27 Juni. N°. 149. 1369 Jaargang. 1893 Dinsdag Middelburg 26 Juni. Deze courant verschijnt d a g e 1 y k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.- Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager; Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alia dankbetuigingen; van 17 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Reclames 40 cent per regel. MIDDELBURG»!COURANT. Thermometer. j Agenten te Vlissingen P. Gr. de Vet Mesidagh Zoon, te Goes A. A. W. Bolland, te KruiningenP. v. d. Peijl, te Zierikzee A. C. de Mooiï, te Tholen W. A. I Advertentiën Middelburg 26 Juni 8u. vm. 62 gr. j van Nleuwenhuijzen en te Terneuzen: M. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en adyertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur m. 12 u. 68 gr., av. 4 u. 65 gr. F. advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, DB Gebr. Belinfante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zijn, -willen 'i i ir.-r.]iv.j. tj -xij_ l. n.. tjj n1. j. n_vi:„ux n T t, a. n... i™,o i - - Verwacht Z. wind. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John P. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen. By koninkl. besluit is benoemd tot betaalmeester te Sas van Gent J. P. Heemskerk, thans surnumerair. (Zater dag reeds onder Laatste berichten medegedeeld); is benoemd tot kantonrechter te Heusden mr N. C. H. van Daalen Wetters, thans griffier bp het kantongevecht te Goes is benoemd tot rechter in de arr.-rechtbank te Leeuwarden mr D. Z. van Duyl, thans vechter in de arr.-rechtbank te Zierikzee zjjn benoemd tot dijkgraaf van den polder Westkerke H. van Strientot gezworenvan den polder Oost-Nieuwland, gemeente Wol- faartsdjjk, C. van Dammevan den polder Elisabeth onder Biervliet A. de Groote; van den polder Oost (Krabbendjjke) C. G. Kolff; van den Koudepolder J. de Kraker; van den polder Zonnemaire C. F. van den Bout Cz. van den polder Muije D. van Gorselvan den polder Adriana Johanna te Dreischor J. H. de Vliegervan den Nieuwen Olzendenpolder E. de Jongevan den polder Oud-Kempenshof- stede H. van 't Hof; van den polder Willem A. Breurevan den Bontepolder C. van der Hooftvan den polder Melo H. Prancken van den Piersenspolder G. Dees Pz.van den polder Westkerke A. Weynsvan den polder Nieuiv Sint-Joosland I. van Waarde van den polder Nieuw Noord-Beveland I. Verhulst; van den polder Westerland H. van Strien van den polder Moggershil J. Elenbaas Mz. van den polder Borrenbrood P. J. Hallingse van den polder Deurloo G. C. M. Geluk; van den polder Oude te St. Philipsland M. Dorst van den Zuid-Kraaiertpolder M. G. van Nieu- wenhuyze van het waterschap van den Nieu wen Passageulepolder C. J. Sturm; van het waterschap Oud-Wolphaartsdijk A. op 'tHof; alle gelegen in de provincie Zeeland; is benoemd tot directeur der strafgevangenis te Alkmaar M. A. Bender, thans cipier dier gevangenis is aan mr Th. A. van Bommel, op zjjn ver zoek, eervol ontslag verleend als officier van justitie bp de arr.-rechtbank te 's Hertogen bosch, met dankbetuiging, en is benoemd tot officier van justitie bp die arr.-rechtbank mr J. H. de Ranitz, thans officier van justitie bjj de arr.-rechtbank te Roermond is benoemd tot raadsheer in het gerechtshof te Leeuwarden mr D. N. van Hoytema, thans officier van justitie bjj de arr.-rechtbank te Tiel. is de machinist le kl. in het vaste korps A. de Leeuw benoemd totofficier-macbinist2ekl. bjj 's rjjks stoomvaartdienst zjjn bevorderdtot kapitein ter zee de kap.-luits. t/z. le kl. J. Dalen en C. Hoffman tot kap,-luit. t/z. de luits t/z. le kl. W. A. Cambier en L. J. K. A. Jeekel; tot luit. t/z. le kl. de luits t/z. 2e kl. R. Posthumes Meyjes en E. de Haantot luit. t/z. 2e kl. de adelb. le kl. F. van Wageningen en G. H. van der Stok is de titulaire rang van kap.luit. t/z. verleend aan de gepensioneerde luit. t/z. le kl. C. J. de Jong Pzn en P. H. Prager, alsmede aan den eervol uit het korps zeeofficieren afgevoerden luit. t/z. le kl. C. J. de Vriesse; is den eersten-machinist bjj 's rjjks werf te Amsterdam P. Bestelink, op zjjn verzoek, eervol ontslag uit den werfdienst verleend, behoudens toekenning van pensioende machinist bjj genoemde werf P. Huisken, onder eervolle ontheffing van de tjjdeljjke waarneming van de betrekking van baas der smeden, bevorderd tot eerste-machinist is de majoor E. A. F. baron Creutz, van het Se reg. vest.-art., op zjjne aanvrage, op pen sioen gesteld ad f 1561 'sjaars; zjjn benoemd bjj het wapen der artillerie, bjj den staf van het wapen, tot majoor, de kapitein P. C. de Wilde, van het korps pantser fort-art. tot magazjjnmeester der art., met bestemming om te worden toegevoegd aan den commandant der bereden art,, de kapitein C. A Alpherts, van het 2e reg. vest.-art.is eervol ontheven uit zijne betrekking van hoofd der IVe afdeeling van het dep. van oorlog, de majoor W. P. ridder van Rappard, van den staf der art., die in verband daarmede in zjjnen rang wordt overgeplaatst bjj het 3e reg. vest.' art., en is aangewezen tot hoofd der IVe af deeling van dep. van oorlog de majoor De Wilde voornoemd is de kapitein M. Zelvelder, van het le reg, inf., op pensioen gesteld ad f 1474 'sjaars; zjjn benoemd bjj het wapen der inf., bjj het le reg., tot majoor de kap. T. A. J. Roersch yan het 6e reg; tot kapitein de eerste-luit, R. A. Jackson, van het reg. gren. en jagers tot eerste-luit. de tweede-luit. P. G. van Drunen, van het korpsbjj het 3e reg. tot luit.kol., de majoor F. H. Knebel en tot eerste-luit de tweede-luit R. H. Laman Eyssonius Wichers, beiden van het korps bjj het 6e reg., tot kapitein de eerste-luit. T. J. Anken, van het korps, gedet. bjj het leger in N.-I. De minister van financiën heeft het wetsont werp op de grondbelasting naar de Koningin- regentes gezonden, zoodat het ieder oogenblik bjj de Staten-Generaal kan inkomen. Nader bljjkt ons, dat de heer Hartogh, een wjjziging van het wetboek van burgerljjke rechtsvordering voorstellende, niet, zooals wjj meenden, een enkel punt van dringenden aard onder handen had genomen, maar in overleg met eenige bekwame rechtsgeleerden een door- loopende herziening van dit wetboek heeft bewerkt, die zich over een honderdtal artike len uitstrekt. Bjj de bekende politieke denk beelden van den heer Hartogh zal het dan wel de bedoeling zijn dit werk aan een vol gende Kamer over te laten, maar reeds voor af gelegenheid te geven het te bestudeeren. (Vad.) In verband met de ongunstige berichten, omtrent de gezondheid onzer koningin, die in Engelsche bladen voorkwamen, seinde de gouverneur van Suriname den lsten Juni aan onzen minister van koloniën «Baart toestand Koningin ongerustheid", waarop het gerust stellende antwoord werd ontvangen «Neen". De ontvangst dezer heugljjke tjjding werd te Paramaribo met groote feesten gevierd. Kamers van Arbeid. Een uitvoerig afdeelingsverslag van de Tweedekamer is verschenen over het nader (thans gemeenschappeljjk) ingediende wets voorstel van de heeren Pyttersen en Schirn- melpenninck v. d. Ojje tot instelling van Kamers van Arbeid. Deze overweging heeft geleid tot eene con ferentie, die op 28 April 11. is gehouden tusschen de voorstellers en de commissie van rappor teurs, welke hoofdzakeljjk liep over het prin cipieel bezwaar dat in de afdeelingen was gerezen met betrekking tot den vorm, waarin de zaak voor de kamer thans wordt gebracht, voor zoover men nl. hier te doen heeft met een wetsvoorstel, hetwelk alleen in naam als een gemeenschappelijk voorstel kan worden aangemerkt. De commissie van rapporteurs deed den voorstellers opmerken, dat eene be- hoorljjke uitoefening van het recht van initia tief medebrengt dat de voorstellers of ieder der voorstellers zich geheel en zonder voor behoud verantwoordeljjk stelt voor den in houd. En nu bleek het dat omtrent het hoofd beginsel de indeeling der Kamers van Arbeid in sectiën van patroons en werklieden, de voorstellers ljjnrecht tegenover elkander staan. Hieromtrent nu gaf men in overweging, dat de voorstellers zouden trachten alsnog tot overeenstemming te geraken. Mocht dit niet gelukken, dan zou het, naar het oordeel dei- voorstellers, wellicht het best zjjn dat een van beiden zich terugtrok. De comm. v. rapp. was dit eensmaar, desgevraagd, wilde zjj niet de verantwoorde- Ijjkheid op zich nemen voor de beslissing wie der beide voorstellers zich in dat geval zou terugtrekken. Inmiddels kwam den 22en Juni bjj de commissie het bericht in, dat het den voorstellers niet mocht gelukken tot onderlinge overeenstemming te geraken, en thans meende de commissie het verslag niet langer te mogen ophouden. In de afdeelingen zelve bleek omtrent zeer vele punten een groot verschil van gevoelen te bestaan en meer bepaaldeljjk omtrent het groote beginsel dat de beide voorstel lers het meest verdeeld houdt. In deze omstandigheden achtten verscheidene leden het 't best om tot de regeling der kamers van arbeid niet over te gaan, voordat het kiesrecht nader geregeld zou zjjn. Over de vraag of afzonderljjke beraadslagingen van patroons en van werklieden wenscheljjk zjjn en, zoo ja, in welke gevallen en op welke wjjze deze behooren plaats te heb ben, kon naar de meening dezer leden met goed gevolg slechts beslist worden door eene op breederen grondslag gekozen volksvertegen woordiging; doch andere leden meenden dat eene nieuwe kamer eventueel op dit punt de tot stand gekomen wet zou kunnen wjjzigen. Onder de hoofdpunten, die, bljjkens het verslag, nog velerlei bedenkingen uitlokten, waaromtrent groot verschil van meening bleek te bestaan, behoort het stelsel zelf van de be middeling van geschillen, nl. voor zooveel de werking van de verzoenings-bureau's betreft, Opnieuw heeft de heer Levy eene breed voerige nota bjj het verslag gevoegd, waarin hjj zjjne principieele bedenkingen tegen de instelling van kamers van arbeid nogmaals uiteenzet en het wetteljjk gewaarborgd recht tot vereeniging en vergadering zonder nitzondering geldend wil doen bljjven, ook voor hen die tot den arbeid in betrekking staan. Aan voorlichting nopens arbeidsbelan- gen heeft het centrale gezag behoefte en de daartoe in te stellen arbeidsraden of wel per-1 manente commissies van enquête mogen zelfs den schjjn niet wekken als ware het te doen om een Staat in den Staat, om eene vertegen woordiging buiten de algemeene volksvertegen woordiging om. De Weeginricliting- te Aeerboach. Men schrjjft ons uit Amsterdam De bijeenkomst van oud-weezen van Neer bosch, Zondag alhier gehouden, werd bjj ge woond door 50 manneljjke en 12 vrouweljjke weezen, de meesten uit Amsterdam en voorts uit Rotterdam, Haarlem, Wageningen, Hees en Dodewaart, benevens 21 verslaggevers en correspondenten van dagbladen van hier en omliggende plaatsen. Zjj werd geleid door den heer Varisiot, stipeur aan de Electrische drukkerjj, die de aanwezi gen het welkom toeriep met «broeders en zusters" en hun hulde bracht voor hun tegen woordigheid, waardoor zjj bljjk hadden gegeven de pogingen te willen verjjdelen, die opgingen om de zaak van de Weezeninrichting te Neer bosch in den doofpot te doen. Hij dankte de vertegenwoordigers der pers, voor de tal- rjjke opkomst niet alleen, maar ook voor de onpartjjdige wjjze, waarop deze zaak in de dagbladen was besproken, uitgezonderd het Nieuwsblad voor Nederland, dat zich min of meer partjj had gesteld voor den directeur. Aanleiding tot deze bjjeenkomst was, zeide hjj, de mislukte poging des heeren Filet, om en kele handteekeningen te verzamelen ten gunste van den heer Van 't Lindenhout, en voorts in de overweging of het niet ondenkbaar zou zjjn, om hetgeen in de bekende brochure der heeren Van Houten en Van Deth waarheid is niet te bevestigen ten gunste van de huidige weezen. Dit was aller piicht, meende hjj, nu zjj in de groote maatschappjj een plaats had den ingenomen. Met den heer Van 't Lindenhout «dat de Heere God wel zal zorgen" was hjj het niet eensevenmin als met de enkele stemmen, die zich voor Van 't Lindenhout verhieven zjj toch waren meest alle die van leveranciers aan de inrichting, die hun best deden om de zaak van Van 't Lindenhout te redden. En wat die leverantie van den spekslager nu wel voor de weezen te beteekenen had, trachtte hij op wel wat comische wjjze te verduideljjken, met de mededeeling, dat die bekende leverancier voor f 5000 spek aan de inrichting leverde, waarvan de weezen l1/, ons per week bekomen, dat gebakken nauweljjks zoo groot was als een dobbelsteen. Hier interruppeerde Geertruida Janssen (ge huwd) den spreker met de woorden«Zoo klein heb ik het nooit gehad". (E e n i g r u m o e r)- De heer Varisiot vervolgde en zeide, dat het wel waar kon zjjn, dat wiens brood men eet diens woord men spreekt, maar dat toch de waarheid in alles diende gehuldigd te worden. Voor /"5000 's jaars kon aan 1100 weezen maar weinig spek worden toebedeeld. Daarbjj kwam ook dat de bereiding van het middagmaal des Zondags, als een stukje vleesch opgedischt werd, dikwjjls veel te wenschen overliet. Verklaringen als die van den doctor-genees heer, dat er nog nimmer weezen aan de ge volgen van straffen waren overleden, brachten hem van zelf op de zuster van Kwast. En dat men diens verklaring trachtte te ontzenuwen lag voor de hand. Zoo b. v. de loochenstraf- fing door die zuster. Het zou spreker aan genaam zjjn als Kwast overdreven had in zjjn voorstelling van het feit. Maar met de Stan daard was hij 't geheel eens, dat de zaak niet op zjjpaden, maar langs den koninkljjken weg van onpartjjdig onderzoek moest berecht worden. Hjj verklaarde aan 't slot van zjjn inleidend woord, dat het hem en zijn vrienden niet te doen was om de weezen-inrichting te Neer bosch ten onder te brengen, maar om die tot een model te doen wordenalsmede dat Van 't Lindenhout gekend bleef als held des geloofs. En hjj hoopte dat de rijken de inrichting zouden bljjven steunen in alles wat, na de- geljjk onderzoek, zou bljjken noodig te zjjn. (Flauw applaus). Er was eenig rumoer en samenspraak onder de oud-weezen ontstaan. Kwast verhief zjjn stem en verzocht stilte. Hjj verzekerde waar heid te willen en daarvoor zjjn eigen leven en de maatschappelijke positie van vrouw en kroost te willen ten offer brengen. De heer Sleef, op wiens initiatief deze bjjeen komst was belegd, kreeg hierna het woord. Hjj begon met te zeggen, dat, wat thans ge schiedt, wel te voorzien was. Hoe vaak toch moesten de weezen het brood wegens schim mel of leng afbreken en wegwerpen Hoe vaak moest gezongen: *'k Heb tegen U, o Heer, zwaar en menigmaal misdreven enkel en alleen om bjj de weezen 't schuldbesef levendig te houden. Dat was niet slecht ge daan. 30 jaren lang heeft de inrichting be staan, en veel zegen afgeworpen. Geen klachten werden gehoord. Vele weezen hebben het tot een goede maatschappeljjke positie gebracht door eigen kracht en energie, niet tegenstaande de geheel onvoldoende opleiding en de wjjze waarop zjj de wjj de wereld werden ingezonden. Maar daarom mochten de oud- weezen dan ook niet zwjjgen om de zaak zelve. Hjj tartte Filet te bewjjzen dat deze bjjeenkomst met oneerljjke bedoelingen was uit gelokt. De heer Sleef trad hierna in eene bespreking der brochure van Van Houten en Van Deth, las ellenlange citaten daaruit voor en gaf de verzekering dat hjj die feiten kon bevestigen en staven. Het zou ons te ver voeren den spreker hier op den voet te volgen. Hjj werd dan ook gedurig in de rede gevallen door Filet en anderen die opmerkten, dat men die zaken en scripturen uit de dagbladen wel kende en verzocht zich te bekorten om ook anderen ge legenheid tot spreken te geven. Spreker be vestigde alzoo de beweringen in de brochure betreffende ongedierte, slechte voeding, onvol doende ligging, onvoldoende ziekteverzorging enz. enz., en dat er driemaal een begin van brand ontstond in een petroleumlamp. («Dat heb ik nooit gezien", riep Geertruida Janssen uit.) De spreker drong ten slotte er op aan, dat een onderzoek alles zal geven, wat bevor- derljjk kan zjjn aan verbetering der gebouwen in 't belang van de gezondheid der weezen. Hier volgde weder een verward gesprek. Op de vraag van de weesmeisjes of haar de handen niet verkeerd stonden, toen zjj in een dienst kwamen, riep er een «mjj wel," Geer truida Janssen »mjj niet." Sleef maakte er vervolgens nog den heer Van 't Lindenhout een ernstige grief van dat den weeskinderen, zoo dikwjjls de zonden hunner ouders verweten werden. Ook daaraan moest een einde komen. Spreker zeide verder naar aanleiding van de verdediging van meester Van der Schuur, dat het christeljjk Nederland in Neerbosch een schandaal heeft als Frankrijk in de Panama-zaak, en in Van 't Lindenhout een man als De Lesseps, Arton of Herz. En wat doet men nu om die beschuldigingen te logenstraffen? vroeg hjj. Niets. Van 'tLin denhout zal trachten een onderzoek zoo lang mogelijk tegen te houden, omdat hjj weet dat het tot nadeel van hem en zjjn echtgenoot zal zjjn. Sleef riep ten slotte den heer Van 't Lin denhout op zich te verantwoorden tegen de beschuldigingen, in de Graafschapper gedaan, en die hjj nu voorlas. (Slechts een persoon applaudiseerde op de rede van Sleef.) Hierna werd een pauze gehouden. Wat daarna plaats had deelen wij in een volgend nommer mee. Alleen melden wjj dat 15 sprekers aan het debat deelnamen. Ten slotte werd een motie aangenomen, waarin verklaard werd dat de behandeling in Neerbosch overeenkomt met hetgeen in de be kende brochure is gezegd en aangedrongen werd op een onderzoek door de justitie. Daar vóór de stemming over die motie velen de zaal verlieten was deze zeer onzuiver. De Prov. Geld. en Nijm. Ct. bevatte dezer dagen een voor die inrichting en haar bestuur zeer gunstige verklaring van de heeren Jb. Mouljjn, F. W. Smits Pz. en E. A. G. van Hoogenhuyze, predikanten der Ned. Herv. gem. te Njjmegen. Zjj verklaarden daarin zich te ergeren over de lichtgeloovigheid van het publiek ten aanzien van het eerste het beste schotschrift van onbekende lieden. «Ons zeggen zjj is het behoefte te verklaren, dat wjj, jarenlang met de familie Van 't Lindenhout en de weesinrichting be kend, waar de eerstondergeteekende sedert 1884 wekelijks catechiseert, den heer en me vrouw Van 't Lindenhout hooger hebben leeren achten en harteljjber hebben liefgekregen, naarmate wjj hen beter hebben leeren kennen. Ons vertrouwen op hen is in spjjt, neen ten gevolge van al wat dezer dagen tegen hen geschreven is, niet geschokt, integendeel be vestigd en versterkt." Het verhaal van den oud-verpleegde Kwast over lichamelijke mishandeling wordt door de drie genoemde heeren gedeelteljjk tegenge sproken, gedeelteljjk teruggebracht tot een eenvoudige kastjjding. Men leze Eerst-ondergeteekende sprak 22 dezer de zuster der gestorvene, die ontdaan was over haar broeders geschrjjf, 31 jaar oud, wordt zjj, zelve «wak, sedert 23 jaar te Neerbosch ver pleegd, Zjj is der ziekenmoeder in het zie kenhuis tot hulp. Zelf had zjj al dien tjjd nooit straf gehad. Haar overleden zuster, Jansje Kwast, ljjdende aan een borstkwaal, waaraan zjj na een verbljjf op de weesinrich ting van 4 jaar overleden was, had mevrouw Van 't Lindenhout bjj zich gehouden voor het lichtere werk, stoffen, enz. Aan haar zuster had Jansje nooit geklaagd, dat zjj slaag kreeg. Cornelia Lankair, die te geljjk met Jansje bjj mevr. V. 't L. werkzaam was, waar zjj nog steeds dient, verklaarde hem, dat mevrouw nooit een hand naar Jansje uitgestoken had, alleen, als zjj reden tot ontevredenheid gaf, haar wel eens berispt had. De heer Van 't L. kwam er rond voor uit dat hjj E. Kwast terdege gekastjjd had. Maar waar zou het ook heengaan, als er tuchteloos heid heerschte onder zooveel kinderen De jongen had inbraak gepleegd en gestolen. Lichaamstraf wordt uiterst zelden toegepast, en dan altjjd in tegenwoordigheid van ver pleegden. Dit is nu éen feit dat onderzocht is. merken de inzenders op. Zjj zjjn overtuigd, dat hetzelfde lot bjjna al den overigen inge- brachten grieven zou wedervaren. Over een ander belangrjjk punt de finan- cieele omstandigheden der familie Van 't Lin denhout wordt het volgende getuigd De Heer Van 't Lindenhout verrjjkt zich met het geld, dat voor de weezen wordt in gebracht, luidt de beschuldiging. Waarheid is, dat de directeur met zjjn gezin de dage- 1 jjksche consumptie vrij heeft, plus één duizend gulden traktement sjaars, dat tot twee dui zend gulden verhoogd is, sedert de opbrengst der drukkerjj in de Brouwerstraat te Njjmegen gestort is in de kas der wees-inrichting. Zoo ook genieten zjjne beide zonen eene bezoldi ging ieder van f 2000, Maar waarheid is niet minder, dat, als de kas schraal voorzien is, de directeur en zjjne beide zonen de eersten zjjn, aan wie het traktement niet wordt uitgekeerd, zoodat de heer Johannes van 't Lindenhout de laatste jaren acht duizend gulden in zjjn ver mogen is achteruitgegaan. Hem, die een toon beeld is van milddadigheid op alle gebied, als een dienaar van den mammon te hooren voorstellen is voor allen, die hem kennen, eenvoudig belacheljjk. In het N. v. d. D. van Maandag komt over de zg. mishandeling, waarvan de oud-wees E. Kwast melding maakte, een uitvoerig stuk voor van de hand van P. Tj. J. Kesler, eveneens oud-wees, waarin verklaard wordt dat de ge straften als 't ware een bende uitmaakten, die een welberaamd plan tot diefstal hadden ge vormd en uitgevoerd. De reden, waarom die personen bjj die gelegenheid werden vastge houden, was deze, dat anders de directeur, vóór dat hjj met de kastjjding was begonnen, misschien door Koster, een der gekastjjden, die een sterke, stevige en daarbjj vermetele en onbeschaamde jongen was, was doodgetrapt. Het afstrijken van de bovenbroek geschiedde daar het al meer dan eens was voorgekomen, dat dergeljjke personen, een pakje billekoek in aantocht ziendeeen stevig stuk papier tusschen hun onder- en bovenbroek verborgen. Overigens neemt de stroom van schrifturen over deze kwestie hoe langer hoe meer toe. Het is ons onmogeljjk* die alle zelfs bjj uit treksel mee te deelenwjj bepalen ons daarom tot een enkelein de hoop dat later een meer officieel onderzoek de waarheid aan het licht zal brengen. Een enkele opmerking moet ons echter, in verband met de getuigenis der drie heeren predikanten, uit de pen. Wjj betwjjfelen of zjj wel de geschikte personen zjjn om een onbe vangen oordeel uit te spreken. De ervaring leert toch dageljjks dat predikanten vele feiten en toestanden slechts ten deele kennen, omdat bij het verschjjnen van een «dominé" de menschen zich meestal niet in hunne ware gedaante toonen en vele zaken met opzet worden verborgen gehouden. Tegenover hen worden in de negentig van de honderd ge vallen louter gemoedeljjke praatjes gehouden en omgekeerd gaan zij zeiven meestal op in theoretische beschouwingen, die zeer zeker hun hart alle eer aandoen, maar bjj practische vraagstukken weinig of geen waarde bezitten. Het moge waar zjjn dat de heer Van 't Lindenhout in zjjn vermogen achteruit is gegaan en een toonbeeld van weldadigheid is aan den anderen kant wordt toch ook opgemerkt dat de heer Van 't Lindenhout en de zijnen, niettegenstaande zjj hoegenaamd geen geld hadden en geen groot traktement genieten, op zeer weelderigen voet leven, paarden en rjjtuigen er op na houden enz. Waar men de weldadigheid betracht moet mejj toch daartoe de mjddejea bezitten,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1