9 FEUILLETON. Gabriële. Middelburg 18 Mei. BIJVOEGSEL Vrijdag 19 Mei 1893, no. 117. Novelle van OTTO ROQUETTE. ONDERWIJS. KERKNIEUWS. Gemeenteraad van Middelburg VAK DB VAK Kiesreclitlierziening-. Uit de gisteren medegedeelde wijzigingen, in de wetsontwerpen gebracht, blijkt dat de minister van binnenlandsche zaken op alle hoofdpunten zjjn voordachten heeft gehand haafd. Dat een andere regeling van de kiesbevoegd heid voor de Provinciale staten noodzakelijk zou zjjn, ontkent de minister. Wel zullen enkele bepalingen der provinciale wet in over eenstemming moeten worden gebracht, doch dit betreft de techniek der verkiezing. De daartoe noodige voorziening van geringen omvang kan eerst geschieden na aanneming der kiesrechtherzienings-ontwerpen. Eene hery ziening van de indeeling der provinciale kies districten is daarbij niet noodzakelijk. Die herziening kan, met het oog op de se dert 1852 veranderde toestanden, niet uitblij ven zjj zal dan ook zeker volgen. Maar de invoering der nieuwe kieswet behoeft daarop niet te wachten. De regeering bljjft van meening dat een ontwerp tot regeling van het kiesrecht voor de gemeenteraden thans niet kan worden in gediend het zou een ontwerp moeten zjjn tot geheele herziening der gemeentewet. En door zoodanige opeenstappeling van ontwerpen zou waarschijnlijk geen enkele worden afgedaan. De minister handhaaft zijne overtuiging omtrent de volkomen grondwettigheid van zjjn voordracht. Door meer opzettelijk den eisch te stellen en te omschrijven als een noodzake lijk bewijsmiddel van het voorzien in eigen onderhoud en in dat van het huisgezin dat men, om op de kiezerslijst geplaatst te kun nen worden, moet voorkomen op het krachtens wettelijk voorschrift aangelegde en bp gehou den bevolkingsregister, is aan dat bezwaar voldaan zoodat niet-genieten van onderstand de eenige voorwaarde is. Ook de voorgestelde kenteekenen verdedigt de minister nader uitvoerig. Wat het bezwaar betreft dat'bedelaars, landloopers, venters en marskramers kiezers zullen worden, daartegen merkt de minister op, dat, als zij een zwervend leven leiden, hunne namen niet op de bevol kingsregisters zullen voorkomen, waardoor zjj van zelf het kiesrecht missen. Venters en marskramers kunnen bovendien zeer wel, op eerljjke wjjze, voldoende in hun onderhoud voorzien. Bedelaars en landloopers zjjn per sonen die zich aan misdrijven schuldig maken, waartegen de wet straf heeft bedreigd. Dat zjj op de bevolkingsregisters zouden voorkomen gedurende het laatstverloopen jaar niet zjjn bedeeld, tydig een eigenhandig geschreven aanvraag ter plaatsing op de kiezerslijsten zullen inleveren is hoogstonwaarschjjnljjk. Daarentegen zullen bedelaars en landloopers wel en in vrjj groote verhouding voorkomen onder hen, die krachtens wetteljjk voorschrift van hunne vrijheid zjjn beroofd en daarom het kiesrecht niet kuunen uitoefenen. Bestrjjdende de meening dat door deze uit breiding van kiesrecht de bestaande instellin gen gevaar zullen loopen, zegt de minister »Ook de tegenstanders dezer voordracht kun nen niet ontkennen dat het overgroot gedeelte van onze natie innig gehecht is aan ons vorstenhuis, eendrachtig geschaard is om de draagster van het koninkljjk gezag. Van ouds is dat vorstenhuis hier te lande het symbool van de staatkundige en burgerlijke vrjjheid, het bolwerk der rechtenook der staat kundige rechten, van alle ingezetenen, zonder onderscheid van rang of stand. Waar de kroon steeds aan deze hare historische roeping getrouw bljjtt, zal zjj in Nederland eene zedeljjke kracht bezitten, eene aanhankelijkheid onder alle klassen der bevolking ondervinden, als nergens elders het geval is. Die aanhanke 1 jjkheid kan slechts worden verhoogd wanneer de staatsburgerlijke bevoegdheid, door duizen den en met recht gewenscht en gevraagd, Uit het Duitsch. aan allen die daarvoor niet ongeschikt zjjn en in hun onderhoud voorzien, wordt toege kend. Verder betoogt de minister dat men mag aannemen dat op de uitbreiding van het kies recht een nieuw en opgewekt staatkundig leven zal volgendat de wetgevende arbeid meerder en beter vruchten zal afwerpen wan neer uit alle klassen van ingezetenen veelzjjdige voorlichting en medewerking daaraan kan zjjn verzekerddat de regeering meerdere kracht en zelfstandigheid zal zoeken te ontwikkelen, wanneer zjj den steun geniet eener vertegen woordiging, van welker samenstelling niet talrjjke klassen van belangstellende ingezete nen worden uitgesloten, en dat de vastheid van den troon, de welvaart en de toekomst van land en volk daardoor meer dan tot dus ver verzekerd zullen zjjn. Het denkbeeld van den heer Vrolik om een meerstemmig kiesrecht in te voeren, bestrijdt de minister-, omdat de rechtsgrond ont breekt en een billjjke maatstaf niet te vinden zou zjjn. In de StCt. van heden is opgenomen de tekst van het ministerieel besluit van 8 dezer, tot wjjziging der beschikking van 8 April 11. betreffende den invoer in België van hoorn vee uit Nederland, met twee aanhangels, zoo als de bekendmaking voorkomt in den Moniteur Beige van 11 dezer. Zooals reeds werd medegedeeld zal de in voer van rundvee, herkomstig uit Nederland, geschieden langs verschillende tolbureelen op bepaalde dagen en uren en welStroo- brugge (Maldeghem) Maan- en Woens dagen van 2 tot 4 uren nam.; Watervliet Zater- en Woensdagen van 10 uren tot mid dag; Bouchaute Woensdagen van 10 tot 11 uren voorm.; Staak (Assenede) Woensdagen van 2 tot 4 uren nam.; Selzaete (statie) Dins- en Donderdagen van 2 tot 4 uren nam.; De Klinge (statie) Woensdagen van 4 tot 5 uren nam.; De Tromp (Stekene) Woensdagen van 9 tot 10 uren voorm.; Santvliet Dins- en Don derdagen van 9 tot 11 uren voorm. van rijksuitgaven en door haar belastinggebied uit te breiden. Aan de openbare lagere school te Rit- them is tot onderwijzer benoemd de keer W. F. K. van Overbeeke uit Hoek. De heer S. Rodenhuis te Nicove (Gronin gen) heeft voor zjjne benoeming als onderwij zer met hoofdakte te Arnemuiden bedankt. Door het kiescollege der Nederduitsche hervormde gemeente alhier is Woensdag avond, ter vervulling der vacature-L. Heldring, een viertal van predikanten opgemaakt, be staande uit de heeren J. W. Gunning te Eer beek, G. J. A. Jonker te Kralingen. J. Osse- waarde te Sluis en H. Zeydner te Vollenkove. Veertien dagen later zal daaruit een beroep worden gedaan. Door den kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te Gapinge is beroepen de heer J. H. Gun ning EBz., candidaat. Zooals aan onze lezers in de stad gisteren avond nog werd medegedeeld, bracht Woens dag in de zitting der Tweede kamer de heer Roëll hulde aan den minister en de commissie van rapporteurs. De inhoud van het ontwerp- bedrjjfsbelasting kwam hem goed voor. Vooral de afschaffing der patentbelasting was z. i. een groot voordeel. De voordeden der splitsing van de inkomstenbelasting zjjn vrjj wel ver dwenen. De heer Roëll keurde verder het treffen der rijksambtenaren goed. Hij betoogde dat deze belasting bitter weinig zal kunnen strekken tot leniging van den nood der gemeenten en kwam op tegen de bevredigende inzichten van den minister omtrent de toekomst der geld middelen. Eindelijk drong kjj aan op aansporing bjj de notarissen tot verlaging der tarieven na de vermindering der mutatierechten. De heer A. van Dedem bestreed de alge- meene financieele politiek van den minister en diens vrjjhandelstelsel. Nu de vermogens-belasting is aangenomen, zal hjj echter vóór de bedrjjfs-belasting stem men als noodzakelijk en een niet onbillijk compliment. Ware de rechterzijde aan het bewind gebleven, de natie ware z. i. van deze belastingen bevrijd gebleven. De heer Hartogh besprak ten slotte de kwestie der geheimhouding van de kohieren in verband met art. 264 der gemeentewet. De publiciteit van de kohieren is steeds ook dooi den heer Roëll verdedigd. Het betreft hier inderdaad de publieke zaak; waartoe moet dat geheim worden gehouden Het ware in strjjd met vroegere beslissingen der kamer. Vooral als er kwestie mocht komen van heffing van gemeentelijke opcenten, zal het beginsel van geheimhouding zeker moeten worden losge laten en openbaarheid van de kohieren zal zelfs onvermjjdeljjk zjjn om te leeren kennen in hoever ook buiten het bedrijf de belasting plichtigheid bestaat. Maar vooral voor de heffing van gemeentelijke opcenten zal'tnoo- dig zjjn en deze zal niet kunnen uitblijven omdat in de personeele belasting geen hulp middel voor de gemeenten kan worden gevon den, aangezien zjj als verteringsbelasting, werd zjj geheel aan de gemeenten overgedragen geen voldoende heffing oplevert voor de ge meenten, die dan ook in de opcenten van het personeel nu reeds geen voldoend middel van heffing vinden. Neen, de gemeenten kunnen slechts geholpen worden door ze te ontlasten Zitting van Woensdag middag te 2 uren. Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer, bur gemeester. Afwezig de heeren E. P. Schorer, Van Hoek, Sprenger, A. P. Snouek Hurgronje en Van Voorst Vader met kennisgeving. I (Slot.) Thans komt ter tafel een voorstel van burg. en weth. om voor de vergaderingen van den raad van beroep voor de vermogensbelasting in Zeeland beschikbaar te stellen een der ver- trekken links en rechts in de gang van het raadhuis on middel ijk bij den ingang in den Helm, tegen eene retributie aan de gemeente van 2, (waaronder kosten voor vuur en licht zijn begrepen) per vergadering en eene ver goeding van 1 per vergadering aan den concierge van dat gebouw. Ook hiermede vereenigt de raad zich. Omdat ingezetenen last ondervinden en de gemeente nadeel wordt berokkend door den tegenwoordigen opslag van zand, stellen burg. en weth. voor hen te machtigen tot het ma ken op een door hen te bepalen plaats, (waar schijnlijk de Loskade) van eene dubbele, aan alle zijden behoorlijk gesloten zandkist, waarvan de kosten op 265 zijn begroot. De heer De Stoppelaar vraagt waar men plan heeft op de Loskaai de kist te zetten, waarop de heer Den Bouwmeester antwoordt dat dit waarschijnlijk zijn zal daar waar de keien liggen. Dit zou de heer De Stoppelaar betreuren; hjj zou de kist liever zien nabij de kolenberg plaatsen. De heer Den Bouwmeester zegt dat daar tegen ook geen bezwaren bestaan. De heer Koole vraagt of het niet overweging verdient de kist te plaatsen in de nabijheid van de stadsschuur, waardoor het zand dichter is bij de plaats, waar het gebruikt moet wor den en voerloon zal bespaard worden. De heer Den Bouwmeester acht de Loskade beter geschikt; het voerloon zal bij plaatsing der kist op de Loskade niet hooger worden. Daarna wordt de gevraagde machtiging verleend. In de vergadering van 22 Maart 11. werd door den heer Snijders voorgesteld; 1° volgens het door burg. en weth. overgelegde plan eene weeginrichting te doen maken aan de Goesche korenmarkt bij de Eigenhaardstraat en 2° na voltooiing hiervan, tot aanstelling van een be- eedigden gemeenteweger over te gaan. Door den heer mr J. A. van Hoek werd daarop voorgesteld het voorstel van den heer- Snijders te stellen in handen van de Commis sie van financien om advies, wat werd goed gevonden. Die commissie rapporteert du dat naar hare meening het voorstel van den heer Snijders niet voldoen zal aan alle eischen, die kunnen esteld worden. Op de bedoelde weeginrichting zal o. a. het wegen van hooi zeer bezwaarlijk kunnen ge schieden, daartoe toch zoude eene weegbrug moeten gebruikt worden. Naar het oordeel van de commissie is het belang van de in gezetenen niet zoodanig bij de daarstel- ling van de weeginrichting betrokken dat met het oog op de financieele gevolgen eene der gelijke uitgaaf tegenwoordig zoude gewettigd zjjn, te meer, daar het particulier initiatief tot de aanschaffing van de door den heer jjker bedoelde weeginrichting wil overgaan, meent de commissie van financiën te moeten advi- seeren om het voorstel van den heer Snjjders niet aan te nemen. Te dezer zake is ingekomen een adres van A. Meeuse, die bereid is een door hem aan gekocht perceel tot waaggebouw in te richten Hjj vraagt om de nog aanwezige waagmateri- alen te mogen overnemen. De heer Snjjders bestrjjdt het rapport der financieele commissie. Hjj meent dat bjj de weeginrichting wel degelijk gelegenheid zal zjjn om hooi te wegen; in drie partjjen kan z. i. een voer hooi gewogen worden. Waar de »Maar lees het boek zelf", zei de doctor- tegen de oude dame. »Er wordt iets in ver teld misschien kunt gjj eerder dan een ander den naam van den schrijver raden." sik Wat weet ik van dergel jjke dingen »Leer maar eens den inhoud kennen. Gjj zult het boek, met dien grooten, duide- ljjken druk, gemakkeljjk in éen avond uit lezen. Gisela en Horst gaan, naar ik hoor, naar de comediedat kan lang duren en dus hebt gjj al den tjjdIk beloof u dat gjj u niet vervelen zult bjj die lectuur." Nadat Gisela en Horst vertrokken waren, nam mevrouw Sternberg inderdaad het boek ter hand en begon te lezen. Zjj las en las, met een aandacht, zooals zjj in lang niet aan een boek geschonken hadzjj sloeg de eene bladzjjde na de andere om en las door tot op de helft vaa het boek. Toen moest zjj half van vermoeidheid, half van verbazing even rustenwant zjj had niets anders gelezen dan de geschiedenis van haar pleegzoon en Gabriële, tot aan het huweljjk van deze laatste. Zjj zelf kwam ook in het boek voorofschoon sterk geïdealiseerd. De namen waren allen gewjjzigd, maar anders was er weinig aan de uiterljjke omstandigheden veranderd. Held en heldin waren met scherpe trek ken geteekend, Wat zou nu de tweede helft van den roman behelzen De schrijver kon toch niet in de toekomst zienNu dreef nieuwsgierigheid haar om door te lezen maar hetgeen nu volgde boeide haar niet meer zoo. De handeling, die als zuivere phantasie niet meer met de werkeljjkheid gemeen had, mis haagde haar en na den onwaarsclijjnlijken af loop, legde zij het boek onbevredigd terzijde, Juist hetgeen dokter Homan zoo geprezen had, de satirische beschrijving der groote wereld, maakte geen indruk op haar, stuitte haar veeleer. Doch wie kon zoo precies op de hoogte van hare familie-omstandigheden zjjn, om die voor dezen roman te gebruiken Reeds den volgenden dag kwam de dokter terug en vroeg na de eerste begroeting »Wel hoe is de sensatie-roman u be vallen commissie een weegbrug daarvoor noodig acht, wjjst (de heer Snjjders erop dat die instru menten, bljjkens verklaring van den jjker, niet volkomen betrouwbaar zjjn. Wat betreft de noodzakeljj kheid van eene weeginrichting als door hem gewenscht wordt, hij wjjst erop dat telken jare voor tal van zaken, die eigenljjk luxe kunnen heeten, op de begrooting gelden worden gevoteerd en dat de uitgave, hier gevraagd, den handel ten goede komt en slechts voor eens komt. De handel in vee b. v. eischt dringend eene goede weeginrichting en de afdeeling Walcheren der Zeeuwsehe landbouicmaatschappij wil in ver band met het belang der zaak gedurende tien jaren een subsidie van ƒ30 'sjaars verleenen. Wat aangaat het particulier initiatief wjjst de heer Snjjders op de meening der Kamer van koophandel alhier, die in haar rapport van 28 Maart 1892 uitsprak dat het dringend noodig is om in het belang van rechtszeker heid een ambtenaar van gemeentewege aan te stellen. Hjj eindigt met zijn voorstel warm aan te bevelen, waartoe hjj te meer vrjjmoedigheid vindt nu het hem gebleken is dat de water leiding, die hjj vreesde een ramp voor de gemeente te zullen worden, goede vruchten belooft. De heer Tak verdedigt het standpunt der financieele commissie. Hjj wjjst erop dat over lading van hooi eigenaardige bezwaren oplevert en spreekt als zjjne meening uit dat het wegen van vee hier niet zoo druk voorkomt dat de noodzakeljjklieid der inrichting daarmee te verdedigen is. Dat de noodzakeljjkbeid ook niet door alle leden der afd. Waioheren der Landbouwmaat- schappjj wordt onderschreven, bljjkt hieruit dat het besluit tot het aanbieden van 30 's jaars door eene meerderheid is genomen, maar dat er eene minderheid was die zich er tegen verklaarde. Het voorstel van den heer Snjjders wordt alsnu in stemming gebracht en verworpen met algemeene stemmen, behalve die van den heer Snjjders. Het adres van Meeuse wordt alsnu gesteld in handen van burg. en weth. om advies. Door burg. en weth. is de volgende missive aan den raad gericht. «Als gevolg van ons streven om het verschil van gevoelen omtrent de hoedanigheid en drukking van het door de gasfabriek geleverde gas, bestaande tus3clien de directie der fabriek eenerzjjds en het hier bestaande comité tot gasonderzoek anderzjjds, zoo mogeljjk tot eene oplossing te brengen, ontvingen wjj achtereen volgens het schrijven van den directeur dei- fabriek dt 27 Maart jl. no 3943 en dat van genoemd comité dd 4 April jl. Beide stukken werden voor u eenigen tjjd ter inzage gelegd. Tot ons leedwezen moeten wjj erkennen, dat wjj daarmede niet veel nader tot eene gewenschte oplossing worden gebracht. De directeur tocli keurt den photometer van het comité niet goed en evenzeer acht het comité de inrichting van den photometer dei- fabriek niet goed. Het comité acht voortdurende nazuivering met kalk gewenschtde directeur echter acht zulks minder noodzakelijk, omdat bjj de schier dageljjksche verwisseling van kalk in de zui- verkisten dampkringslucht toetreedt, hetgeen bjj het gebruik van jjzeroxide niet zelden eerst om de acht of veertien dagen behoeft te geschieden. De dampkringslucht berokkent aan de kwaliteit van het gas evenveel nadeel als het onttrekken van het koolzuur daaraan voordeel geeft. Het comité rekent, dat met een Pelouze de teer uit het gas beter wordt ontnomen dan met het in gebruik zjjnde waschtoestel van Mann and Walker; de directeur echter ver klaart dat de teerverwjj dering op uitnemende wjjze ook door laatstgenoemd toestel geschiedt en maar zeer enkele fabrieken hier te lande met eene Pelouze werken. Slechts hierover zjjn beiden het eens, dat een korter verblijf van de kolen in de retor ten de kwaliteit van het gas kan verbeteren. Zulk een maatregel echter zal de productie kosten van het gas aanmerkeljjk verhoogen, zoodat, indien de gemeente geen nadeel wil Ijjden, de gasprjjs eveneens zou dienen te worden verhoogd. Wjj gevoelen geene vrjjlieid u hiertoe te adviseeren. Wat eindelijk de door het comité gewenschte aanstelling van een vasten controleur betreft, belast met de controle van de hoedanigheid van het gas, ook daartoe vermeenen wjj u geen voorstel te mogen doen, na uw votum van den 17 Februari 1892." Burg. en weth. stellen voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. De heer Van der Swalme heeft daartegen geen bezwaar, doch spreekt bjj deze gelegen heid de hoop uit dat in het vervolg de stukken van den directeur der gasfabriek wat minder wjjdloopig mogen zjjn, daar thans, hoezeer de moeite, die de heer Polet zich geeft, waar deering verdient, naar sprekers meening te veel bjj omstandigheden worden aangehaald. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Van mej. S. H. Klaar is een verzoek inge komen om wegens gezondheidsredenen met 1 September ontslagen te worden als hoofd van school D. Het wordt, nadat de voorzitter zjjn »Ik heb er een slapeloozen nacht aan te danken gehadantwoordde de oude dame. »Steek dat akelige boek maar gauw weer in uw zak, opdat niemand het bjj mjj vinde." »Maar is er geen vermoeden bjj u op gekomen omtrent den schrijver?" »Neen, volstrekt niet. Ik weet alleen dat bjj zjjn neus heel diep in onze huiseljjke aangelegenheden moet gestoken hebben." ïNeem mjj niet kwaljjk dat ik een naam noem het bljjft geheel onder ons Zou niet de heer Arno Horst i. Wat riep mevr. Steinberg veront waardigd uit, »dan kent gjj mjjn zoon niet Zou die oude koeien op zulk een wjjze uit den sloot halenEn dan zijn eigen persoon zoo in de hoogte steken, om niet te spreken van de manier, waarop hjj de heldin behandelt Zjj wilde volstrekt niet verder over den roman sprekenmaar de vraag of Arno hem zou gelezen hebben hield haar de volgende dagen steeds bezig. Zjj maakte de opmerking dat Horst in den laatsten tjjd ernstiger scheen en door kleinigheden licht geraakt kon zjjn - al deed hjj ook zjjn best om zich terstond te beheerschen. Vooral scheen hjj ontstemd te zjjn door de vraag of Rambert von Zastrow »het voorrecht zou mogen smaken het portret leedwezen over dit verzoek had uitgesproken, gesteld in handen van burg. en weth. om advies. Eindeljjk wordt overgegaan tot de benoeming van een ambtenaar van den burgerljjken stand, noodig door de herbenoeming van den heer Schorer als burgemeester. De heer Schorer wordt met algemeene stem men op een na als ambtenaar van den burger ljjken stand herbenoemd. Van den heer Snjjders is een voorstel inge komen, waarbjj hjj aan burg. en weth. over legging verzoekt van een inventaris der hulp middelen bjj het onderwjjs in schei- en natuurkunde, aan de scholen in de gemeente in gebruik. De voorzitter deelt mede dat in de scholen A, B, C, D en G hulpmiddelen zjjn. Het voorstel wordt zonder discussie of hoof delijke stemming aangenomen. De heer Van Dunné vraagt wanneer de banken in het plantsoen zullen geplaatst worden met het oog op het mooie weder zou spreker het zeer wenscheljjk vinden dat dit spoedig gebeurt. De heer Den Bouwmeester deelt mede dat de banken gereed zjjn en dat die na afloop der Pinksterdagen zullen geplaatst worden en wel op grond dat de ervaring geleerd heeft hoe gedurende die feestdagen die banken en het plantsoen zeer worden gehavend. De voorzitter wjjst er op dat morgen het Droge dok zal verkocht worden en dat in art. 26 van het contract van erfpacht bepaald is, dat bjj verkoop van het dok de gemeente het recht heeft van naasting tot den hoogst geboden prjjs. De voorzitter wenscht dat de raad een termjjn bepale binnen welken tijd hjj zich uitspreken zal of hjj van het voorrecht al of niet gebruik maken zal. De voorzitter noemt bijv. een tijdvak van 14 dagen De heer Tak acht dit nog al bezwarend. Hjj weet niet welke prjjs zal geboden wor den en kan nu niet beoordeelen of een onder zoek naar deze zaak in zoo korten tjjd kan ingesteld worden als hier genoemd. De voorzitter meent dat het wenscheljjk is dat niet te lang wordt gedraald. De heer Tak verdedigt zjjn meening en toont aan dat het noodig en in het belang der gemeente wenscheljjk is dat de raad den tjjd hebbe zich volkomen op de hoogte te stellen of naasting al dan niet gewenscht is. Met 9 tegen 3 stemmen wordt het voorstel van den voorzitter om den termjjn op 14 dagen te stellen verworpen. V oor stemmen de heeren J. J. van dei- Harst, jhr mr W. H. Snouck Hurgronje en W. J. Sprenger. Alsnu wordt goedgevonden dat aan den ge machtigde der verkoopers, die de vraag deed, zal geantwoord worden dat de raad zoo spoe dig mogeljjk een besluit omtrent de naasting nemen zal. De heer Koole vraagt of het niet wenscheljjk is dac uitgemaakt worde of de bepaling om trent de naasting alleen slaat op den tegen woordigen verkoop dan wel steeds van kracht bljjft. De heer Tak meent dat die zaak thans niet aan de orde is, met welk denkbeeld de raad zich vereenigt. De heer L. K. van der Harst vraagt, met het oog op den hoogst onaangenamen geur die het duinwater heeft, of gevolg gegeven is aan het advies van den heer Couvée om opnieuw boringen te doen plaats hebben aan de Oranje Zon. De voorzitter antwoordt dat die boringen op verschillende diepten in den nieuwen Prince-polder plaats hebben. Wat betreft den stank van het water merkt de voorzitter op dat daaromtrent de uitspraken verschillen de een prijst het duinwater, de ander minacht het. Bjj slot van rekening bljjkt echter dat er zeer veel gebruik van gemaakt wordt. Nog vraagt de heer Van der Harst of er bjj de gezondheidscommissie redenen bestaan om de gemeente-pompen gesloten te houden hjj meent dat er geen gebruik van gemaakt wordt dan om te schuren. Verder wjjst hjj erop dat de uitdeeling van duinwater ongeregeld plaats heeft; op de eene plaats wordt dik wjj ls en ruim water verstrekt en op de andere minder dikwjjls. De voorzitter antwoordt dat het in het be lang der gezondheid gewenscht is de pompen gesloten te houdenwat de opmerking om trent de uitdeeling van water betreft hiervan zal hjj nota nemen. De heer Koole herinnert eraan dat hem in de raadsvergadering van December, toen hjj het sluitingsuur van kroegen besprak, te ge*- moet gevoerd is dat men de werking der po litie verordening moest afwachten en hjj zich dan ook had voorgesteld tot December te wachten om de zaak op nieuw te bespreken. In den laatsten tjjd echter zjjn er in deze stad feiten voorgevallen, die de wenscheljjkheid aan- toonen om de kweekplaatsen van ongerechtig heid zooveel mogeljjk te bemoeilijken.'t Meest schrikbarende feit is wel is waar voorgevallen *s avonds te tien uren, maar spreker houdt zich overtuigd dat de oorzaak, die er toe geleid heeft, dat de personen zich zoo zeer (ver grepen hebben, in kroeg en bordeel gezocht moet worden. Aan een ander familiedrama hier ter stede van Gisela te schilderen Sedert het bal bjj Gabriële kwam Rambert veel bjj mevrouw Steinberg, die hem niet onaardig vond, daar hjj slim genoeg was, zich bjj haar slechts voor te doen als de vrooljjke kunstenaar, over wiens verhalen en anecdoten zjj harteljjk kon lachenen zjj vond dit zoo erg niet dat hij Gisela een weinig het hof maakte en gaarne wilde schilderen. Zjj had reeds lang verlangd een mooi portret van haar dochter te bezitten. Daarentegen zocht Gisela steeds uitvluchten en kon er maar niet toe besluiten zjjn verzoek in te willigen. Nu moest Horst beproeven haar te overredendoch hjj verzette er zich tegen en wilde niets met de zaak te maken hebben. Onder vier oogen deelde hjj zjjn moeder mee dat Rambert alle gezichten lila' en alle scha duwen violet maakte, waardoor zjj wel een weinig afgeschrikt weidmaar de schilder kwam gedurig terug, en als hjj niet van het portret sprak dan hield hjj zich des te meer met het origineel bezig. Horst werd daardoor hoe langer hoe meer ontstemd, waarbjj nog de opmerking kwam dat Gisela niet meer zoo zusterljjk met hem omging en een zekere terughoudendheid in acht nam, die hem begon te hinderen, Op zekeren dag ontdekte hjj een gevoel jegens Rambert, waarvan liij zelf schrikte, daar hjj het als jaloezy herkende. De moeder zag dat »de kinderen" niet meer met elkaar omgingen als vroeger, dat het anders zoo vrooljjke gesprek vaak stokte en zjj zag hen beurtelings aan, om te ontdekken wat er aan scheelde. Op zekeren avond kwam Horst en bracht een gedrukte voordracht van een beroemd schrjjver over een kunstonderwerp mede, die hjj meende dat de dames zou interesseeren. Daar hoorde hjj dat Zastrow dien middag weer over het portret was komen spreken. Eensklaps zei Gisela op ongewoon scherpen toon»En ik zal onder geen voorwaarde voor hem poseerenIn zjjn atelier kan ik niet alleen gaan en zou dit ook niet onder geleide willen doen. En al wil hjj mjj hier in huis schilderen, ik laat er mjj niét mede in." Arno voelde zich zeer onaangenaam verrast en gaf door aanhoudend knikken zjjn toe stemming te kennen maar Gisela ging voort »Ik begrijp eigenljjk niet, Arno hoe gjj aan de vriendschap met dien man gekomen zjjt! De verplichtingen, die gjj bjj uwe thuiskomst tegenover hem op u genomen hadt, waren erg j overdreven. Ik denk dat hjj er u niet eens dankbaar voor is; hij spreekt er nooit over."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 5