9 FEUILLETON.
Gabriële.
Middelburg 18 Mei.
BIJVOEGSEL
Vrijdag 19 Mei 1893, no. 117.
Novelle van OTTO ROQUETTE.
ONDERWIJS.
KERKNIEUWS.
Gemeenteraad van Middelburg
VAK DB
VAK
Kiesreclitlierziening-.
Uit de gisteren medegedeelde wijzigingen,
in de wetsontwerpen gebracht, blijkt dat de
minister van binnenlandsche zaken op alle
hoofdpunten zjjn voordachten heeft gehand
haafd.
Dat een andere regeling van de kiesbevoegd
heid voor de Provinciale staten noodzakelijk
zou zjjn, ontkent de minister. Wel zullen
enkele bepalingen der provinciale wet in over
eenstemming moeten worden gebracht, doch
dit betreft de techniek der verkiezing. De
daartoe noodige voorziening van geringen
omvang kan eerst geschieden na aanneming
der kiesrechtherzienings-ontwerpen. Eene hery
ziening van de indeeling der provinciale kies
districten is daarbij niet noodzakelijk.
Die herziening kan, met het oog op de se
dert 1852 veranderde toestanden, niet uitblij
ven zjj zal dan ook zeker volgen. Maar de
invoering der nieuwe kieswet behoeft daarop
niet te wachten.
De regeering bljjft van meening dat een
ontwerp tot regeling van het kiesrecht voor
de gemeenteraden thans niet kan worden in
gediend het zou een ontwerp moeten zjjn tot
geheele herziening der gemeentewet. En door
zoodanige opeenstappeling van ontwerpen zou
waarschijnlijk geen enkele worden afgedaan.
De minister handhaaft zijne overtuiging
omtrent de volkomen grondwettigheid van zjjn
voordracht. Door meer opzettelijk den eisch
te stellen en te omschrijven als een noodzake
lijk bewijsmiddel van het voorzien in eigen
onderhoud en in dat van het huisgezin dat
men, om op de kiezerslijst geplaatst te kun
nen worden, moet voorkomen op het krachtens
wettelijk voorschrift aangelegde en bp gehou
den bevolkingsregister, is aan dat bezwaar
voldaan zoodat niet-genieten van onderstand
de eenige voorwaarde is.
Ook de voorgestelde kenteekenen verdedigt
de minister nader uitvoerig. Wat het bezwaar
betreft dat'bedelaars, landloopers, venters en
marskramers kiezers zullen worden, daartegen
merkt de minister op, dat, als zij een zwervend
leven leiden, hunne namen niet op de bevol
kingsregisters zullen voorkomen, waardoor zjj
van zelf het kiesrecht missen. Venters en
marskramers kunnen bovendien zeer wel, op
eerljjke wjjze, voldoende in hun onderhoud
voorzien. Bedelaars en landloopers zjjn per
sonen die zich aan misdrijven schuldig maken,
waartegen de wet straf heeft bedreigd. Dat
zjj op de bevolkingsregisters zouden voorkomen
gedurende het laatstverloopen jaar niet zjjn
bedeeld, tydig een eigenhandig geschreven
aanvraag ter plaatsing op de kiezerslijsten
zullen inleveren is hoogstonwaarschjjnljjk.
Daarentegen zullen bedelaars en landloopers
wel en in vrjj groote verhouding voorkomen
onder hen, die krachtens wetteljjk voorschrift
van hunne vrijheid zjjn beroofd en daarom
het kiesrecht niet kuunen uitoefenen.
Bestrjjdende de meening dat door deze uit
breiding van kiesrecht de bestaande instellin
gen gevaar zullen loopen, zegt de minister
»Ook de tegenstanders dezer voordracht kun
nen niet ontkennen dat het overgroot gedeelte
van onze natie innig gehecht is aan ons
vorstenhuis, eendrachtig geschaard is om de
draagster van het koninkljjk gezag. Van ouds
is dat vorstenhuis hier te lande het symbool
van de staatkundige en burgerlijke vrjjheid,
het bolwerk der rechtenook der staat
kundige rechten, van alle ingezetenen, zonder
onderscheid van rang of stand. Waar de kroon
steeds aan deze hare historische roeping getrouw
bljjtt, zal zjj in Nederland eene zedeljjke
kracht bezitten, eene aanhankelijkheid onder
alle klassen der bevolking ondervinden, als
nergens elders het geval is. Die aanhanke
1 jjkheid kan slechts worden verhoogd wanneer
de staatsburgerlijke bevoegdheid, door duizen
den en met recht gewenscht en gevraagd,
Uit het Duitsch.
aan allen die daarvoor niet ongeschikt zjjn
en in hun onderhoud voorzien, wordt toege
kend.
Verder betoogt de minister dat men mag
aannemen dat op de uitbreiding van het kies
recht een nieuw en opgewekt staatkundig
leven zal volgendat de wetgevende arbeid
meerder en beter vruchten zal afwerpen wan
neer uit alle klassen van ingezetenen veelzjjdige
voorlichting en medewerking daaraan kan zjjn
verzekerddat de regeering meerdere kracht
en zelfstandigheid zal zoeken te ontwikkelen,
wanneer zjj den steun geniet eener vertegen
woordiging, van welker samenstelling niet
talrjjke klassen van belangstellende ingezete
nen worden uitgesloten, en dat de vastheid
van den troon, de welvaart en de toekomst
van land en volk daardoor meer dan tot dus
ver verzekerd zullen zjjn.
Het denkbeeld van den heer Vrolik om een
meerstemmig kiesrecht in te voeren, bestrijdt
de minister-, omdat de rechtsgrond ont
breekt en een billjjke maatstaf niet te vinden
zou zjjn.
In de StCt. van heden is opgenomen de
tekst van het ministerieel besluit van 8
dezer, tot wjjziging der beschikking van 8 April
11. betreffende den invoer in België van hoorn
vee uit Nederland, met twee aanhangels, zoo
als de bekendmaking voorkomt in den Moniteur
Beige van 11 dezer.
Zooals reeds werd medegedeeld zal de in
voer van rundvee, herkomstig uit Nederland,
geschieden langs verschillende tolbureelen
op bepaalde dagen en uren en welStroo-
brugge (Maldeghem) Maan- en Woens
dagen van 2 tot 4 uren nam.; Watervliet
Zater- en Woensdagen van 10 uren tot mid
dag; Bouchaute Woensdagen van 10 tot 11
uren voorm.; Staak (Assenede) Woensdagen
van 2 tot 4 uren nam.; Selzaete (statie) Dins-
en Donderdagen van 2 tot 4 uren nam.; De
Klinge (statie) Woensdagen van 4 tot 5 uren
nam.; De Tromp (Stekene) Woensdagen van 9
tot 10 uren voorm.; Santvliet Dins- en Don
derdagen van 9 tot 11 uren voorm.
van rijksuitgaven en door haar belastinggebied
uit te breiden.
Aan de openbare lagere school te Rit-
them is tot onderwijzer benoemd de keer
W. F. K. van Overbeeke uit Hoek.
De heer S. Rodenhuis te Nicove (Gronin
gen) heeft voor zjjne benoeming als onderwij
zer met hoofdakte te Arnemuiden bedankt.
Door het kiescollege der Nederduitsche
hervormde gemeente alhier is Woensdag
avond, ter vervulling der vacature-L. Heldring,
een viertal van predikanten opgemaakt, be
staande uit de heeren J. W. Gunning te Eer
beek, G. J. A. Jonker te Kralingen. J. Osse-
waarde te Sluis en H. Zeydner te Vollenkove.
Veertien dagen later zal daaruit een beroep
worden gedaan.
Door den kerkeraad der Ned. Herv. Gem.
te Gapinge is beroepen de heer J. H. Gun
ning EBz., candidaat.
Zooals aan onze lezers in de stad gisteren
avond nog werd medegedeeld, bracht Woens
dag in de zitting der Tweede kamer de heer
Roëll hulde aan den minister en de commissie
van rapporteurs. De inhoud van het ontwerp-
bedrjjfsbelasting kwam hem goed voor. Vooral
de afschaffing der patentbelasting was z. i. een
groot voordeel. De voordeden der splitsing
van de inkomstenbelasting zjjn vrjj wel ver
dwenen.
De heer Roëll keurde verder het treffen der
rijksambtenaren goed. Hij betoogde dat deze
belasting bitter weinig zal kunnen strekken
tot leniging van den nood der gemeenten en
kwam op tegen de bevredigende inzichten van
den minister omtrent de toekomst der geld
middelen.
Eindelijk drong kjj aan op aansporing bjj
de notarissen tot verlaging der tarieven na de
vermindering der mutatierechten.
De heer A. van Dedem bestreed de alge-
meene financieele politiek van den minister
en diens vrjjhandelstelsel.
Nu de vermogens-belasting is aangenomen,
zal hjj echter vóór de bedrjjfs-belasting stem
men als noodzakelijk en een niet onbillijk
compliment. Ware de rechterzijde aan het
bewind gebleven, de natie ware z. i. van deze
belastingen bevrijd gebleven.
De heer Hartogh besprak ten slotte de
kwestie der geheimhouding van de kohieren
in verband met art. 264 der gemeentewet. De
publiciteit van de kohieren is steeds ook dooi
den heer Roëll verdedigd. Het betreft hier
inderdaad de publieke zaak; waartoe moet dat
geheim worden gehouden Het ware in strjjd
met vroegere beslissingen der kamer. Vooral
als er kwestie mocht komen van heffing van
gemeentelijke opcenten, zal het beginsel van
geheimhouding zeker moeten worden losge
laten en openbaarheid van de kohieren zal
zelfs onvermjjdeljjk zjjn om te leeren kennen
in hoever ook buiten het bedrijf de belasting
plichtigheid bestaat. Maar vooral voor de
heffing van gemeentelijke opcenten zal'tnoo-
dig zjjn en deze zal niet kunnen uitblijven
omdat in de personeele belasting geen hulp
middel voor de gemeenten kan worden gevon
den, aangezien zjj als verteringsbelasting, werd
zjj geheel aan de gemeenten overgedragen
geen voldoende heffing oplevert voor de ge
meenten, die dan ook in de opcenten van het
personeel nu reeds geen voldoend middel van
heffing vinden. Neen, de gemeenten kunnen
slechts geholpen worden door ze te ontlasten
Zitting van Woensdag middag te 2 uren.
Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer, bur
gemeester.
Afwezig de heeren E. P. Schorer, Van Hoek,
Sprenger, A. P. Snouek Hurgronje en Van
Voorst Vader met kennisgeving. I
(Slot.)
Thans komt ter tafel een voorstel van burg.
en weth. om voor de vergaderingen van den
raad van beroep voor de vermogensbelasting
in Zeeland beschikbaar te stellen een der ver-
trekken links en rechts in de gang van het
raadhuis on middel ijk bij den ingang in den
Helm, tegen eene retributie aan de gemeente
van 2, (waaronder kosten voor vuur en licht
zijn begrepen) per vergadering en eene ver
goeding van 1 per vergadering aan den
concierge van dat gebouw.
Ook hiermede vereenigt de raad zich.
Omdat ingezetenen last ondervinden en de
gemeente nadeel wordt berokkend door den
tegenwoordigen opslag van zand, stellen burg.
en weth. voor hen te machtigen tot het ma
ken op een door hen te bepalen plaats, (waar
schijnlijk de Loskade) van eene dubbele, aan
alle zijden behoorlijk gesloten zandkist, waarvan
de kosten op 265 zijn begroot.
De heer De Stoppelaar vraagt waar men
plan heeft op de Loskaai de kist te zetten,
waarop de heer Den Bouwmeester antwoordt
dat dit waarschijnlijk zijn zal daar waar de
keien liggen.
Dit zou de heer De Stoppelaar betreuren; hjj
zou de kist liever zien nabij de kolenberg
plaatsen.
De heer Den Bouwmeester zegt dat daar
tegen ook geen bezwaren bestaan.
De heer Koole vraagt of het niet overweging
verdient de kist te plaatsen in de nabijheid
van de stadsschuur, waardoor het zand dichter
is bij de plaats, waar het gebruikt moet wor
den en voerloon zal bespaard worden.
De heer Den Bouwmeester acht de Loskade
beter geschikt; het voerloon zal bij plaatsing
der kist op de Loskade niet hooger worden.
Daarna wordt de gevraagde machtiging
verleend.
In de vergadering van 22 Maart 11. werd
door den heer Snijders voorgesteld; 1° volgens
het door burg. en weth. overgelegde plan eene
weeginrichting te doen maken aan de Goesche
korenmarkt bij de Eigenhaardstraat en 2° na
voltooiing hiervan, tot aanstelling van een be-
eedigden gemeenteweger over te gaan.
Door den heer mr J. A. van Hoek werd
daarop voorgesteld het voorstel van den heer-
Snijders te stellen in handen van de Commis
sie van financien om advies, wat werd goed
gevonden.
Die commissie rapporteert du dat naar hare
meening het voorstel van den heer Snijders
niet voldoen zal aan alle eischen, die kunnen
esteld worden.
Op de bedoelde weeginrichting zal o. a. het
wegen van hooi zeer bezwaarlijk kunnen ge
schieden, daartoe toch zoude eene weegbrug
moeten gebruikt worden. Naar het oordeel
van de commissie is het belang van de in
gezetenen niet zoodanig bij de daarstel-
ling van de weeginrichting betrokken dat met
het oog op de financieele gevolgen eene der
gelijke uitgaaf tegenwoordig zoude gewettigd
zjjn, te meer, daar het particulier initiatief
tot de aanschaffing van de door den heer jjker
bedoelde weeginrichting wil overgaan, meent
de commissie van financiën te moeten advi-
seeren om het voorstel van den heer Snjjders
niet aan te nemen.
Te dezer zake is ingekomen een adres van
A. Meeuse, die bereid is een door hem aan
gekocht perceel tot waaggebouw in te richten
Hjj vraagt om de nog aanwezige waagmateri-
alen te mogen overnemen.
De heer Snjjders bestrjjdt het rapport der
financieele commissie. Hjj meent dat bjj de
weeginrichting wel degelijk gelegenheid zal
zjjn om hooi te wegen; in drie partjjen kan
z. i. een voer hooi gewogen worden. Waar de
»Maar lees het boek zelf", zei de doctor-
tegen de oude dame. »Er wordt iets in ver
teld misschien kunt gjj eerder dan een
ander den naam van den schrijver raden."
sik Wat weet ik van dergel jjke dingen
»Leer maar eens den inhoud kennen.
Gjj zult het boek, met dien grooten, duide-
ljjken druk, gemakkeljjk in éen avond uit
lezen. Gisela en Horst gaan, naar ik hoor,
naar de comediedat kan lang duren en dus
hebt gjj al den tjjdIk beloof u dat gjj u
niet vervelen zult bjj die lectuur."
Nadat Gisela en Horst vertrokken waren,
nam mevrouw Sternberg inderdaad het boek
ter hand en begon te lezen. Zjj las en las,
met een aandacht, zooals zjj in lang niet aan
een boek geschonken hadzjj sloeg de eene
bladzjjde na de andere om en las door tot op
de helft vaa het boek. Toen moest zjj half
van vermoeidheid, half van verbazing even
rustenwant zjj had niets anders gelezen dan
de geschiedenis van haar pleegzoon en Gabriële,
tot aan het huweljjk van deze laatste. Zjj
zelf kwam ook in het boek voorofschoon
sterk geïdealiseerd. De namen waren allen
gewjjzigd, maar anders was er weinig aan
de uiterljjke omstandigheden veranderd.
Held en heldin waren met scherpe trek
ken geteekend, Wat zou nu de tweede helft
van den roman behelzen De schrijver kon
toch niet in de toekomst zienNu dreef
nieuwsgierigheid haar om door te lezen maar
hetgeen nu volgde boeide haar niet meer zoo.
De handeling, die als zuivere phantasie niet
meer met de werkeljjkheid gemeen had, mis
haagde haar en na den onwaarsclijjnlijken af
loop, legde zij het boek onbevredigd terzijde,
Juist hetgeen dokter Homan zoo geprezen
had, de satirische beschrijving der groote
wereld, maakte geen indruk op haar, stuitte
haar veeleer. Doch wie kon zoo precies op
de hoogte van hare familie-omstandigheden
zjjn, om die voor dezen roman te gebruiken
Reeds den volgenden dag kwam de dokter
terug en vroeg na de eerste begroeting
»Wel hoe is de sensatie-roman u be
vallen
commissie een weegbrug daarvoor noodig acht,
wjjst (de heer Snjjders erop dat die instru
menten, bljjkens verklaring van den jjker, niet
volkomen betrouwbaar zjjn.
Wat betreft de noodzakeljj kheid van eene
weeginrichting als door hem gewenscht wordt,
hij wjjst erop dat telken jare voor tal van
zaken, die eigenljjk luxe kunnen heeten, op
de begrooting gelden worden gevoteerd en dat
de uitgave, hier gevraagd, den handel ten
goede komt en slechts voor eens komt. De
handel in vee b. v. eischt dringend eene goede
weeginrichting en de afdeeling Walcheren der
Zeeuwsehe landbouicmaatschappij wil in ver
band met het belang der zaak gedurende tien
jaren een subsidie van ƒ30 'sjaars verleenen.
Wat aangaat het particulier initiatief wjjst
de heer Snjjders op de meening der Kamer
van koophandel alhier, die in haar rapport
van 28 Maart 1892 uitsprak dat het dringend
noodig is om in het belang van rechtszeker
heid een ambtenaar van gemeentewege aan te
stellen.
Hjj eindigt met zijn voorstel warm aan te
bevelen, waartoe hjj te meer vrjjmoedigheid
vindt nu het hem gebleken is dat de water
leiding, die hjj vreesde een ramp voor de
gemeente te zullen worden, goede vruchten
belooft.
De heer Tak verdedigt het standpunt der
financieele commissie. Hjj wjjst erop dat over
lading van hooi eigenaardige bezwaren oplevert
en spreekt als zjjne meening uit dat het wegen
van vee hier niet zoo druk voorkomt dat de
noodzakeljjklieid der inrichting daarmee te
verdedigen is.
Dat de noodzakeljjkbeid ook niet door alle
leden der afd. Waioheren der Landbouwmaat-
schappjj wordt onderschreven, bljjkt hieruit
dat het besluit tot het aanbieden van 30
's jaars door eene meerderheid is genomen,
maar dat er eene minderheid was die zich er
tegen verklaarde.
Het voorstel van den heer Snjjders wordt
alsnu in stemming gebracht en verworpen
met algemeene stemmen, behalve die van den
heer Snjjders.
Het adres van Meeuse wordt alsnu gesteld
in handen van burg. en weth. om advies.
Door burg. en weth. is de volgende missive
aan den raad gericht.
«Als gevolg van ons streven om het verschil
van gevoelen omtrent de hoedanigheid en
drukking van het door de gasfabriek geleverde
gas, bestaande tus3clien de directie der fabriek
eenerzjjds en het hier bestaande comité tot
gasonderzoek anderzjjds, zoo mogeljjk tot eene
oplossing te brengen, ontvingen wjj achtereen
volgens het schrijven van den directeur dei-
fabriek dt 27 Maart jl. no 3943 en dat van
genoemd comité dd 4 April jl.
Beide stukken werden voor u eenigen tjjd
ter inzage gelegd.
Tot ons leedwezen moeten wjj erkennen,
dat wjj daarmede niet veel nader tot eene
gewenschte oplossing worden gebracht.
De directeur tocli keurt den photometer van
het comité niet goed en evenzeer acht het
comité de inrichting van den photometer dei-
fabriek niet goed.
Het comité acht voortdurende nazuivering
met kalk gewenschtde directeur echter acht
zulks minder noodzakelijk, omdat bjj de schier
dageljjksche verwisseling van kalk in de zui-
verkisten dampkringslucht toetreedt, hetgeen
bjj het gebruik van jjzeroxide niet zelden
eerst om de acht of veertien dagen behoeft te
geschieden. De dampkringslucht berokkent
aan de kwaliteit van het gas evenveel nadeel
als het onttrekken van het koolzuur daaraan
voordeel geeft.
Het comité rekent, dat met een Pelouze de
teer uit het gas beter wordt ontnomen dan
met het in gebruik zjjnde waschtoestel van
Mann and Walker; de directeur echter ver
klaart dat de teerverwjj dering op uitnemende
wjjze ook door laatstgenoemd toestel geschiedt
en maar zeer enkele fabrieken hier te lande
met eene Pelouze werken.
Slechts hierover zjjn beiden het eens, dat
een korter verblijf van de kolen in de retor
ten de kwaliteit van het gas kan verbeteren.
Zulk een maatregel echter zal de productie
kosten van het gas aanmerkeljjk verhoogen,
zoodat, indien de gemeente geen nadeel wil
Ijjden, de gasprjjs eveneens zou dienen te
worden verhoogd.
Wjj gevoelen geene vrjjlieid u hiertoe te
adviseeren.
Wat eindelijk de door het comité gewenschte
aanstelling van een vasten controleur betreft,
belast met de controle van de hoedanigheid
van het gas, ook daartoe vermeenen wjj u
geen voorstel te mogen doen, na uw votum
van den 17 Februari 1892."
Burg. en weth. stellen voor dit schrijven
voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Van der Swalme heeft daartegen
geen bezwaar, doch spreekt bjj deze gelegen
heid de hoop uit dat in het vervolg de stukken
van den directeur der gasfabriek wat minder
wjjdloopig mogen zjjn, daar thans, hoezeer de
moeite, die de heer Polet zich geeft, waar
deering verdient, naar sprekers meening te
veel bjj omstandigheden worden aangehaald.
De brief wordt voor kennisgeving aangenomen.
Van mej. S. H. Klaar is een verzoek inge
komen om wegens gezondheidsredenen met 1
September ontslagen te worden als hoofd van
school D. Het wordt, nadat de voorzitter zjjn
»Ik heb er een slapeloozen nacht aan te
danken gehadantwoordde de oude dame.
»Steek dat akelige boek maar gauw weer in
uw zak, opdat niemand het bjj mjj vinde."
»Maar is er geen vermoeden bjj u op
gekomen omtrent den schrijver?"
»Neen, volstrekt niet. Ik weet alleen
dat bjj zjjn neus heel diep in onze huiseljjke
aangelegenheden moet gestoken hebben."
ïNeem mjj niet kwaljjk dat ik een
naam noem het bljjft geheel onder ons
Zou niet de heer Arno Horst
i. Wat riep mevr. Steinberg veront
waardigd uit, »dan kent gjj mjjn zoon niet
Zou die oude koeien op zulk een wjjze uit den
sloot halenEn dan zijn eigen persoon zoo
in de hoogte steken, om niet te spreken van
de manier, waarop hjj de heldin behandelt
Zjj wilde volstrekt niet verder over den
roman sprekenmaar de vraag of Arno hem
zou gelezen hebben hield haar de volgende
dagen steeds bezig. Zjj maakte de opmerking
dat Horst in den laatsten tjjd ernstiger scheen
en door kleinigheden licht geraakt kon zjjn
- al deed hjj ook zjjn best om zich terstond
te beheerschen. Vooral scheen hjj ontstemd
te zjjn door de vraag of Rambert von Zastrow
»het voorrecht zou mogen smaken het portret
leedwezen over dit verzoek had uitgesproken,
gesteld in handen van burg. en weth. om
advies.
Eindeljjk wordt overgegaan tot de benoeming
van een ambtenaar van den burgerljjken stand,
noodig door de herbenoeming van den heer
Schorer als burgemeester.
De heer Schorer wordt met algemeene stem
men op een na als ambtenaar van den burger
ljjken stand herbenoemd.
Van den heer Snjjders is een voorstel inge
komen, waarbjj hjj aan burg. en weth. over
legging verzoekt van een inventaris der hulp
middelen bjj het onderwjjs in schei- en
natuurkunde, aan de scholen in de gemeente
in gebruik.
De voorzitter deelt mede dat in de scholen
A, B, C, D en G hulpmiddelen zjjn.
Het voorstel wordt zonder discussie of hoof
delijke stemming aangenomen.
De heer Van Dunné vraagt wanneer de
banken in het plantsoen zullen geplaatst
worden met het oog op het mooie weder zou
spreker het zeer wenscheljjk vinden dat dit
spoedig gebeurt.
De heer Den Bouwmeester deelt mede dat
de banken gereed zjjn en dat die na afloop
der Pinksterdagen zullen geplaatst worden en
wel op grond dat de ervaring geleerd heeft
hoe gedurende die feestdagen die banken en
het plantsoen zeer worden gehavend.
De voorzitter wjjst er op dat morgen het
Droge dok zal verkocht worden en dat in art.
26 van het contract van erfpacht bepaald is,
dat bjj verkoop van het dok de gemeente het
recht heeft van naasting tot den hoogst
geboden prjjs. De voorzitter wenscht dat de
raad een termjjn bepale binnen welken tijd
hjj zich uitspreken zal of hjj van het voorrecht
al of niet gebruik maken zal.
De voorzitter noemt bijv. een tijdvak van
14 dagen
De heer Tak acht dit nog al bezwarend.
Hjj weet niet welke prjjs zal geboden wor
den en kan nu niet beoordeelen of een onder
zoek naar deze zaak in zoo korten tjjd kan
ingesteld worden als hier genoemd.
De voorzitter meent dat het wenscheljjk is
dat niet te lang wordt gedraald.
De heer Tak verdedigt zjjn meening en
toont aan dat het noodig en in het belang
der gemeente wenscheljjk is dat de raad den
tjjd hebbe zich volkomen op de hoogte te
stellen of naasting al dan niet gewenscht is.
Met 9 tegen 3 stemmen wordt het voorstel
van den voorzitter om den termjjn op 14
dagen te stellen verworpen.
V oor stemmen de heeren J. J. van dei-
Harst, jhr mr W. H. Snouck Hurgronje en
W. J. Sprenger.
Alsnu wordt goedgevonden dat aan den ge
machtigde der verkoopers, die de vraag deed,
zal geantwoord worden dat de raad zoo spoe
dig mogeljjk een besluit omtrent de naasting
nemen zal.
De heer Koole vraagt of het niet wenscheljjk
is dac uitgemaakt worde of de bepaling om
trent de naasting alleen slaat op den tegen
woordigen verkoop dan wel steeds van kracht
bljjft.
De heer Tak meent dat die zaak thans niet
aan de orde is, met welk denkbeeld de raad
zich vereenigt.
De heer L. K. van der Harst vraagt, met
het oog op den hoogst onaangenamen geur
die het duinwater heeft, of gevolg gegeven
is aan het advies van den heer Couvée om
opnieuw boringen te doen plaats hebben aan
de Oranje Zon.
De voorzitter antwoordt dat die boringen
op verschillende diepten in den nieuwen
Prince-polder plaats hebben. Wat betreft den
stank van het water merkt de voorzitter op
dat daaromtrent de uitspraken verschillen
de een prijst het duinwater, de ander minacht
het. Bjj slot van rekening bljjkt echter dat
er zeer veel gebruik van gemaakt wordt.
Nog vraagt de heer Van der Harst of er
bjj de gezondheidscommissie redenen bestaan
om de gemeente-pompen gesloten te houden
hjj meent dat er geen gebruik van gemaakt
wordt dan om te schuren.
Verder wjjst hjj erop dat de uitdeeling van
duinwater ongeregeld plaats heeft; op de
eene plaats wordt dik wjj ls en ruim water
verstrekt en op de andere minder dikwjjls.
De voorzitter antwoordt dat het in het be
lang der gezondheid gewenscht is de pompen
gesloten te houdenwat de opmerking om
trent de uitdeeling van water betreft hiervan
zal hjj nota nemen.
De heer Koole herinnert eraan dat hem in
de raadsvergadering van December, toen hjj
het sluitingsuur van kroegen besprak, te ge*-
moet gevoerd is dat men de werking der po
litie verordening moest afwachten en hjj zich
dan ook had voorgesteld tot December te
wachten om de zaak op nieuw te bespreken.
In den laatsten tjjd echter zjjn er in deze stad
feiten voorgevallen, die de wenscheljjkheid aan-
toonen om de kweekplaatsen van ongerechtig
heid zooveel mogeljjk te bemoeilijken.'t Meest
schrikbarende feit is wel is waar voorgevallen
*s avonds te tien uren, maar spreker houdt zich
overtuigd dat de oorzaak, die er toe geleid
heeft, dat de personen zich zoo zeer (ver
grepen hebben, in kroeg en bordeel gezocht
moet worden.
Aan een ander familiedrama hier ter stede
van Gisela te schilderen
Sedert het bal bjj Gabriële kwam Rambert
veel bjj mevrouw Steinberg, die hem niet
onaardig vond, daar hjj slim genoeg was, zich
bjj haar slechts voor te doen als de vrooljjke
kunstenaar, over wiens verhalen en anecdoten
zjj harteljjk kon lachenen zjj vond dit zoo
erg niet dat hij Gisela een weinig het hof
maakte en gaarne wilde schilderen. Zjj had
reeds lang verlangd een mooi portret van
haar dochter te bezitten. Daarentegen zocht
Gisela steeds uitvluchten en kon er maar
niet toe besluiten zjjn verzoek in te
willigen. Nu moest Horst beproeven haar te
overredendoch hjj verzette er zich tegen en
wilde niets met de zaak te maken hebben.
Onder vier oogen deelde hjj zjjn moeder mee
dat Rambert alle gezichten lila' en alle scha
duwen violet maakte, waardoor zjj wel een
weinig afgeschrikt weidmaar de schilder
kwam gedurig terug, en als hjj niet van het
portret sprak dan hield hjj zich des te meer
met het origineel bezig. Horst werd daardoor
hoe langer hoe meer ontstemd, waarbjj nog
de opmerking kwam dat Gisela niet meer zoo
zusterljjk met hem omging en een zekere
terughoudendheid in acht nam, die hem begon
te hinderen, Op zekeren dag ontdekte hjj
een gevoel jegens Rambert, waarvan liij zelf
schrikte, daar hjj het als jaloezy herkende.
De moeder zag dat »de kinderen" niet meer
met elkaar omgingen als vroeger, dat het
anders zoo vrooljjke gesprek vaak stokte en
zjj zag hen beurtelings aan, om te ontdekken
wat er aan scheelde.
Op zekeren avond kwam Horst en bracht
een gedrukte voordracht van een beroemd
schrjjver over een kunstonderwerp mede, die
hjj meende dat de dames zou interesseeren.
Daar hoorde hjj dat Zastrow dien middag
weer over het portret was komen spreken.
Eensklaps zei Gisela op ongewoon scherpen
toon»En ik zal onder geen voorwaarde
voor hem poseerenIn zjjn atelier kan ik
niet alleen gaan en zou dit ook niet onder
geleide willen doen. En al wil hjj mjj hier
in huis schilderen, ik laat er mjj niét mede in."
Arno voelde zich zeer onaangenaam verrast
en gaf door aanhoudend knikken zjjn toe
stemming te kennen maar Gisela ging voort
»Ik begrijp eigenljjk niet, Arno hoe gjj aan
de vriendschap met dien man gekomen zjjt!
De verplichtingen, die gjj bjj uwe thuiskomst
tegenover hem op u genomen hadt, waren erg
j overdreven. Ik denk dat hjj er u niet eens
dankbaar voor is; hij spreekt er nooit over."