N°. 75.
136" Jaargang.
1893.
Woensdag
29 Maart.
Middelburg 28 Maart
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en feestdagen.
Prijs per kwartaal in Middelburg en per post franco 2.
Afzonderlijke nommers, met of zonder bijvoegsel,
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Advertentiën 20 cent per regel. Bij abonnement lager.
Geboorte-, Trouw-, Dood- en andere familieberichten, benevens alle
dankbetuigingen, van 17 regels 1.50
iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Telephoonnommer 139.
MIDDELBIIGSCHE (01 HAM.
Thermometer.
Middelburg 28 Maart 8 u. vm. 42 gr.
m. 12 u. 57 gr., av. 4 u. 58 gr. F.
Verwacht Z. O. wind.
Agenten te Vlissingen P. Gr. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes A. A. W. Bolland, te Kruiningen F. v. d. Peijl, te ZierikzeeA. C. de Mooij, te Tholen"W. A. Advertentiën
van Nieuwenhuijzen en te TerneuzenM. de Jonge. Verder nemen alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aan, evenals de moeten des namiddags te één uur
advertentie-bureau's van Nijgh Van Ditmab, te Rotterdam, de Geus. Belinpante, te 's Gravenhage, en A. de La Mas Azn., te Amsterdam. j aan het bureau bezorgd zijn, willen
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. zij des avonds nog worden opgenomen.
De verdere lielsandelingr
der kieswet.
Het is een geliefkoosd onderwerp voor
Eugelsche spotprenten, een hengelaar af te
beelden, die, op een glibberig steentje balan-
ceerende, een dikke forel al te haastig op
haalt en dan door den weerstand van den
visch of door het breken van de lijn het
evenwicht verliest. Niet altijd blijft hij bij
zijn buitelingen op het droge en de lachers
zijn steeds op de zijde van den visch.
In zulk een gevaarlijke positie bevindt,
zich thans de minister Tak met de kieswet.
Zijn prooi zit stevig aan den haakontgaan
kan ze hem niet, als hij evenveel beleid
toont bij het ophalen als bij het uitwerpen
van de lijn, en niet in over-ij ver vergeet,
niet alleen, dat hij op een glibberig punt
staat, maar dat er ook andere visschers zijn,
die wel lust zouden hebben hem een duwtje
te geven, in de hoop later zelf de vangst
te doen.
De vergelijking zou voor verdere uitwer
king vatbaar wezen. Doch wij willen liever
het gevaar niet loopen, dat het treffende in
bet hoofdpunt onder het gezochte van de
vergelijking der details verloren gaat.
De kwestie van bet kiesrecht is door het
enkele feit der indiening van het ontwerp-
Tak een geheel nieuw tijdperk ingetreden.
Tot dusver bewoog zich de strijd voor
zoover het parlement en de Regeering dien
voerden op een zeer beperkt terrein.
Men was er zoozeer aan gewoon geraakt
met de conservatieven te loven en te bieden
over kleine vermeerderingen en wijzigingen,
dat zelfs de heer De Savornin Lohman als
minister meende, dat de geheele zaak zou
neerkomen op een vijftigduizend meer oi
minder en voor hem de verdeeling der groote
districten in enkele de hootdzaak was. Door
het ontwerp-Tak is in de op dit punt bedorven
parlementaire atmosfeer de frissche lucht in
gelaten. Men zal daar den strijd thans
hebben te voeren, zooals hij reeds laug in
de pers en onder het publiek werd gestreden.
De indiening was een verrassing. Bij de
werkwijze der wetgevende macht kan echter
van een aanneming bij verrassing geeu sprake
Eijn en evenmin is het Nederlandsch karakter
geschikt, om door bedreigingen genoopt te
worden, anders te handelen dan eigen
vrije overweging, zoowel van het vóór eD
tegen van een ruim kiesrecht als van de
politieke omstandigheden, medebrengt.
Onder de warme voorstanders van het
ontwerp hoort men reeds nu, dat de goede
politiek voor den heer Tak is de weifelenden
„er maar voor te zetten." Mocht dit niet
gelukken, dan zou Kamerontbinding een
afdoend middel zijn.
'tls mogelijk, dat zij gelijk hebben. Ons
schijnt het beter, den weifelenden tijd te
laten in volmaakte vrijheid, zonder eenige
pressie, de zaak te overwegen, zooals zij
thans na en door de indiening van het
ontwerp staat. De invloed van het ontwerp
zelf op de meeningen wordt reeds zichtbaar,
liet feit, dat van de regeering een zoo vér
Btrekkend voorstel uitgaat, oefent reeds zijoe
werking. Toen het ministerie gevormd werd,
dacht meer dan een zijner leden waarschijn
lijk ook niet, dat het zijn naam zou ver
binden aan een maatregel, die in de staat
kundige geschiedenis „de invoering van het
algemeen kiesrecht" zal heeten. In de open
bare meening is eene kentering waar te nemen.
Prof. Sprayt b.v., onvermoeid tegenstander
van alles wat naar democratie riekt, verheft
er reeds zijn stem tegen, dat men zou
spelen in de kaart van den heer Heems
kerk en zijne gepensioneerde niede-petitio-
narissen, en op nieuw met dezen zou gaan
krakeelen over beuzelingeu. Hij blaast niet
meer de krygsklaroende witte vlag wordt
integendeel vertoond. Ook de oud-minister
Lohman is tot het inzicht gekomen, dat
geheel nieuwe banen moeten worden betreden.
Beide heeren, ongeveer gelijktijdig te Utrecht
het wachtwoord gevende aan hunne volge
lingen, bepaalden zich nu tot bedenkingen
tegen de wijze, waarop bij het ontwerp de
grenslijn tusschen kiezers en niet-kiezers
yprdt getrokken en afgebakend.
De ernstige voorstanders van het stelsel-
Tak zullen goed doen zich de vraag
te stellen, of in het ontwerp- Tak dit
stelsel op de beste wijze is belichaamd.
Daarover zal het debat loopen, en dat debat
is door de tot dusver gevoerde gedachten-
wisseling, zelfs ook door het voorloopig ver-
g, weinig voorbereid. Voor zoover er uit
een verslag gevolgtrekkingen kunDen worden
gemaakt, mag men aannemen, dat het stelsel,
waarnaar de grenslijn zal worden afgeba
kend, heel wat meer bijval vindt dan de
ontworpen grenslijn zelve.
Komt het tot een onvoldoende voorbereid
debat over deze grenslijn, dan zal het
argument grooter invloed hebben, dat het
gemakkelijk gaat die lijn in uitbreidenden
zin te verbeteren, en dat het daarentegen
een uiteist bedenkelijke zaak is op een eens
toegekend kiesrecht terug te komen. Het
woord van Thorbecke, dat het beter is
ongeschikten in te sluiten dan geschikten
uit te sluiten, was zeer waar, toen het de
vraag gold of de census iets lager of hooger
zou zijn, en er noch van ongrondwettigheid
eener lager getrokken lijn noch van absolute
ongeschiktheid der daardoor tot kiesrecht
geroepenen sprake kou zijn. Maar bij het
debat over de grenslijn, die het ontwerp-
Tak voorstelt, zou Thorbecke zelf zijn raao
terugnemen. Het ware trouwens onmogelijk
tegenover het grondwettig argument testellen,
dat het beter is over de grondwettige grens
lijn te gaan, dan er ietwat binnen te blijven.
Het eerste mag niet als geoorloofd be
schouwd worden.
Naar allen schijn is ook de kamer van
meeuing, dat de kwestie van het kiesrecht
nog niet spoedig in staat van wijzen zal
zijn. Zonder oppositie stelde zij de wet op
het faillissement op 18 April aan de orde
Met of zonder nieuw afdeeiing-onderzoek
zal ook aan de bedrijfsbelasting de voorrang
voor de kieswet wel niet worden betwist
Komt het daarna tot de behandeling van de
kieswet, dan zou het ons verwonderen, als
de vraagstukken, waarover in België zoo
lang getwist wordt, hier in weinige weken
tot een goede beslissing kwameD, tenzij het
i egeeringsvoorstel, zooals het in openbare
beraadslaging gebracht wordt, a priori op
bijval van de meerderheid kan rekenen,
wat wij, naar onze bekendheid met men-
schen en zaken, van het voorstel, zooals
het ligt, niet zouden durven beweren. De
begeerte naar eene radicale oplossing van
het vraagstuk, zij het door invoering van
algemeen kiesrecht, in den bekenden
beperkten zin opgevat wordt levendiger,
maar de kritiek over de uitwerking wordt
scherper.
COLORADO.
Thans is verschenen De eerste Hollandsche
nederzetting in Colorado en het optreden der
Nederlandsch-Amerikaansche Land- en Emi
gratie-Maatschappij, van nabjj beschouwd door
J. van Boven.
Het is ons natuurlijk niet mogelijk den in
houd van dit geschrift, zelfs in uittreksel,
onzen lezers mee te deelenmaar dit is ook
te minder noodig, omdat wjj thans niet langer
behoeven te verzwijgen dat hetgeen in ons Dom
mer 44, van Dinsdag 21 Februari, werd gemeld
als vernomen uit den mond van een pas uit
Colorado teruggekeerd persoon, die namens
ons werd geïnterviewd, afkomstig was van
denzelfden heer J. van Boven te Rilland. In
hoofdzaak kennen onze lezers dus zjjn gevoe
len over deze belangrijke kwestie, maar dit
neemt niet weg dat voor allen, die belang
stellen in deze veel besproken geschiedenis, de
lezing van zjjne brochure zeer aanbeve
lenswaar dig is.
Om aanleiding tot, doel en strekking van
dit geschrift te leeren kennen, weten wjj niet
heter te doen dan hier de voorrede daarvan
af te drukken. Zjj luidt als volgt
In het laatst der maand Juli des vorigen
jaars werd ik uitgenoodigd met de eerste
kolonisten, die de Nederlandsch Amerikaansche
Land- en Emigratie Maatschappij, gevestigd
te Utrecht, zou uitzenden naar Colorado, mede
te reizen en een getrouw rapport te geven
van mjjne bevindingen in de San Luis vallei.
De volgende bladzijden, die ik in het licht
zend, dragen echter meer het karakter van
een kort verslag van de wedervaringen der
Hollandsche kolonisten in het verre Westen,
in verband met de handelingen van be
stuurders der bovengenoemde Maatschappij, dan
van een rapport over de San Luis vallei.
Dit kan op dit oogenblik niet anders.
Er zjjn velerlei berichten reeds in ons land
verspreid over onze landgenooten in Colorado.
Zj werpen nog slechts een onvolledig licht
op de gebeurtenissen in de vallei.
Sommige berichten stellen de zaken bepaald
anders voor, dan zij zich hebben toegedragen.
Onder deze laatste rangschik ik ook het rap
port, dat prof. Noordtzij dezer dagen publiek
maakte, en waarvan de zakeljke inhoud
door de Standaard en andere bladen werd
medegedeeld.
Prof. Noordtz j wil in genoemd rapport alle
beschuldigingen, die tegen de bestuurders zijn
ingebracht, weerleggen en de schuld werpen
op de opposanten" onder de landverhuizers
en op Henry c. s. Dezelfde houding nog als
tegenover de kolonisten in de vallei.
Prof. Noordtzjj is niet der waarheid getrouw
in zijn rapport.
De tweede betaling op de landen is niet
op tjd aan mr Henry aangeboden, zooals het
rapport zegt. Henry ontkende het en het is
ook niet waarschijnlijk. Is het geschied, dan
moest het gebeurd zjjn met het geld der
kolonistendat door misleiding in handen
van Zoutman en Van der Hoogt was gekomen.
Het is bijna zeker, dat de bestuurders in
Amerika geen geld hadden om den tweeden
termijn op tjjd te betalen. Dit heeft Van der
Hoogt ook tegen sehrjjver dezes niet durven
volhouden. En toen Henry in de bekende
vergadering in de emigrantenhuizen, dit feit
als oorzaak aanwees, waarom lrjj de landen
niet leverde, is dit niet weersproken geworden,
noch door Zoutman, noch door Van der Hoogt.
De beide laatsten hadden echter op midde
len gezonnen, om zich te dekken.
Zaterdag 10 Dec. hadden zjj van Henry ge
hoord dat hjj hun het land niet leveren wilde,
omdat zjj weigerden den financieelen toestand
der Maatschappjj bloot te leggen. Henry had
daar natuurljjk belang bjj en recht op, daar
hjj zich niet slechts met geld, maar bjjna uit
sluitend met aandeelen der Utrechtsche Maat
schappjj zou laten betalen voor het land.
Van der Hoogt kon niet anders doen dan
dit verzoek van Henry van de hand slaan.
Hjj had Henry bjj de eerste onderhandelin
gen gezegd, dat er 200.000 dollars gedeponeerd
was hjj een bank in Nederland als bedrjjfs-
kapitaal der op te richten maatschappjj. Van
der Hoogt had hoog opgegeven van de obli-
gatiën die terstond zouden genomen worden.
Henry werd daardoor overtuigd van de soli
diteit der maatschappjj en overgehaald zich
met papier te laten betalen, in plaats van
met geld.
In Nederland had Van der Hoogt een an
dere rol gespeeld. Hier heette het, dat er in
Amerika geld genoeg te plaatsen was voor
zjjne Maatschappjj. Zoo heeft hjj de bestuur
ders te Utrecht in den waan gebracht, dat er
doll. 40,000 in Amerika aan obligatiën ge
plaatst was, nog vóór de eerste kolonie ver
trok. Definitief was er toen niets geplaatst,
geljj k bekend werd door een telegram van
Davis Co.
Het is echter bekend, dat in Nederland op den
datum van vertrek der eerste kolonie slechts
een onbeduidend getal obligatiën waren ge
plaatst. Te weinig zelfs om de eerste nood-
zakeljjke uitgaven der maatschappjj te kunnen
betalen.
Het zou wel gemakkeljjk geweest zjjn in
dien er doll. 200,000 op eene bank gedeponeed
was geweest. Dan hadden H.H. commissarissen
niet zooveel moeite moeten doen om f 30,000
bjj eene bank te leenen, om de eerste kolo
nisten weg te helpen.
Van der Hoogt kon den financieelen toe
stand der maatschappjj niet bloot leggen zon
der zichzelf als een leugenaar aan de kaak te
stellen.
Doch Van der Hoogt en Zoutman trachtten
zich nu te redden. Hjj kreeg toen niet >;den
reuk van hypotheken", zooals het rapport zegt.
Het was Zoutman bekend en Van der Hoogt
ook, dat de landen met hypotheken waren
bezwaard. Henry had hun dit zelf medegedeeld
vóór de overeenkomst.
Zondag 11 Dec. kwam Van der Hoogt weer
in de kolonie. Zoutman was naar Conejos ge
reisd om de hypotheken op te schrjjven, Maan
dag 12 Dec, kwam hjj in de gebouwen met
de s-eigendomsbewjjzen", zooals Van der Hoogt
plechtig had verzekerd. Het waren echter niets
anders dan hypotheken, die Zoutman had over
geschreven.
Doch neenZoutman was een wapen gaan
halen om Henry te besti p den en daardoor de
aandacht af te leiden van de feiteljjke oorzaak,
waarom zjj het land niet konden krjjgen.
Onder de belangrjjkste punten van betrap-
port, die mjjne aandacht trokken, behoort het
volgende,
lk neem het over uit het rapport, zooals de
Standaard dit meededeelt.
«Enkele inlichtingen werden nog gevraagd.
Een daarvan luiddehoe is het te rjjmen met
het anders gedeelteljjk phi 1 an tropisch karakter
der Maatschappjj, geljjk duideljjk is gebleken
uit de voorschotten aan de emigranten, dat
men voor den grond 26 doll, per acre liet
betalen, terwjjl de grond voor 17 doll, (dit
moet zjjn ll1/,, doll.) zou zijn ingekocht.
»Hierop werd geantwoord door 't bestuur, dat
wel is waar de berekeningen in onze brochure
uitgaan van een verkoopprjjs van 26 doll, doch
dat de brochure reeds gedrukt was vóór dat
alles in hjj zonderheden overzien en geregeld
was, zoodat die prjjs toen slechts voorzichtig
heidshalve was aangenomen.
«Maar daarna was door directeuren en com
missarissen hier te lande besloten, dien prijs
slechts als een maximumprijs te beschouwen.
Met niemand der emigranten is dan ook een
contract tot zulk een prjjs gesloten".
Wat een fraaie toelichting
Zouden de aandeelhouders met deze verkla
ring tevreden zjjn geweest?
Laat ik alleen mededeelen, dat nooit tegen
iemand gesproken is, dat de prijs van 26 doli.
maximum was, maar dat dit de aller laagste
prijs was, waarvoor het land kon verkocht
worden.
Juist het tegengestelde is altjjd verteld door
het bestuur te Utrecht. Den bezoekers ten kan
tore werd steeds medegedeeld, >dat de prijs
der akkers zeer xvaarschijnlijk reeds dit voor
jaar verhoogd zou worden."
En toen sehrjjver dezes den HH. Zoutman
en Van der Hoogt, in tegenwoordigheid van
den heer C. Braamse en J. Ros, op hun geweten
afvroeg of die prjjs van 26 doll, bestaanbaar
was met den Chr. philantropischen grondslag
der maatschappjj, hebben zjj geantwoord dat
die prjjs verhoogd moest worden en op 30
dollars moest gebracht. Indien de prjjs 1 dollar
verlaagd werd, zou Zoutman zjjn ontslag als
directeur nemen. In datzelfde oogenblik heeft
Van der Hoogt pertinent staan liegen. Hjj ver
klaarde dat hun het land ongeveer 23 doll,
gekost had.
De Utrechtsche maatschappjj heeft van den
beginne reeds, bjj het ontstaan der moeilijk
heden, getracht om alles botweg te ontkennen,
de schuld op enkele «schurken" te werpen en
Zoutman en Van der Hoogt vrjj te pleiten.
Terwjjl men zoodanig handelde kon er
natuurljjk geen sprake meer zjjn van een
objectief onderzoek van prof. Noordtzjj.
Het bestuur te Utrecht wist 19 December
1892 reeds dat de zaken in de vallei bitter
slecht stonden. En toch gingen zjj voort met
de bezoekers ten kantore gerust te stellen door
te zeggen dat alles in orde was,
Zjj hadden mij verzocht toch alleen de
waarheid te zullen melden en een der com
missarissen maande mjj toch aan, in geen
geval mjjne zelfstandigheid prjjs te geven
tegenover Zoutman en Van der Hoogt, maar
mjjn overtuiging vrjj uit te spreken.
Ik werd verzocht per telegraaf in 't kort
mjjn indruk mede te deelen.
Ik heb het Bestuur te Utrecht getelegrafeerd
»Staak uitgave brochure". Was dit niet vol
doende voor commissarissen om te begrjjpen
dat mjjne verwachtingen, die op de brochure
waren gebaseerd, hitter teleurgesteld waren
Ik heb hun getelegrafeerdBestuur Zout
man Hoogt slechtIk heb lang gewikt en
gewogen eer ik er toe overging dit krasse
telegram naar Utrecht te zenden.
Was dat niet voldoende voor het bestuur
te Utrecht
Het bestuur te Utrecht heeft echter meel
acht geslagen op de leugenachtige telegrammen
van de H.H. Zoutman en Van der Hoogt, die
terzelfder tjjd, toen zjj geen stap eigendom in
heel Amerika hadden, durfden telegrafeeren
Prachtig land verkregenTerwjjl zjj bovendien
weer de grootste roekeloosheid aan den dag
legden met te telegrafeeren, dat »de aange
nomen familiën 11 Februari '93 moesten
komen".
De heer D. Vis te Nieuwerkerk a/d IJsel
vroeg mjj om inlichtingen aangaande den stand
van zaken en stelde mjj de correspondentie
ter hand, welke hjj met de Utrechtsche maat
schappjj had gevoerd. Hjj gaf mjj vrjjheid
deze te publiceeren.
Ik acht het van belang enkele brieven hier
achter te plaatsen,
Uit genoemde brieven blijkt duideljjk boe
roekeloos ook het bestuur te Utrecht handelde.
Aldus de voorrede.
De brochure zelve bevat, behalve een elftal
bjjlagen, de volgende tien hoofdstukken
Mjjne verhouding tot de Nederlandsch-
Amerikaansche Land- en Emigratie Maat
schappij. II. De reis naar de San Luis
Vallei. III. Werkeljjkheid en ontnuchtering.
IV. De brochure (der Utrechtsche maat
schappjj) eene bespotting der waarheid be
vonden. V. Geen geld en geen land.
VI. Nieuwe teleurstellingen. Oprichting van
het Boeren-Comité. VII. Contract met mr
Henry. Verhuizing naar een beter gedeelte
der vallei. - VIII. Noordtzij in de kolonie.
IX. De komst van een onbekenden vriend.
X. De vooruitzichten onzer landgenooten
in de San Luis Vallei.
Op een der bladzijden (61) viel ons oog op
de volgende zinsnede «In 't voorbjjgaan zij
opgemerkt, dat er meer reden waren om voor-
Van der Hoogt op zjjn hoede te zjjn, dan voor
mr Henry, die, voor zoover sehrjjver dezes
zien kan, niet oneerljjk in deze zaak heeft
gehandeld."
Omtrent de vooruitzichten in genoemde
vallei schrjjft de heer Van Boven
»Er mag gegronde verwachting bestaan dat
de San Luis vallei nog aan duizenden bjj
duizenden brood zal verschaffen. Er is ruimte
in overvloed en thans wonen er nog bjj lange
na niet zooveel menschen als op het eiland
Walcheren in Zeeland. En dat in eene uitge
strektheid van 150 Eng. rujjlen lang en 60
Eng. mjjlen breed
Er is nu eene degeljjke kern van Neder»
landsche landbouwers aanwezig. Zjj zjjn de
pioneers" geweest en hebben heel wat moei»
ljjkheden gehad en zullen nog veel hebben
te leeren.
Bekroone God hun arbeid
Onze landgenooten, die zieh later in de vallei
bjj onze Hollandsche kolonie zullen voegen,
hebben het natuurljjk niet meer zoo moeiljjk,
Zjj kunnen er reeds bjj aankomst een onder
komen vinden bjj landgenooten. Er is reeds
eene school te Rilland (zoo is de nederzetting
door onze kolonisten genoemd,) met den heer
Zjjlstra als onderwjjzer aan het hoofd. Er is
bovendien eene Hollandsche Gereformeerde
gemeente en iederen Zondag wordt er twee
maal godsdienstoefening gehouden."
Voor de verkiezing der Provinciale Statert
in het district Vlaardingen dreigt verdeeldheid
onder de anti-revolutionairen. Op de centrale
vergadering te Delft werd de heer Schippers,
uitgevallen lid, candidaat gesteld maar Loos
duinen stelde den heer Beelaerts van Blokland
zonder voorafgaand overleg met de zusterver-
eenigingen. De Standaard noemt dit ver
loochening van broederlijken zin, meent dat
naar goede anti-revolutionaire traditie de heer
S. als de ofiScieele candidaat der anti-revolu
tionaire partjj moet worden beschouwd en dat
zelfs, als de heer Beelaerts in herstemming
mocht komen met een liberaal, de partjj "hem
niet zou mogen steunen. «Immers zegt de
Standaard - deed men dit, dan stond bjj
elke verkiezing soortgeljjke spelbrekerjj voor'
de deur."
Hetzelfde blad bevatte in zjjn nommer van
Maandag een opstel over het centraal-
comité der anti-revolutionaire partjj en de
K a m e r c 1 u b, een opstel dat doet zien hoe
de verhouding tusschen heide lichamen ernstig
gespannen is. Het blad bljjft formeel, maar
steekt het niet onder stoelen en banken dat
de leden van de Kamerclub zich eigenljjk bitter
weinig aan het centraal-comité laten gelegen
liggen, dat de leden alleen eens komen kjjken
als het tegen de stembus gaat, dat het voor
loopig verslag voor het kiesrecht de wereld
is ingegaan zonder dat het comité is geraad
pleegd, kortom dat de club het niet de moeite
waard acht relatiën van goede verstandhouding
met het comité aan te knoopen en dat het
dus verkiesljjk is dat ieder zjjn vrjjheid van
handelen herneme. Het opstel wordt besloten
met de volgende waarschuwing «De club vare
dan op eigen risico, Het centraal-comité steune
dan op het volk, en voortaan op het volk
alleen".
Zondag was het op den dag af twintig jaren
geleden, dat de vice-president van den Raad
van Nederlandsch-Indië aan den sultan van
Atjeh den oorlog verklaarde. Die oorlog heeft
ons tot hiertoe ruim 250 millioen gekost en
tallooze militairen den dood doen vinden, toch
zjjn wjj thans misschien nog even ver van het
einde als van het begin verwjjderd,
Of de voortdurende wijziging vm 13