IlÉnrgsÉ Courant LAATSTE BERICHTEN. BIJVOEGSEL Middelburg 17 Mei. Gemeenteraad van Middelburg, VAN Dl VAN Donderdag 18 Mei 1893, 110. 11G. Zitting van heden, Woensdag, middag te 2 uren. Voorzitter de heer jhr mr L. Schorer, bur gemeester. Afwezig de heeren E. P. Schorer, Van Hoek, Sprenger, A. P. Snouck Hurgronje en Van Voorst Vader met kennisgeving. (Slot.) Nog komt ter tafel een voorstel van burg. en weth. om voor de vergaderingen van den raad van beroep voor de vermogensbelasting in Zeeland beschikbaar te stellen een der ver trekken links en rechts in den gang van het raadhuis onmiddelijk bij den ingang in den Helm, tegen eene retributie aan de gemeente van f 2, (waaronder kosten voor vuur en licht zijn begrepen) per vergadering en eene ver goeding van f 1 per vergadering aan den concierge van dat gebouw. Ook hiermede vereenigt de raad zich. Omdat ingezetenen last ondervinden en de gemeente nadeel wordt berokkend door den tegenwoordigen opslag van zand, stellen burg. en weth. voor hen te m aehtigen tot het ma ken 025 een door hen te be25alen plaats (waar schijnlijk de Loskade) van eene dubbele, aan alle zijden behoorlijk gesloten zandkist, waarvan de kosten op 265 zijn begroot. De heer De Sto2525elaar vraagt waar men plan heeft op de Loskaai de kist te zetten, waarop de heer Den Bouwmeester antwoordt dat dit waarschijnlijk zijn zal daar waar de keien liggen. Dit zou de heer De Stoppelaar betreuren, hij zou de kist liever zien nabij de kolenberg plaatsen. De heer Den Bouwmeester zegt dat daar tegen ook geen bezwaren bestaan. De heer Koole vraagt of het overweging verdient de kist te pdaatsen in de nabijheid van de stadsschuur, waardoor het zand dichter is bij de plaats, waar het gebruikt ïuoet wor den en voerloon zal bespaard worden. De heer Den Bouwmeester acht de Loskade beter geschikt; het voerloon zal bij pilaatsing der kist op de Loskade niet hooger worden. Daarna wordt de gevraagde machtiging verleend. In de vergadering van 22 Maart 11. werd door den heer Snijders voorgesteld; 1° volgens het door burg. en weth. overgelegde plan eene weeginriehting te doen maken aan de Goesche korenmarkt bij de Eigenhaardstraat en 2U na voltooiing hiervan, tot aanstelling van een be- eedigden gemeenteweger over te gaan. Door den heer mr J. A. van Hoek werd daarop voorgesteld het voorstel van den heer Snjjders te stellen in handen van de Commis sie van tinancien om advies, wat werd goed gevonden. Die commissie rapporteert nu dat naar hare meening het voorstel van den heer Snijders niet voldoen zal aan alle eischen, die kunnen gesteld worden. Op de bedoelde weeginrichting zal o. a. het wegen van hooi zeer bezwaarlijk kunnen ge schieden, daartoe toch zoude eene weegbrug moeten gebruikt worden. Naar het oordeel van de commissie is het belang van de in gezetenen niet zoodanig bij de daarstel- ling van de weeginrichting betrokken dat met het oog op de financiëele gevolgen eene der gelijke uitgaaf tegenwoordig zoude gewettigd zijn, te meer, daar het particulier initiatief' tot de aanschaffing van de door derf heer ijker bedoelde weeginrichting wil overgaan, meent de commissie van financiën te moeten advi- seeren om het voorstel van den heer Snijders niet aan te nemen. Te dezer zake is ingekomen een adres van A. Meeuse, die bereid is een door hem aan gekocht perceel tot waaggebouw in te richten. Hij vraagt om de nog aanwezige waagmateri- alen te mogen overnemen. De heer Snijders bestrijdt het rapport der financieele commissie. Hij meent dat bij de weeginrichting wel degelijk gelegenheid zal zijn om hooi te wegen in drie partijen kan z. i. een voer hooi gewogen worden. Waar de commissie een weegbrug daarvoor noodig acht, wijst de heer Snijders erop dat die instru menten, blijkens verklaring van den ijker, niet volkomen betrouwbaar zijn. Wat betreft de noodzakelijkheid van eene weeginrichting als door hem gewenscht wordt, hij wijst erop dat telken jare voor tal van zaken, die eigenlijk luxe kunnen lieeten, op de begrooting gelden worden gevoteerd en dat de uitgave, hier gevraagd, den handel ten goede komt en slechts voor eens komt. De handel in vee b. v. eischt dringend eene goede weeginrichting en de afdeeling Walcheren der Zeeutcsche landbouwmaatschappij wil in ver band met het belang der zaak gedurende tien jaren een subsidie van f 30 'sjaars verleenen. Wat aangaat het particulier initiatief wijst de heer Snijders op> de meening der Kamer van koophandel alhier, die in haar rapport van 28 Maart 1892 uitsprak dat het dringend noodig is om in het belang van rechtszeker heid een ambtenaar van gemeentewege aan te stellen. Hij eindigt met zijn voorstel warm aan te bevelen, waartoe hij te meer vrijmoedigheid vindt nu het hem gebleken is dat de water leiding, die hij vreesde een ramp voor de gemeente te zullen worden, goede vruchten belooft. De heer Tak verdedigt het standpunt der financieele commissie. Hij wijst erop dat over lading van hooi eigenaardige bezwaren oplevert en spreekt als zijne meening uit dat het wegen van vee hier niet zoo druk voorkomt dat de noodzakelijkheid der inrichting daarmee te verdedigen is. Dat de noodzakelijkheid ook niet door alle leden der afd. Walcheren der Lurlbouwma at - schappij wordt onderschreven, blijkt hieruit dat het besluit tot het aanbieden van f 30 s jan-s door eene meerderheid is genomen, 'maar dat er eene minderheid was die zich er tegen verklaarde. Het voorstel van den heer Snijders wordt alsnu in stemming gebracht en verworpen met algemeene stemmen, behalve die van den heer Snijders. Het adres van Meeuse wordt alsnu gesteld in handen van burg. en weth. om advies. Door burg. en weth. is de volgende missive aan den raad gericht. »Als gevolg van ons streven om het verschil van gevoelen omtrent de hoedanigheid en drukking van het door de gasfabriek geleverde gas, bestaande tusschen de directie der fabriek eenerzijds en het hier bestaande comité tot gasonderzoek anderzijds, zoo mogelijk tot eene oplossing te brengen, ontvingen wij achtereen volgens het schrijven van den directeur dei- fabriek dt 27 Maart jl. no 3943 en dat van genoemd comité dd 4 April jl. Beide stukken werden voor u eenigen tijd ter inzage gelegd. Tot ons leedwezen moeten wij erkennen, dat wij daarmede niet veel nader tot eene gewenschte oplossing worden gebracht. De directeur toch keurt de photometer van het comité niet goed en evenzeer acht het comité de inrichting van den photometer dei- fabriek niet goed. Het comité acht voortdurende nazuivering met kalk gewenscht; de directeur echter acht zulks minder noodzakelijk, omdat bij de schier dagelij ksche verwisseling van kalk in de zui- verkisten dampkringslucht toetreedt, hetgeen bij het gebruik van ijzeroxide niet zelden eerst om de acht of veertien dagen behoeft te geschieden. De dampkringslucht berokkent aan de kwaliteit van het gas evenveel nadeel als het onttrekken van het koolzuur daaraan voordeel geeft. Het comité rekent, dat met een Pelouze de teer uit het gas beter wordt ontnomen dan met het in gebruik zijnde waschtoestel van Mann -and Walkerde directeur echter ver klaart dat de teerver wij dering op uitnemende wijze ook door laatstgenoemd toestel geschiedt en maar zeer enkele fabrieken hier te lande met eene Pelouze werken. Slechts hierover zijn beiden het eens, dat een korter verblijf van de kolen in de retor ten de kwaliteit van het gas kan verbeteren. Zulk een maatregel echter zal de productie kosten van het gas aanmerkelijk verhoogen, zoodat, indien de gemeente geen nadeel wil lijden, de gasprijs eveneens zou dienen te worden verhoogd. Wij gevoelen geene vrijheid u hiertoe te adviseeren. Wat eindelijk de door het comité gewenschte aanstelling van een vasten controleur betreft, belast met de controle van de hoedanigheid van het gas, ook daartoe vermeenen wij u geen voorstel te mogen doen, na uw votum van den 17 Februari 1892." Burg. en weth. stellen voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. De heer Van der Swalrne heeft daartegen geen bezwaar, doch spreekt bij deze gelegen heid de hoop uit dat in het vervolg de stukken van den directeur der gasfabriek wat minder wijdloopig mogen zijn, daar thans, hoezeer de moeite, die de heer Polet zich geeft, waar deering verdient, naar sprekers meening te veel bijomstandigheden worden aangehaald. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Van mej. S. H. Klaar is een verzoek inge komen om wegens gezondheidsredenen met 1 September ontslagen te worden als hoofd van school D. Het wordt, nadat de voorzitter zijn leedwezen over dit verzoek had uitgesproken, gesteld in handen van burg. en weth. om advies. Eindelijk wordt overgegaan tot de benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken stand, noodig door de herbenoeming van den heer Schorer als burgemeester. De heer Schorer wordt met algemeene stem men op een na als ambtenaar van den burger lijken stand herbenoemd. Van den heer Snijders is een voorstel inge komen, waarbij hij aan burg. en weth. over legging verzoekt van een inventaris der hulp middelen bij het onderwijs in schei- en natuurkunde, aan de scholen in de gemeente in gebruik. De voorzitter deelt mede dat in de scholen A, B, C, D en G hulpmiddelen zijn. Het voorstel wordt zonder discussie of hoof delijke stemming aangenomen. De heer Van Dunné vraagt wanneer de banken in het pilantsoen zullen geplaatst worden met het oog op> het mooi weder zou spreker het zeer wenschelijk vinden dat dit spoedig gebeurt. De heer Den Bouwmeester deelt mede dat de banken gereed zijn en dat die na afloop der Pinksterdagen zullen geplaatst worden en wel op grond dat de ervaring geleerd heeft hoe gedurende die feestdagen die banken en het plantsoen zeer worden gehavend. De voorzitter wijst er op dat morgen het Droge dok zal verkocht worden en dat in art. 26 van het contract van erfpacht bepaald is, dat bij verkoop van het dok de gemeente het recht heeft van naasting tot den hoogst geboden prijs. De voorzitter wenscht dat de raad een termijn bepale binnen welken tijd hij zich uits2ireken zal of hij van het voorrecht al of niet gebruik maken zal. De voorzitter noemt bijv. een tijdvak van 14 dagen De heer Tak acht dit nog al bezwarend. Hij weet niet welken prijs zal geboden wor den en kan nu niet beoordeelen of een onder zoek naar deze zaak in zoo korten tijd kan ingesteld worden als hier genoemd. De voorzitter meent dat het wenschelijk is dat niet te lang wordt gedraald. De heer Tak verdedigt zijn meening en toont aan dat het noodig en in het belang der gemeente wenschelijk is dat de raai den tijd kebbe zich volkomen op de hoogte te stellen of naasting al dan niet gewenscht is. Met 9 tegen 3 stemmen wordt het voorstel van den voorzitter om den termijn op 14 dagen te stellen verworpen. Voor stemmen de heeren J. .T. van dei- Harst, jhr mr W. H. Snouck Hurgronje en W. J. Sprenger. Alsnu wordt goedgevonden dat aan den ge machtigde der verkoopers, die de vraag deed, zal geantwoord worden dat de raad zoo spoe dig mogelijk een besluit omtrent de naasting nemen zal. De heer Koole vraagt of het niet wenschelijk is dac uitgemaakt worde of de bepaling om trent de naasting alleen slaat op den tegen woordigen verkoop clan wel steeds van kracht blijft. De heer Tak meent dat die zaak thans niet aan de orde is, met welk denkbeeld de raad zich vereenigt. De heer L. K. van der Harst vraagt, met het oog op den hoogst onaangenamen geur die het duinwater heeft, of gevolg gegeven is aan het advies van den heer Couvée om opnieuw boringen te doen plaats hebben aan de Oranje Zon. De voorzitter antwoordt dat die boringen op verschillende diepten in den nieuwen Prince-23older plaats hebben. Wat betreft den stank van het water merkt de voorzitter op dat daaromtrent de uitspraken verschillen -, cle een prijst het duinwater, de ander minacht het. Bij slot van rekening blijkt echter dat er zeer veel gebruik van gemaakt wordt Nog vraagt de heer Van der Harst of er bij de gezondheidscommissie redenen bestaan om de gemeente-pompen gesloten te houden hij meent dat er geen gébruik van gemaakt wordt dan om te schuren. Verder wijst hij erop dat de uitdeeling van duinwater ongeregeld plaats heeftop de eene plaats wordt dikwijls en ruim water verstrekt en op de andere minder dikwijls. De voorzitter antwoordt dat het in het be lang der gezondheid gewenscht is de pompen gesloten te houdenwat de opmerking om trent de uitdeeling van water betreft hiervan zal hij nota nemen. De heer Koole herinnert eraan dat. hem in de raadsvergadering van December, toen hij het sluitingsuur van kroegen besprak, te .ge- moet gevoerd is dat men de werking der pso- litie verordening moest afwachten en hij zich dan ook had voorgesteld 'tot December te wachten om de zaak op nieuw te bespreken. In den laatsten tijd echter zijn er in deze stad feiten voorgevallen, die de wenschelijkheid aan- toonen om de kweekplaatsen van ongerechtig heid zooveel mogelijk te bemoeilijken.'t Meest schrikbarende feit is wel is waar voorgevallen 's avonds te tien uren, maar spreker houdt zich overtuigd dat de oorzaak, die er toe geleid heeft, dat de personen zich zoo zeer ver grepen hebben, in kroeg en bordeel gezocht moet worden. Aan een ander familiedrama hier ter stede zijn dezelfde inrichtingen, naar hij meent, niet vreemd. Daarom vraagt hij of een der leden lust heeft met hem in overleg te treden tot her ziening der politieverordening, voor zoover die hierop betrekking heeft. Naar sprekers meening eischt dit het publiek belang, daar het toch niet aangaat dat men, 's avonds over straat gaande, ongerust moet zijn door een amokmaker te worden besprongen. Spreker acht het niet gewenscht dat kroegen van 1 Januari tot 31 December steeds open staan en bordeelen worden toegelaten even' als ieder fatsoenlijk bedrijf. Dat moest z. i. niet zoo zijn en de raad moest op die inrick- tigen het brandmerk drukken der strafbaar heid en ze niet op gelijke lijn stellen met. ieder eerlijk bedrijf. Geen der leden verlangt op het verzoek in te gaan. Daarop wordt de vergadering door den voor zitter gesloten. 's («ravenliage. Tweede kamer. (Ver volg van het bericht in de courant.) De heer Roëll bracht hulde aan den minister en de commissie van rapporteurs. De inhoud van het ontwerp) kwam hem goed voor. Vooral de afschaffing der patentbelasting was z. i. een groot voordeel. De voordeelen der splitsing van de inkomstenbelasting zijn vrij wel ver dwenen. De heer Roëll keurde verder het treffen dei- rijksambtenaren goed. Hij betoogde dat deze belasting bitter weinig zal kunnen strekken tot leniging van den nood der gemeenten en kwam op tegen de bevredigende inzichten van den minister omtrent de toekomst der geld middelen. Eindelijk drong hij aan op aansporing bij de notarissen tot verlaging der tarieven na de vermindering der mutatierechten. De heer A. van Dedem bestreed de alge meene financieele politiek van den minister en diens vrijhandelstelsel. Nu de vermogens-belasting is aangenomen, zal hij echter vóór de bedrijfs-belasting stem men als noodzakelijk en een niet onbilljjk compliment. Ware de rechterzijde aan het bewind gebleven, de natie ware z. i. van deze belastingen bevrijd gebleven. Stoomdrukker^ D. G. Kröber jr. Middelburg

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 5