N°. 131. 136" Jaargang. 1893 Dinsdag 6 Juni. Middelburg 5 Juni. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco f 2. Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel, zijn verkrijgbaar a 5 cent. Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager. Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle dankbetuigingen) van 1—7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Reclames 40 cent per regel. ONDERWIJS. Thermometer. Middelburg 5 Juni 8 u. Tm. 63 gr. m. 12 u. 63 gr., av. 4 u. 65 gr. F. Verwacht N. W. wind. Agenten te VlissingenP. G. de Vet Mestdagh Zoo», te Goes A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. y. d. Peijl, te Zierikzee A. 0. de Mooij, te Tholen W. A. van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmar, te Rotterdam, de Gebr. Belinïante, te 's Gravenhage, en A. de La Mar Azn., te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Atlvertentiën moeten des namiddags te één uur aan het bureau bezorgd zjjn, willen zjj des avonds nog worden opgenomen. Men gaat hier aldus vangt in de Arnhem- sche courant een hoofdartikel aan dat allezins lezenswaard is men gaat hier met het voor het gerecht brengen van sprekers op vergade rinden van Bociaal-democraten tegenwoordig naar onze meening wel wat ver, en indien het gerucht waarheid bevat, dat de veelvuldige vervolgingen wegens majesteitsschennis, op ruiing en dergeljjke, op zich zelf zeker af te keuren zaken, toe te schrijven zjjn aan circu laires uit den Haag, dan wordt het tjjd dat in de Tweede kamer dit punt eens ter sprake wordt gebracht en een votum van de volks vertegenwoordiging uitgelokt over deze, nu en dan niet weinig kleingeestige, altoos hate lijke en verbittering wekkende vervolgingen. Uit een zedeljjk oogpunt is het optreden van deze kinderen van het Zwolsch congres niet anders dan streng af te keuren, en de stokerpen en opruierjjen, welke zjj zich ver oorloven ten aanzien van onkundige, lichtge- loovige lieden, kunnen zeker even gevaarlijk werken als wanneer men kinderen vuur en wapens tot speeltuig geeft. Maar de straf baarheid van zulk een optreden, wanneer er geen gevolg aan gegeven wordt, geen verzet, geen rustverstoring er uit voortgekomen is, moet men zoo hoog niet rekenenvoor de politie, die tot vervolging den eersten stoot geeft, is het steeds ongeraden en gevaarljjk zich te gedragen naar het voorschriftgouvemer c'est prévoir. Opruiing, die afstuit op het gezond verstand van de menigte en dus niets uitwerkt, heeft hoegenaamd geen gevaar in men geeft daaraan eene ongewenschte betee- kenis juist door het vervolgen. En heeft zjj gevolg, dan geeft de wet de wapens niet alleen tegen de dadelijke bedrjjvers van de misdadige gevolgen, maar ook tegen hen, die de feiten door hunne strafbare woorden en aanhitsingen hebben uitgelokt. Met veel verbazing hebben wjj kennis geno men van het feit van de vervolging van twee lieden die, in eene vergadering sprekende over de bijzonderheden van eene ontmoeting tus- schen twee Europeesche potentaten, die elkan der naar vorsten wjjze hartelijk hadden ge zoend, gezegd hadden, dat die twee elkander maar liever doodgezoend moesten hebben. Wij weten dat er nog ergens eene oude wet tegen beleediging van vreemde souvereinen bestaat, en uit een bloot technisch oogpunt, gewapend met deze verouderde wet, kan eene vervolging wegens dergelijke uitdrukkingen wellicht met goed succes voor de aan de wet gebonden recht banken worden ingesteld. In gemoede doen wjj echter de vraag of zulk eene strafvervolging niet is ontaard in eene echte .vervolging" in de ergste beteekenis van het woord? geen pour- suites meer maar persecution En hebben zij 't wel zoo ver mis, die hierin een .zoeken" van de sociaal-democraten zien, alsof de justitie die zoo gaarne in haar gezelschap had Het is zeer wel mogelijk dat de achtbare heeren, die over zulk een vergrijp te oordee- len en het, slaven van de wet als zjj tot zekere hoogte zijn, te bestraffen hebben,dergelijke uitin gen en gezegden,al zjjn ze in meer beschaafden, guitigen vorm gekleed, met een glimlach heb ben gelezen in een of ander geïllustreerd week blad, of aangehoord in het gezellig gesprek aan het societeits-tafeltje. En zoo de heeren van de rechterlijke macht zóóver door hun ernstig ambt boven de menschelijke natuur verheven mochten zjjn, van niet meer naar oud-vaderlandschen trant behagen te scheppen in een kantig, snedig woord, waarvan de voor den een of ander soms te scherpe vorm de kern van waarheid niet wegneemt, maar veel eer sterker doet uitkomen, de lezers van hunne vonnissen zullen bjj zich zelfde vraag voelen opkomen, of men hier eigenlijk niet met twee maten meet. Gaat de teekenaar, die een buitenlandsch gekroond oorlogsheld als een moordenaar in 't groot .afbeeldt", niet van hetzelfde gronddenkbeeld uit, al is zjjn vorm edeler en beschaafder, als zij die spottender wijs den wensch uiten dat twee potentaten, die, onder het voorwendsel van den vrede in Europa tot eiken prjjs te handhaven, hunne volken en landen door bovenmatige oorlogslas ten uitputten en geldmiddelen van hun eigen, gevolgeljjk ook van de andere staten te gronde richten, elkander maar liever moesten dood' zoenen Eene vervolgingspolitiek is altoos eene vér- keerde politiek, vooral verkeerd, wanneer daartoe van hoogerhand mocht worden aan gespoord of gedreven. Het zou ons daarom genoegen doen indien er op eenigerlei wijze Jicht ton gegerea wprden <5ver de loopepde geruchten, dat dergelijke aansporing hier te lande tegenwoordig gegeven wordt. Wjj hebben het totnogtoe niet geloofd, ook omdat wjj het met de eer, onafhankelijkheid en discretie van de rechterlijke macht in strjjd achtten, dat de ambtenaren van het openbaar ministerie van hooger autoriteit bevel zouden ontvangen en blindelings gehoorzamen tot sévir, zooals de Franschen het noemen. Maar het gerucht is zóo taai en wandelt zóo onvermoeid voort; wenschelijk is 't dat men dót tracht uit te roeien, want het doet aan de regeering en aan de justitie meer kwaad dan het optreden i de sociaal-democraten zelf, ook waar zij zich nog ongepaster en geesteloozer uitlaten dan over de vorsten van het Drievoudig Verbond. Het heeft er veel van, zoo luidt het verder in genoemd opstel alsof er een loopje ge nomen wordt met den Delftschen hoogleeraar in de staathuishoudkunde wegens zjjne uit treding uit het bekend comité. Om strijd weten correspondenten haarfijn en in alle bijzonder heden mede te deelen, welke geheime en vertrouwelijke onderhandelingen en besprekin gen aan die uittreding zjjn voorafgegaan, en voor welke geweldige pressie en grove bedreigingen de professor heeft moeten zwichten. Nu spreken die berichtgevers, die allen de uitsluitende en éenige waarheid beweren te kennen en te verkondigen, elkander tegen en ontnemen dus alle waarde aan elkanders en aan eigen mede- deelingen, en nu verklaren personen van be teekenis in de politieke wereld, dat hetgeen, volgens die welingelichte correspondenten, aan iedereen bekend is, voor hen totnogtoe geheel verborgen is gebleven, zoodat het groote pu bliek voor al dat geschrjjf wel even koud zal blijven als het voor de oproepingen van het comité in kwestie gebleven is. Veel kwaad kunnen die racontars professor Pekelharing dus niet doen, maar juist omdat de meer- geavanceerde geestverwanten van den hoog leeraar men ziet hier ook weder, dat men t van zjjne vrienden hebben moet 1 zich daaraan met den grootsten jjver te buiten gaan, is het nuttig aan dit verschijnsel eenige aandacht te wijden. Om het daarbij betrokken gemeen belang stellen wjj daarom voor een oogenblik onzen afkeer van het bespreken van personen en hunne handelingen ter zjjde. Heeft de heer Pekelharing, door terug te komen op een vroeger besluit, 't dan bjj zjjne vrienden en geljjkgezinden zóózeer verbeurd, dat hjj aan de haat en verachting van zjjne medeburgers moet worden prijsgegeven? Want, men vergete het niet, indien werkeljjk de uittreding uit het comité te wijten ware geweest aan pressie en bedreiging van re- geeringswege zooals dezei- dagen de ware, doch door krachtige tegenspraak geheel teniet gedane, waarheid heette te zjjn dan zou hiervan niet alleen de regeering wegens die pressie, maar den zwichter wegens dat zwichten een ernstig verwjjt moeten gemaakt zjjn. Tegenover een af te keuren misbruik van macht stond dan een nog meer te be treuren gemis van zedeljjken moed en ka rakter. In zoover doen die praatjes den hoog leeraar, wiens karakter zjj afbreuk doen, kwaad. Men schjjnt niet te kunnen inzien, dat een verstandig man ook andere beweegredenen kan hebben om van inzicht te veranderen, dan pressie van buiten. De pressie kan ook van binnen komen, geboren uit eene nadere overweging van doel en middelengeen man, hoe geleerd, hoe hooggeplaatst hjj zjj, kan in de schatting van verstandige lieden dalen, indien hjj, inziende gedwaald te hebben, zjjne dwaling openhartig erkent en terugkomt op hetgeen hjj onder den invloed van die dwaling mocht hebben gezegd, geschreven of gedaan. Wjj voor ons hebben van den Delftschen hoogleeraar niet zulke lage gedachten als de correspondenten, wier berichten en verzinsels wjj op het oog hebben. Zoowel om zjjn weten schappeljjk standpunt als om zjjn karakter staat hjj bjj ons hoog genoeg aangeschreven om zonder eenige opheldering of verklaring te kunnen aannemen dat hjj, uit het meerge meld comité tredende, niet heeft gezwicht voor dwang of dreigement, maar voor de logica van eigen, inwendige overtuiging. Van een hoogleeraar, een paedogoog, iets anders te verwachten, is beleedigend. geteekenden, allen de liberalen beginselen toe gedaan Eenigen tjjd geleden werd gemeld dat op initiatief van het Alg. Ned. Werkl.-verbond eene algemeene meeting ten gunste van Tak's kieswet zoude worden gehouden, waarbjj de medewerking van de vereenigingen Patrimo nium en den R.-Katholieken Volksbond zou worden verleend. Later werd dit bericht, als ontjjdig gepubliceerd, door het orgaan van eerstgenoemd Verbond vooralsnog tegenge sproken. Thans meldt dit blad dat, hoewel de voorzitters voorloopig zich persoonljjk vóór die meeting hadden verklaard, later bericht bjj het hoofdbestuur was ingekomen, dat beide laatstgenoemde vereenigingen hiervoor bedank ten. Het centraal-bestuur van den R.-K. Volksbond berichtte, dat het op dit oogenblik eene betooging niet wenscheljjk achtte, doch het Bondsbestuur van Patrimonium deed het eenigszins zonderlinger. Zjj berichtte niet geroepen te zjjn om de gast van het Alg. Ned. Werkl.-Verbond te wezen. In de verschillende werkmansgroepen is dus op punten, waarover men in het algemeen het eens is, de zucht tot samenwerking niet groot- de In verband met het Utrechtsche adres tegen kieswet-Tak maakt het Centrum de vol gende opmerking Als een bewjjs hoe de onderteekenaars op de hoogte waren van den inhoud van dit stuk, zagen wjj ook eenige katholieken onder de namen prjjken, die liever hun halve hand zouden geven dan een katholiek principe af te vallen, om een liberaal aan te hangen. Toch kwam in h?t ondevteekende stuk voor ondp echter niet veel meer dan in naam en men mag gerusteljjk aannemen, dat de sultan noch eenige inkomsten van de landstreek trok, noch eenigen invloed oefende op de aanstelling van de bestuuiders. Alleen schjjnt de maha- I vond men een Duitsche vertaling van een werk van Daudet, onder den titelFrau Potiphar, vertaald door Paul Heichen, verder een werk van ZolaLili, een van Adolphe BelotIS en fant emmailotté. Bij nader onderzoek is ge- radja van Telokh Semawé in zjjne hoedanigheid bleken, dat geen dier drie schrjjvers het hem van vizier des sultans wel eens pogingen ge-toegedachte werk geschreven heeft. Daudet zal daan te hebben zjjn invloed en gezag aldaarwaarschijnlijk bij de rechtbank te Berljjn een te doen gelden, echter ook zonder goed gevolg, klacht indienen. Het was voornameljjk Langkat, die zich op Voor de rechtbank te'sGraverihage stond vorige week Maandag een twintig jarig meisje terecht, dat, als winkeljuffrouw in een mode- magazjjn, gaandeweg voor een waarde van ze ker f 1600 aan zjjde, fluweel en kant had verduisterd, daartoe gedreven door nog onop gehelderde redenen, want zjj kreeg een loon van f 75 's maands. (Vermoedeljjk is 't hier nu eens cherchez Vhomme-, maar zeker is dit niet.) Bekentenis, bewjjzen enz.; het kind gaat dus onfeilbaar naar de gevangenis en als zjj 't niet bjjzonder gelukkig treft, begrijpt ieder wat er verder van dat verwoeste leven terecht komt. Maar nu wil ik toch, zegt de Haagsche briefschrijver van het N. v. d. D., een vraag doen: valt niet, in zedeljjken zin, een belang rijk deel der schuld op den chef der zaak, wiens controle zóó onvoldoende is, dat zulk een meisje weken en maanden achtereen die diefstallen kon plegen en ook nu nog alleen door eigen onhandigheid ontdekt werd Het pleit de diefegge niet vrij; maar is een patroon verantwoord, die een meisje aan zooveel ver zoeking blootstelt? Bjj kon. besluit zjjn benoemd tot gezworen voor den Adriaan- polder C. Markusse Mz., voor den polder Stads C. Schuilwerye en voor het waterschap de watering Cadzand I. Izaakszoon Risseeuw is aan mr A. Ferf, op zjjn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als ambte naar van het O. M. bjj de kantongerechten in het arrondissement Heerenveen is bjj de algemeene rekenkamer bevorderd tot adjunct-commies L. A. J. Verbeek, thans eerste-klerk is pensioen verleend ad f 3000 'sjaars aan J. M. ter Laag, ontv. der dir. bel.; is benoemd tot directeur van het postkan toor te Wadingsxveen P. Visser, brievengaar der aldaar zjjn benoemd tot commies der telegraphie 3e klasse J. N. Levsen en K. Cox, thans com- miesen der 4e klasse. Bjj het marine-etablissement te Soerabaja kan een baas ketelmaker worden geplaatst. Zijdie voor die betrekking in aanmerking wenschen te komen, moeten zich voor 15 Juni bjj een gezegeld request aanmelden bjj het Departement van Koloniën, onder overlegging van de certificaten en bewjjzen, welke omschre ven zjjn in de St.-Ct. no 122. Volgens een telegram uit Medan is het Europeesch personeel bjj den aanval der At- jehers, waarvan in ons vorig nommer melding is gemaakt, ongedeerd gebleven. Aldus meldt het Hbld, dat tevens van be voegde zjjde de volgende korte mededeelingen ontving omtrent Tamiang, waaromtrent de berichten in de laatste maanden onder de Atjeh-berichten vooral de aandacht hebben ge trokken, wegens het handelend optreden zoo wel van de zjjde der zee- als van die der landmacht, wat door de aanvallende houding van Atjehsche zjjde geboden werd. De rivier Tamiang maakt de grensscheiding uit tusschen het voormalige rjjk van Atjeh op de Oostkust en van de residentie Oostkust van Sumatra. Vóór het uitbreken van den Atjeh-oorlog behoorde de rechteroever krachtens de grens regeling van 1865 reeds tot het Ned.-Ind. gebied, terwjjl de hoofden van den linkeroever zich onder het oppergezag van den sultan van Afjéh rekenden, Pat oppergezag bestond grond van huweljjksbetrekkingen en neder zettingen, rechten op Tamiang aanmatigde. De kampong Soeraway werd ongeveer 60 70 jaren geleden gesticht door twee Atjehers, die aan Kedjoeroem Karang, het hoofd van den linkeroever, vergunning verzocht en die ver kregen hadden, zich beneden te mogen neder zetten. Een van Passei afkomstige Atjeher werd later evenzeer met machtiging van K. Karang, onder diens oppergezag aapgesteld tot hoofd of orong besar van Soeroewai. De zoon van dien Atjeher was de radja Bandahara, die in 1874 hoofd van Soeroewai was. Her- haaldeljjk was er strjjd tusschen Soeroewai en Langkat. Als een gevolg van die verwikke lingen ontstond de kampong Soengie Koeroe, waarvan het hoofd omstreeks 1861 door den pangerang van Langkat werd aangesteld. Zekere, in 1865 van Poeloe Kempei verdre ven, Tongkoe Hasim vluchtte naar Langsar, trouwde daar met een dochter van den ked- joeroean en vestigde zich te Modjopahit. Op eene sommatie van den pangerang van Langkat volgde een onderwerping in schjjn, als een gevolg van de vrees, die vooral in 1865 op de Oostkust van Sumatra, na den vruchteloozen inval van Atjeh in het Deliscbe, voor onze wapenen bestond. Spoedig daarna weigerden de beide radja's van den linkeroever zich weder aan de be velen van den pangerang van Lankat te storen en zich zelfs van zjjn tjap of zegel te bedienen. Bjj de grensregeling in 1865, waarbjj het gebied van het Ned.-Ind. gouvernement en dat van Atjeh op de Oostkust van Sumatra werd geregeld, heeft men wel de rivier Ta miang als grens aangenomen, maar daarbjj over het hoofd gezien, dat die rivier zich hoogerop in tweeën splitst, waardoor steeds onzekerheid bestond, welke van de beide armen als grens was te beschouwen. Eerst 1874 werd aan die onzekerheid een einde gemaakt en de grens nauwkeurig vastgesteld, bjj welke gelegenheid ook de regeling van de en uitvoerrechten en het deel, dat ieder der radja's daarvan wettig toekwam, werd vastgesteld, waarbjj vooral de pangerang van Langkat bewjjs van groote inschikkeljjkheid en meegaandheid toonde. In het begin van Mei 1874 werden door- de beide hoofden van den linkeroever de onderwerpingsakten geteekend en bezegeld, en de Nederlandsche vlag te Soeroewai ge- heschen. In de akten van erkenning werden de be namingen van de beide landschappen uitge drukt door'Negri Tamiang kampong Soe- rawai" en 'Negri Tamiang kampong Karang.'' Als voorwaarde van hunne onderwerping hadden beide hoofden den uitdrukkeljjken eisch gesteld, dat zjj niet onder het bestuur van den pangerang van Langkat zouden komen, maar rechtstreeks afhankeljjk zouden zjjn van het Ned.-Ind. gouvernement. De oorzaak der laatste troebelen is ons niet bekend, maar het komt ons niet onwaarschjjn- ljjk voor, dat Nja Makam en zjjn aanhangers het water in die Btreken nog troebel genoeg hebben bevonden, om er met kans op voordeel in te kunnen visschen. Men sckrjjtt ons De onderwjjzersnood doet zich op het eiland Tholen duchtig gevoelen. Te Sint Annaland bestaat reeds een jaar lang eene vacature voor onderwjjzer of onder- wjjzeres, terwjjl met Mei 11. weer een on derwjjzer vertrok. Nu de wedde op f 500 gebracht is, zjjn er een drietal sollicitanten komen opdagen. Te Stavenisse zjjn thans ook twee vacatures, waarvan eene van ouden datum. Te Sint-Maartensdijk deed men ook al te vergeefs eene oproeping voor onderwjjzer met hoofdacte op 650. Te Scherpenisse zal men eindeljjk, na veel moeite, geholpen zjjn, als tenminste de be noemde niet bedankt. Tot hoogleeraar aan het Evangelisch Luthersch seminarium te Amsterdam is benoemd de heer dr W. Brandt te Berljjn. Deze is, zegt het Hbld., niet alleen geen onbekende in de godgeleerde wereld van ons vaderland, maar heeft zich ook buitenslands een eervollen naam verworven. In 1889 ver scheen zjjn werk: Die Mandder. Daarin werd een der duisterste vraagstukken uit de geschie denis der oude Oostersche christeljjke secten tot helderheid en oplossing gebracht op eene wjj ze, die de instemming van de eerste des kundigen, Euting in Straatsburg, De Goeje te Leiden, en anderen vond. Behalve tal van andere artikelen verscheen dezer dagen van zjjne hand een ander omvangrjjk werk over den oorsprong der Verhalen van de ljjdensge- schiedenis van Christus. Dr Brandt is geboren Amsterdammer, zoon van den vroegeren Hoogduitschen predikant te Amsterdam. Achtereenvolgens was hjj pre dikant te Mastenbroek en te Zierikzee en gaf als zoodanig stichteljjke geschriften in het licht, o. a. een Zondagsboek, dat zeer geprezen wordt. In de laatste jaren wjjdde hjj zich te Straatsburg en te Berljjn aan zjjne oriëntalis- tische studiën en aan onderzoekingen over het Nieuwe Testament. Dezer dagen is door eene commissie) namens een groot aantal oud-leerlingen en andere vereerders van wjjlen den hoogleeraar Opzoomer, een portret van den afgestorvene, geschilderd door Israëls, aan den senaat dei' Utrechtsche hoogeschool aangeboden, ter plaat sing in de senaatskamer. De afdeeling Sneek van den Bond, V, Ned. Onderwijzers heeft haar hoofdbestuur verzocht, om in vereeniging met het hoofd bestuur van het Ned. Ond.-Genootschap, aan spoor- en tramwegmaatschappjjen in den lande 't verzoek te richten, onderwjjzers bij 't lagef onderwjjs in Nederland in de gelegenheid te stellen door middel van reizen, tegen een laag tarief, hun aardrjjkskundige kennis uit te breiden of liever aan te vullen met 't geeh de leerboeken niet kunnen geven. T^etteren en Üunst, Waarschijnlijk zal in 1894 te Brussel een internationaal congres van vrouweljjke letter kundigen worden gehouden. Onze begaafde landgenoot, de beeldhou wer Pier Pander, die reeds sedert geruimen tijd te Rome verbljjf houdt, is aldaar bekroond met de tweede gouden medaille voor twee bas-reliefs. De marmeren buste van prof. Donders, on langs door diens weduwe der Kon. Academie van Wetenschappen ten geschenke aangeboden, was eveneens het werk van den heer Pander te Rome. Zondag is te Parjjs onthuld het stand beeld van Theophraste Renaudot, die den 30 Mei 1631 de eerste courant in Frankrijk uit gaf. De minister-president Dupuy hield een rede, waarin hjj hulde bracht aan dezen eersten Franschen journalist. Te Parjjs is men tot de ontdekking ge komen, dat van den naam van enkele bekende Vrijheid der onderwyzers, In een bjj voegsel tot den beschrijvingsbrief voor de algemeene vergadering van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap is opgenomen een voorstel der afdeeling Amster dam, luidende»De algemeene vergadering spreke als haar oordeel uit, dat ook voor den onderwijzer onverkort worde gehandhaafd het grondwettig recht, om getuigenis af te leggen van zijne beginselen op politiek of economisch gebied, welke ook; en om zich aan te sluiten bjj elke niet bjj eene wet, noch bjj een rech- terljjk vonnis verboden vereeniging." Het hoofdbestuur brengt hierover het vol gende praeadvies uit »Gaarne had het hoofdbestuur gewild, dat de afdeeling de bovenstaande motie had terug genomen, daar het de bespreking daarvan niet in het belang van het Genootschap acht. Nu echter de afdeeling gemeend heeft, niet aan de daartoe strekkende uitnoodiging te moeten voldoen, wenscht het hoofdbestuur, zoo kort mogeljjk, aan te geven, waarom het de aan neming der motie ten ernstigste moet ontraden. »Er is zeker geen lid van het genootschap, dat niet de bepaling der grondwet toejuicht; waarbjj aan ieder burger het recht wordt ge waarborgd, behoudens de bepalingen der wet, vrij uit zjjne rueening te zeggen over staats schrjjvers misbruik is gemaakt om van slecht geschreven Roeken aftrek te doen vinden. Zoo kundige en maatschappelijk? vraagstukke;^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 1