MleMrgsclie Courant
FEUILLETON.
Gabriële.
BIJVOEGSEL
Brieven uit de Hofstad.
Verspreide Berichten.
Maandag 8 Mei 1893, no. 108.
Middelburg 6 Mei.
Novelle van OTTO ROQUETTE.
JkM DS
VA.H
5 Mei 1893.
In een humoristisch blad, ik meen de
Fliegende Blatter, werd eemgen tgd geleden
een parodie geleverd op de meer en meer
gebruikelijke tentoonstelling van menschen
van donkere rassen in de openbare gebouwen
en tuinen in de groote Europeesche steden.
De teekenaar gaf eenige afbeeldingen te zien
van de meest *gemüthliche" Duitschers, opge
sloten achter hekken en in parken, waarom
heen zich de bewoners van het zwarte wereld
deel verdrongen om die wondermenschen te
aanschouwen.
Met omkeering van de rollen kan men nu
die teekeningen als tableaux vivant bezichtigen
in onzen dierentuin. Een troep vrouwen en
enkele mannen uit Dahomey houden daar
tjjdelyk verblijf en voeren op vastgestelde
uren, een keer of tien per dag, telkens het
zelfde programma uit van krijgsdansen, ge
vechten enz., en natuurlijk staan nu de blanke
broeders en zusters om het op een grasveld
opgeslagen tooneel geschaard om van de voor
stelling te genieten.
Onze dierentuin is nooit rjjk geweest aan
dieren, en hun aantal is in den laatsten tgd
er niet op vermeerderd, maar dat gemis schijnt
het veelgeprezen en inderdaad wakker bestuur
nu te willen vergoeden door een kolonie
menschen te doen bekijken.
Mjjne nieuwsgierigheid was tot dusver niet
groot genoeg om mjj te bewegen ook daar
heen te gaan, zoodat ik die van mjjne lezers
buiten Den Haag niet kan bevredigen door
hun allerlei bijzonderheden van de »Amazonen
van Dahomey" te vertellen. Grooter in elk
geval dan mjjne nieuwsgierigheid en mjjn trek
naar het vreemde is mjjn weerzin om mjjn
lidmaatschap van den dierentuin te misbruiken
om daar menschen te gaan zien alsof zjj beesten
waren. Men moge het overdreven gevoelig
noemen, maar ik acht een dierentuin al een
zeer weinig passende plaats yoor dergeljjke
vertooningen van menschen. Het is waar, in
vele opzichten staan de Dahomeyers dichter
by een dier in engeren zin dan bjj den mensch,
maar juist daarom geeft zulk een voorstelling
den indruk alsof de acteurs werkelijk dieren
waren, en dat terwjjl zjj toch menschen zjjn.
Wg, blanken, mogen ons ver verheven reke
nen boven die donker gekleurde stammen,
maar dit verschil in beschaving heft mgn be
zwaar niet op en kan dit ook niet doen. Ook
in onze maatschappij bestaat een hemelsbreed
verschil tusschen een mensch en een mensch;
er zgn er talloozen in onze samenleving, die
door hun leefwijze en hunne gewoonten, hetzg
als gevolg hunner opvoeding, hetzjj doordien
zg tot de misdeelden behooren, hetzjj door
eigen schuld, eigenljjk al heel weinig gemeen
hebben met het redeljjk wezen van hoogere
ontwikkeling en fijnere beschaving, dat toch
ook maar met hem over éen kam wordt ge
schoren en als zg mensch heet. De huidskleur
buiten rekening gelaten, is het de vraag nog
wie verder verwjjderd zjjn van het ideale
mensch, de Dahomeyers of de verworpelingen
onzer Europeesche maatschappij. En toch,
welk een kreet van verontwaardiging zou er
opgaan, als men eens eenige exemplaren van
de laatsten in een dierentuin tentoonstelde
voor andere menschen
Wat met iemand uit onze omgeving geschiedt,
wordt al heel spoedig op een goudschaaltje
der menscheljjkheid gewogen, maar die Daho
meyers
Zoo wordt er hier dezer dagen vrjj wat be
weging gemaakt over het vervoer van een
weerbarstigen veroordeelde per brancard naar
Uit het Duitsch.
»Acb ja Het was eigenljjk vreeselgk."
>Zoo, zoo! Gp maakt mg nieuwsgierig."
»En achterna toch weer een weinig be-
lacheiyk."
»Dat is zonderling!"
»Ja, en als ik er goed over denk was er
ook wel iets aandoenlgks aan!"
»Hoe is het mogeljjkriep de huisdokter
uit en kon zgn lachen bgna niet bedwingen.
vVreeselgk, belacheljjk en aandoenljjk dat
is een zonderlinge mengeling van indrukken
Maar nu zou ik toch wel eens willen hooren
vooreerstwaarin bestond dat vreesel jjke
Mevrouw Steinberg, een deftige, zeer fijn
beschaafde dame, schudde even met het hoofd
en zei»Voor mg lag het vooreerst in een
uitbarsting van hartstochtelgkheid, zooals
ik nog nooit gezien en bg mgn pleeg
zoon zeker niet verwacht had. Voorts lag
het in de noodlottige tweedracht tusschen mgn
zuster en mg, een inwendige wrok, dien zg
tot aan haar dood toe hardnekkig jegens mg
gekoesterd heeft."
»Dat is inderdaad zeer treurig!" zei de
de gevangenis. Nu vraag ik toch in gemoede
of het zooveel minder onteerend is in een ge
vangenwagen te worden vervoerd of wel te
voet tusschen een paar politie-dienaren door
de straten te moeten trekken, dan gemakke-
lgk in een gesloten brancard op een zacht
kussen te liggen Bg gebreke van den ge
vangenwagen, zooals in het bedoelde geval,
kan men zich, geloof ik, best met een bran
card behelpen. Doch er is meer, wat de be
langstelling in dén tot betaling van de hem
opgelegde boete weigerachtigen veroordeelde
heeft gewekt.
Men valt de autoriteiten hard, dat zg den
man lieten oppakken tot het ondergaan van
de hechtenis en niet aflieten, toen hg een be-
wgs vertoonde bg het kabinet der koningin een
gesloten couvert te hebben bezorgd, volgens
zgn zeggen een request om gratie inhoudende.
Wat werkelgk de inhoud was bleek niet uit
dat bewgs en kon ook niet bljjken, omdat de
ambtenaren aan het kabinet alleen gesloten
enveloppen mogen in ontvangst nemen en die
niet zelf mogen openen dit recht heeft zich
de koningin-regentes zelve uitdrukkelgk voor
behouden. Waar nu de veroordeelde herhaal-
delgk was aangemaand om de boete te vol
doen en iemand is, die het der politie bgna
voortdurend erg lastig maakt, kan ik mg best
begrgpen en billgk ik ook volkomen, dat men
zich niet stoorde aan dat »bewgsje" van het
kabinet, dat op zich zelf trouwens niets be-
wgst wat ter zake dienende is. De nu door de
publieke opinie in bescherming genomen ver
oordeelde had dan maar vroeger zgn request
om gratie moeten indienendan ware het
vóór zgne arrestatie in handen van het open
baar ministerie geweest en was de ambtenaar
van dat oogenblik af verplicht de executie
van het vonnis te schorseneen koninklgk
besluit omtrent het recht van gratie zegt dit
uitdrukkelgk. Waar dit besluit reeds zooveel
verder gaat dan het Wetboek van strafvorde
ring, door ook na den daar gestelden termgn
van acht dagen, nadat het vonnis in kracht
van gewgsde ging, nog de schorsing te beve
len, zoodra maar eengratie-verzoek in handen
van het openbaar ministerie is gekomen, heeft
men toch waarlgk geen reden nog meer welwil
lendheid voor wederspannige veroordeelden te
eischen.
Van welwillendheid heeft de regeering zeker
een blgk gegeven bg de benoeming van den
minister van waterstaat uit het vorige kabinet
tot de hooge en lucratieve betrekking van
directeur-generaal der postergen en telegraphie.
Dat is nu toch geen partgbenoeming. Of
dezelfde regeering echter verstandig deed dooi
den heer Havelaar te kiezen is een andere
vraag. Organiseeren is zeker de voornaamste
taak van den directeur-generaal, en daarvoor
schgnt nu de heer Havelaar wel wat oud, en
bovendien is van zgn organiseerend talent
niet veel moois gebleken. Hg heeft ons spoor
wegwezen georganiseerd, maar hoe Zóo dat
de toestand hoe langer zoo onhoudbaarder
wordt èn in de praktgk èn wat de financiën
betreft» En als de Hollandsche spoorweg eens
zal komen met den eisch, waartoe het recht
onder minister Havelaar is verleend, om te
worden genaast door den Staat met al de ge
volgen van dien, dan zal er nog wat meer
voor den dag komen. Die eisch zal wellicht
spoedig worden gedaan, daar de winst der
maatschappg dalende is tot zulk een laagte,
dat de aandeelhouders zelfs niet meer een zeer
matige rente genieten. Door die naasting zullen
van den Staat geldelgke offers worden gevor
derd, die eenvoudig niet te brengen zgn zonder
zeer buitengewone maatregelen, en wat het
ergste is, de maatschappg heeft het geheel in
hare hand die offers tot een ongekende hoogte
op te voeren. Die regeling is het werk van
den minister Havelaar. Moge het met onze
postergen beter afloopen
In de Vragen des Tyds komt een artikel
voor van den heer Kielstra over den Atjeh-
oorlog en de liberale partg. Daarin wordt
nog eens in herinnering gebracht hoe nog
maar altgd en telkens weder nog onlangs
op vrg hatelgke wgze in het weekblad de
Amsterdammer de liberale minister van kolo
niën Fransen van de Putte en de liberale partg
de schuld krggt van den oorlog met Atjeh.
En hoe oordeelen de meest achtenswaardige
leden der rechterzgde Daarop luidt het
antwoord
dokter. »Maar waarin bestond nu het belache-
lgke
»Neen dokter, zoo moogt gg mg niet
over die geschiedenis uitvragenDan vertel
ik u liever de hoofdpunten in hun onderling
verband, indien gg er nog niets van gehoord
hebt. Het is thans zeven jaar geleden
Gg waart toen toch reeds dokter bg ons?"
»Zeker had ik toen reeds die eer, maar
een post van vertrouwen, behalve als arts, was
mg nog niet verleend."
»Ja, ja, ik kende u toen eigenlgk eerst
als een groote plaaggeest en kon niet weten
dat ik ook weldra een hulpvaardigen vriend
in u zou vinden."
De dokter knikte, boog lachend en zei»Ik
wilde indertgd niet onbescheiden zgn en
stoorde mg niet aan de geruchten, die er
o er uw huishouden in omloop Waren."
Geruchten? Zoo, wat zei men dan?"
»Wel dat die jongeling dwaasheden be
gaan had en zoo spoedig mogelgk uit uw huis
verwgderd moest worden."
»0 neen, volstrekt niet! Dat was niet
het geval. Dwaasheden, in de gewone betee-
kenis van het woord, heeft Arno nooit begaan
ofschoon het hem bg deze zaak wel aan
bezonnenheid en verstand ontbroken heeft. Ook
behoefde hg niet uit het huis verwgderd te
worden, maar meende het te moeten ver
laten. En daar hg er op stond - een stgfkop
wa» hg altgd gaf ik toe, en hg verliet het
De heer Elout van Soeterwoude, de eerbied-1
waardige grgsaard, die voor de anti-revolu-1
tionnairen terecht als autoriteit geldt, wiens I
kennis en goede trouw boven alle verdenking I
verheven is, sprak den 21 Januari 1886 ia del
Eerste kamer
>De beginselen van dien (Atjeh) oorlog
zou ik niet kunnen durven afkeuren. Ik benl
indertgd vereerd geweest met eene mededeeling I
van de punten, vóór nog iets was begonnen. I
Ik heb bg een onderhoud* dat tot in den
nacht duurde, met den toenmaligen minister
van koloniën, ons tegenwoordig medelid (Fran
sen van de Putte) gezien met welke nauwge
zetheid en met welk diep besef van verant-1
woordelgkheid die minister heeft gehandeld. I
Wg weten, dat de aanleiding is geweest de I
mededeeling van een geheim contract tusschen
den consul te Singapore van de Vereenigde-
Staten en Atjeh, teneinde aan die staten de I
souvereiniteit van Atjeh op te dragen pogin
gen op Mohamedaansch gebied te Kons'lanti-1
nopel en Pargs; pogingen van Italië om een
20,000 van hunne bandieten te brengen in die I
streken. Welke gevolgen zou dit alles gehad!
hebben Maar toch werd door den toenma
ligen minister van hieruit niets anders gezegd I
dan »para bellum"wg willen den vrede, I
dus zorg dat gg gereed zgt en dat gg nietl
voor een fait accompli wordt gesteld. Zorg
dat gg iets kunt beletten als het noodig is,
maar eisch geen souvereiniteit, voor geen oor
log. Hier te lande zoeken wg de zaak op
diplomatieke wgze te regelen. Men heeft
later moeten handelen en werd meester van
de plaats"
De heer Van Nispen van Sevenaer, een sie
raad der katholieke partg en in staatkunde
een tegenstander van den minister Fransen
van de Putte, zeide reeds in Juli 1873
Wanneer ik weder hoor betoogen dat de
oorlog niet gerechtvaardigd is, acht ik mg
verplicht èn voor het buitenland èn voor het
vaderland te verklaren, dat ik althans in dat
gevoelen niet deel."
Ook wanneer Elout of Van Nispen in plaats
van Fransen van de Putte minister van kolo
niën waren geweest, zoude de Atjehoorlog dus
evengoed zgn uitgebroken.
Heemskerk zeker geen liberaal sprak
eens van »den droevigen maar noodzakelgken
Atjehoorlog",Schaepman uitte zich in denzelfden
geest.
Genoeg, naar wg vertrouwen, zegt d.e Zutph.
Ct., om te doen zien, dat alleen onkunde of
kwade trouw er toe leiden kan de liberale
partg voor den Atjehoorlog verantwoordelgk
te stellen.
Er is een koninklgk besluit verschenen, dat
beschouwd kan worden als een gevolg van
den aandrang, in de laatste jaren herhaaldelgk
uitgeoefend, om aan de positie der klerken
die tot nog toe aan de hieronder genoemde
kantoren werkzaam waren zonder eenige aan
stelling van rgkswege en te allen tgde door
hunne patroons konden worden ontslagen, de
noodige vastheid te gevo. door hen tot rgks-
ambtenaren aan te stellen.
Dit besluit van 20 April 1893, no. 47, luidt
als volgt
Art. 1. Bg de provinciale inspectiën der
directe belastingen, invoerrechten en accgnzen,
bg de controles dier middelen,
bg de controles der directe belastingen en
van het kadaster,
bg den entreposeur te Amsterdam, en
bg de ontvangkantoren der directe belas
tingen, invoerrechten en accgnzen der vgfj
hoogste klassen,
kunnen worden aangesteld een of meer
rgks-klerken.
Art. 2. De belooning der rgks-klerken
wordt, tot een maximum van f 1200 'sjaars,
bepaald door den minister van financiën en
komt in mindering van de vergoeding voor
bureaukosten of de bezoldiging van hem, onder
wien zg zullen werkzaam zgn.
A r t. 3. De rgks-klerken worden benoemd
door den minister van financiën, op voordracht
van den ambtenaar onder wien zg werkzaam
zgn of zullen zgn, uit hen, die gedurende ten
minste vgf jaren als klerk gediend hebben bg
het dienstvak, waarbg zg eene vaste aanstel
ling wenschen, de laatste twee jaren op eene
bezoldiging van ten minste f 360 'sjaars.
Zjj moeten den leeftgd van 30 jaar hebben
bereikt en de lichamelgke en verstandelgke
geschiktheid bezitten, noodig voor den dienst
ouderlgk huis voor eenigen tjjd, gelgk ieder
ander jongmensch, wanneer zgn tgd gekomen
is, om de wgde wereld in te gaan.
»Het ouderlgke huisherhaalde de dok
ter met nadruk. >Gg hadt den vreemdeling in
uw huis genomengg naarnt de plaats eener
moeder bg hem in hg was immers een
vondeling Is daar niet een weinig roman
tiek bg
»Geen zweem van romantiek, dokter. Ik
heb zgne beide ouders gekend. Zgn vader was
tuinman bg ons, toen wjj nog op ons land
goed woonden, en zgn moeder de dochter
van den dorpsonder wgzer. Ik heb zelf
mee geholpen om het huishóuden voor de
jongelieden in orde te brengen. De tuinman,
die altgd flink en sterk was geweest, stierf
plotseling aan zenuwkoortsen, kort voor dat
hg vader zou worden. De jonge vrouw ont
stelde zoo hevig van dit verlies, dat zg ontgdig
van een zoon beviel en bg zgn geboorte over
leed. Dat is het eerste deel der oude geschie
denis. Nu komt het tweede, dat mg betreft.
Wg waren reeds tien jaar getrouwd en nog
altgd had God ons geen kind geschonken, en
toen nu dat arme zoontje van den tuinman
zoo geheel alleen op de wereld achterbleef,
noopten medelgden en het verlangen zelve
een kind te verzorgen mg, aan mgn echtge
noot te verzoeken of ik dat knaapje tot mg
mocht nemen. Hg stemde er in toe, had zioh
na eenige jaren zeer aan den knaap gehecht,
waarvoor zg bestemd zgn. Van een en ander
overtuigt zich de provinciale inspecteur der
directe belastingen, invoerrechten en accgnzen.
Art 4. De Rgks-klerken worden, bg uit
breiding van artikel 1 van het koninklgk be
sluit van 20 Mei 1869 no. 30, opgenomen in
den zesden rang.
Voor hen big ft de bepaling van artikel 4,
2de lid, van het koninklgk besluit van 3 No
vember 1887, no. 29 van toepassing.
Bg overigens gelgke aanspraken gaan zg
vóór bg de daar bedoelde klerken, doch vol
gen op de boekhouders.
Art. 5. De Rgks-klerken worden verplaatst
door den minister van financiën, na den amb
tenaar, bg wien hg voornemens is hen werk
zaam te stellen, te hebben gehoord.
De Tweede kamer zal Dinsdag middag 16
Mei een korte openbare zitting houden om de
bedrgfsbelasting tegen Woensdag 17 Mei half
twee aan de orde te stellen.
In Juni en Juli zal gelegenheid gegeven
worden ter verkrgging van een getuigschrift
als apothekersbediende en als vroedvrouw.
Aanmelding voor het eerste examen vóór 20
Mei e. k.zg, die te Utrecht wenschen geëxa
mineerd te worden, behooren zich te wenden
tot den inspecteur voor het geneeskundig
staatstoezicht voor Gelderland en Utrecht,
H. L. Verspyk te Utrecht, en zg die Kampen
verkiezen, tot den inspecteur voor het genees
kundig staatstoezicht voor Overgsel en Drenthe
dr D. Lubach te Kampen, met overlegging
van een extract uit de registers van den bur-
gerlgken stand, waaruit blgkt, dat zjj den
leeftgd van achttien jaren hebben bereikt.
Wie wil deelnemen aan het examen als
vroedvrouw moet daarvan vóór 1 Juni e. k.
schriftelgk opgave doen aan den inspecteur
voor het geneeskundig staatstoezicht voor de
provincie Noord-Holland, dr J. P. Dozy te
Amsterdam.
Tegen de helft van September dezes jaars
is er gelegenheid tot plaatsing van leerlingen
[aan de rgkskweekscholen voor vroedvrouwen
te Amsterdam en te Rotterdam.
Die leerlingen genieten van het rjjk huis
vesting, voeding, verpleging en onderwgs ge
durende twee jaren, ten ware zg zich door
wangedrag of door gebleken ongeschiktheid
voor de betrekking van vroedvrouw een ver-
bljjf aan de school onwaardig toonen.
Bovendien kunnen eenige uitwonende leer
lingen aan de lessen deelnemen.
Belanghebbenden moeten van 20 tot 30 jaar
oud zgn en vóór 15 Juli schriftelgk kennis
geven van hun verlangenvoor Zeeland en
IWestelgk Noord-Brabant aan dr A. van der
I Loeff te Breda.
Men zie verder de Staats-courant van Zater-
I dag 6 Mëi.
Letteren en iiuust.
Volgens het W. v. h. R. zal een com
mentaar op de faillissementswet verschgnen
van de hand van prof. Molengraaff en de
kamerleden Hartogh en Huber.
In een artikel van de Sunday Met aid
over de Hollandsche kunst te Chicago, ge
titeld Conspicuous for individuality wordt
uitvoerig gesproken over Artz, Blommers en
Israëls »bg uitnemendheid de idyllist en lyricus
onder de moderne Hollanders. Israëls is ont-
zaggelgk populair in Nederland, Engeland,
Duitschland en zelfs in Frankrgk, waar men
hem alleen verwgt, dat hg wel wat te veel
voelt en te weinig koude techniek heeft. Maar
hg gaat zgn weg en bereikt zgn doel, en dit
is meer dan duizenden Fransche schilders
doen, die zich vleien beter te modelleeren dan
Israëls". Van De Haas wordt medegedeeld,
dat hg in 1880 is overleden van Breitner,
dat hg de Detaille is van zgn land, van Bis
schop wordt vermeld dat hg een genre-schilder
is die »has cultivated powers of his wife".
Het artikel bevat drie illustraties naar Moe
derliefde van Israëls, naar een Japansche
Studie van Willy Martens en naar een Breiles
van Hubert Vos. Vad
Van de bg het wapen der cavalerie
bevorderde hoofdofficieren komen of big ven in
garnizoenkolonel F. C. W. Juckema van
Burmania baron Rengers te Deventerde
en vond dat het van zelf sprak dat Arno
Horst als zgn pleegzoon grootgebracht werd.
Zoo groeide deze in ons huis op, noemde ons
vader en moeder en werd ook niet in zgne
rechten verkort toen ons nog heel laat een
dochtertje geboren werd, ons eenig kind, onze
Gisela. De kinderen groeiden als broeder en
zuster op.
Arno kon echter niet altgd onwetend big ven
omtrent zgn afkomst. Door ondergeschikten
vernam hg de eerste toespelingen op zgn ge
boorte en verzocht ons, hem nader in te lichten.
Mgn man wist hem op uitstekende wgze de
zaak uiteen te zetten, en behandelde haar
luchthartig en vroolgk, zoodat deze ophelde
ring voorloopig niet veel indruk op den knaap
maakte. Eenige jaren daarna stierf mgn goede
man en ik vestigde mg in de stad, 't geen
mg ter wille van de opvoeding der kinderen
noodzakelgk voorkwam. Arno was steeds een
goede zoon voor mg hg heeft mg nooit
verdriet veroorzaakt, ofschoon zgn karakter zich
I eigenaardig ontwikkelde. Hg werd terug
houdender, in zich zelf gekeerd, trotsch, en
(was voor anderen niet altgd beminnelgk. Zgn
[gver was onvermoeid, en ik merkte dat hg
alle krachten wilde inspannen om zoo spoedig
I mogelgk zelfstandig te worden. Het speet mg
dat zgn verhouding tot mg hem scheen te
I drukken hg sprak het wel niet uit, maar
ik voelde het toch, want ik kende hem
'heel goed. Daarbg was het mg zeer aan
luit.-kol. jhr. M. van Reigersberg Versluys, als
directeur van het remonte-depot te Milligen
de majoor A. A. graaf van Limburg Stirum te
's-Gravenhage.
De Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij
wil op een groot gedeelte van haar tramnet
electriciteit als beweegkracht invoeren, door
middel van bovengrondsche geleiding. Zg wil
beginnen met de lgnen Vondelstraat en P.
C. HooftstraatDam, Dam—Centraalstation,
DamHaarlemmerplein, Haarlemmerplein
LeidschepleinAmstelveenscheweg.
Alle officieren en soldaten van het Leger
des Heils uitsluitend in Nederland zullen
Vrgdag 12 Mei een dag van gebed en vasten
doorbrengen.
Dat de beheerder der boedererg in het
park van Het Loo zal worden gepensioneerd
wordt ten stelligste tegengesproken.
Omtrent de behandeling der zaak van
Tj. Stienstra, den socialist uit Harlingen,
waarvan wg gisteren melding maakten, wordt
nog medegedeeld, dat drie getuigen a décharge
in het bezit werden bevonden van een revolver
en een ander getuige 60 patronen bezat. Tegen
hen is proces-verbaal opgemaakt wegens over
treding der Wapenwet.
Vrgdag brak te Rotterdam weer een
felle brand uit en nu op de vliering van een
branderg aan de Voorhaven (oud-Delftsha
ren). Doordien de brand op de vliering
ontstond, naar men denkt door de langdurige
hitte en het vallen van eene vonk uit den
schoorsteen in een roetverzameling, kon men
in den beginne tot op verren afstand de vlam
men waarnemen. Door spoedig vier spuiten
in werking te brengen, was men den brand,
die zich tot de vliering en het dak bepaalde,
in een uur meester. De schade wordt door
verzekering gedekt.
Verleden week Zaterdag liep de heer
Louis Bouwmeester te Amsterdam met zgne
vrouw over de Muntsluis. Voor hem uit liepen
twee meisjes van 14 jaren. Hg zag toen, dat
een dier onverlaten, die tegenwoordig Amster
dam voor meisjes zoo onveilig maken, een
dier meisjes aanpakte. Dien kerel een slag in
het aangezicht to^ te brengen, was voor denver
ontwaardigden Bouwmeester het werk van een
oogenblik, en dat de Blag goed aangekomen is,
kan blgken uit het feit, dat hg bg die gele
genheid den duim zgner hand brak. De duim
ia gezet en zit thans in gipsverband, maar als
dank voor zgn flink optreden zal de keer
Bouwmeester minstens gedurende vier weken
het gebruik dier hand moeten missen.
In een Zuid-Hollandsch dorp reed een
bruidstoet van vgf rg tuigen naar het stadhuis
terwgl het bruidspaar voorzien was van
bewjjs van onvermogen tot betaling der stuk
ken, benoodigd tot aangaan van eenhuwelgk,
Uit Helmond schrgft men het volgende
aan de Limb. Koerier als waar gebeurd op
een der naburige dorpen.
Boer Dries v. d. M. was voor een paar jaren
sedert geruimen tgd lid van den raad en zelfs
wethouder. Door ziekte, sterfgevallen en te
genspoed van allerlei aard raakt hg deerlgk
op 't achterschip, wordt een man die erg
sukkelend en tobben moet om de oude knecht
te blgven. Zgn collega's in den raad zien ook
dat hg 't hard te verantwoorden heeft en dat
zjjn jasje erg kaal is als kg met hen aan de
groene tafel zit. Zgn sjofele kleeding doet
hen den neus optrekken en men laat hem
vaak een eind ver alleen zitten. Dit verdriet
den tobber niet, die met hart en ziel voor
zgn gezin uit is, maar de belangen der ge
meente evenmin uit het oog verliest. Dit
bewgzen zgn bondige redevoeringen, die ter
snede zgn en zgn collega's vaak met bewon
dering vervullen.
Toch moet hg vallen, want hg is arm
geworden. De zes jaar zgn om en V. d. M,
krggt door de kuipergen zgner ambtgenooten
de nederlaag, hg komt niet eens in herstem
ming. 't Valt den man hard dat hg uitge
worpen wordt, maar zgn boerderg, die erg
belast is den laatsten tgd, 'neemt zgn geheel
ik in beslagDaar sterft plotseling een
ongehuwde broer en laat den armen tobber
zgn geheel vermogen na. Dries lost de hypo
theek af en wordt weer een gezeten man.
Een afgeleefd raadslid bedankt en door de
edele! bemoeiingen der raadsleden komt Drie»
weer op 't kussen.
Op den bepaalden dag is hg ter zitting
maar vraagt na de installatie het woord. »Hier
is Dries, juist gelgk hg vroeger was, hg is
genaam dat hg mg alles, wat hg verder op het
hart had, toevertrouwde als aan zgn besten
vriend. Hg kon op zeer jeugdigen leeftgd
reeds naar de universiteit gaan, en daar hy
veel talent voor teekenen had, ried men mg
aan, hem schilder te laten worden, waarin hg
ook een tgd lang lust had doch van lieverlede
veranderde hg van plan en besloot zich aan
de wetenschap te wgden. Een zgner leeraren
had hem voor de studie der oudheidkunde
gewonnen en dus werd hg archeoloog. Toen
hg op zgn negentiende jaar voor het eerst met
vacantie thuis kwam, was ik verbaasd over de
verandering, welke hg ondergaan had. Hoe
gverig hg ook studeerde, hg was niet verma
gerd, of eenzelvig geworden. Hg stond voor
mg als een flinke, mooie, knappe jongen, veel
vrger en rondborstiger dan ik hem in den
laatsten tgd gekend had. Die verandering
maakte mg zeer gelukkig, maar nu nadert bet
onheildokter."
»Dat kan niet anders dan romantisch
zgn" viel de dokter in. »Ik vermoed iets van
een studenten liefde."
Helaas jaMaar niet van onschuldigen
aard", zei de dame met een zucht. »Ik moet
daarbg weer wat meer uitwgden. Mgn zuster
was met een graaf getrouwd en de naam van
gravin had de anders goedhartige vrouw het
hoofd meer op hol gebracht dan mg en anderen
aangenaam was. Het was dikwgls niet om uit te
houden met haar verwaandheid en inbeelding.