MleMrgsclie Courant FEUILLETON. Gabriële. BIJVOEGSEL Brieven uit de Hofstad. Verspreide Berichten. Maandag 8 Mei 1893, no. 108. Middelburg 6 Mei. Novelle van OTTO ROQUETTE. JkM DS VA.H 5 Mei 1893. In een humoristisch blad, ik meen de Fliegende Blatter, werd eemgen tgd geleden een parodie geleverd op de meer en meer gebruikelijke tentoonstelling van menschen van donkere rassen in de openbare gebouwen en tuinen in de groote Europeesche steden. De teekenaar gaf eenige afbeeldingen te zien van de meest *gemüthliche" Duitschers, opge sloten achter hekken en in parken, waarom heen zich de bewoners van het zwarte wereld deel verdrongen om die wondermenschen te aanschouwen. Met omkeering van de rollen kan men nu die teekeningen als tableaux vivant bezichtigen in onzen dierentuin. Een troep vrouwen en enkele mannen uit Dahomey houden daar tjjdelyk verblijf en voeren op vastgestelde uren, een keer of tien per dag, telkens het zelfde programma uit van krijgsdansen, ge vechten enz., en natuurlijk staan nu de blanke broeders en zusters om het op een grasveld opgeslagen tooneel geschaard om van de voor stelling te genieten. Onze dierentuin is nooit rjjk geweest aan dieren, en hun aantal is in den laatsten tgd er niet op vermeerderd, maar dat gemis schijnt het veelgeprezen en inderdaad wakker bestuur nu te willen vergoeden door een kolonie menschen te doen bekijken. Mjjne nieuwsgierigheid was tot dusver niet groot genoeg om mjj te bewegen ook daar heen te gaan, zoodat ik die van mjjne lezers buiten Den Haag niet kan bevredigen door hun allerlei bijzonderheden van de »Amazonen van Dahomey" te vertellen. Grooter in elk geval dan mjjne nieuwsgierigheid en mjjn trek naar het vreemde is mjjn weerzin om mjjn lidmaatschap van den dierentuin te misbruiken om daar menschen te gaan zien alsof zjj beesten waren. Men moge het overdreven gevoelig noemen, maar ik acht een dierentuin al een zeer weinig passende plaats yoor dergeljjke vertooningen van menschen. Het is waar, in vele opzichten staan de Dahomeyers dichter by een dier in engeren zin dan bjj den mensch, maar juist daarom geeft zulk een voorstelling den indruk alsof de acteurs werkelijk dieren waren, en dat terwjjl zjj toch menschen zjjn. Wg, blanken, mogen ons ver verheven reke nen boven die donker gekleurde stammen, maar dit verschil in beschaving heft mgn be zwaar niet op en kan dit ook niet doen. Ook in onze maatschappij bestaat een hemelsbreed verschil tusschen een mensch en een mensch; er zgn er talloozen in onze samenleving, die door hun leefwijze en hunne gewoonten, hetzg als gevolg hunner opvoeding, hetzjj doordien zg tot de misdeelden behooren, hetzjj door eigen schuld, eigenljjk al heel weinig gemeen hebben met het redeljjk wezen van hoogere ontwikkeling en fijnere beschaving, dat toch ook maar met hem over éen kam wordt ge schoren en als zg mensch heet. De huidskleur buiten rekening gelaten, is het de vraag nog wie verder verwjjderd zjjn van het ideale mensch, de Dahomeyers of de verworpelingen onzer Europeesche maatschappij. En toch, welk een kreet van verontwaardiging zou er opgaan, als men eens eenige exemplaren van de laatsten in een dierentuin tentoonstelde voor andere menschen Wat met iemand uit onze omgeving geschiedt, wordt al heel spoedig op een goudschaaltje der menscheljjkheid gewogen, maar die Daho meyers Zoo wordt er hier dezer dagen vrjj wat be weging gemaakt over het vervoer van een weerbarstigen veroordeelde per brancard naar Uit het Duitsch. »Acb ja Het was eigenljjk vreeselgk." >Zoo, zoo! Gp maakt mg nieuwsgierig." »En achterna toch weer een weinig be- lacheiyk." »Dat is zonderling!" »Ja, en als ik er goed over denk was er ook wel iets aandoenlgks aan!" »Hoe is het mogeljjkriep de huisdokter uit en kon zgn lachen bgna niet bedwingen. vVreeselgk, belacheljjk en aandoenljjk dat is een zonderlinge mengeling van indrukken Maar nu zou ik toch wel eens willen hooren vooreerstwaarin bestond dat vreesel jjke Mevrouw Steinberg, een deftige, zeer fijn beschaafde dame, schudde even met het hoofd en zei»Voor mg lag het vooreerst in een uitbarsting van hartstochtelgkheid, zooals ik nog nooit gezien en bg mgn pleeg zoon zeker niet verwacht had. Voorts lag het in de noodlottige tweedracht tusschen mgn zuster en mg, een inwendige wrok, dien zg tot aan haar dood toe hardnekkig jegens mg gekoesterd heeft." »Dat is inderdaad zeer treurig!" zei de de gevangenis. Nu vraag ik toch in gemoede of het zooveel minder onteerend is in een ge vangenwagen te worden vervoerd of wel te voet tusschen een paar politie-dienaren door de straten te moeten trekken, dan gemakke- lgk in een gesloten brancard op een zacht kussen te liggen Bg gebreke van den ge vangenwagen, zooals in het bedoelde geval, kan men zich, geloof ik, best met een bran card behelpen. Doch er is meer, wat de be langstelling in dén tot betaling van de hem opgelegde boete weigerachtigen veroordeelde heeft gewekt. Men valt de autoriteiten hard, dat zg den man lieten oppakken tot het ondergaan van de hechtenis en niet aflieten, toen hg een be- wgs vertoonde bg het kabinet der koningin een gesloten couvert te hebben bezorgd, volgens zgn zeggen een request om gratie inhoudende. Wat werkelgk de inhoud was bleek niet uit dat bewgs en kon ook niet bljjken, omdat de ambtenaren aan het kabinet alleen gesloten enveloppen mogen in ontvangst nemen en die niet zelf mogen openen dit recht heeft zich de koningin-regentes zelve uitdrukkelgk voor behouden. Waar nu de veroordeelde herhaal- delgk was aangemaand om de boete te vol doen en iemand is, die het der politie bgna voortdurend erg lastig maakt, kan ik mg best begrgpen en billgk ik ook volkomen, dat men zich niet stoorde aan dat »bewgsje" van het kabinet, dat op zich zelf trouwens niets be- wgst wat ter zake dienende is. De nu door de publieke opinie in bescherming genomen ver oordeelde had dan maar vroeger zgn request om gratie moeten indienendan ware het vóór zgne arrestatie in handen van het open baar ministerie geweest en was de ambtenaar van dat oogenblik af verplicht de executie van het vonnis te schorseneen koninklgk besluit omtrent het recht van gratie zegt dit uitdrukkelgk. Waar dit besluit reeds zooveel verder gaat dan het Wetboek van strafvorde ring, door ook na den daar gestelden termgn van acht dagen, nadat het vonnis in kracht van gewgsde ging, nog de schorsing te beve len, zoodra maar eengratie-verzoek in handen van het openbaar ministerie is gekomen, heeft men toch waarlgk geen reden nog meer welwil lendheid voor wederspannige veroordeelden te eischen. Van welwillendheid heeft de regeering zeker een blgk gegeven bg de benoeming van den minister van waterstaat uit het vorige kabinet tot de hooge en lucratieve betrekking van directeur-generaal der postergen en telegraphie. Dat is nu toch geen partgbenoeming. Of dezelfde regeering echter verstandig deed dooi den heer Havelaar te kiezen is een andere vraag. Organiseeren is zeker de voornaamste taak van den directeur-generaal, en daarvoor schgnt nu de heer Havelaar wel wat oud, en bovendien is van zgn organiseerend talent niet veel moois gebleken. Hg heeft ons spoor wegwezen georganiseerd, maar hoe Zóo dat de toestand hoe langer zoo onhoudbaarder wordt èn in de praktgk èn wat de financiën betreft» En als de Hollandsche spoorweg eens zal komen met den eisch, waartoe het recht onder minister Havelaar is verleend, om te worden genaast door den Staat met al de ge volgen van dien, dan zal er nog wat meer voor den dag komen. Die eisch zal wellicht spoedig worden gedaan, daar de winst der maatschappg dalende is tot zulk een laagte, dat de aandeelhouders zelfs niet meer een zeer matige rente genieten. Door die naasting zullen van den Staat geldelgke offers worden gevor derd, die eenvoudig niet te brengen zgn zonder zeer buitengewone maatregelen, en wat het ergste is, de maatschappg heeft het geheel in hare hand die offers tot een ongekende hoogte op te voeren. Die regeling is het werk van den minister Havelaar. Moge het met onze postergen beter afloopen In de Vragen des Tyds komt een artikel voor van den heer Kielstra over den Atjeh- oorlog en de liberale partg. Daarin wordt nog eens in herinnering gebracht hoe nog maar altgd en telkens weder nog onlangs op vrg hatelgke wgze in het weekblad de Amsterdammer de liberale minister van kolo niën Fransen van de Putte en de liberale partg de schuld krggt van den oorlog met Atjeh. En hoe oordeelen de meest achtenswaardige leden der rechterzgde Daarop luidt het antwoord dokter. »Maar waarin bestond nu het belache- lgke »Neen dokter, zoo moogt gg mg niet over die geschiedenis uitvragenDan vertel ik u liever de hoofdpunten in hun onderling verband, indien gg er nog niets van gehoord hebt. Het is thans zeven jaar geleden Gg waart toen toch reeds dokter bg ons?" »Zeker had ik toen reeds die eer, maar een post van vertrouwen, behalve als arts, was mg nog niet verleend." »Ja, ja, ik kende u toen eigenlgk eerst als een groote plaaggeest en kon niet weten dat ik ook weldra een hulpvaardigen vriend in u zou vinden." De dokter knikte, boog lachend en zei»Ik wilde indertgd niet onbescheiden zgn en stoorde mg niet aan de geruchten, die er o er uw huishouden in omloop Waren." Geruchten? Zoo, wat zei men dan?" »Wel dat die jongeling dwaasheden be gaan had en zoo spoedig mogelgk uit uw huis verwgderd moest worden." »0 neen, volstrekt niet! Dat was niet het geval. Dwaasheden, in de gewone betee- kenis van het woord, heeft Arno nooit begaan ofschoon het hem bg deze zaak wel aan bezonnenheid en verstand ontbroken heeft. Ook behoefde hg niet uit het huis verwgderd te worden, maar meende het te moeten ver laten. En daar hg er op stond - een stgfkop wa» hg altgd gaf ik toe, en hg verliet het De heer Elout van Soeterwoude, de eerbied-1 waardige grgsaard, die voor de anti-revolu-1 tionnairen terecht als autoriteit geldt, wiens I kennis en goede trouw boven alle verdenking I verheven is, sprak den 21 Januari 1886 ia del Eerste kamer >De beginselen van dien (Atjeh) oorlog zou ik niet kunnen durven afkeuren. Ik benl indertgd vereerd geweest met eene mededeeling I van de punten, vóór nog iets was begonnen. I Ik heb bg een onderhoud* dat tot in den nacht duurde, met den toenmaligen minister van koloniën, ons tegenwoordig medelid (Fran sen van de Putte) gezien met welke nauwge zetheid en met welk diep besef van verant-1 woordelgkheid die minister heeft gehandeld. I Wg weten, dat de aanleiding is geweest de I mededeeling van een geheim contract tusschen den consul te Singapore van de Vereenigde- Staten en Atjeh, teneinde aan die staten de I souvereiniteit van Atjeh op te dragen pogin gen op Mohamedaansch gebied te Kons'lanti-1 nopel en Pargs; pogingen van Italië om een 20,000 van hunne bandieten te brengen in die I streken. Welke gevolgen zou dit alles gehad! hebben Maar toch werd door den toenma ligen minister van hieruit niets anders gezegd I dan »para bellum"wg willen den vrede, I dus zorg dat gg gereed zgt en dat gg nietl voor een fait accompli wordt gesteld. Zorg dat gg iets kunt beletten als het noodig is, maar eisch geen souvereiniteit, voor geen oor log. Hier te lande zoeken wg de zaak op diplomatieke wgze te regelen. Men heeft later moeten handelen en werd meester van de plaats" De heer Van Nispen van Sevenaer, een sie raad der katholieke partg en in staatkunde een tegenstander van den minister Fransen van de Putte, zeide reeds in Juli 1873 Wanneer ik weder hoor betoogen dat de oorlog niet gerechtvaardigd is, acht ik mg verplicht èn voor het buitenland èn voor het vaderland te verklaren, dat ik althans in dat gevoelen niet deel." Ook wanneer Elout of Van Nispen in plaats van Fransen van de Putte minister van kolo niën waren geweest, zoude de Atjehoorlog dus evengoed zgn uitgebroken. Heemskerk zeker geen liberaal sprak eens van »den droevigen maar noodzakelgken Atjehoorlog",Schaepman uitte zich in denzelfden geest. Genoeg, naar wg vertrouwen, zegt d.e Zutph. Ct., om te doen zien, dat alleen onkunde of kwade trouw er toe leiden kan de liberale partg voor den Atjehoorlog verantwoordelgk te stellen. Er is een koninklgk besluit verschenen, dat beschouwd kan worden als een gevolg van den aandrang, in de laatste jaren herhaaldelgk uitgeoefend, om aan de positie der klerken die tot nog toe aan de hieronder genoemde kantoren werkzaam waren zonder eenige aan stelling van rgkswege en te allen tgde door hunne patroons konden worden ontslagen, de noodige vastheid te gevo. door hen tot rgks- ambtenaren aan te stellen. Dit besluit van 20 April 1893, no. 47, luidt als volgt Art. 1. Bg de provinciale inspectiën der directe belastingen, invoerrechten en accgnzen, bg de controles dier middelen, bg de controles der directe belastingen en van het kadaster, bg den entreposeur te Amsterdam, en bg de ontvangkantoren der directe belas tingen, invoerrechten en accgnzen der vgfj hoogste klassen, kunnen worden aangesteld een of meer rgks-klerken. Art. 2. De belooning der rgks-klerken wordt, tot een maximum van f 1200 'sjaars, bepaald door den minister van financiën en komt in mindering van de vergoeding voor bureaukosten of de bezoldiging van hem, onder wien zg zullen werkzaam zgn. A r t. 3. De rgks-klerken worden benoemd door den minister van financiën, op voordracht van den ambtenaar onder wien zg werkzaam zgn of zullen zgn, uit hen, die gedurende ten minste vgf jaren als klerk gediend hebben bg het dienstvak, waarbg zg eene vaste aanstel ling wenschen, de laatste twee jaren op eene bezoldiging van ten minste f 360 'sjaars. Zjj moeten den leeftgd van 30 jaar hebben bereikt en de lichamelgke en verstandelgke geschiktheid bezitten, noodig voor den dienst ouderlgk huis voor eenigen tjjd, gelgk ieder ander jongmensch, wanneer zgn tgd gekomen is, om de wgde wereld in te gaan. »Het ouderlgke huisherhaalde de dok ter met nadruk. >Gg hadt den vreemdeling in uw huis genomengg naarnt de plaats eener moeder bg hem in hg was immers een vondeling Is daar niet een weinig roman tiek bg »Geen zweem van romantiek, dokter. Ik heb zgne beide ouders gekend. Zgn vader was tuinman bg ons, toen wjj nog op ons land goed woonden, en zgn moeder de dochter van den dorpsonder wgzer. Ik heb zelf mee geholpen om het huishóuden voor de jongelieden in orde te brengen. De tuinman, die altgd flink en sterk was geweest, stierf plotseling aan zenuwkoortsen, kort voor dat hg vader zou worden. De jonge vrouw ont stelde zoo hevig van dit verlies, dat zg ontgdig van een zoon beviel en bg zgn geboorte over leed. Dat is het eerste deel der oude geschie denis. Nu komt het tweede, dat mg betreft. Wg waren reeds tien jaar getrouwd en nog altgd had God ons geen kind geschonken, en toen nu dat arme zoontje van den tuinman zoo geheel alleen op de wereld achterbleef, noopten medelgden en het verlangen zelve een kind te verzorgen mg, aan mgn echtge noot te verzoeken of ik dat knaapje tot mg mocht nemen. Hg stemde er in toe, had zioh na eenige jaren zeer aan den knaap gehecht, waarvoor zg bestemd zgn. Van een en ander overtuigt zich de provinciale inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en accgnzen. Art 4. De Rgks-klerken worden, bg uit breiding van artikel 1 van het koninklgk be sluit van 20 Mei 1869 no. 30, opgenomen in den zesden rang. Voor hen big ft de bepaling van artikel 4, 2de lid, van het koninklgk besluit van 3 No vember 1887, no. 29 van toepassing. Bg overigens gelgke aanspraken gaan zg vóór bg de daar bedoelde klerken, doch vol gen op de boekhouders. Art. 5. De Rgks-klerken worden verplaatst door den minister van financiën, na den amb tenaar, bg wien hg voornemens is hen werk zaam te stellen, te hebben gehoord. De Tweede kamer zal Dinsdag middag 16 Mei een korte openbare zitting houden om de bedrgfsbelasting tegen Woensdag 17 Mei half twee aan de orde te stellen. In Juni en Juli zal gelegenheid gegeven worden ter verkrgging van een getuigschrift als apothekersbediende en als vroedvrouw. Aanmelding voor het eerste examen vóór 20 Mei e. k.zg, die te Utrecht wenschen geëxa mineerd te worden, behooren zich te wenden tot den inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht voor Gelderland en Utrecht, H. L. Verspyk te Utrecht, en zg die Kampen verkiezen, tot den inspecteur voor het genees kundig staatstoezicht voor Overgsel en Drenthe dr D. Lubach te Kampen, met overlegging van een extract uit de registers van den bur- gerlgken stand, waaruit blgkt, dat zjj den leeftgd van achttien jaren hebben bereikt. Wie wil deelnemen aan het examen als vroedvrouw moet daarvan vóór 1 Juni e. k. schriftelgk opgave doen aan den inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht voor de provincie Noord-Holland, dr J. P. Dozy te Amsterdam. Tegen de helft van September dezes jaars is er gelegenheid tot plaatsing van leerlingen [aan de rgkskweekscholen voor vroedvrouwen te Amsterdam en te Rotterdam. Die leerlingen genieten van het rjjk huis vesting, voeding, verpleging en onderwgs ge durende twee jaren, ten ware zg zich door wangedrag of door gebleken ongeschiktheid voor de betrekking van vroedvrouw een ver- bljjf aan de school onwaardig toonen. Bovendien kunnen eenige uitwonende leer lingen aan de lessen deelnemen. Belanghebbenden moeten van 20 tot 30 jaar oud zgn en vóór 15 Juli schriftelgk kennis geven van hun verlangenvoor Zeeland en IWestelgk Noord-Brabant aan dr A. van der I Loeff te Breda. Men zie verder de Staats-courant van Zater- I dag 6 Mëi. Letteren en iiuust. Volgens het W. v. h. R. zal een com mentaar op de faillissementswet verschgnen van de hand van prof. Molengraaff en de kamerleden Hartogh en Huber. In een artikel van de Sunday Met aid over de Hollandsche kunst te Chicago, ge titeld Conspicuous for individuality wordt uitvoerig gesproken over Artz, Blommers en Israëls »bg uitnemendheid de idyllist en lyricus onder de moderne Hollanders. Israëls is ont- zaggelgk populair in Nederland, Engeland, Duitschland en zelfs in Frankrgk, waar men hem alleen verwgt, dat hg wel wat te veel voelt en te weinig koude techniek heeft. Maar hg gaat zgn weg en bereikt zgn doel, en dit is meer dan duizenden Fransche schilders doen, die zich vleien beter te modelleeren dan Israëls". Van De Haas wordt medegedeeld, dat hg in 1880 is overleden van Breitner, dat hg de Detaille is van zgn land, van Bis schop wordt vermeld dat hg een genre-schilder is die »has cultivated powers of his wife". Het artikel bevat drie illustraties naar Moe derliefde van Israëls, naar een Japansche Studie van Willy Martens en naar een Breiles van Hubert Vos. Vad Van de bg het wapen der cavalerie bevorderde hoofdofficieren komen of big ven in garnizoenkolonel F. C. W. Juckema van Burmania baron Rengers te Deventerde en vond dat het van zelf sprak dat Arno Horst als zgn pleegzoon grootgebracht werd. Zoo groeide deze in ons huis op, noemde ons vader en moeder en werd ook niet in zgne rechten verkort toen ons nog heel laat een dochtertje geboren werd, ons eenig kind, onze Gisela. De kinderen groeiden als broeder en zuster op. Arno kon echter niet altgd onwetend big ven omtrent zgn afkomst. Door ondergeschikten vernam hg de eerste toespelingen op zgn ge boorte en verzocht ons, hem nader in te lichten. Mgn man wist hem op uitstekende wgze de zaak uiteen te zetten, en behandelde haar luchthartig en vroolgk, zoodat deze ophelde ring voorloopig niet veel indruk op den knaap maakte. Eenige jaren daarna stierf mgn goede man en ik vestigde mg in de stad, 't geen mg ter wille van de opvoeding der kinderen noodzakelgk voorkwam. Arno was steeds een goede zoon voor mg hg heeft mg nooit verdriet veroorzaakt, ofschoon zgn karakter zich I eigenaardig ontwikkelde. Hg werd terug houdender, in zich zelf gekeerd, trotsch, en (was voor anderen niet altgd beminnelgk. Zgn [gver was onvermoeid, en ik merkte dat hg alle krachten wilde inspannen om zoo spoedig I mogelgk zelfstandig te worden. Het speet mg dat zgn verhouding tot mg hem scheen te I drukken hg sprak het wel niet uit, maar ik voelde het toch, want ik kende hem 'heel goed. Daarbg was het mg zeer aan luit.-kol. jhr. M. van Reigersberg Versluys, als directeur van het remonte-depot te Milligen de majoor A. A. graaf van Limburg Stirum te 's-Gravenhage. De Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij wil op een groot gedeelte van haar tramnet electriciteit als beweegkracht invoeren, door middel van bovengrondsche geleiding. Zg wil beginnen met de lgnen Vondelstraat en P. C. HooftstraatDam, Dam—Centraalstation, DamHaarlemmerplein, Haarlemmerplein LeidschepleinAmstelveenscheweg. Alle officieren en soldaten van het Leger des Heils uitsluitend in Nederland zullen Vrgdag 12 Mei een dag van gebed en vasten doorbrengen. Dat de beheerder der boedererg in het park van Het Loo zal worden gepensioneerd wordt ten stelligste tegengesproken. Omtrent de behandeling der zaak van Tj. Stienstra, den socialist uit Harlingen, waarvan wg gisteren melding maakten, wordt nog medegedeeld, dat drie getuigen a décharge in het bezit werden bevonden van een revolver en een ander getuige 60 patronen bezat. Tegen hen is proces-verbaal opgemaakt wegens over treding der Wapenwet. Vrgdag brak te Rotterdam weer een felle brand uit en nu op de vliering van een branderg aan de Voorhaven (oud-Delftsha ren). Doordien de brand op de vliering ontstond, naar men denkt door de langdurige hitte en het vallen van eene vonk uit den schoorsteen in een roetverzameling, kon men in den beginne tot op verren afstand de vlam men waarnemen. Door spoedig vier spuiten in werking te brengen, was men den brand, die zich tot de vliering en het dak bepaalde, in een uur meester. De schade wordt door verzekering gedekt. Verleden week Zaterdag liep de heer Louis Bouwmeester te Amsterdam met zgne vrouw over de Muntsluis. Voor hem uit liepen twee meisjes van 14 jaren. Hg zag toen, dat een dier onverlaten, die tegenwoordig Amster dam voor meisjes zoo onveilig maken, een dier meisjes aanpakte. Dien kerel een slag in het aangezicht to^ te brengen, was voor denver ontwaardigden Bouwmeester het werk van een oogenblik, en dat de Blag goed aangekomen is, kan blgken uit het feit, dat hg bg die gele genheid den duim zgner hand brak. De duim ia gezet en zit thans in gipsverband, maar als dank voor zgn flink optreden zal de keer Bouwmeester minstens gedurende vier weken het gebruik dier hand moeten missen. In een Zuid-Hollandsch dorp reed een bruidstoet van vgf rg tuigen naar het stadhuis terwgl het bruidspaar voorzien was van bewjjs van onvermogen tot betaling der stuk ken, benoodigd tot aangaan van eenhuwelgk, Uit Helmond schrgft men het volgende aan de Limb. Koerier als waar gebeurd op een der naburige dorpen. Boer Dries v. d. M. was voor een paar jaren sedert geruimen tgd lid van den raad en zelfs wethouder. Door ziekte, sterfgevallen en te genspoed van allerlei aard raakt hg deerlgk op 't achterschip, wordt een man die erg sukkelend en tobben moet om de oude knecht te blgven. Zgn collega's in den raad zien ook dat hg 't hard te verantwoorden heeft en dat zjjn jasje erg kaal is als kg met hen aan de groene tafel zit. Zgn sjofele kleeding doet hen den neus optrekken en men laat hem vaak een eind ver alleen zitten. Dit verdriet den tobber niet, die met hart en ziel voor zgn gezin uit is, maar de belangen der ge meente evenmin uit het oog verliest. Dit bewgzen zgn bondige redevoeringen, die ter snede zgn en zgn collega's vaak met bewon dering vervullen. Toch moet hg vallen, want hg is arm geworden. De zes jaar zgn om en V. d. M, krggt door de kuipergen zgner ambtgenooten de nederlaag, hg komt niet eens in herstem ming. 't Valt den man hard dat hg uitge worpen wordt, maar zgn boerderg, die erg belast is den laatsten tgd, 'neemt zgn geheel ik in beslagDaar sterft plotseling een ongehuwde broer en laat den armen tobber zgn geheel vermogen na. Dries lost de hypo theek af en wordt weer een gezeten man. Een afgeleefd raadslid bedankt en door de edele! bemoeiingen der raadsleden komt Drie» weer op 't kussen. Op den bepaalden dag is hg ter zitting maar vraagt na de installatie het woord. »Hier is Dries, juist gelgk hg vroeger was, hg is genaam dat hg mg alles, wat hg verder op het hart had, toevertrouwde als aan zgn besten vriend. Hg kon op zeer jeugdigen leeftgd reeds naar de universiteit gaan, en daar hy veel talent voor teekenen had, ried men mg aan, hem schilder te laten worden, waarin hg ook een tgd lang lust had doch van lieverlede veranderde hg van plan en besloot zich aan de wetenschap te wgden. Een zgner leeraren had hem voor de studie der oudheidkunde gewonnen en dus werd hg archeoloog. Toen hg op zgn negentiende jaar voor het eerst met vacantie thuis kwam, was ik verbaasd over de verandering, welke hg ondergaan had. Hoe gverig hg ook studeerde, hg was niet verma gerd, of eenzelvig geworden. Hg stond voor mg als een flinke, mooie, knappe jongen, veel vrger en rondborstiger dan ik hem in den laatsten tgd gekend had. Die verandering maakte mg zeer gelukkig, maar nu nadert bet onheildokter." »Dat kan niet anders dan romantisch zgn" viel de dokter in. »Ik vermoed iets van een studenten liefde." Helaas jaMaar niet van onschuldigen aard", zei de dame met een zucht. »Ik moet daarbg weer wat meer uitwgden. Mgn zuster was met een graaf getrouwd en de naam van gravin had de anders goedhartige vrouw het hoofd meer op hol gebracht dan mg en anderen aangenaam was. Het was dikwgls niet om uit te houden met haar verwaandheid en inbeelding.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1893 | | pagina 5