoofdigheid en kort-
hoofdigheid. Hoe die maat wordt verkre
gen, en hoe groot die is, gaat ons voor het
oogenblik niet aan. Bovendien is dit twaalftal
slechts eene laatste, ik bedoel de nieuwste,
waarneming van den schrijver, die er reeds een
groot aantal beschreven heeft, en wiens uit
komsten, verbonden met die der metingen van
andere craniologen, de gegevens vormen om
langs den wetenschappeljjken weg tot de op
lossing te geraken van nog voortdurend onbe
antwoorde vraagstukken.
Dank deze samenwerking, een verbljjdend
verschijnsel in de wetenschappelijke wereld
onzer dagen, alleen onwetenschappelijke
lieden doen anders is de stand van het
onderzoek ten aanzien van het volgende punt
zoo vast als een muur. En dit is, dat in
Zeeland twee menschenrassen, beter twee
schappij door den agent met belangstelling
gevolgd. Niet eens zoozeer om te ontdekken
waar de boter gebleven is, hetgeen men ge
woonlijk gewaar wordt wanneer kok en bot
telier kjj ven want voor zoover die niet bjj
den agent is bljjven vastkleven, is de boter
natuurljjk bjj de directie van de maatschappij
beland, althans de aandeelhouders zjjn er on
tevreden over dat er niets uit het rjjk voorzien
vat in hunne zakken terecht gekomen is
de geschillen hebben echter dit merkwaardige
opgeleverd, dat de domheid en lichtgeloovig-
heid van de Nederlanders op een vast cjjfer
is getaxeerd. De Sequah agent heeft zelfver
klaard, dat hjj »de zaak" van de maatschappij,
de exploitatie van de smeermiddelen hier te
lande wilde overnemen, en dat de maatschappij
daarvoor twee tonnen gouds heeft gevraagd,
hetgeen hjj, als kooper eene voordeelige zaak
willende doen, te hoog vond. Nu, laat deze
gegadigde eens werkeljjk hierin geljjk hebben,
laat de maatschappij hem overvraagd hebben,
voor ƒ50.000, om een hoog cjjfer te noemen,
dan nog blijkt de lichtgeloovigheid en liefde
voor 't geheimzinnige van Nederland eene
courante waarde te bezitten van f 150.000,
waaruit een handig exploitant zich dus een
ruim inkomen kan verschaffen. Al stelt men
de limpido-winst maar op zes duizend gulden
's jaars, dan begrjjpt men welk een enorm
cjjfer de bruto-ontvangsten wegens dergeljjke
arcana moet bedragen, wanneer men in het
oog houdt, hoeveel kosten er af moeten. En
dat alles alleen van de aan rheumatiek ljj-
dende Nederlanders! Nu ja, de rheumatiek
is eene bjj uitstek inheemsche kwaal en bjj
het veldwinnen van de Kneipp-methode zal
ze zich nog wel meer uitbreiden, maar ze is
toch maar éen van de kwalen, zoodat de
anderhalve ton nog in de verste verte het
totaal der verhandelbare waarden niet voorstelt
van de lichtgeloovigheid aller landgenooten
op het geheele gebied van geneeskunde en
verpleging. Als alle verkoopers van zalven,
watertjes, tincturen, ja van bloote papieren
fetishen (anders weet ik ze niet te noemen)
tegen kiespjjn, verzweringen, kanker, en wat
niet al meer, eens wilden spreken en getui
gen, het voor exploitatie vatbaar kapitaal
van menscheljjke dwaasheid zou zeker wel
met meer dan zeven cjjfers moeten geschreven
worden. Het is wel treurig voor de eer van
ons volk tot zulke resultaten te moeten komen.
Bjj kon. besluit
is voor den duur van het studiejaar 1833/94
benoemd tot rector-magnificus der rijks-uni
versiteit te Leiden mr S. J. Fockema Andrese
Utrecht mr M. S. Pols; Groningen dr W. L.
van Heiten.
zjjn benoemd: tot lid en voorzitter der com
missie, die, gedurende éen jaar, met ingang
van 1 Augustus 1893, belast zal zjjn met het
afnemen van de practische examens van apothe
kers, dr P. C. Plugge, hoogleeraar te Groningen
tot lid en secretaris dr H. G. de Zaajjer.
apotheker te Groningentot leden dr F. J. P,
van Calker en dr J. W. Moll, beiden hoog
leeraar te Groningen tot plaatsvervangende
variëteiten van bevolking, gewoond hebben,
waarvan de eene vroeger in Zeeland gewoond
heeft dan de anderedat een gemengd soort
daardoor of daarnaast is ontstaandat die
eerste en tweede, onderscheiden als lang- en
als korthoofdigen, nog altjjd bleven voort
duren, en eindeljjk, dat een lange, een eeuwen
lange draad loopt door het tafereel, dat de
opeenvolgende menschengeslachten aanbieden,
wanneer men de historische verschijnselen in
hun leven en streven waarneemt, niet met
de onberadenheid eener overprikkelde ver
beelding, maar met de scherpzinnige en onaf
gebroken waakzaamheid der oordeelkunde.
De schrjjver heeft bjj zjjn arbeid de kalmte
bewaard, die vaak gepredikt en zeldzaam be
oefend wordt. Hjj heeft een massa feiten door
comprimatie tot een geheel gebracht, en toont
te verstaan, hoe men moet condenseeren, zonder
het produkt troebel te maken. Men veroorlove
deze vergeljjking, die geen schijn van jjdele
geleerdheidsvertooning in den zin heeft. Het
voegt hier niet te zeggen tot welke resultaten
de Doctor is gekomen en wat hjj met de wjjs-
heid van een grondig onderzoeker als weten
schappelijk onbeslist heeft opengelaten.
Het boekje zal dit zelf wel mededeelen aan
de belanghebbenden, en het vraagstuk ver
keert in den toestand, waarin de weg van het
onderzoek oneindig meer waarde heeft en
waarde schenkt, dan de bloote mededeeling
van uitkomsten. Maar eene korte schets van
den gevolgden weg moge hier eene plaats
vinden, en het einde van de baan is hetgeen
leden dr J. W. Gunning, hoogleeraar te
Amsterdam dr W. T. R. Suringar, hoogleeraar
te Leidenen M. J. Schröder, apotheker te
Groningen
zjjn de heeren L. A. Deinmer en G. Hupkes,
artsen, benoemd en aangesteld tot officier van
gezondheid 2de kl. bjj het personeel van den
geneeskundigen dienst van het leger in
N.-Indië.
Naar het Weekblad van het Recht van goe
derhand verneemt omtrent het wetsvoorstel van
den heer Hartogh tot wjjziging van het Wet
boek van Burgerljjke Rechtsvordering, sluit dit
ontwerp zich op vele punten nauw aan bjj het
ontwerp van een nieuw Wetboek van Burger
ljjke Rechtsvordering van 1865, dat nooit de
Tweede Kamer bereikte en waarvan alleen
de drie eerste boeken, door den minister Oli
vier bjj den Raad van State aanhangig ge
maakt, door dien Raad zjjn onderzocht.
Bljjkens het verslag omtrent de voornaamste
gebeurtenissen in Atjeh, loopende van 28 April
tot en met 11 Mei, viel, zooals wjj gisteren
meldden, in dat tjjdvak niets bjjzonders voor.
De weersgesteldheid was afwisselend, zeer
warm en regenachtig.
De gezondheidstoestand was, tengevolge van
de veranderde weersgesteldheid, over het alge
meen goed.
In onze hoofdvestiging was de toestand
gunstiger.
Het gemiddelde ziektecpfer bedroeg 21 tegen
23 en dat van de beri-beri 8 tegen 10 gedu
rende den vorigen verslagtjjd. Het sterftecijfer
was hooger.
De weesinricliting' te Weerbosclt*
Bljjkens mededeeling in het Oosten wil de
heer J. van 'tLindenhout van de vrienden, die
de weesinrichting tot heden hebben gesteund,
het gevoelen vernemen van wat zjj hem raden
omtrent het al of niet bljjven zwjjgen over de
uitgebrachte beschuldigingen. Omdat spoed
moet gemaakt worden, verzoekt hjj hun raad
liefst per telegram. Zjjn besluit zal hjj reeds
in de Kleine courantwelke Vrjjdag 30 Juni
verschjjnt, mededeelen.
Hjj schrijft bjj deze uitnoodiging het volgende
>Waar het niet alleen mjjne overtuiging
was, dat het onze roeping kon zijn om te
ljjden, te dulden, smaad en laster te verdragen,
maar dit ook de raad was van mjjn beste
vrienden, heb ik tot nu toe het stilzwijgen
bewaard en heb aan allen vrjjheid gelaten
om te zeggen en te schrijven wat ze wilden.
Nu mjj echter in het openbaar gezegd wordt,
dat in deze geschiedenis de naam van den
Christus gesmaad wordt en de pers, ook
de bevriende, ernstig aandringt den weg van
stilzitten te verlaten, wensch ik van de vrienden,
die ons daadwerkelijk tot nu toe hebben ge
steund, zoo spoedig mogeljjk te vernemen
wat hun gevoelen is. Ik wensch in dezen niet
alleen te handelen. De zaak der weesinrichting,
zooverre deze is de zaak van een mensch,
gaat hem evenzeer aan als mjj en daarom is
gezocht en aangetoond of bewezen wordt. Het
is het beloop van den zooeven bedoelden draad
die het begrip doet vasthouden aangaande de
tweevoudigheid, het dualisme der Zeeuwsche
bevolking. De openbaringen van nog door
niemand in hunne algeheelheid beschouwde
phenomena maken, dat men alles terugbrengt
tot éene oorzaak en tot éen uitwerksel daarvan
de eenheid naast de verscheidenheid, die ieder
een in meerdere of mindere volledigheid heeft
waargenomenzonder daarin samenhang te
ontwaren of daarbjj te denken aan de resul
taten van verschillende krachten.
Wjj mogen niet nalaten te wjjzen op de
onderdeel en van dit geschrift, de voorwerpen
van studie, onderzoek en critiek der bijzonder
heden, en deze zjjn zoo te pas gebracht, dat
er geen sprake is dan van belangrjjke, waar
door het gewone bjjvoegsel van »kleine" weg
valt. Ziehier de lijst der opschriften, die
aanduiden, dat de schrjjver niets verzuimd
heeft van wat hjj moest bespreken, en het wordt
dan ook niet verzwegen, dat dit geschied ia
met beknopte volledigheid. Aldus vinden wjj:
taal, kleeding en sieraden, volksfeesten, ver-
eenigingen, paarden en rjjtuigen, maten en
gewichten, voedsel, landbouw, instellingen
(volksgebruiken), geaardheid der bewoners,
Men gelieve hierbjj op te merken, dat elk
dezer onderwerpen door vergeljjking der ver
schillende deelen van het gewest onderling
eene beteekenis erlangt, die voorheen eenvoudig
verzuimd werden, daaraan te geve», doeb