N°. 125.
136° Jaargang.
1893
Dinsdag
30 Mei.
FEUILLETON.
Kapitein Richard-Jenkins.
Deze courant verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en F e e s t dagen:
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën20 cent per regel; Bij abonnement lager.'
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen; van 17 regels 1.50
iedere regel meer ƒ0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Reclames 40 cent per regel.
Middelbars; 29 Mei.
Werkverschaffing.
ONDERWIJS.
HIDDllllllH.Sim: (IM HIM.
w
w
Thermometer.
Middelburg 29 Mei 8 u. vm. 63 gr.
m. 12 u. 70 gr., av. 4 u. 68 gr. F.
Verwacht N. W. wind.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tholen W. a. i Aflverteutaën
van Nieuwenhuijzen' en te TemeuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur
j advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Geer. Belineante, te 's Gravenhage, en A. de La Mah. Azn., te Amsterdam. aan het bureau bezorgd zijn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Daübe Cie., John F. Jones, opvolger. zjj des avonds nog worden opgenomen.
Onder dit opschrift komt in het jongste
nommer der Mededeelingen van de Vereeni-
ging tot verbetering van armenzorg te Rotter
dam het volgende voor
Werken willen en geen werk kunnen vin
den, het gezin gebrek zien ljjden, als men wel
de krachten heeft maar niet de middelen vindt
om van zjjn krachten partij te trekken het
is het droevig lot van velen. En naarmate
hun aantal vermeerdert, vermindert voor hen
de kans om geholpen te worden.
Werkloosheid is een schrikbeeld, voor den
solieden arbeider in de eerste plaats, maar
ook voor allen die geroepen zijn of zich ge
roepen achten om hun medemensch in zijn
ongeluk bjj te staan. Wie zich voortdurend
in arbeiderskringen beweegt, beeft dat schrik
beeld voortdurend voor oogenwie zich het
lot van behoeftige mannen en vrouwen aan
trekt en dageljjks naar het evenwicht zoekt
tu8schen vraag naar werk en aanbod van werk,
ziet dagelijks een werkloosheid in steeds wis
selenden vorm, die hen herinnert aan zjjn
onmacht om met goed gevolg in te grjjpen
in het samengestelde raderwerk der maat
schappij. In een groote stad worden de
werkloozen steeds bp honderden, zelfs bp
duizenden geteld. Niets is gemakkelijker dan
aan te toonen, dat er veel werkloosheid heerscht,
vooral in den winter, wanneer in den regel
schoonmaaksters, ververs, witters, metselaars,
landbouwers, teren op de vroegere verdiensten
of schulden maken, die zjj in den volgenden
zomer trachten weder gedeeltelijk aftelossen.
Met de chronische werkloosheid in de
maatschappij een noodzakelijk kwaad wordt
soms al te weinig rekening gehouden. Hat
kwaad te bedwingen, ware een Sisyphusar-
beid. Of al enkele werkgevers er in toestem
men om eenig werk te laten verrichten in den
winter in plaats van in den zomer, het draagt
niet noemenswaard bp tot verbetering van den
toestand de overgroote meerderheid gaat niet
af van zeden en gewoonten die voor haar van
praetisch belang zjjn. Evenmin kan voor al
die werkloozen werk gevonden worden. Hoe
en waar zal men bet vinden Dat is de eerste
vraag die zich opdringt aan ieder die werk
verschaffing voorstaat. En kan op die vraag geen
bevredigend antwoord volgen, dan is het vraag
stuk voor oplossing niet vatbaar, hoe zich de
werkloosheid dan ook vertoont, hetzjj geregeld,
hetzjj bp uitzondering.
Arbeiden en loon ontvangen kan op den
duur alleen degeen, die een kooper vindt voor
de vruchten van zjjn arbeid. De kooper nu van
den werklooze moet gevonden worden in de
zelfde maatschappjj, die hare koopkracht bljjk-
baar beeft uitgeput, die de werkloosheid heelt
doen geboren worden, omdat hare behoeften
bevredigd zjjn. Aan deze redeneering kan men
niet ontkomeneen ieder make voor zichzelf
de gevolgtrekking.
Slechts twee wegen staan open om de on-
gelukkigen, die^ werken willen en geen werk
kunnen vinden, te helpen in weerwil van de
voldaanheid van koopers, die bij machte zou
den zijn om voor verrichten arbeid te betalen.
Of de werkloozen moeten, met behulp van
anderen, reeds aanstonds trachten te voorzien
in behoeften die later zullen ontstaan, zjj moe
ten anticipeeren op de toekomst, öf er moet
worden omgezien naar eene werkverschaffing
die, zonder de belangen van anderen te kren
ken, voornameljjk geschiedt ter wille van het
loon, dat uitbetaald zal worden, en niet ter
wille van de behoefte die aan het voortbreng
sel van den arbeid bestaat.
In bet eerste geval is er slechts zeer tjjde-
Ijjk een verplaatsing van arbeidskrachten
men kan de toekomst niet disconteeren, zonder
in de toekomst zelf de kwaal te verergeren.
Het is een fout van velen, die voor werkver
schaffing jjveren, dat zjj te veel aan het
tegenwoordige denken, en van de toekomst
meer hopen dan zjj geven kan.
In het tweede geval is het arbeidsveld ruim,
maar de zoo herhaaldeljjk ondervonden teleur
stellingen hebben geleerd, wat al voetangels
en klemmen daar liggen. Men zal een kanaal
laten graven, dat voor de scheepvaart niet
onmisbaar ismen zal een volkspark laten
aanleggen, dat genoegen verschaft aan duizen
den, maar zullen de arbeiders, uit alle
vakken naar die werken gelokt, geschiktheid
bezitten voor hunne taak hoe zullen zjj zich
weder in de maatschappjj verspreiden, als het
werk is afgeloopen zal hunne energie door
een voor hen geenszins aantrekkeljjken arbeid,
onder een uit den aard der zaak gebrekkig
toezicht, niet geleden hebben zal ook op
dezen arbeid niet toepasseljjk zjjn het woord
van den Engelschen dichter: Work ivithout
hope draws nectar through a sieve?"
In beide gevallen echter moeten er zeer
buitengewone omstandigheden aanwezig zpn,
om de werkverschaffing te wettigen. Werk
verschaffing mag niet anders dan uitzondering
zjjn. De werkloosheid, die jaarljjks terugkeert,
ot die te wjjten is aan oorzaken van duurzamen
aard, kan en mag niet bestreden worden door
het geven van werk dat dientengevolge latei-
ongedaan moet bijjvenkan en mag niet be
streden worden door de uitvoering van groote
werken van tjjdelpken aard, waardoor een
aantal werkmansgezinnen onderhouden, ver-
moedeljjk zells opnieuw gevormd worden.
Dezen geraken daardoor in een kunstmatigen
toestand, waaraan zjj zullen gewennen, waar
naar zjj zich zullen inrichten, maar waarvan
het eind de maatschappjj nog veel erger zal
beroeren dan de weinig bevredigende toestand
die voorafging.
Het is van bet hoogste gewicht, dat men de
maatschappeljjke toestanden kenne, de oorza
ken der werkloosheid opspore en ontlede
alvorens voor werkverschaffing te jjveren. Een
raad, gemakkeljjker te geven dan op te volgen,
Want hoe uitgebreider bet verkeer, hoe ster
ker de internationale goederenbeweging, hoe
vlottender de arbeidersbevolking, des te
moeiljjker wordt de verklaring van een econo
misch verschjjnsel op een gegeven oogenblik.
Een mislukte katoenoogst in Amerika kan
invloed oefenen op belangrjjke takken van
onze njjverheid; ruime graanoogsten kunnen
onze landerjjen in waarde doen dalen; een
werkstaking in Engeland kan hier gebrek aan
werk, en evengoed het tegenovergestelde ten
gevolge hebbeneen financieele crisis in
Australië kan den stroom der emigranten
stuiten prohibitieve rechten in vreemde lan
den kunnen gedurende vele jaren onzen uit
voerhandel beperken, booge invoerrechten in
bet eigen land den doorvoer beletten en indi
rect sommige bedrijven aan ondergang prijs
geven; beperking van werktjjd, samengaande
met vermindering van productievermogen, kan
de grootste verwarring brengen in arbeids
verhoudingen, de fabrieken tot stilstaan dwin
gen, terwjjl de maatregel ook voor bare arbei
ders dienst moest doen.
Al die storingen staan in reehtstreeksch
verband met een werkloosheid, die soms van
zoo voorbjjgaanden aard is dat zjj nauweljjks
wordt opgemerkt, en soms een zoo ingrijpend
karakter draagt dat zjj tot oproer en revolu-
tionnaire bewegingen voert, honderden gezin
nen ten gronde richt, landstreken ontvolkt.
Zal werkverschaffing nu baten of den toestand
verergeren
Men zal de oorzaken moeten kennen, alvo
rens zich tot inmenging verantwoord te achten.
Een groote mate van geduld, van onpartjjdig-
beid en van wetenschap is noodig om een
oordeel te vellen. In de meeste gevallen zal
men wel in onthouding moeten berusten, en,
evenals bjj zoo menig sociaal vraagstuk, na
nauwgezette studie tot de slotsom geraken,
dat schjjnbaar bet geneesmiddel voor het grjj
pen ligt, maar dat inderdaad het middel nog
erger is dan de kwaal.
Uit het Engelsch.
TWEEDE HOOFDSTUK.
Juffrouw Cheveley ontwikkelt kapitein
Jenkins.
De kleeding van juffr. Cheveley was uiterst
eenvoudig een blauw jserge japon, die
zonder rimpeltje of plooitje zat, een net man
teltje van dezelfde stof, met rood satjjn ge
voerd en een reispet, die stevig op baar haar
zat. Hare oogen waren levendig en don
ker en deden aan die van een roodborstje
denkenhaar neus was recht («wat er van
was", zooals zjj zelf placht te zeggen), een
paar flink geslotenlippen en een spitse kin
voltooiden den indruk, welken haar vastberaden
houding en hare bloote hand, die de leuning
had gegrepen, reeds op den kapitein hadden
gemaakt.
»Het ljjdt geen iwjjfel wie de Valentine
zal commandeeren op deze reis", zei hjj half
luid tot zich zelf.
«Neem mjj niet kwaljjk", zei juffrouw
Cheveley. »Wat zeidet gjj
»Dit is zeker uw eerste zeereis, me
juffrouw zei bjj, alsof hjj de vraag niet
gehoord had.
«Mjjn eerste groote reis maar ik houd
van de zee en ben nooit ziek, Is dit niet
prachtig O kjjk eens dat beukenbosch, daar
achter de duinen 1 En als dit al zoo mooi is,
wat zal West-Indië dan zjjn? Ik zal gedu
rende de ï-eis veel lezen; opdat ik niet onwetend
ben als wjj op die vreemde plaatsen aankomen
Gjj hebt er zeker veel over gelezen
»Ik vrees dat ik geen boekenmensch ben,
mejuffrouw," zei hjj, wanhopig bang dat hjj
zou moeten opbiechten wat bjj gelezen had.
Juffrouw Cheveley zag hem medeljjdend aan
»Dat is heel ongelukkig," zei zjj kalm
Speet het u niet toen gjj op die liefeljjke
eilanden kwaamt, dat gjj er niet alles van wist?"
--- »Och neen, mejuffrouwik had genoeg
te doen met mjjn schip, ziet gjj, zoodat ik
geen tjjd had om daarover te denken. Er was
een man ik bedoel een heer aan boord
bjj den heer Joxelyn toen wjj het laatst op
die zeëen voeren, die een heeleboel van die
dingen wist te vertellenmaar ik vrees dat
ik er niet veel aan gehad heb."
«Ik zal u een paar boeken leenen," zei
7.jj (net als zjj tegen een van haar Zondags-
schooljongens zou gezegd hebben, zei de
kapitein njjdig bjj zichzelf) »en als ik u op
de een of andere manier kan helpen zal het
mjj zeer aangenaam zjjn, Het is altjjd jammer
wanneer men niet tracht zjjn geest zooveel
mogeljjk te «beschaven,"
»Ik zal u zeer dankbaar zjjn, mejuffrouw,"
der werkloosheid zal kunnen strekken, meent zjj
te moeten betwjjfelen".
In een Haagsc'ne correspondentie in het Utr.
Dagbl. wordt beslist tegengesproken, dat het
uittreden van prof. Pekelharing uit het comité
voor de bekende oproeping gevolg zou zjjn
van pressie, door de regeering uitgeoefend. De
daaromtrent in omloop gebrachte verhalen
worden niets dan verzinsels genoemd. Er
is geen woord van waar.
Dit beweren komt geheel overeen met het
volgende schrijven uit Den Haag aan het Hbld
Na velerlei informatiën kan ik u zoo heet
het daarin met volkomen zekerheid mede-
deelen, dat van regeeringswege niet de minste
pressie is uitgeoefend op prof. Pekelharing.
De minister Smidt heeft zich op geenerlei
wjj ze met de quaestie bemoeid, of haar in den
ministerraad ter sprake gebrachtdat de hoog
leeraar zich uit het comité der bedenkeljjke
oproeping heeft teruggetrokken, is uitsluitend
het gevolg van de adviezen zjjner staatkun
dige vrienden, de gegrondheid van welke
adviezen hjj erkende.
ter vervulling van de vacature van kan
tonrechter te Heusden, opgemaakt de navol
gende alphabetische ljjst van aanbeveling:
mr W. K. G. Dittlinger, advocaat te 'sHeito-
genboschmr G. J. van Heyst, substituut-
griffier bij gemelde rechtbanken mr Th-
Thooft, griffier bjj het kantongerecht te Zalt-
Bommel.
Aanstaanden Donderdag verleent de minis
ter van oorlog geene audiëntie.
In de Amsterdamsche afdeelingen der
Maatschappij tot bevordering van bouwkunst
is dezer dagen een debat gevoerd over dezelfde
kwestie, ovei werkloosheid, naar aanleiding
van een rapport, met praeadvies der commissie,
over den eisch der Amsterdamsche timmer
lieden tot vaststelling van een maximalen
arbeidstjjd van 10 uur en een minimum loon
van 25 ct per uur.
De slotsom van het debat bleek te zjjn dat
men zich met 12 tegen 4 stemmen nederlegde
bjj de drie eerste alinea's van het praeadvies,
luidende«De afdeeling Amsterdam, kennis
genomen hebbende van het behandelde in de
vergadering, gehouden den 9en Mei jl. tot
bespreking van middelen ter voorkoming
van werkloosheid, heeft met ingenomenheid
het streven begroet om de noodlottige omstan
digheid, waaronder zoovele knappe werklieden
zonder hunne schuld gebukt gaan, te verzach
ten. Gaarne zegt zjj haar zedeljjken steun
toe in het beramen en uitvoeren van maat
regelen, die daartoe kunnen dienen. Hare
leden, die het beroep van architect uitoefenen,
zullen ongetwjjfeld bereid gevonden worden,
om iedere gunstige gelegenheid aan te grjjpen,
ten einde in den geest van de besluiten dei-
bovengenoemde vergadering werkzaam te zjjn.
Dat echter een gemiddelde 10 uurs werkdag en
een minumum loon van 25 cent tot vermindering
Door burg. en weth. van Rotterdam is aan
de Tweede kamer een adres gezonden, inzake
het wetsontwerp betreffende eene belasting op
bedrijfs en andere inkomsten, waarin zjj te
kennen geven zich geheel aan te sluiten bjj het
adres van den gemeenteraad van Amsterdam,
waarbjj der ii.am.er wordt verzocht »het wets
ontwerp zoodanig te wjjzigen, dat de hoofd
ambtenaren der directe belastingen gemachtigd
kunnen worden aan de gemeentebesturen
volgens regelen, door den minister van finan
ciën te stellen, inlichtingen betreffende het
bedrjjf of beroep der belastingschuldigen te
verstrekken die voor de opmaking der g
meentekohieren gevraagd worden."
Het hoofdbestuur der Algemeenevereeniging
van Bloembollencultuur (voorzitter de heer
J. H. Krelage, alg. secretaris de heer Joh. de
Breuk) heeft zich tot de Tweede kamer gewend
met een adres, waarin het verklaart dat de
bezwaren, welke bjj de genoemde vereeniging
bestonden tegen sommige artikelen van het
eerstingediende wetsontwerp, in het later hier
bovengenoemd ontwerp zjjn weggenomen. Van
daar, dat in de vergadering van 27 Maart 1.1
het hoofdbestuur is gemachtigd, zich tot de
Tweede kamer te wenden, met het verzoek
goedkeuring te verleenen aan die artikelen
van het wetsontwerp, waarin de bloembollen-
kweekerjj is betrokken en in het bjjzonder
aan het nieuwe artikel 3, 8 van het gewjj
zigd ontwerp.
zei hjj en verbaasde zich dat hjj de ironie in
zjjn stem niet opmerkte.
Zjj praatte nog een poosje door en ging toen
naar beneden om naar haar vader te zien;
terwjjl de kapitein buiten zich zelf was van
woede, te toornig zelfs om met trots te zien
hoe snel de Valentine zeilde; nu zjj onder het
kustland uit was.
»Ik zal haar laten voelen dat ik niet op
die manier beschermd wil worden," mompelde
hij. »A1 hen ik de kapitein van haar vader toch
heeft zjj nog geen recht om mjj boeken te leenen
en te zeggen dat zjj mjj zal helpen om die
te begrjjpen Doch weldra kwamen er zach
ter gevoelens boven. »Zjj meent het goed en ik
wil niet lomp zjjn; als het haar genoegen doet-
mjj zal het niet hinderen en men kan toch
niet onbeleefd zijn tegen een dame. Maar
wat zou Trevor lachenIk zou toch wel eens
willen weten wat hjj bedoelde met die reden,
welke zjj had om deze reis te doen Zjj ziet
er niet ziek uit en als zjj een teleurstelling
heeft gehad komt zjj die verwonderlijk goed
te bóven."
Zjjn nieuwsgierigheid zou terstond bevredigd
zjjn geweest, indien hjj had kunnen luisteren
aan de deur van het salon, waar juffrouw
Chevelyn was binnengegaan, het hoofd vol
philantropische plannenmaar daar hjj een
fatsoenljjk man was, kon hjj dit natuurljjk
I niet doen en merkte dus niets van het vol
ge»de gesprek.
Letteren en iAunst.
De Münchener Fliegende Bliitter zullen
van 1 Juli a. af te Kopenhagen ook in Deensche
taal verschjjnen onder den titelFlyvende
Blade.
Het Beethoven-feest te Bonn heeft een
batig slot van bjj na 20,000 Mk. opgeleverd.
Aflevering 3 van deel X der 2e serie van
het Tijdschrift van het Koninklijk Neder-
landsch Aardrijkskundig Genootschap bevat:
Verslag van den secretaris betreffende den
toestand en de verrichtingen des genootschaps
over het afgeloopen jaar 1 April 1892April
1893. Bjjlage bjj het jaarverslag van den
secretaris over het tjjdvak April 1892 tot April
1893. Publicaties van het Kon. Nèd. Aardr
Gen. gedurende het tweede tienjarig tjjdperk
van zjjn bestaan. Verslag van den eersten
bibliothecaris over 1892. Catalogus van boeken,
waarmede de bibliotheek in 1892 is vermeer
derd, door prof. H. C. Rogge. Lijst der kaarten,
die ingekomen zjjn in de bibliotheek van het
A. G. van 1 Jan. tot 31 Dec. 1892 door F. G.
Kramp. Rekening van den waarnemenden
penningmeester over het jaar 1892. De West
en Noordkust van Nederlandsch Nieuw-Guinea.
Proeve van beschrjjving volgens de mededee
lingen en rapporten van reizigers en ambte
naren en naar eigen ervaringen, door F. S. A.
de Clcrcq, gewezen resident van Ternate en
Riouw in Nederlandsch-Indië (met kaart).
Verslag. Meteorologische waarnemingen op de
Key-eilanden, door W. O. W. Planten, luite
nant ter zee. Een correctie verbeterd, door
H. Ph. Ph. Witkamp. De «Fosterage" of op
voeding in vreemde families, door mr S. R.
Stemmetz. Verschillende mededeelingen en
Nieuwe uitgaven.
Bjj kon. besl.:
zjjn, zooals Zaterdag reeds in 't kort werd
medegedeeld, benoemd tot ontvanger der da
bei., invoerr. en acc. en van de haven- en
schutgelden op het kanaal van Walcheren, te
Middelburg, A. T. M. van Thiel, ontvanger
der acc. te Haarlemtot ontv. der dir. bel.
en acc. te Roermond (buitengemeenten) C.
L. W. Noorduyn, ontvanger der dir. bel., in
voerr. en acc. te Beek (gemeente Ubbergen)
Door de arr.-rechtbank te 's Hertogenbosch
«Ik heb een praatje gemaakt met kapi
tein Jenkins, papa."
«Zoo, is hjj al beschaafd?" zei de heer
Cheveley,. opziende van een stapel brieven, die
nog even voor zjjn vertrek aan boord ge
bracht waren.
Ik ben bepaald in hem teleurgesteld
ik dacht dat hjj iemand was met een flink
karakter maar hjj heeft alle gelegenheid, die
hem te beurt gevallen is, om zich zelf te
ontwikkelen, schromeljjk verwaarloosd."
«Zoo waarljjkMjj dunkt dat hij zpn
tjjd wat goed gebruikt heeft, dat hjj het tot
op deze hoogte heeft kunnen brengen. Ik
heb begrepen dat hjj de zoon is van een dei-
dorpelingen op de goederen der Joxelyns, die
veel mocht spelen en leeren met den jongen
Joxelyn; hjj moet van die gelegenheid een
zeer goed gebruik gemaakt hebbenwant hjj
bezit een akte als eerste stuurman, ofschoon
ik niet precies weet wat dat beteekent
behalve een groote verantwoordeljjkheid in
geval van schipbreuk. Maar het wordt, ge
loof ik, als iets heel mooi3 beschouwd".
«Ja, maar gjj weet wel dat gjj altijd
mjjn scherpzinnigheid en mjjn doorzicht ge
prezen hebt papa, en ik vrees dat ik heel
goed. zie dat kapitein Jenkins tevreden is met
zeer weinig kennis vergeljjkenderwjjs gespro'
ken, natuurljjk. Ik zal mjjn best doen om
eenige eerzucht bjj hem op te wekken".
Ter vervanging van den heer R. Si
Tjaden Modderman, hoogleeraar aan de Uni
versiteit te Groningen, is, naar men meldt,
de leerstoel voor de scheikunde aangeboden
aan prof. S. Hoogewerff, van de Polytechnische
School te Delft, die echter nog geen bepaald
besluit heeft genomen.
Mej. A. A. A. van Bekum, te Middelburg,
heeft voor hare benoeming tot onderwjjzeres
te Nieuwe Ton ge bedankt.
Tot onderwjjzeres aan de school met deit
bjjbel te Boskoop is benoemd mej, F. Siebenga
te Aardenburg.
De raad der gemeente Opsterland heeft
met 8 tegen 5 stemmen het verzoek van het
hoofd der school, den heer Tj. Nawjjn, te
om overplaatsing naar Kortezwaag,
welslagen van uw beschermeling zei de heef
Cheveley ondeugend.
«Papa, dat had ik heusch niet van 11
verwachtriep zjj uit.
«Dit zegt Addie", ging hjj voort, een
brief zjjner oudste dochter opnemende«Ik
ben zoo bljj dat de arme M.aud dit reisje gaat
doenhet zal zoo'n goede afleiding voor haar
zjjn. Zjj draagt haar teleurstelling zoo moe
dig maar het kan niet anders dan zeer bitter
voor haar zjjn. «Zie daar, jonge dame
O, dat is te erg! riep zjj en trachtte
hem den brief te ontnemen. «Stel u eena
in mijn plaats papa; verbeeld u dat iemand
u het hof gemaakt had, waai-schjjnljjk in de
meening dat gjj geschikt voor hem waart,
en later merkte dat dit niet het geval
was. Veronderstel dan verder dat uw besta
vriendin en hjj inderdaad goed bjj elkaar
pasten en wat meer is, dit zelf ook von
den. Zoudt gjj dan niet alles doen wat in
uw vermogen was om hen getrouwd te zien
en bljj zjjn als het er toe kwam Natuurljjk 1
maar nu begint iedereen u te beklagen en
zegt dat hjj u heeft laten loopen voor een
vriendin en dat zjj u beiden schandeljjk be
handeld hebben en zoo al meer. Het baat
niets of ik verzeker dat ik hem niet zou w.il«
len hebben, al vroeg hjj mjj, en dat ik alles
gedaan heb, alles om hem te helpen met haar
te trouwen. Zjj zeggen dat ik het zoo mooi
«En uw eigeq leed te vergeten in het draag, maar in stilte Ijjd enz, Zje ik gj;