N°. 131.
136" Jaargang.
1893
Dinsdag
6 Juni.
Middelburg 5 Juni.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen) van 1—7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Reclames 40 cent per regel.
ONDERWIJS.
Thermometer.
Middelburg 5 Juni 8 u. Tm. 63 gr.
m. 12 u. 63 gr., av. 4 u. 65 gr. F.
Verwacht N. W. wind.
Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoo», te Goes A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. y. d. Peijl, te Zierikzee A. 0. de Mooij, te Tholen W. A.
van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebr. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Atlvertentiën
moeten des namiddags te één uur
aan het bureau bezorgd zjjn, willen
zjj des avonds nog worden opgenomen.
Men gaat hier aldus vangt in de Arnhem-
sche courant een hoofdartikel aan dat allezins
lezenswaard is men gaat hier met het voor
het gerecht brengen van sprekers op vergade
rinden van Bociaal-democraten tegenwoordig
naar onze meening wel wat ver, en indien
het gerucht waarheid bevat, dat de veelvuldige
vervolgingen wegens majesteitsschennis, op
ruiing en dergeljjke, op zich zelf zeker af te
keuren zaken, toe te schrijven zjjn aan circu
laires uit den Haag, dan wordt het tjjd dat
in de Tweede kamer dit punt eens ter sprake
wordt gebracht en een votum van de volks
vertegenwoordiging uitgelokt over deze, nu
en dan niet weinig kleingeestige, altoos hate
lijke en verbittering wekkende vervolgingen.
Uit een zedeljjk oogpunt is het optreden
van deze kinderen van het Zwolsch congres
niet anders dan streng af te keuren, en de
stokerpen en opruierjjen, welke zjj zich ver
oorloven ten aanzien van onkundige, lichtge-
loovige lieden, kunnen zeker even gevaarlijk
werken als wanneer men kinderen vuur en
wapens tot speeltuig geeft. Maar de straf
baarheid van zulk een optreden, wanneer er
geen gevolg aan gegeven wordt, geen verzet,
geen rustverstoring er uit voortgekomen is,
moet men zoo hoog niet rekenenvoor de
politie, die tot vervolging den eersten stoot
geeft, is het steeds ongeraden en gevaarljjk
zich te gedragen naar het voorschriftgouvemer
c'est prévoir. Opruiing, die afstuit op het
gezond verstand van de menigte en dus niets
uitwerkt, heeft hoegenaamd geen gevaar in
men geeft daaraan eene ongewenschte betee-
kenis juist door het vervolgen. En heeft zjj
gevolg, dan geeft de wet de wapens niet alleen
tegen de dadelijke bedrjjvers van de misdadige
gevolgen, maar ook tegen hen, die de feiten
door hunne strafbare woorden en aanhitsingen
hebben uitgelokt.
Met veel verbazing hebben wjj kennis geno
men van het feit van de vervolging van twee
lieden die, in eene vergadering sprekende over
de bijzonderheden van eene ontmoeting tus-
schen twee Europeesche potentaten, die elkan
der naar vorsten wjjze hartelijk hadden ge
zoend, gezegd hadden, dat die twee elkander
maar liever doodgezoend moesten hebben. Wij
weten dat er nog ergens eene oude wet tegen
beleediging van vreemde souvereinen bestaat,
en uit een bloot technisch oogpunt, gewapend
met deze verouderde wet, kan eene vervolging
wegens dergelijke uitdrukkingen wellicht met
goed succes voor de aan de wet gebonden recht
banken worden ingesteld. In gemoede doen wjj
echter de vraag of zulk eene strafvervolging
niet is ontaard in eene echte .vervolging" in de
ergste beteekenis van het woord? geen pour-
suites meer maar persecution En hebben zij
't wel zoo ver mis, die hierin een .zoeken"
van de sociaal-democraten zien, alsof de
justitie die zoo gaarne in haar gezelschap had
Het is zeer wel mogelijk dat de achtbare
heeren, die over zulk een vergrijp te oordee-
len en het, slaven van de wet als zjj tot zekere
hoogte zijn, te bestraffen hebben,dergelijke uitin
gen en gezegden,al zjjn ze in meer beschaafden,
guitigen vorm gekleed, met een glimlach heb
ben gelezen in een of ander geïllustreerd week
blad, of aangehoord in het gezellig gesprek
aan het societeits-tafeltje. En zoo de heeren
van de rechterlijke macht zóóver door hun
ernstig ambt boven de menschelijke natuur
verheven mochten zjjn, van niet meer naar
oud-vaderlandschen trant behagen te scheppen
in een kantig, snedig woord, waarvan de voor
den een of ander soms te scherpe vorm de
kern van waarheid niet wegneemt, maar veel
eer sterker doet uitkomen, de lezers van
hunne vonnissen zullen bjj zich zelfde vraag
voelen opkomen, of men hier eigenlijk niet
met twee maten meet. Gaat de teekenaar, die
een buitenlandsch gekroond oorlogsheld als
een moordenaar in 't groot .afbeeldt", niet van
hetzelfde gronddenkbeeld uit, al is zjjn vorm
edeler en beschaafder, als zij die spottender
wijs den wensch uiten dat twee potentaten,
die, onder het voorwendsel van den vrede in
Europa tot eiken prjjs te handhaven, hunne
volken en landen door bovenmatige oorlogslas
ten uitputten en geldmiddelen van hun eigen,
gevolgeljjk ook van de andere staten te gronde
richten, elkander maar liever moesten dood'
zoenen
Eene vervolgingspolitiek is altoos eene vér-
keerde politiek, vooral verkeerd, wanneer
daartoe van hoogerhand mocht worden aan
gespoord of gedreven. Het zou ons daarom
genoegen doen indien er op eenigerlei wijze
Jicht ton gegerea wprden <5ver de loopepde
geruchten, dat dergelijke aansporing hier te
lande tegenwoordig gegeven wordt. Wjj hebben
het totnogtoe niet geloofd, ook omdat wjj het
met de eer, onafhankelijkheid en discretie van
de rechterlijke macht in strjjd achtten, dat de
ambtenaren van het openbaar ministerie van
hooger autoriteit bevel zouden ontvangen en
blindelings gehoorzamen tot sévir, zooals de
Franschen het noemen. Maar het gerucht is
zóo taai en wandelt zóo onvermoeid voort;
wenschelijk is 't dat men dót tracht uit te
roeien, want het doet aan de regeering en
aan de justitie meer kwaad dan het optreden
i de sociaal-democraten zelf, ook waar zij
zich nog ongepaster en geesteloozer uitlaten
dan over de vorsten van het Drievoudig Verbond.
Het heeft er veel van, zoo luidt het verder
in genoemd opstel alsof er een loopje ge
nomen wordt met den Delftschen hoogleeraar
in de staathuishoudkunde wegens zjjne uit
treding uit het bekend comité. Om strijd weten
correspondenten haarfijn en in alle bijzonder
heden mede te deelen, welke geheime en
vertrouwelijke onderhandelingen en besprekin
gen aan die uittreding zjjn voorafgegaan, en voor
welke geweldige pressie en grove bedreigingen
de professor heeft moeten zwichten. Nu spreken
die berichtgevers, die allen de uitsluitende en
éenige waarheid beweren te kennen en te
verkondigen, elkander tegen en ontnemen dus
alle waarde aan elkanders en aan eigen mede-
deelingen, en nu verklaren personen van be
teekenis in de politieke wereld, dat hetgeen,
volgens die welingelichte correspondenten, aan
iedereen bekend is, voor hen totnogtoe geheel
verborgen is gebleven, zoodat het groote pu
bliek voor al dat geschrjjf wel even koud zal
blijven als het voor de oproepingen van het
comité in kwestie gebleven is. Veel kwaad
kunnen die racontars professor Pekelharing
dus niet doen, maar juist omdat de meer-
geavanceerde geestverwanten van den hoog
leeraar men ziet hier ook weder, dat men
t van zjjne vrienden hebben moet 1 zich
daaraan met den grootsten jjver te buiten
gaan, is het nuttig aan dit verschijnsel eenige
aandacht te wijden. Om het daarbij betrokken
gemeen belang stellen wjj daarom voor een
oogenblik onzen afkeer van het bespreken van
personen en hunne handelingen ter zjjde.
Heeft de heer Pekelharing, door terug te
komen op een vroeger besluit, 't dan bjj zjjne
vrienden en geljjkgezinden zóózeer verbeurd,
dat hjj aan de haat en verachting van zjjne
medeburgers moet worden prijsgegeven?
Want, men vergete het niet, indien werkeljjk
de uittreding uit het comité te wijten ware
geweest aan pressie en bedreiging van re-
geeringswege zooals dezei- dagen de ware,
doch door krachtige tegenspraak geheel teniet
gedane, waarheid heette te zjjn dan zou
hiervan niet alleen de regeering wegens die
pressie, maar den zwichter wegens dat
zwichten een ernstig verwjjt moeten gemaakt
zjjn. Tegenover een af te keuren misbruik
van macht stond dan een nog meer te be
treuren gemis van zedeljjken moed en ka
rakter. In zoover doen die praatjes den hoog
leeraar, wiens karakter zjj afbreuk doen, kwaad.
Men schjjnt niet te kunnen inzien, dat een
verstandig man ook andere beweegredenen
kan hebben om van inzicht te veranderen,
dan pressie van buiten. De pressie kan ook
van binnen komen, geboren uit eene nadere
overweging van doel en middelengeen man,
hoe geleerd, hoe hooggeplaatst hjj zjj, kan in
de schatting van verstandige lieden dalen,
indien hjj, inziende gedwaald te hebben, zjjne
dwaling openhartig erkent en terugkomt op
hetgeen hjj onder den invloed van die dwaling
mocht hebben gezegd, geschreven of gedaan.
Wjj voor ons hebben van den Delftschen
hoogleeraar niet zulke lage gedachten als de
correspondenten, wier berichten en verzinsels
wjj op het oog hebben. Zoowel om zjjn weten
schappeljjk standpunt als om zjjn karakter
staat hjj bjj ons hoog genoeg aangeschreven
om zonder eenige opheldering of verklaring
te kunnen aannemen dat hjj, uit het meerge
meld comité tredende, niet heeft gezwicht
voor dwang of dreigement, maar voor de
logica van eigen, inwendige overtuiging. Van
een hoogleeraar, een paedogoog, iets anders
te verwachten, is beleedigend.
geteekenden, allen de liberalen beginselen toe
gedaan
Eenigen tjjd geleden werd gemeld dat
op initiatief van het Alg. Ned. Werkl.-verbond
eene algemeene meeting ten gunste van Tak's
kieswet zoude worden gehouden, waarbjj de
medewerking van de vereenigingen Patrimo
nium en den R.-Katholieken Volksbond zou
worden verleend. Later werd dit bericht, als
ontjjdig gepubliceerd, door het orgaan van
eerstgenoemd Verbond vooralsnog tegenge
sproken. Thans meldt dit blad dat, hoewel de
voorzitters voorloopig zich persoonljjk vóór
die meeting hadden verklaard, later bericht
bjj het hoofdbestuur was ingekomen, dat beide
laatstgenoemde vereenigingen hiervoor bedank
ten. Het centraal-bestuur van den R.-K.
Volksbond berichtte, dat het op dit oogenblik
eene betooging niet wenscheljjk achtte, doch het
Bondsbestuur van Patrimonium deed het
eenigszins zonderlinger. Zjj berichtte niet
geroepen te zjjn om de gast van het Alg. Ned.
Werkl.-Verbond te wezen.
In de verschillende werkmansgroepen is dus
op punten, waarover men in het algemeen het
eens is, de zucht tot samenwerking niet groot-
de
In verband met het Utrechtsche adres tegen
kieswet-Tak maakt het Centrum de vol
gende opmerking
Als een bewjjs hoe de onderteekenaars op
de hoogte waren van den inhoud van dit stuk,
zagen wjj ook eenige katholieken onder de
namen prjjken, die liever hun halve hand
zouden geven dan een katholiek principe af
te vallen, om een liberaal aan te hangen. Toch
kwam in h?t ondevteekende stuk voor ondp
echter niet veel meer dan in naam en men
mag gerusteljjk aannemen, dat de sultan noch
eenige inkomsten van de landstreek trok, noch
eenigen invloed oefende op de aanstelling
van de bestuuiders. Alleen schjjnt de maha-
I
vond men een Duitsche vertaling van een werk
van Daudet, onder den titelFrau Potiphar,
vertaald door Paul Heichen, verder een werk
van ZolaLili, een van Adolphe BelotIS en
fant emmailotté. Bij nader onderzoek is ge-
radja van Telokh Semawé in zjjne hoedanigheid bleken, dat geen dier drie schrjjvers het hem
van vizier des sultans wel eens pogingen ge-toegedachte werk geschreven heeft. Daudet zal
daan te hebben zjjn invloed en gezag aldaarwaarschijnlijk bij de rechtbank te Berljjn een
te doen gelden, echter ook zonder goed gevolg, klacht indienen.
Het was voornameljjk Langkat, die zich op
Voor de rechtbank te'sGraverihage stond
vorige week Maandag een twintig jarig meisje
terecht, dat, als winkeljuffrouw in een mode-
magazjjn, gaandeweg voor een waarde van ze
ker f 1600 aan zjjde, fluweel en kant had
verduisterd, daartoe gedreven door nog onop
gehelderde redenen, want zjj kreeg een loon
van f 75 's maands. (Vermoedeljjk is 't hier
nu eens cherchez Vhomme-, maar zeker is dit
niet.)
Bekentenis, bewjjzen enz.; het kind gaat
dus onfeilbaar naar de gevangenis en als zjj
't niet bjjzonder gelukkig treft, begrijpt ieder
wat er verder van dat verwoeste leven terecht
komt.
Maar nu wil ik toch, zegt de Haagsche
briefschrijver van het N. v. d. D., een vraag
doen: valt niet, in zedeljjken zin, een belang
rijk deel der schuld op den chef der zaak,
wiens controle zóó onvoldoende is, dat zulk
een meisje weken en maanden achtereen die
diefstallen kon plegen en ook nu nog alleen
door eigen onhandigheid ontdekt werd Het
pleit de diefegge niet vrij; maar is een patroon
verantwoord, die een meisje aan zooveel ver
zoeking blootstelt?
Bjj kon. besluit
zjjn benoemd tot gezworen voor den Adriaan-
polder C. Markusse Mz., voor den polder Stads
C. Schuilwerye en voor het waterschap de
watering Cadzand I. Izaakszoon Risseeuw
is aan mr A. Ferf, op zjjn daartoe gedaan
verzoek, eervol ontslag verleend als ambte
naar van het O. M. bjj de kantongerechten
in het arrondissement Heerenveen
is bjj de algemeene rekenkamer bevorderd
tot adjunct-commies L. A. J. Verbeek, thans
eerste-klerk
is pensioen verleend ad f 3000 'sjaars aan
J. M. ter Laag, ontv. der dir. bel.;
is benoemd tot directeur van het postkan
toor te Wadingsxveen P. Visser, brievengaar
der aldaar
zjjn benoemd tot commies der telegraphie 3e
klasse J. N. Levsen en K. Cox, thans com-
miesen der 4e klasse.
Bjj het marine-etablissement te Soerabaja
kan een baas ketelmaker worden geplaatst.
Zijdie voor die betrekking in aanmerking
wenschen te komen, moeten zich voor 15 Juni
bjj een gezegeld request aanmelden bjj het
Departement van Koloniën, onder overlegging
van de certificaten en bewjjzen, welke omschre
ven zjjn in de St.-Ct. no 122.
Volgens een telegram uit Medan is het
Europeesch personeel bjj den aanval der At-
jehers, waarvan in ons vorig nommer melding
is gemaakt, ongedeerd gebleven.
Aldus meldt het Hbld, dat tevens van be
voegde zjjde de volgende korte mededeelingen
ontving omtrent Tamiang, waaromtrent de
berichten in de laatste maanden onder de
Atjeh-berichten vooral de aandacht hebben ge
trokken, wegens het handelend optreden zoo
wel van de zjjde der zee- als van die der
landmacht, wat door de aanvallende houding
van Atjehsche zjjde geboden werd.
De rivier Tamiang maakt de grensscheiding
uit tusschen het voormalige rjjk van Atjeh op
de Oostkust en van de residentie Oostkust van
Sumatra.
Vóór het uitbreken van den Atjeh-oorlog
behoorde de rechteroever krachtens de grens
regeling van 1865 reeds tot het Ned.-Ind.
gebied, terwjjl de hoofden van den linkeroever
zich onder het oppergezag van den sultan van
Afjéh rekenden, Pat oppergezag bestond
grond van huweljjksbetrekkingen en neder
zettingen, rechten op Tamiang aanmatigde.
De kampong Soeraway werd ongeveer 60
70 jaren geleden gesticht door twee Atjehers,
die aan Kedjoeroem Karang, het hoofd van den
linkeroever, vergunning verzocht en die ver
kregen hadden, zich beneden te mogen neder
zetten. Een van Passei afkomstige Atjeher
werd later evenzeer met machtiging van K.
Karang, onder diens oppergezag aapgesteld
tot hoofd of orong besar van Soeroewai. De
zoon van dien Atjeher was de radja Bandahara,
die in 1874 hoofd van Soeroewai was. Her-
haaldeljjk was er strjjd tusschen Soeroewai en
Langkat. Als een gevolg van die verwikke
lingen ontstond de kampong Soengie Koeroe,
waarvan het hoofd omstreeks 1861 door den
pangerang van Langkat werd aangesteld.
Zekere, in 1865 van Poeloe Kempei verdre
ven, Tongkoe Hasim vluchtte naar Langsar,
trouwde daar met een dochter van den ked-
joeroean en vestigde zich te Modjopahit.
Op eene sommatie van den pangerang van
Langkat volgde een onderwerping in schjjn,
als een gevolg van de vrees, die vooral in
1865 op de Oostkust van Sumatra, na den
vruchteloozen inval van Atjeh in het Deliscbe,
voor onze wapenen bestond.
Spoedig daarna weigerden de beide radja's
van den linkeroever zich weder aan de be
velen van den pangerang van Lankat te storen
en zich zelfs van zjjn tjap of zegel te bedienen.
Bjj de grensregeling in 1865, waarbjj het
gebied van het Ned.-Ind. gouvernement en
dat van Atjeh op de Oostkust van Sumatra
werd geregeld, heeft men wel de rivier Ta
miang als grens aangenomen, maar daarbjj
over het hoofd gezien, dat die rivier zich
hoogerop in tweeën splitst, waardoor steeds
onzekerheid bestond, welke van de beide
armen als grens was te beschouwen. Eerst
1874 werd aan die onzekerheid een einde
gemaakt en de grens nauwkeurig vastgesteld,
bjj welke gelegenheid ook de regeling van de
en uitvoerrechten en het deel, dat ieder
der radja's daarvan wettig toekwam, werd
vastgesteld, waarbjj vooral de pangerang van
Langkat bewjjs van groote inschikkeljjkheid
en meegaandheid toonde.
In het begin van Mei 1874 werden door-
de beide hoofden van den linkeroever de
onderwerpingsakten geteekend en bezegeld,
en de Nederlandsche vlag te Soeroewai ge-
heschen.
In de akten van erkenning werden de be
namingen van de beide landschappen uitge
drukt door'Negri Tamiang kampong Soe-
rawai" en 'Negri Tamiang kampong Karang.''
Als voorwaarde van hunne onderwerping
hadden beide hoofden den uitdrukkeljjken
eisch gesteld, dat zjj niet onder het bestuur
van den pangerang van Langkat zouden
komen, maar rechtstreeks afhankeljjk zouden
zjjn van het Ned.-Ind. gouvernement.
De oorzaak der laatste troebelen is ons niet
bekend, maar het komt ons niet onwaarschjjn-
ljjk voor, dat Nja Makam en zjjn aanhangers
het water in die Btreken nog troebel genoeg
hebben bevonden, om er met kans op voordeel
in te kunnen visschen.
Men sckrjjtt ons
De onderwjjzersnood doet zich op het eiland
Tholen duchtig gevoelen.
Te Sint Annaland bestaat reeds een jaar
lang eene vacature voor onderwjjzer of onder-
wjjzeres, terwjjl met Mei 11. weer een on
derwjjzer vertrok. Nu de wedde op f 500
gebracht is, zjjn er een drietal sollicitanten
komen opdagen.
Te Stavenisse zjjn thans ook twee vacatures,
waarvan eene van ouden datum.
Te Sint-Maartensdijk deed men ook al te
vergeefs eene oproeping voor onderwjjzer met
hoofdacte op 650.
Te Scherpenisse zal men eindeljjk, na veel
moeite, geholpen zjjn, als tenminste de be
noemde niet bedankt.
Tot hoogleeraar aan het Evangelisch
Luthersch seminarium te Amsterdam is benoemd
de heer dr W. Brandt te Berljjn.
Deze is, zegt het Hbld., niet alleen geen
onbekende in de godgeleerde wereld van ons
vaderland, maar heeft zich ook buitenslands
een eervollen naam verworven. In 1889 ver
scheen zjjn werk: Die Mandder. Daarin werd
een der duisterste vraagstukken uit de geschie
denis der oude Oostersche christeljjke secten
tot helderheid en oplossing gebracht op eene
wjj ze, die de instemming van de eerste des
kundigen, Euting in Straatsburg, De Goeje te
Leiden, en anderen vond. Behalve tal van
andere artikelen verscheen dezer dagen van
zjjne hand een ander omvangrjjk werk over
den oorsprong der Verhalen van de ljjdensge-
schiedenis van Christus.
Dr Brandt is geboren Amsterdammer, zoon
van den vroegeren Hoogduitschen predikant
te Amsterdam. Achtereenvolgens was hjj pre
dikant te Mastenbroek en te Zierikzee en gaf
als zoodanig stichteljjke geschriften in het
licht, o. a. een Zondagsboek, dat zeer geprezen
wordt. In de laatste jaren wjjdde hjj zich te
Straatsburg en te Berljjn aan zjjne oriëntalis-
tische studiën en aan onderzoekingen over het
Nieuwe Testament.
Dezer dagen is door eene commissie)
namens een groot aantal oud-leerlingen en
andere vereerders van wjjlen den hoogleeraar
Opzoomer, een portret van den afgestorvene,
geschilderd door Israëls, aan den senaat dei'
Utrechtsche hoogeschool aangeboden, ter plaat
sing in de senaatskamer.
De afdeeling Sneek van den Bond, V,
Ned. Onderwijzers heeft haar hoofdbestuur
verzocht, om in vereeniging met het hoofd
bestuur van het Ned. Ond.-Genootschap, aan
spoor- en tramwegmaatschappjjen in den lande
't verzoek te richten, onderwjjzers bij 't lagef
onderwjjs in Nederland in de gelegenheid te
stellen door middel van reizen, tegen een laag
tarief, hun aardrjjkskundige kennis uit te
breiden of liever aan te vullen met 't geeh
de leerboeken niet kunnen geven.
T^etteren en Üunst,
Waarschijnlijk zal in 1894 te Brussel een
internationaal congres van vrouweljjke letter
kundigen worden gehouden.
Onze begaafde landgenoot, de beeldhou
wer Pier Pander, die reeds sedert geruimen
tijd te Rome verbljjf houdt, is aldaar bekroond
met de tweede gouden medaille voor twee
bas-reliefs.
De marmeren buste van prof. Donders, on
langs door diens weduwe der Kon. Academie
van Wetenschappen ten geschenke aangeboden,
was eveneens het werk van den heer Pander
te Rome.
Zondag is te Parjjs onthuld het stand
beeld van Theophraste Renaudot, die den 30
Mei 1631 de eerste courant in Frankrijk uit
gaf. De minister-president Dupuy hield een
rede, waarin hjj hulde bracht aan dezen eersten
Franschen journalist.
Te Parjjs is men tot de ontdekking ge
komen, dat van den naam van enkele bekende
Vrijheid der onderwyzers,
In een bjj voegsel tot den beschrijvingsbrief
voor de algemeene vergadering van het
Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap is
opgenomen een voorstel der afdeeling Amster
dam, luidende»De algemeene vergadering
spreke als haar oordeel uit, dat ook voor den
onderwijzer onverkort worde gehandhaafd het
grondwettig recht, om getuigenis af te leggen
van zijne beginselen op politiek of economisch
gebied, welke ook; en om zich aan te sluiten
bjj elke niet bjj eene wet, noch bjj een rech-
terljjk vonnis verboden vereeniging."
Het hoofdbestuur brengt hierover het vol
gende praeadvies uit
»Gaarne had het hoofdbestuur gewild, dat
de afdeeling de bovenstaande motie had terug
genomen, daar het de bespreking daarvan niet
in het belang van het Genootschap acht. Nu
echter de afdeeling gemeend heeft, niet aan
de daartoe strekkende uitnoodiging te moeten
voldoen, wenscht het hoofdbestuur, zoo kort
mogeljjk, aan te geven, waarom het de aan
neming der motie ten ernstigste moet ontraden.
»Er is zeker geen lid van het genootschap,
dat niet de bepaling der grondwet toejuicht;
waarbjj aan ieder burger het recht wordt ge
waarborgd, behoudens de bepalingen der wet,
vrij uit zjjne rueening te zeggen over staats
schrjjvers misbruik is gemaakt om van slecht
geschreven Roeken aftrek te doen vinden. Zoo kundige en maatschappelijk? vraagstukke;^