27 Juni.
N°. 149.
1369 Jaargang.
1893
Dinsdag
Middelburg 26 Juni.
Deze courant verschijnt d a g e 1 y k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.-
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager;
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alia
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
MIDDELBURG»!COURANT.
Thermometer. j Agenten te Vlissingen P. Gr. de Vet Mesidagh Zoon, te Goes A. A. W. Bolland, te KruiningenP. v. d. Peijl, te Zierikzee A. C. de Mooiï, te Tholen W. A. I Advertentiën
Middelburg 26 Juni 8u. vm. 62 gr. j van Nleuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en adyertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur
m. 12 u. 68 gr., av. 4 u. 65 gr. F. advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, DB Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zijn, -willen
'i i ir.-r.]iv.j. tj -xij_ l. n.. tjj n1. j. n_vi:„ux n T t, a. n... i™,o i - -
Verwacht Z. wind.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John P. Jones, opvolger.
zjj des avonds nog worden opgenomen.
By koninkl. besluit
is benoemd tot betaalmeester te Sas van
Gent J. P. Heemskerk, thans surnumerair. (Zater
dag reeds onder Laatste berichten medegedeeld);
is benoemd tot kantonrechter te Heusden
mr N. C. H. van Daalen Wetters, thans griffier
bp het kantongevecht te Goes
is benoemd tot rechter in de arr.-rechtbank
te Leeuwarden mr D. Z. van Duyl, thans
vechter in de arr.-rechtbank te Zierikzee
zjjn benoemd tot dijkgraaf van den polder
Westkerke H. van Strientot gezworenvan
den polder Oost-Nieuwland, gemeente Wol-
faartsdjjk, C. van Dammevan den polder
Elisabeth onder Biervliet A. de Groote; van
den polder Oost (Krabbendjjke) C. G. Kolff;
van den Koudepolder J. de Kraker; van den
polder Zonnemaire C. F. van den Bout Cz.
van den polder Muije D. van Gorselvan den
polder Adriana Johanna te Dreischor J. H. de
Vliegervan den Nieuwen Olzendenpolder E.
de Jongevan den polder Oud-Kempenshof-
stede H. van 't Hof; van den polder Willem
A. Breurevan den Bontepolder C. van der
Hooftvan den polder Melo H. Prancken
van den Piersenspolder G. Dees Pz.van den
polder Westkerke A. Weynsvan den polder
Nieuiv Sint-Joosland I. van Waarde van den
polder Nieuw Noord-Beveland I. Verhulst;
van den polder Westerland H. van Strien
van den polder Moggershil J. Elenbaas Mz.
van den polder Borrenbrood P. J. Hallingse
van den polder Deurloo G. C. M. Geluk; van
den polder Oude te St. Philipsland M. Dorst
van den Zuid-Kraaiertpolder M. G. van Nieu-
wenhuyze van het waterschap van den Nieu
wen Passageulepolder C. J. Sturm; van het
waterschap Oud-Wolphaartsdijk A. op 'tHof;
alle gelegen in de provincie Zeeland;
is benoemd tot directeur der strafgevangenis
te Alkmaar M. A. Bender, thans cipier dier
gevangenis
is aan mr Th. A. van Bommel, op zjjn ver
zoek, eervol ontslag verleend als officier van
justitie bp de arr.-rechtbank te 's Hertogen
bosch, met dankbetuiging, en is benoemd tot
officier van justitie bp die arr.-rechtbank mr
J. H. de Ranitz, thans officier van justitie bjj
de arr.-rechtbank te Roermond
is benoemd tot raadsheer in het gerechtshof
te Leeuwarden mr D. N. van Hoytema, thans
officier van justitie bjj de arr.-rechtbank te Tiel.
is de machinist le kl. in het vaste korps A.
de Leeuw benoemd totofficier-macbinist2ekl.
bjj 's rjjks stoomvaartdienst
zjjn bevorderdtot kapitein ter zee de
kap.-luits. t/z. le kl. J. Dalen en C. Hoffman
tot kap,-luit. t/z. de luits t/z. le kl. W. A.
Cambier en L. J. K. A. Jeekel; tot luit. t/z.
le kl. de luits t/z. 2e kl. R. Posthumes Meyjes
en E. de Haantot luit. t/z. 2e kl. de adelb.
le kl. F. van Wageningen en G. H. van der
Stok
is de titulaire rang van kap.luit. t/z. verleend
aan de gepensioneerde luit. t/z. le kl. C. J.
de Jong Pzn en P. H. Prager, alsmede aan den
eervol uit het korps zeeofficieren afgevoerden
luit. t/z. le kl. C. J. de Vriesse;
is den eersten-machinist bjj 's rjjks werf te
Amsterdam P. Bestelink, op zjjn verzoek, eervol
ontslag uit den werfdienst verleend, behoudens
toekenning van pensioende machinist bjj
genoemde werf P. Huisken, onder eervolle
ontheffing van de tjjdeljjke waarneming van de
betrekking van baas der smeden, bevorderd
tot eerste-machinist
is de majoor E. A. F. baron Creutz, van het
Se reg. vest.-art., op zjjne aanvrage, op pen
sioen gesteld ad f 1561 'sjaars;
zjjn benoemd bjj het wapen der artillerie,
bjj den staf van het wapen, tot majoor, de
kapitein P. C. de Wilde, van het korps pantser
fort-art. tot magazjjnmeester der art., met
bestemming om te worden toegevoegd aan den
commandant der bereden art,, de kapitein C. A
Alpherts, van het 2e reg. vest.-art.is eervol
ontheven uit zijne betrekking van hoofd der
IVe afdeeling van het dep. van oorlog, de
majoor W. P. ridder van Rappard, van den staf
der art., die in verband daarmede in zjjnen
rang wordt overgeplaatst bjj het 3e reg. vest.'
art., en is aangewezen tot hoofd der IVe af
deeling van dep. van oorlog de majoor De
Wilde voornoemd
is de kapitein M. Zelvelder, van het le reg,
inf., op pensioen gesteld ad f 1474 'sjaars;
zjjn benoemd bjj het wapen der inf., bjj het
le reg., tot majoor de kap. T. A. J. Roersch
yan het 6e reg; tot kapitein de eerste-luit,
R. A. Jackson, van het reg. gren. en jagers
tot eerste-luit. de tweede-luit. P. G. van Drunen,
van het korpsbjj het 3e reg. tot luit.kol.,
de majoor F. H. Knebel en tot eerste-luit de
tweede-luit R. H. Laman Eyssonius Wichers,
beiden van het korps bjj het 6e reg., tot
kapitein de eerste-luit. T. J. Anken, van het
korps, gedet. bjj het leger in N.-I.
De minister van financiën heeft het wetsont
werp op de grondbelasting naar de Koningin-
regentes gezonden, zoodat het ieder oogenblik
bjj de Staten-Generaal kan inkomen.
Nader bljjkt ons, dat de heer Hartogh, een
wjjziging van het wetboek van burgerljjke
rechtsvordering voorstellende, niet, zooals wjj
meenden, een enkel punt van dringenden aard
onder handen had genomen, maar in overleg
met eenige bekwame rechtsgeleerden een door-
loopende herziening van dit wetboek heeft
bewerkt, die zich over een honderdtal artike
len uitstrekt. Bjj de bekende politieke denk
beelden van den heer Hartogh zal het dan
wel de bedoeling zijn dit werk aan een vol
gende Kamer over te laten, maar reeds voor
af gelegenheid te geven het te bestudeeren.
(Vad.)
In verband met de ongunstige berichten,
omtrent de gezondheid onzer koningin, die in
Engelsche bladen voorkwamen, seinde de
gouverneur van Suriname den lsten Juni aan
onzen minister van koloniën «Baart toestand
Koningin ongerustheid", waarop het gerust
stellende antwoord werd ontvangen «Neen".
De ontvangst dezer heugljjke tjjding werd
te Paramaribo met groote feesten gevierd.
Kamers van Arbeid.
Een uitvoerig afdeelingsverslag van de
Tweedekamer is verschenen over het nader
(thans gemeenschappeljjk) ingediende wets
voorstel van de heeren Pyttersen en Schirn-
melpenninck v. d. Ojje tot instelling van
Kamers van Arbeid.
Deze overweging heeft geleid tot eene con
ferentie, die op 28 April 11. is gehouden tusschen
de voorstellers en de commissie van rappor
teurs, welke hoofdzakeljjk liep over het prin
cipieel bezwaar dat in de afdeelingen was
gerezen met betrekking tot den vorm, waarin
de zaak voor de kamer thans wordt gebracht,
voor zoover men nl. hier te doen heeft met
een wetsvoorstel, hetwelk alleen in naam als
een gemeenschappelijk voorstel kan worden
aangemerkt. De commissie van rapporteurs
deed den voorstellers opmerken, dat eene be-
hoorljjke uitoefening van het recht van initia
tief medebrengt dat de voorstellers of ieder
der voorstellers zich geheel en zonder voor
behoud verantwoordeljjk stelt voor den in
houd. En nu bleek het dat omtrent het hoofd
beginsel de indeeling der Kamers van Arbeid
in sectiën van patroons en werklieden, de
voorstellers ljjnrecht tegenover elkander staan.
Hieromtrent nu gaf men in overweging, dat
de voorstellers zouden trachten alsnog tot
overeenstemming te geraken. Mocht dit niet
gelukken, dan zou het, naar het oordeel dei-
voorstellers, wellicht het best zjjn dat een
van beiden zich terugtrok.
De comm. v. rapp. was dit eensmaar,
desgevraagd, wilde zjj niet de verantwoorde-
Ijjkheid op zich nemen voor de beslissing wie
der beide voorstellers zich in dat geval zou
terugtrekken. Inmiddels kwam den 22en Juni
bjj de commissie het bericht in, dat het den
voorstellers niet mocht gelukken tot onderlinge
overeenstemming te geraken, en thans meende
de commissie het verslag niet langer te mogen
ophouden.
In de afdeelingen zelve bleek omtrent zeer
vele punten een groot verschil van gevoelen
te bestaan en meer bepaaldeljjk omtrent
het groote beginsel dat de beide voorstel
lers het meest verdeeld houdt. In deze
omstandigheden achtten verscheidene leden
het 't best om tot de regeling der kamers
van arbeid niet over te gaan, voordat het
kiesrecht nader geregeld zou zjjn. Over de
vraag of afzonderljjke beraadslagingen van
patroons en van werklieden wenscheljjk
zjjn en, zoo ja, in welke gevallen en op
welke wjjze deze behooren plaats te heb
ben, kon naar de meening dezer leden met
goed gevolg slechts beslist worden door eene
op breederen grondslag gekozen volksvertegen
woordiging; doch andere leden meenden dat
eene nieuwe kamer eventueel op dit punt de
tot stand gekomen wet zou kunnen wjjzigen.
Onder de hoofdpunten, die, bljjkens het
verslag, nog velerlei bedenkingen uitlokten,
waaromtrent groot verschil van meening bleek
te bestaan, behoort het stelsel zelf van de be
middeling van geschillen, nl. voor zooveel de
werking van de verzoenings-bureau's betreft,
Opnieuw heeft de heer Levy eene breed
voerige nota bjj het verslag gevoegd, waarin
hjj zjjne principieele bedenkingen tegen de
instelling van kamers van arbeid nogmaals
uiteenzet en het wetteljjk gewaarborgd
recht tot vereeniging en vergadering zonder
nitzondering geldend wil doen bljjven, ook
voor hen die tot den arbeid in betrekking
staan. Aan voorlichting nopens arbeidsbelan-
gen heeft het centrale gezag behoefte en de
daartoe in te stellen arbeidsraden of wel per-1
manente commissies van enquête mogen zelfs
den schjjn niet wekken als ware het te doen
om een Staat in den Staat, om eene vertegen
woordiging buiten de algemeene volksvertegen
woordiging om.
De Weeginricliting- te Aeerboach.
Men schrjjft ons uit Amsterdam
De bijeenkomst van oud-weezen van Neer
bosch, Zondag alhier gehouden, werd bjj ge
woond door 50 manneljjke en 12 vrouweljjke
weezen, de meesten uit Amsterdam en voorts
uit Rotterdam, Haarlem, Wageningen, Hees
en Dodewaart, benevens 21 verslaggevers en
correspondenten van dagbladen van hier en
omliggende plaatsen.
Zjj werd geleid door den heer Varisiot, stipeur
aan de Electrische drukkerjj, die de aanwezi
gen het welkom toeriep met «broeders en
zusters" en hun hulde bracht voor hun tegen
woordigheid, waardoor zjj bljjk hadden gegeven
de pogingen te willen verjjdelen, die opgingen
om de zaak van de Weezeninrichting te Neer
bosch in den doofpot te doen. Hij dankte de
vertegenwoordigers der pers, voor de tal-
rjjke opkomst niet alleen, maar ook voor de
onpartjjdige wjjze, waarop deze zaak in de
dagbladen was besproken, uitgezonderd het
Nieuwsblad voor Nederland, dat zich min of
meer partjj had gesteld voor den directeur.
Aanleiding tot deze bjjeenkomst was, zeide
hjj, de mislukte poging des heeren Filet, om en
kele handteekeningen te verzamelen ten gunste
van den heer Van 't Lindenhout, en voorts
in de overweging of het niet ondenkbaar zou
zjjn, om hetgeen in de bekende brochure der
heeren Van Houten en Van Deth waarheid is
niet te bevestigen ten gunste van de huidige
weezen. Dit was aller piicht, meende hjj, nu
zjj in de groote maatschappjj een plaats had
den ingenomen.
Met den heer Van 't Lindenhout «dat de
Heere God wel zal zorgen" was hjj het niet
eensevenmin als met de enkele stemmen,
die zich voor Van 't Lindenhout verhieven zjj
toch waren meest alle die van leveranciers aan
de inrichting, die hun best deden om de zaak
van Van 't Lindenhout te redden. En wat
die leverantie van den spekslager nu wel voor
de weezen te beteekenen had, trachtte hij op
wel wat comische wjjze te verduideljjken, met
de mededeeling, dat die bekende leverancier
voor f 5000 spek aan de inrichting leverde,
waarvan de weezen l1/, ons per week bekomen,
dat gebakken nauweljjks zoo groot was als
een dobbelsteen.
Hier interruppeerde Geertruida Janssen (ge
huwd) den spreker met de woorden«Zoo
klein heb ik het nooit gehad". (E e n i g r u m o e r)-
De heer Varisiot vervolgde en zeide, dat
het wel waar kon zjjn, dat wiens brood men
eet diens woord men spreekt, maar dat toch
de waarheid in alles diende gehuldigd te
worden. Voor /"5000 's jaars kon aan 1100
weezen maar weinig spek worden toebedeeld.
Daarbjj kwam ook dat de bereiding van het
middagmaal des Zondags, als een stukje vleesch
opgedischt werd, dikwjjls veel te wenschen
overliet.
Verklaringen als die van den doctor-genees
heer, dat er nog nimmer weezen aan de ge
volgen van straffen waren overleden, brachten
hem van zelf op de zuster van Kwast. En
dat men diens verklaring trachtte te ontzenuwen
lag voor de hand. Zoo b. v. de loochenstraf-
fing door die zuster. Het zou spreker aan
genaam zjjn als Kwast overdreven had in zjjn
voorstelling van het feit. Maar met de Stan
daard was hij 't geheel eens, dat de zaak niet
op zjjpaden, maar langs den koninkljjken weg
van onpartjjdig onderzoek moest berecht worden.
Hjj verklaarde aan 't slot van zjjn inleidend
woord, dat het hem en zijn vrienden niet te
doen was om de weezen-inrichting te Neer
bosch ten onder te brengen, maar om die tot
een model te doen wordenalsmede dat Van
't Lindenhout gekend bleef als held des geloofs.
En hjj hoopte dat de rijken de inrichting
zouden bljjven steunen in alles wat, na de-
geljjk onderzoek, zou bljjken noodig te zjjn.
(Flauw applaus).
Er was eenig rumoer en samenspraak onder
de oud-weezen ontstaan. Kwast verhief zjjn
stem en verzocht stilte. Hjj verzekerde waar
heid te willen en daarvoor zjjn eigen leven en
de maatschappelijke positie van vrouw en kroost
te willen ten offer brengen.
De heer Sleef, op wiens initiatief deze bjjeen
komst was belegd, kreeg hierna het woord.
Hjj begon met te zeggen, dat, wat thans ge
schiedt, wel te voorzien was. Hoe vaak toch
moesten de weezen het brood wegens schim
mel of leng afbreken en wegwerpen
Hoe vaak moest gezongen: *'k Heb tegen
U, o Heer, zwaar en menigmaal misdreven
enkel en alleen om bjj de weezen 't schuldbesef
levendig te houden. Dat was niet slecht ge
daan. 30 jaren lang heeft de inrichting be
staan, en veel zegen afgeworpen. Geen
klachten werden gehoord. Vele weezen hebben
het tot een goede maatschappeljjke positie
gebracht door eigen kracht en energie, niet
tegenstaande de geheel onvoldoende opleiding
en de wjjze waarop zjj de wjj de wereld werden
ingezonden. Maar daarom mochten de oud-
weezen dan ook niet zwjjgen om de zaak
zelve. Hjj tartte Filet te bewjjzen dat deze
bjjeenkomst met oneerljjke bedoelingen was uit
gelokt.
De heer Sleef trad hierna in eene bespreking
der brochure van Van Houten en Van Deth, las
ellenlange citaten daaruit voor en gaf de
verzekering dat hjj die feiten kon bevestigen
en staven.
Het zou ons te ver voeren den spreker hier
op den voet te volgen. Hjj werd dan ook
gedurig in de rede gevallen door Filet en
anderen die opmerkten, dat men die zaken
en scripturen uit de dagbladen wel kende en
verzocht zich te bekorten om ook anderen ge
legenheid tot spreken te geven. Spreker be
vestigde alzoo de beweringen in de brochure
betreffende ongedierte, slechte voeding, onvol
doende ligging, onvoldoende ziekteverzorging
enz. enz., en dat er driemaal een begin van
brand ontstond in een petroleumlamp. («Dat
heb ik nooit gezien", riep Geertruida Janssen
uit.) De spreker drong ten slotte er op aan,
dat een onderzoek alles zal geven, wat bevor-
derljjk kan zjjn aan verbetering der gebouwen
in 't belang van de gezondheid der weezen.
Hier volgde weder een verward gesprek.
Op de vraag van de weesmeisjes of haar de
handen niet verkeerd stonden, toen zjj in een
dienst kwamen, riep er een «mjj wel," Geer
truida Janssen »mjj niet."
Sleef maakte er vervolgens nog den heer Van
't Lindenhout een ernstige grief van dat den
weeskinderen, zoo dikwjjls de zonden hunner
ouders verweten werden. Ook daaraan moest
een einde komen. Spreker zeide verder naar
aanleiding van de verdediging van meester
Van der Schuur, dat het christeljjk Nederland
in Neerbosch een schandaal heeft als Frankrijk
in de Panama-zaak, en in Van 't Lindenhout
een man als De Lesseps, Arton of Herz. En
wat doet men nu om die beschuldigingen te
logenstraffen? vroeg hjj. Niets. Van 'tLin
denhout zal trachten een onderzoek zoo lang
mogelijk tegen te houden, omdat hjj weet
dat het tot nadeel van hem en zjjn echtgenoot
zal zjjn.
Sleef riep ten slotte den heer Van 't Lin
denhout op zich te verantwoorden tegen de
beschuldigingen, in de Graafschapper gedaan,
en die hjj nu voorlas. (Slechts een persoon
applaudiseerde op de rede van Sleef.)
Hierna werd een pauze gehouden.
Wat daarna plaats had deelen wij in een
volgend nommer mee. Alleen melden wjj dat
15 sprekers aan het debat deelnamen.
Ten slotte werd een motie aangenomen,
waarin verklaard werd dat de behandeling in
Neerbosch overeenkomt met hetgeen in de be
kende brochure is gezegd en aangedrongen
werd op een onderzoek door de justitie.
Daar vóór de stemming over die motie velen
de zaal verlieten was deze zeer onzuiver.
De Prov. Geld. en Nijm. Ct. bevatte dezer
dagen een voor die inrichting en haar bestuur
zeer gunstige verklaring van de heeren Jb.
Mouljjn, F. W. Smits Pz. en E. A. G. van
Hoogenhuyze, predikanten der Ned. Herv.
gem. te Njjmegen. Zjj verklaarden daarin
zich te ergeren over de lichtgeloovigheid van
het publiek ten aanzien van het eerste het
beste schotschrift van onbekende lieden.
«Ons zeggen zjj is het behoefte te
verklaren, dat wjj, jarenlang met de familie
Van 't Lindenhout en de weesinrichting be
kend, waar de eerstondergeteekende sedert
1884 wekelijks catechiseert, den heer en me
vrouw Van 't Lindenhout hooger hebben leeren
achten en harteljjber hebben liefgekregen,
naarmate wjj hen beter hebben leeren kennen.
Ons vertrouwen op hen is in spjjt, neen ten
gevolge van al wat dezer dagen tegen hen
geschreven is, niet geschokt, integendeel be
vestigd en versterkt."
Het verhaal van den oud-verpleegde Kwast
over lichamelijke mishandeling wordt door de
drie genoemde heeren gedeelteljjk tegenge
sproken, gedeelteljjk teruggebracht tot een
eenvoudige kastjjding. Men leze
Eerst-ondergeteekende sprak 22 dezer de
zuster der gestorvene, die ontdaan was over
haar broeders geschrjjf, 31 jaar oud, wordt zjj,
zelve «wak, sedert 23 jaar te Neerbosch ver
pleegd, Zjj is der ziekenmoeder in het zie
kenhuis tot hulp. Zelf had zjj al dien tjjd
nooit straf gehad. Haar overleden zuster,
Jansje Kwast, ljjdende aan een borstkwaal,
waaraan zjj na een verbljjf op de weesinrich
ting van 4 jaar overleden was, had mevrouw
Van 't Lindenhout bjj zich gehouden voor het
lichtere werk, stoffen, enz. Aan haar zuster
had Jansje nooit geklaagd, dat zjj slaag kreeg.
Cornelia Lankair, die te geljjk met Jansje bjj
mevr. V. 't L. werkzaam was, waar zjj nog
steeds dient, verklaarde hem, dat mevrouw
nooit een hand naar Jansje uitgestoken had,
alleen, als zjj reden tot ontevredenheid gaf,
haar wel eens berispt had.
De heer Van 't L. kwam er rond voor uit
dat hjj E. Kwast terdege gekastjjd had. Maar
waar zou het ook heengaan, als er tuchteloos
heid heerschte onder zooveel kinderen De
jongen had inbraak gepleegd en gestolen.
Lichaamstraf wordt uiterst zelden toegepast,
en dan altjjd in tegenwoordigheid van ver
pleegden.
Dit is nu éen feit dat onderzocht is.
merken de inzenders op. Zjj zjjn overtuigd,
dat hetzelfde lot bjjna al den overigen inge-
brachten grieven zou wedervaren.
Over een ander belangrjjk punt de finan-
cieele omstandigheden der familie Van 't Lin
denhout wordt het volgende getuigd
De Heer Van 't Lindenhout verrjjkt zich
met het geld, dat voor de weezen wordt in
gebracht, luidt de beschuldiging. Waarheid
is, dat de directeur met zjjn gezin de dage-
1 jjksche consumptie vrij heeft, plus één duizend
gulden traktement sjaars, dat tot twee dui
zend gulden verhoogd is, sedert de opbrengst
der drukkerjj in de Brouwerstraat te Njjmegen
gestort is in de kas der wees-inrichting. Zoo
ook genieten zjjne beide zonen eene bezoldi
ging ieder van f 2000, Maar waarheid is niet
minder, dat, als de kas schraal voorzien is, de
directeur en zjjne beide zonen de eersten zjjn,
aan wie het traktement niet wordt uitgekeerd,
zoodat de heer Johannes van 't Lindenhout de
laatste jaren acht duizend gulden in zjjn ver
mogen is achteruitgegaan. Hem, die een toon
beeld is van milddadigheid op alle gebied,
als een dienaar van den mammon te hooren
voorstellen is voor allen, die hem kennen,
eenvoudig belacheljjk.
In het N. v. d. D. van Maandag komt over
de zg. mishandeling, waarvan de oud-wees E.
Kwast melding maakte, een uitvoerig stuk
voor van de hand van P. Tj. J. Kesler, eveneens
oud-wees, waarin verklaard wordt dat de ge
straften als 't ware een bende uitmaakten, die
een welberaamd plan tot diefstal hadden ge
vormd en uitgevoerd. De reden, waarom die
personen bjj die gelegenheid werden vastge
houden, was deze, dat anders de directeur,
vóór dat hjj met de kastjjding was begonnen,
misschien door Koster, een der gekastjjden, die
een sterke, stevige en daarbjj vermetele en
onbeschaamde jongen was, was doodgetrapt.
Het afstrijken van de bovenbroek geschiedde
daar het al meer dan eens was voorgekomen,
dat dergeljjke personen, een pakje billekoek
in aantocht ziendeeen stevig stuk papier
tusschen hun onder- en bovenbroek verborgen.
Overigens neemt de stroom van schrifturen
over deze kwestie hoe langer hoe meer toe.
Het is ons onmogeljjk* die alle zelfs bjj uit
treksel mee te deelenwjj bepalen ons daarom
tot een enkelein de hoop dat later een meer
officieel onderzoek de waarheid aan het licht
zal brengen.
Een enkele opmerking moet ons echter, in
verband met de getuigenis der drie heeren
predikanten, uit de pen. Wjj betwjjfelen of zjj
wel de geschikte personen zjjn om een onbe
vangen oordeel uit te spreken. De ervaring
leert toch dageljjks dat predikanten vele feiten
en toestanden slechts ten deele kennen, omdat
bij het verschjjnen van een «dominé" de
menschen zich meestal niet in hunne ware
gedaante toonen en vele zaken met opzet
worden verborgen gehouden. Tegenover hen
worden in de negentig van de honderd ge
vallen louter gemoedeljjke praatjes gehouden
en omgekeerd gaan zij zeiven meestal op in
theoretische beschouwingen, die zeer zeker hun
hart alle eer aandoen, maar bjj practische
vraagstukken weinig of geen waarde bezitten.
Het moge waar zjjn dat de heer Van 't
Lindenhout in zjjn vermogen achteruit is
gegaan en een toonbeeld van weldadigheid is
aan den anderen kant wordt toch ook
opgemerkt dat de heer Van 't Lindenhout en
de zijnen, niettegenstaande zjj hoegenaamd
geen geld hadden en geen groot traktement
genieten, op zeer weelderigen voet leven,
paarden en rjjtuigen er op na houden enz.
Waar men de weldadigheid betracht moet mejj
toch daartoe de mjddejea bezitten,